Volgt Nederlandse industrie Europees vertrouwen?
Aute ur(s ):
CBS (auteur)
CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 87e jaargang, nr. 4365, pagina 459, 7 juni 2002 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
goederenmarkt
Nederland drijft relatief veel handel met het buitenland. Van de export gaat 63 procent naar eurolanden, waarvan bijna 26 procentpunt
naar Duitsland. Tussen het vertrouwen in de Duitse industrie en de Nederlandse industriële productie blijkt in de afgelopen jaren een
nauw verband te bestaan. Ook tussen het producentenvertrouwen in de eurozone en de Nederlandse export is zo’n samenhang
waarneembaar.
In figuur 1 is de industriële productie van Nederland uitgezet tegen de Geschäftsklima-index van het Institut für Wirtschaftsforschung
(Ifo). Deze Ifo-index meet het vertrouwen van ondernemers in Duitsland. Hier is gekozen voor de index die het vertrouwen weergeeft van
leidinggevenden binnen de industrie. Voor de industriële productie zijn volumemutaties genomen ten opzichte van dezelfde maand een
jaar eerder, waarna het voortschrijdend driemaandgemiddelde is berekend. Het valt op dat in de periode van maart 1996 tot en met maart
2002 de industriële productie in grote mate dezelfde ontwikkeling toont als de Ifo-index (de correlatiecoëfficiënt is 0,85 en voor januari
2000 tot en met maart 2002 zelfs 0,94). Omdat de reeks van de industriële productie vertraagd is door het nemen van het voortschrijdend
gemiddelde, is de conclusie dat de Nederlandse industriële productie voorloopt op de Ifo-index. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de
Nederlandse industrie een belangrijke toeleverancier is voor de Duitse industrie.
De Ifo-index heeft een component die de verwachtingen van Duitse industriële ondernemers weergeeft. De samenhang met de industriële
productie van Nederland is het hoogst bij de verwachtingen van twee maanden eerder (zie figuur 2). De ontwikkeling van de
verwachtingencomponent van de Ifo-index blijkt in het verleden een goede voorloper te zijn geweest voor de ontwikkeling in de
industriële productie. De Nederlandse export blijkt vooral met het producentenvertrouwen binnen de eurozone als geheel een sterk
verband te hebben. Hierbij is de Industrial confidence indicator in beschouwing genomen. De exportcijfers betreffen goederen en zijn
waardemutaties, waarvan het voortschrijdend driemaandgemiddelde is genomen. Voor de eurozone is er ook een verwachtingenindicator
voor de productiesector. Dit is de Future tendencies-index. De sterkste samenhang blijkt te bestaan tussen de export en deze index van
één maand eerder. De vertrouwensindicatoren geven tot op heden dus snel een eerste indicatie voor de uitkomsten voor de industriële
productie en de export. Voor de nabije toekomst wijst de verwachtingencomponent van de Ifo-index op een flink aantrekken van het
volume van de industriële productie. De indicator van Future tendencies binnen de eurozone wijst op een aantrekken van de waarde van
de Nederlandse export, die voorlopig minder krachtig zal zijn.
figuur 1
Figuur 1. Nederlandse industriële productie en Ifo-index, indexpunten, % mutaties t.o.v. een jaar eerder
figuur 2
Figuur 2. Nederlandse industriële productie en verwachtingencomponent Ifo-index, indexpunten, % mutaties t.o.v. een jaar eerder
Copyright © 2002 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)