Ga direct naar de content

Vadertje staat in de keuken

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 1 1998

Vadertje staat in de keuken
Aute ur(s ):
Theeuw es, J.J.M. (auteur)
Directeur van de SEO en hoogleraar aan de UvA.
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4159, pagina 511, 26 juni 1998 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):
emancipatie

Honderd jaar grabbelen en nog steeds geen greep op het inkomen. Juristen kien als tarwekorrels, economen principieel als water en
politici creatief als gist en samen bakken ze er geen brood van. Elke nieuwe variant van de inkomstenbelasting wordt ontdoken en
heeft ongunstige effecten op werk, sparen en welvaart. Vermeend en Zalm geven het op. In hun plan voor de 21ste eeuw laten ze
inkomen zitten en zoeken ze hun belastinggeluk elders.
Ontgoocheld maar niet ontmoedigd gooit de overheid het over een andere boeg. In plaats van het verdienen van inkomen te belasten, wil
ze het besteden van tijd reguleren. Met dezelfde overtuigingen als waarmee de kerk de tijd in het hiernamaals verdeelt, pakt de overheid
onze tijd op aarde aan. De voorbeelden liggen voor het grijpen. Er is de arbeidsduurverkorting. De nutteloosheid zoniet de schadelijkheid
daarvan is voldoende geïllustreerd, recentelijk nog in ESB. Zelfs bij krapte op de arbeidsmarkt blijft er officiële steun voor
aanbodsbeperking door ADV. Er is de halfslachtige poging om winkeltijden te verruimen. Wat we kregen is een verademing ten opzichte
van de middeleeuwse tijden van daarvoor maar het ging niet van harte. Verder dan wat we hebben gaan we ook niet. De 24-uurseconomie
halen we nooit. De overheid zal ons behoeden.
Er zit nog veel ingrijpenders aan te komen. Uit het weinige dat uitlekt van de kabinetsformatie blijkt dat de paarse partners het eens zijn
over een wetsvoorstel waarbij werknemers recht krijgen op korter werken. Een verbazende paradox. Er is geen land ter wereld waar zoveel
in deeltijd wordt gewerkt als Nederland. Onze nationale trots, het poldermodel, ziet er zo mooi uit precies omdat we een baan maar half
moeten tellen. Daarom groeit de werkgelegenheid twee keer zo hard. Totaal overbodig komt daar dan straks het recht op korter werken
overheen. Het is alsof frisse lentesla wordt verdronken in teveel olie en azijn.
Arbeidstijdverkorting, openingstijden en recht op deeltijdwerk zitten aan de bedrijvenkant van de economie. Maar ook in de schoot van
de huishoudens is de overheid werkzaam. Men maakt zich zorgen over de allocatie van werk en zorg. Die is niet eerlijk verdeeld tussen
man en vrouw. Recentelijk rapporteerde de Commissie Dagindeling hierover. Eerder stelde de Emancipatieraad voor dat mannen en
vrouwen hun tijd in drie maal 32 uur verdelen over werk, zorg en vrije tijd. Er is schoonheid in deze symmetrie, maar waarom moet de
overheid zich bemoeien met wat er tussen mannen en vrouwen wordt afgesproken?
De overheid grijpt in als de markt faalt. De relatiemarkt van mannen en vrouwen is vergelijkbaar met een arbeidsmarkt. Er zijn korte en
lange relaties. Er is mobiliteit. Soms wordt men de laan uitgestuurd, soms trekt men bij een ander in. Men investeert in elkander. Het lijkt
wel een echte markt, denkt de overheid. Dus wat let mij om het te regelen? Er zijn vier aanleidingen voor overheidsingrijpen, vier oorzaken
van marktfalen: monopolie, publieke goederen, externe effecten en informatieproblemen. Wat is er hier aan de hand?
Het kan geen informatieprobleem zijn. Toegegeven, vrouwen en mannen begrijpen elkaar niet. Mannen zijn vaak ‘lemons’, vergelijkbaar
met een glimmende occasion die onder de kap rijp is voor de schroot. Mannen beloven meer dan ze waarmaken. Maar na honderdduizend
jaren relaties met mannen weten vrouwen dat wel. De halve wereldliteratuur en de meeste opera’s gaan hierover. We kunnen moeilijk van
een informatieprobleem spreken.
Zijn er externe effecten? Ook niet. Het gaat hier niet over het bevorderen of afremmen van het kinderaantal. Kinderen hebben duidelijk
negatieve en positieve externe effecten. Meer kinderen leidt tot meer pubers die bushokjes vernielen, maar ook tot een breder draagvlak
voor de AOW. Het gaat hier om ingrijpen in de taakverdeling tussen mannen en vrouwen. Die taakverdeling heeft geen externe effecten.
Het maakt niet uit voor de rest van de straat wie bij de buren de kinderen ‘s avonds voorleest. Het is ook geen publiek goed want relaties
tussen mannen en vrouwen komen meer dan genoeg tot stand. De overheid hoeft echt geen relatiebemiddelingsbureau op te zetten.
Wat overblijft is het monopolie en de ongelijke macht. De vrouw wordt vast gezien als de zwakkere partij. Wederom een paradox. Meer
dan ooit verdienen vrouwen hun eigen inkomen, participeren ze in grote getale op de arbeidsmarkt en studeren ze langer dan mannen.
The Economist had het recentelijk over mannen als ‘tomorrow’s second sex’. Er zijn binnenkort geen zwakke vrouwen meer.
De overheid heeft niets te zoeken in de keuken van het huishouden. De overheid kan wel wat doen op de arbeidsmarkt: de positie van
vrouwen daar verbeteren. Er moeten meer vrouwen aan de top. Dat lost ook het probleem van de verdeling van werk en zorg op. Haar
positie is toch glashelder als ze straks kan zeggen: ik moet vandaag het land besturen, kan jij de kinderen ophalen na school?

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl )

Auteur