Ga direct naar de content

Toenemend protectionisme bedreigt wereldhandel

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 4 1993

Toenemend
protectionisme
bedreigt
wereldhandel
Bind vorig jaar haalde de Westerse
wereld opgelucht adem. Na zes jaar
onderhandelen leek een succesvolle
afronding van de Uruguay-ronde
van de GATT binnen bereik. Tegen
die achtergrond valt de door de VS
voorgenomen importheffing op vooral Europees en Japans staal de handelspartners zwaar op de maag. President Clinton geeft daarmee zijn
eerste buitenlandse visitekaartje af.
In Europa werd furieus gereageerd. Met name de Fransen dreigden meteen met tegenmaatregelen.
De dreiging treft de Europese staalindustrie op het moment dat die toch
al zwaar in de problemen zit. De Europese overcapaciteit wordt geschat
op circa 30%, waardoor het gemiddelde prijsniveau in een jaar met
liefst 25% tot 30% is gedaald. Daarnaast heeft Europa al geruime tijd
last van de import uit Oost Europa.
Vrijwel elk Europees land wordt geconfronteerd met een arbeidsintensieve staalindustrie die in de problemen
verkeert. Overal worden herstructureringen aangekondigd, die ten koste
gaan van de werkgelegenheid. Echter ook de VS heeft in deze duidelijke belangen, gezien de huidige overcapaciteit aldaar van naar schatting
18%. Omdat Clinton zich voorgenomen heeft de binnenlandse economic te versterken, gaan de handelspartners zware onderhandelingen
tegemoet.

Bevestiging herstel VS
Oud-president Bush ziet de economische cijfers net te laat ten goede keren. In het vierde kwartaal bedroeg
de economische groei 3,8%, de sterkste groei op kwartaalbasis sinds eind
1988. Na de groei van 3,4% in het
derde kwartaal heeft het herstel zich
definitief ingezet. Daarnaast laten de

hi

orders voor duurzame goederen
(9,1%), de consumptie (0,5%) en het
inkomen van particulieren over december voortgaande stijgingen zien.
Dat neemt niet weg dat zorg blijft bestaan over het nog steeds hoge niveau van de werkloosheid, dat nog
geen daling heeft laten zien uit hoofde van de aantrekkende groei. Het is
te verwachten dat Clinton snel met
concrete plannen komt om de werkloosheid verder terug te dringen.
Robert Reischauer, van het Congressional Budget Office, heeft naar
voren gebracht dat een scherpe stijging van het overheidstekort vanaf
de huidige $ 290 mrd. welhaast onontkoombaar is. Voor de komende
tien jaar rekent hij op een tekort dat
oploopt tot $ 650 mrd. De grote boosdoener is de medische zorg, waarop
heel moeilijk te bezuinigen valt. Het
oplopende tekort zal leiden tot een
stijging van de staatsschuld tot een
naoorlogs record van 80% van het
bnp.

Japanse problemen structured
Japan, waar het disconto op 3,25%
staat, heeft zijn hoop gevestigd op
een verdere renteverlaging. De industriele produktie is vorig jaar teruggevallen met 6,1%. In december bedroeg de daling 8,3%, waarmee de
produktie nu op hetzelfde niveau ligt
als ruim vier jaar geleden. Ondanks
deze daling blijven de voorraden
hoog. Daarnaast staan de investeringen en detailhandelsverkopen in toenemende mate onder druk. In december was de teruggang in de detailhandelsverkopen zelfs 5,7%. Tegen
deze achtergrond verwondert het
niet dat het aantal faillissementen in
december met 21% is gestegen tot
1454, het hoogste aantal in zes jaar.
Naast een renteverlaging wordt gerekend op een nieuw overheidspakket van stimulerende maatregelen. In
Japan heeft een evenwichtige overheidsbegroting altijd een hoge prioriteit gehad en dit principe zal moeten
worden losgelaten alvorens wezenlijke stimuleringsmaatregelen kunnen
worden genomen. De sleutel hiertoe
lijkt te liggen in het opkrikken van
de stagnerende consumptie, die nog
altijd goed is voor 57% van de economic.
Keerzijde van de stagnerende Japanse binnenlandse bestedingen is
een fors overschot op de handelsbalans, dat vorig jaar is gestegen tot

$ 107 mrd., een absoluut record.
Voor dit jaar wordt overigens rekening gehouden met een verdere stijging van het overschot. Dit luxeprobleem kan andere landen prikkelen
tot het nemen van handelsbelemmerende maatregelen.

Duitse zorgen
Evenals in de VS, vormt ook in Duitsland de groeiende staatsschuld een
probleem. In 1995 leggen de bijbehorende schuldverplichtingen al een
beslag van DM 46 mrd. op de begroting, terwijl subsidies aan de Oostelijke deelstaten DM 65 mrd. vergen.
Met aanhoudende budgettekorten
in de orde van DM 100 mrd. per jaar
valt niet te leven. Een ‘Solidarpakt’
moet de sociale partners op een lijn
brengen ten einde de loonontwikkeling in de hand te houden. Enkele
onderdelen van het programma vormen de besparingen tot DM 20 mrd.
per 1995. In combinatie met lagere
belastinginkomsten en hogere sociale uitkeringen resteert voor 1993 uiteindelijk toch een tekort van DM 110
mrd. Verdere maatregelen zijn nodig
en steeds meer wordt eraan getwijfeld of de toezegging, dat voor 1995
geen belastingverhoging zal worden
ingevoerd, kan worden nagekomen.
Daarbij dreigt vooral aan het subsidiefront ingrijpend te worden gesneden.
Een ander zorgenpunt blijft de inflatie. De btw-verhoging per januari
heeft geleid tot forse prijsstijgingen.
In de maand tot en met half januari
is het prijspeil in het westelijk deel
gestegen met 4,4% op jaarbasis. Met
de loononderhandelingen in het
vooruitzicht leidt dit tot de angst
voor een nieuwe prijs-loon spiraal.
Ook in het oostelijk deel passen de
prijzen zich snel aan. De inflatie
daar bedroeg 11,2% over geheel
1992.
Economisch glijdt Duitsland steeds
verder af. De benutting van de beschikbare capaciteit daalde in het
kwartaal tot en met december tot
80,4% tegenover nog 83% een kwartaal eerder. Ook het verloop van de
export, welke een daling vertoonde
van 13% in november op maandbasis, geeft aan dat het Duitse bedrijfsleven steeds meer moeite heeft haar
produkten af te zetten. De sterke
mark, en de daardoor verslechterde
concurrentiepositie, is hier voor een
groot deel debet aan.

Kansen herstel VK
De Britse handelsbalans toonde een
oplopend tekort tot & 1,74 miljard in
de maand december. Met name stijgende importen lagen hieraan ten
grondslag, niet zozeer door de toenemende volumes als wel doordat een
lager pond heeft geleid tot hogere
importprijzen. Voorgaande duidt op
het gevaar van gei’mporteerde inflatie. De stijgende importprijzen zullen
geleidelijk doorwerken in de consumentenprijzen. Sommige waarnemers houden inmiddels rekening
met een stijging van de inflatie richting 6% aan het einde van dit jaar.

De kansen op een herstel van de
economische groei lijken evenwel
steeds duidelijker aanwezig. De gezinsspaarquote is sedert 1988 gestegen van 5,4% tot 12,3%. Een stabilisatie van de spaarquote, dan wel een
aanzet tot ontsparingen, is zeer wel
denkbaar. Daarbij komt dat de dating
van de basisrente in Engeland krachtig doorwerkt in de hypotheekrente,
die in enkele maanden met vele procenten is teruggevallen. Dit schept
direct additionele bestedingsruimte
bij de consument.
Uit de laatste kwartaalenquete van
de Britse werkgeversorganisatie CBI
blijkt dat ook de ondememers er vertrouwen in hebben dat een omslagpunt in de economische ontwikkeling nabij is. Voordat dat tot uitdrukking komt in een lagere werkloosheid, welke op dit moment een recordhoogte heeft bereikt van meer

dan 3 miljoen mensen of 10,5% van
de beroepsbevolking, zijn we echter
wel enige tijd verder.

Rente en valuta’s

baar was om het lerse bedrijfsleven
concurrerend te laten blijven met het
Britse, dat immers van een sterk in
waarde gedaalde munt heeft kunnen
profiteren. Lange tijd hadden de lerse monetaire autoriteiten de speculatieve aanvallen echter weten te doorstaan, zij het dat daarvoor drastische

maatregelen als kapitaalrestricties en
forse renteverhogingen nodig waren.
Ook bij de jongste speculatiegolf
werd, naast valutamarktinterventies,

weer een grote renteverhoging doorgevoerd: de lerse centrale bank ver-

hoogde de daggeldrente van 14%
naar 100%. Deze keer bleken de ler-

(voorlopige) inflatiecijfer over januari van 4,4%, tegen 3,7% in december,

se autoriteiten de verdediging van
hun munt evenwel niet langer te kunnen volhouden. Zo meldden de lerse
banken dat uitstel van het doorberekenen van de hogere rentetarieven

ligt op een voor de Bundesbank onaanvaardbaar hoog niveau, al kwam
het cijfer in verband met de per 1 januari doorgevoerde btw-verhoging
niet geheel onverwacht.

FvanLanschot
Bankiersnv

Het uitblijven van duidelijke tekenen

van herstel heeft de Britse monetaire
autoriteiten op 26 januari doen besluiten opnieuw de basisrente met
een procentpunt te verlagen tot 6%,
waarmee deze op het laagste niveau
in vijftien jaar is gekomen. De renteverlaging had onmiddellijk een scherpe dating van het Britse pond tot gevolg. Dit zette vervolgens het lerse
pond onder druk.
Sedert de uittreding van het Britse

pond uit het EMS vorig jaar September was deze munt al met grote regelmaat het doelwit van valutahandelaren, die verwachtten dat voor het
lerse pond devaluatie onontkoom-

ESB 3-2-1993

Amerikaanse obligaties omhoog
Forse koersstijgingen op de Amerikaanse obligatiemarkt tonen aan dat
beleggers nog steeds positieve verwachtingen hebben over de bereid-

aan de client niet veel langer moge-

heid van de regering-Clinton om iets
te doen aan het veel te hoge Amerikaanse begrotingstekort. Bovendien
wordt gespeculeerd op de mogelijkheid dat de nieuwe regering zal
trachten de rentelasten te drukken
door een groter deel van de financieringsbehoefte te dekken door middel

lijk zou zijn. Een ander probleem

van de uitgifte van korter lopende le-

was dat de Britten bij hun economisch beleid momenteel duidelijk
prioriteit geven aan het bevorderen
van een conjunctureel herstel, en wisselkoersoverwegingen op het tweede plan stellen. Verdere koersdruk
op het Britse pond zou daarom niet
kunnen worden uitgesloten, met alle
mogelijkheden van dien voor nieu-

ningen. Vooral de dertigjarige lenin-

SINDS1737

we aanvallen op de lerse munt.

Nu ook lerse pond gedevalueerd

ging geen sprake kan zijn zolang (zeker ook in Oost-Duitsland) nog hoge
looneisen worden gesteld en de bezuinigingsplannen van de overheid
nog niet rond zijn. Natuurlijk is het
mogelijk dat deze harde taal vooral
dient als stok achter de deur om de
onderhandelingen over een ‘Solidarpakt’ te bespoedigen, en dat binnenkort toch tot renteverlaging zal worden overgegaan. Maar een feit blijft
dat de Bundesbank vooralsnog veel
reden heeft om met een renteverlaging terughoudend te zijn. Vooral het

Op 30 januari werd dan ook besloten om het lerse pond met 10 procent te devalueren. Hiermee werd
het lerse pond na de uittreding van
het Britse pond en de Italiaanse lire
uit het EMS en de devaluaties van de
Spaanse peseta en de Portugese escudo het vijfde slachtoffer binnen het
EMS van de onrust op de Europese financiele markten.

gen wisten dan ook behoorlijke

koerswinsten te boeken.
Positief voor de obligatiemarkt
werkte voorts dat de inflatie in december uitkwam op slechts 2,9%. Nu
de inflatie momenteel geen probleem lijkt, wordt door sommige
marktpartijen gespeculeerd op de
mogelijkheid dat de Federal Reserve
Bank de rente nog verder zal verla-

gen, als de regering erin slaagt een
goed plan voor de reductie van het
begrotingstekort op te stellen. Deze
verwachting, te zamen met de vooralsnog terughoudende opstelling van

de Bundesbank ten aanzien van renteverlaging, zorgde er overigens wel
voor dat de dollar tijdelijk weer tot

Ferme taal Bundesbank

onder de/ 1,80 daalde; de laatste
dagen trad evenwel weer een fors
herstel op als uitvloeisel van gunsti-

Het in brede kring bestaande optimis-

ge economische groeicijfers.

me over verdere rentedaling werd
recentelijk weer wat getemperd,
doordat verschillende hoge Bundesbankfunctionarissen nog eens bena-

drukten dat van officiele tariefsverla-

Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van
Lansschot.

-r