Ga direct naar de content

Tekortsectoren bieden al jaren het hoogste salaris en de beste baankansen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 30 2025

Goede voorlichting over arbeidsmarktperspectieven na een ­opleiding kan jongeren helpen in het maken van een weloverwogen studiekeuze. Welke studies brengen de afgelopen jaren het beste initiële en toekomstige salaris en de grootste baankans?

In het kort

  • In het beroepsonderwijs bieden vooral opleidingen tot een beroep in een tekortsector gunstige arbeidsmarktperspectieven.
  • In het wetenschappelijk onderwijs zijn dit vooral de economische, juridische en medische opleidingen.
  • Het bieden van gedegen informatie over arbeidsmarktperspectieven kan bijdragen aan de instroom in tekortsectoren.

Door maatschappelijke ontwikkelingen als vergrijzing en de energietransitie zal de vraag naar arbeidskrachten in maatschappelijk relevante sectoren, zoals in de techniek, zorg en het onderwijs, nog verder stijgen, en dat in tijden van al historische arbeidskrapte (Bakens et al., 2023). Dit vraagt om verschillende maatregelen, waaronder het verhogen van de instroom vanuit het (beroeps)onderwijs in deze beroepen. Het kabinet-Schoof heeft dan ook als doel gesteld om de instroom van studenten in sectoren die bijdragen aan maatschappelijke opgaven te verhogen (Rijksoverheid, 2024).

Studerende maatregelen als het verlagen of afschaffen van collegegeld/lesgeld zijn niet effectief om jongeren naar een specifieke sector te bewegen De inhoud van de opleiding en het beroep wegen het zwaarst mee in de studiekeuze (Dialogic et al., 2024). Toch spelen ook de arbeidsmarktperspectieven na de opleiding een rol (Fouarge et al., 2016).

Dat roept de vraag op hoe goed de arbeidsmarktperspectieven in de tekortsectoren zijn. In dit artikel breng ik die in kaart. Dit doe ik door de arbeidsmarktintrede van  de afstudeercohorten 2006 tot en met 2021 in loondienst in totaal te analyseren op basis van het SEO-onderzoeks­project Studie & Werk (Bussink et al., 2023a; 2023b).

Perspectieven per opleidingscluster

Ik presenteer de verschillen tussen opleidingen, waarbij gecontroleerd is voor allerlei factoren als verschillen in studentenpopulatie, instellingen en de conjunctuur door middel van een pooled regression met fixed effects per jaar. De arbeidsmarktintrede is in kaart gebracht door één jaar na afstuderen te bepalen of afstudeerders een baan in loondienst hebben, welk maandsalaris ze verdienen en of ze een vast contract hebben. Maandsalarissen eerder dan 2023 zijn gecorrigeerd voor inflatie. Opleidingen zijn geaggregeerd in opleidingsclusters, waarbij gelijksoortige opleidingen zijn samengenomen. Als voorbeeld het wo-opleidingscluster Econometrie, waar niet alleen de wo-master Econometrie onder valt, maar bijvoorbeeld ook Actuariële wetenschappen, Operations Research en Quantitative Finance.

Middelbaar beroepsonderwijs

In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) geven opleidingen in de Procestechniek, Elektrotechniek, Installatietechniek, Bouwkunde, Werktuigbouwkunde of Infrastructuur steevast de beste kans op een baan, een hoog salaris en een vast contract. Dit is in lijn met het feit dat technische beroepen al jarenlang als kansrijk gelden vanwege het grote tekort aan technici. Absolute toppers zijn opleidingen in de Procestechniek die op alle mbo-niveaus worden aangeboden, met de meeste studenten op mbo 4. Deze richting is ongeacht het mbo-niveau vaak de beste opleiding wat betreft baankans, maandsalaris en kans op vast contract, of hij staat in de top vijf. Ter illustratie is in figuur 1 het verschil tussen Procestechniek en het referentie-opleidingscluster weergegeven. Ook opleidingen in de logistieke hoek (Scheepvaart, Weg- en railtransport) hebben structureel goede arbeidsmarktperspectieven.

Ook Verpleging en verzorging, waar ook grote tekorten in zijn, bieden op mbo 4 goede vooruitzichten op een goed startsalaris en een vast contract. Hiertoe behoort onder andere mbo-Verpleegkunde, maar ook de opleiding tot Dokters- en tandartsassistent. De gemiddelde verpleegkundige of tandartsassistent verdient een jaar na afstuderen 900 euro meer dan de gemiddelde afstudeerder Zakelijke dienstverlening (het grootste opleidingscluster voor bol4) en heeft bijna twintig procent meer kans op een vast contract. Wel zien we dat andere opleidingen Verpleging en verzorging voorbijstreven als we naar de lonen kijken na tien jaar. Op niveau 3 zijn er ook opleidingen in de verpleging en verzorging (zoals verzorgende individuele gezondheidszorg). Deze opleidingen bieden ook goede vooruitzichten op een vast contract: bijna twintig procent meer na een jaar en tot elf procent meer na tien jaar ten opzichte van Pedagogisch werk, het grootste opleidingscluster bij bol3. Qua maandloon zitten ze echter meer in de middenmoot.

Andere opleidingen met goede vooruitzichten zijn afbouw en onderhoud op niveau 2, zoals stukadoor, schilder of glaszetter. Deze bieden een tot 500 euro hoger startsalaris en de kans op een baan is ook een stuk hoger (tot 25 procent) ten opzichte van de grootste bol 2-opleiding (Basis dienstverlening). Later in de carrière worden deze opleidingen ingehaald door de technische opleidingen wat betreft maandsalaris en baankans. Dat kan enerzijds liggen aan een beter carrièreperspectief van technische opleidingen. Anderzijds zijn stukadoors en schilders beroepen waar veel mbo-geschoolde zelfstandigen in werkzaam zijn (CBS Statline, 2023). De banen en lonen van zelfstandigen in deze sector zijn niet meegenomen in deze studie, de arbeidsmarktperspectieven van deze werkers zijn daarmee buiten beschouwing gelaten.

Verder geeft de opleiding Voeding, teelt en verwerking op niveau 2 structureel een betere kans op een vast contract (vijf tot tien procent gedurende de carrière) ten opzichte van Basis dienstverlening niveau 2, beter nog dan Elektrotechniek of Werktuigbouwkunde op dit mbo-niveau.

Mbo-opleidingsclusters waarvoor de arbeidsmarktperspectieven en het carrièreperspectief minder goed zijn, zijn Mode en interieurindustrie, Mediavormgeving, Media­techniek, Detailhandel en groothandel, Horeca en Dier. Dit zijn veelal populaire opleidingen waar weinig werkgelegenheid voor is. 

Hoger beroepsonderwijs

In het hoger beroepsonderwijs (hbo) zien we ook dat tekortsectoren goede arbeidsmarktperspectieven bieden. Lerarenopleidingen en de pabo bieden meteen een goede kans op een vast contract en een goed startsalaris, en blijven later in de carrière goede kansen bieden op een vast contract. Een opleiding Verloskunde biedt vooruitzicht op een hoog maandsalaris (zo’n 500 euro meer dan na de pabo, de grootste hbo-opleiding), ook na vijf jaar. Echter belandt de  opleiding na tien jaar in de middenmoot, hoewel het verschil met de pabo dan nog steeds ongeveer 500 euro is. Verpleegkunde heeft net als Verloskunde bij de start goede vooruitzichten.

Ook bieden de technische opleidingen lucratieve vooruitzichten, hoewel daar pas later in de carrière gebruik van gemaakt wordt. Opleidingsclusters als Engineering, Technische bedrijfskunde en Informatica staan afwisselend in de top vijf beste clusters qua baankans, maandsalaris of kans op vast contract. Net als we zagen in het mbo, zien we ook enkele logistieke opleidingsclusters terug in de top vijf. Maritiem officier biedt de beste salariskansen, direct na afstuderen 1.000 euro meer en oplopend tot 1.700 euro meer na tien jaar. Luchtvaart- en scheepstechniek, Automotive en Aviation komen ook verscheidene keren in de top terug, maar ook pas later in de carrière. Deze clusters halen opleidingen als Verloskunde, Verpleegkunde en de lerarenopleidingen veelal in.

Hbo-opleidingen die steevast de minste arbeidsmarktperspectieven bieden, zijn creatieve en culturele opleidingen als Muziek, Toneel, Dans, en Vormgeving en kunst.

Wetenschappelijk onderwijs

Opleidingen met de beste salarisvooruitzichten zijn onder meer Geneeskunde, Tandheelkunde, Econometrie, Finance, en Fiscaal en financieel recht. Toch zit het bedrijfsleven eerder verlegen om hoogopgeleide bèta’s, zoals ASML, dat nieuw personeel in het buitenland moet werven.

Wo-opleidingsclusters met de minste arbeidsmarktperspectieven zijn Archeologie, Kunst- en cultuurwetenschappen, Letterkunde en Geschiedenis. Hun relatieve positie ten opzichte van andere opleidingsclusters verbetert iets wat betreft baankans en kans op vast contract na verloop van jaren (kader 1). Qua maandsalaris blijven ze echter ver achter, met een verschil in salaris van 1.500 euro op een opleiding als Human Resource Management.

Kader 1: Salarisontwikkeling en vaste contracten

Het verschil in arbeidsmarktperspectieven op het wo uit zich over het algemeen eerst in baankans, erna in salarissen. Starters met een gunstige wo-opleiding beginnen hun carrière met een aanzienlijk hogere baankans dan mensen met een minder gunstige opleiding (figuur 3). Na verloop van tijd worden deze verschillen kleiner, maar nemen de verschillen in salarissen juist toe (figuur 2). Zo is het verschil in maandsalaris tussen Econometrie en Archeologie na een jaar 1.500 euro, maar na tien jaar meer dan 3.000 euro. Beloningen aan de top nemen toe, terwijl de rest achterblijft, wat een indicatie is van toenemende inkomensongelijkheid.

 

Deze dalende verschillen in baankans zien we ook op het mbo en hbo, hoewel bij hbo-opleidingen het grootste verschil blijft bestaan. De verschillen in maandsalaris na een mbo- of hbo-opleiding blijven echter gelijk of divergeren maar beperkt.

 

Ook daalt het verschil in de kans op een vast contract op alle opleidingsniveaus. Zo daalt het verschil bij de wo-studies Fiscale Economie en Filosofie van 37 procent na één jaar naar 19 procent na tien jaar. Dat is nog steeds een groot verschil, maar in de middenmoot hebben bijna alle opleidingen ongeveer dezelfde kans op een vast contract na tien jaar.

Conclusie

Er bestaan grote verschillen in de arbeidsmarktperspectieven van verschillende opleidingen. De mbo- en hbo-opleidingen tot een beroep in een sector met structurele krapte bieden relatief goede arbeidsmarktperspectieven.

Fouarge et al. (2016) stellen dat goede voorlichting over arbeidsmarktperspectieven studiekiezers helpt in de beeldvorming over beroepen en daarmee in het studiekeuzeproces. Om de tekorten in maatschappelijk relevante sectoren op te lossen moet daarom blijvend het signaal worden afgegeven richting aanstaande studenten dat de zorg-, leraren- en technische opleidingen steevast de beste arbeidsmarktperspectieven bieden.

Getty Images

Literatuur

Bakens, J., L. Cobben, H. Abbink et al. (2023) De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2028. ROA Rapport, 2023/3.

Bussink, H., K. van der Ven en I. Klinker (2023a) Studie & Werk 2023 MBO. SEO-rapport, 2023-67. SEO Economisch Onderzoek.

Bussink, H., K. van der Ven en I. Klinker (2023b) Studie & Werk 2023 HO. SEO-rapport, 2023-74. SEO Economisch Onderzoek.

CBS Statline (2023) Zelfstandigen; persoonskenmerken en bedrijfstak (SBI 2008), 17 november.

Dialogic, Oberon en SEO (2024) Studiekeuze in beweging. Rapport In opdracht van het Ministerie van OCW, 2023.152.2420. Te vinden op www.rijksoverheid.nl.

Fouarge, D., A. Künn en A. Mommers (2016) Studiekeuze en arbeidsmarkt: Literatuurstudie. ROA Rapport, 2016/3.

Rijksoverheid (2024) Regeerprogramma kabinet-Schoof, 13 september. Te vinden op www.rijksoverheid.nl.

Auteur

Plaats een reactie