Ga direct naar de content

Surinamers, en bevolkingscategorie in perspectief

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 18 1981

Surinamers, een bevolkingscategorie
in perspectief
DRS. TH. J. M. REUBSAET*
Inleiding
Door het Instituut voor Toegepaste Sociologie wordt
een evaluatie yerricht van het beleid dat door de Nederlandse overheid gevoerd is ten aanzien van de Surinaamse
migranten 1). Een van de deelonderzoeken — een z.g.
bevolkingsonderzoek — levert gegevens op o.a. over bevolkingsomvang en -samenstelling, waarvan hier een
en ander wordt gepresenteerd 2).
Over wie gaat het?
Het aantal Surinaamse migranten dat in Nederland
woont, is bij benadering bekend uit de migratiestatistieken van het CBS. Toch worden in de praktijk nog steeds
zeer uiteenlopende cijfers gehanteerd. Bovendien is meestal niet duidelijk welke categorieen mensen in de gehanteerde cijfers zijn meegerekend. Het merendeel van de
Surinamers bezit de Nederlandse nationaliteit en is daardoor in registratiesystemen niet te onderscheiden van
autochtonen.
Het enige selectiecriterium voor een steekproef dat
door de bevolkingsregisters van alle Nederlandse gemeenten te hanteren is, is het ,,in Suriname geboren” zijn. Ons
uitgangspunt is dat er per augustus 1978 106.000 ,,in Suriname geborenen” in Nederland waren 3) (zie label 1).
Door het hanteren van dit selectiecriterium worden de
volgende categorieen wellicht ten onrechte niet tot de
populatie gerekend:
• kinderen uit ,,in Suriname geboren ouder(s)”, die in
Nederland geboren zijn;
• kinderen uit ,,in Suriname geboren ouder(s)”, die op de
Nederlandse Antillen (of elders) geboren zijn. Dit is
vooral het geval voor ouders, die vanaf de jaren dertig
tot het begin van de jaren vijftig naar de Antillen zijn
getrokken om een bestaan te vinden in de Antilliaanse
olie-industrie;
• kinderen, die buiten Suriname geboren zijn uit de verbintenis van een Surinaamse man of vrouw en b.v. een
Nederlandse vrouw of man;
• in India, Pakistan, Indonesie of China geboren personen, die bijna hun hele leven in Suriname gewoond hebben, hetgeen vooral geldt voor Hindoestaanse, Javaanse en Chinese Surinamers.
De ,,in Suriname geborenen” vormen 75,2% van de totale populatie ,,Surinamers”4), de ,,in Nederland geborenen” 21,8% en de ,,op de Nederlandse Antillen of elders
geborenen” 3%. Uitgaande van de 106.000 ,,in Suriname
geborenen” betekent dat in totaal 141.000 in Nederland
wponachtige ,,Surinamers” per augustus 1978. Daarvan
zijn er bijna 31.000 in Nederland geboren en ruim 4.000 elders, vooral op de Nederlandse Antillen en verder in India, Pakistan, China en Indonesie 5).
Op grond van de enqueteresultaten (achtergrond van
de partner van de ondervraagde) schatten wij dat van
5.000 van de 31.000 ,,in Nederland geborenen” ook beide
ouders in Nederland geboren zijn. Dan resteert het totaal
aantal ,,Surinamers” per augustus 1978 op 136.000 (zie
label 1).
Migratie in 1979 en 1980
In de laatste vier maanden van 1978 emigreerden
3.500 Surinamers naar Nederland. In 1979 steeg dat cijfer
tot liefst 18.200. Dat betekent dat er in 1979 meer Surinamers naar Nederland vertrokken zijn dan in 1974! Het
aantal migranten in de maanden januari, februari en

260

Tabel I. Het aantal,,Surinamers”in Nederland
,.In Suriname geboren” per augustus 1978 a) …
,,ln Nederland geboren” per augustus 1978 ….
waarvan ..volledig autochtoon” . . . . . . . . . . . .
..Elders geborenen” per augustus 1978 . . . . . . . .

31.000
5.000

26.000
4.000

Totaal aantal per augustus 1978 . . . . . . . . . . . . . .
Migrantensaldo september-december 1978 . . . . .
Migrantensaldo 1979 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Migrantensaldo januari-december 1980 . . . . . . . .

2.500
15.800
16.700

Totaal migrantensaldo September 1978-december
1980 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Saldo geboorte en sterfte 1979 20(%,) . . . . . . . . .
Saldo geboorte en sterfte 1980 20(%,,) . . . . . . . . .

3.090
3.480

Totaal saldo geboorte en sterfte 1979 en 1980 ..
Totaal aantal ..Surinamers” in Nederland eind
december 1980 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

177.600

a) Steekproefcriterium.

maart 1980 was nog steeds hoger dan in de vergelijkbare
maanden van 1975. In april 1980 sloeg deze ontwikkeling
echter om. Het aantal migranten was nog steeds vrij groot
(ca. 1.600 per maand) maar steeg niet meer zoals in 1975
gebeurde, waarschijnlijk een effect van de staatsgreep
van 25 februari in Suriname.
Met de remigratie gaat het in dezelfde tijd bergafwaarts.
Het aantal remigranten bedroeg in 1976 5.143. Indejaren
daarna daalde dat geleidelijk tot bijna 2.400 in 1979. Tot
en met december 1980 zijn 2.290 mensen teruggekeerd
naar hun land.
Effecten van de recente migratie
De ontwikkeling van de migratie vanaf eind 1978 zou
eigenlijk in Nederland tot hernieuwde grote aandacht
hebben moeten leiden. Verder dan het instellen van een
visumplicht reikte de bemoeienis van de overheid niet.
Daarbij moet natuurlijk wel in het oog worden gehouden
dat een aantal van de na 1975 ingevoerde maatregelen nog
steeds van kracht, en soms ook nog uitgebreid is. In 1974
werd de Interdepartementale Commissie Beleid ten aanzien van Rijksgenoten ingesteld en kort daarna het Centraal Bureau Vestigingsbeleid. Eind 1979 zijn beide instellingen in feite van het toneel verdwenen en daarmee voor
een deel ook de specifieke aandacht voor de positie van
(nieuwe) Surinaamse migranten in Nederland.
* Verbonden aan het Instituut voor Toegepaste Sociologie te
Nijmegen.
1) In opdracht van het Ministerie van CRM, onder auspicien
van de Interdepartementale Commissie voor Beleidscoordinatie
ten behoeve van Migranten uit Suriname en de Nederlandse
Antillen.
2) Dit artikel is een korte samenvatting van een bij het ITS verkrijgbare brochure. De rapporten van enkele van deze deelonderzoeken zullen medio 1981 verschijnen.
3) In dit cijfer is rekening gehouden met de sterftecijfers van
de in Nederland aanwezige Surinamers.
4) Als in de tekst gedpeld wordt op de totale populatie Surinamers (zowel in Suriname als elders geboren) worden aanhalingstekens gebruikt.
5) De gegevens over leeftijd en geslacht zijn berekend over deze
141.000 mensen. We verwachten dat de nieuwe categoric migranten qua sociale samenstelling het profiel van de reeds aanwezige
Surinamers heeft.

Wat betekent dat nu in depraktijk?In 1979 en 1980 zijn
zo’n 37.000 Surinamers naar Nederland gekomen. Het is
niet aannemelijk dat deze mensen volgens de normale
procedures op korte termijn huisvesting kunnen vinden
gezien de wpningmarktsilualie, met name in die gebieden
waar de migranten vooral terecht zullen zijn gekomen
(toch nog steeds het Westen en vooral de grote steden).
Het grootste deel van de betrokkenen zal opgevangen zijn
door familie. Familiehulp is immers ongeschreven wet in
Suriname en elke migrant heeft intussen wel een of meer
familieleden in Nederland. Verwacht mag worden dat dit
in vele toch al relatief kleinbehuisde huishoudens tot
moeilijke situaties leidt. Een tweede mogelijkheid om snel
aan een huis te komen is kopen. Voor zover men daartoe
al in staat is, zal men toch vooral zijn aangewezen op kopen in de oude wijken van de steden. Doorde overwegend
slechte kwaliteit van de woningen en de heersende sociale
problematiek neemt de toch al grote druk op die wijken
extra toe.
Een tweede probleem bij deze nieuwe migratie is de

wordl door kinderen onderling vaak gezegd: ,,ga naar je
eigen land”, en daar begrijpen mijn kinderen dan niks
van .

Tabel 2. De leeftijdsverdeling van de ..Surinamers” in
Nederland en van de totale Nederlandse bevolking naar

geslacht in procenten, resp. begin 1979 en per 1 januari
1978
..Surinamer

mannen vrouwen
0- 4 jaa . . . . . . . . . . . .

9.1

mannen vrouwen

13,2

werkgelegenheid. Om een verblijfsvergunning te krijgen

5,9
5,5

6,8
8,7

6,4
8,2

6,6
8.5

5,4

moeten Surinamers naast passende huisvesting voldoende
eigen middelen van bestaan kunnen verwerven, hetgeen
voor de meesten betekent werk zoeken. Dat is voor een
immigrant echter geen sinecure in een tijd dat de werk-

8,6
13,3

totaal

11,5

11,3

totaal

8,0

12,8

Totale Nederlandse
bevolking a)

5,3

1.952

loosheid met sprongen toeneemt. Dit wil zeggen dat er een
grote kans is dat men geen werk vindt, uiteindelijk niet in
aanmerking komt voor een verblijfsvergunning en met
een grote waarschijnlijkheid onderduikt in de illegaliteit.
Dit zal een extra grote druk leggen op de legale Surinaamse migranten. Als men ondanks alles werk vindt, bestaat
er een goede kans dat het werk is waarvoor niemand anders te krijgen is. Deze Surinamers zijn gedwongen om alles aan te nemen wat wordt aangeboden en de werkgevers
die daarvan willen profiteren realiseren zich dat snel genoeg.

a) Volgens Centraal Bureau voor de Statistiek.

Tabel 3. ,, Surinamers ” in Nederland naar geboorteland,
in procenten
Suriname

Nederland

Ned. Antillen

Elders

0- 4 jaa
5- 9 jaa
10-14 jaa
15-19 jaa
20-24 jaa
25-29 jaa
30-34 jaa
» 35 jaa

11.7
63.9
77.9

87,1

84,2

3.5
12.1

0.3
0,4
0,6
1,0
1,3
2,3
2,3
1,0

0.9
0,3
0,3
0,5
4,2
2.4
3.3
2.7

Surinamers vooral in de grote steden. Na 1975 zijn zij in

Totaal ..

75.1

21.8

grotere mate ook in de rest van Nederland terechtgekomen, mede onder invloed van het z.g. spreidingsbeleid.
Op grond van de onderzoeksresultaten kunnen wij de verdeling van ,,Surinamers” over Nederland per december
1980 als volgt schatten 6):
— in de regio Noord ongeveer 10.600;

Tot slot

De verdeling van ,,Surinamers” over Nederland

83,2
79,9

87,7
91,0

35.5
21.2
15,3
14,6
7,6

Tot in het midden van de jaren zeventig woonden de

— in de regio Oost ongeveer 12.700;
— in de regio West ongeveer 136.900, waarvan in de

3 grote steden 90.800;

— in de regio Zuid ongeveer 17.300.
Bevolkingsgegevens van de drie grote steden over 1979
wijzen op een zeer lichte relatieve daling van het aandeel
van de Surinamers aldaar op het totaal aantal ,,Surinamers” in Nederland.

Geslacht en leeftijd 7)

Onder de ,,Surinamers” in Nederland zijn iets minder
mannen dan vrouwen, in procenten resp. 48,5 en 51,5.
Voor de totale bevolking van Nederland is dat resp. 49,6%
en 50,4%. De Surinaamse bevolkingsgroep is qua leeftijdsopbouw veel jonger dan de totale bevolking van Nederland (zie label 2). Rond de leeftijd van 35 jaar ligt de
grens waar de oververtegenwoordiging van ,,Surinamers”
ten opzichte van de Nederlandse bevolking in de jongere
leeftijdscategorieen overgaat in een ondervertegenwoordiging in de oudere leeftijdscategorieen.
Het aandeel van de in Nederland geboren Surinaamse kinderen zal in de toekomst snel toenemen. Dit blijkt

2,0

De groep ,,Surinamers” in Nederland heefl een grole

omvang aangenomen en zal gezien de leeflijdsppbouw
door natuurlijke aanwas snel loenemen. Vooruillopend
op de resullalen van het verdere onderzoek kan worden
gesteld dal een aanzienlijk aantal van de in 1978 in Nederland aanwezige Surinamers in een slechle maalschappelijke situatie verkeert. Voor de immigranten die na 1978
naar Nederland gekomen zijn, zal die silualie zeker niel
beler zijn. Een en ander heefl consequenlies voor de loekomst van de groep in de Nederlandse samenleving, maar
door de sterke orienlalie op hel land van herkomsl vor-

men deze Surinamers ook een factor van belekenis voor
de inlerne silualie in Suriname.
In dil verband achten wij het niet onwaarschijnlijk, dal
een mogelijke verslechlering van de polilieke silualie in
Suriname en legelijkertijd het voorlbeslaan van een slechte maalschappelijke silualie van veel Surinamers in Nederland zal leiden lot een politisering van Surinamers in
Nederland op veel grolere schaal dan lol nu loe. Die polilisering zal zich zowel op Suriname als op de posilie van
Surinamers in Nederland richlen. Hel beleid van de Nederlandse overheid len aanzien van beide zaken zal daarbij zeker een rol spelen. Ook de wijze waarop de Nederlandse overheid zal omgaan mel hel ,,Surinaamse illegalen”-vraagsluk zal op die onlwikkeling van invloed zijn.
Th. J. M. Reubsaet

duidelijk uit label 3. Het aanduiden van deze tweede
generatie als ,,Surinamers” is overigens nogal riskanl. Het
volgende citaal uil een interview spreekl voor zich: ,,Mijn
kinderen zijn in Nederland geboren, maar zijn zwarl. Er

ESB 18-3-1981

6) Incl. geboorten en nieuwe immigranten.
7) Zie voetnoot 5.

261

Auteur