statistiek
Statistiek als monitor van
een veranderende wereld
G. van der Veen
Directeur-generaal van de statistiek.
Met dank aan Ronald van der Bie en Gert Buiten
voor hun bijdrage aan dit artikel.
gvee@cbs.nl
Ons land heeft zich aangepast aan de gewijzigde internationale economische omstandigheden sinds 2001. Sinds de
zomer is er een aanhoudende, bescheiden groei. Deze kan
niet worden verklaard uit loonontwikkelingen of werkgelegenheidsgroei en is ook niet het gevolg van incidentele factoren
of statistische vertekeningen. Dit artikel gaat in op de vragen
die dit oproept.
E
en terugblik op het afgelopen jaar op economisch-statistisch
gebied kan op twee niveaus worden gedaan. Aan de ene
kant wijzen de statistieken op enkele opvallende veranderingen
in de economie. Aan de andere kant vormen de economische
ontwikkelingen aanleiding voor veranderingen in de statistiek
zelf. Dit laatste aspect wordt vooral in de kaders uitgewerkt, het
eerste in de lopende tekst.
Stilstand, krimp en groei
Na stilstand in 2002 en een kleine krimp in 2003, groeide
de economie in 2004 met 1,7%. Maar liefst 1,2 procentpunt van
deze groei kwam van de export. Ook 2005 laat herstel zien. In het
derde kwartaal van dit jaar komt de bbp-groei uit op 0,9 procent.
De huidige groei komt opnieuw van de export, maar ook van
verder aantrekkende investeringen en bijzonder genoeg van een
hogere consumptie van huishoudens. De achtergronden van dit
consumptieherstel zijn nog onduidelijk. Groeit de consumptie
vooral doordat de arbeidsmarkt aantrekt? Is vooral de vermo-
Globalisering in de statistiek
In 2008 zal wereldwijd een nieuwe bedrijfstakkenclassificatie worden ingevoerd die tot een betere internationale vergelijkbaarheid van bedrijfsstatistieken moet leiden. In het verband
van de Verenigde Naties wordt de International Standard
Industrial Classification (ISIC, in Europa Nomenclature
statistique des Activités economiques dans la communautée
Européenne, NACE) aangepast. Het CBS leidt daar de
Standaard Bedrijfsindeling (SBI) weer van af. Ook alle van de
ISIC afgeleide productclassificaties zullen worden herzien. De
economieën van bijvoorbeeld Europa en de Verenigde Staten
kunnen vanaf 2008 nauwkeuriger en op een gedetailleerder
niveau met elkaar worden vergeleken. Verder wordt binnen
Europa een pilotproject opgestart om een bedrijvenregister op
te zetten voor Europese multinationals. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het CBS een deel van dit onderzoek uitvoeren.
genspositie van huishoudens verbeterd? Of financieren huishoudens nog steeds een deel van hun bestedingen door te ontsparen?
Daling beschikbaar inkomen
Opvallend is de groei van de consumptieve bestedingen van
huishoudens dit jaar. Een toename van de loonsom kan die consumptiegroei niet verklaren. Rekeninghoudend met de inflatie
daalde het reëel beschikbare inkomen in 2004 met 1,4%. Dat
kwam door een combinatie van banenverlies en loonmatiging.
Het primaire inkomen nam in 2004 met 1,4% toe en het ontvangen inkomen uit sociale uitkeringen en pensioenen steeg door
de toename van het aantal uitkeringen met bijna drie procent.
Van deze inkomensstijgingen bleef niets over, omdat huishoudens aanzienlijk meer kwijt waren aan belastingen en premies.
Vooral de afgedragen pensioenpremies stegen fors, met bijna
negen procent. De daling van de reële beschikbare inkomens
zette zich de eerste maanden van dit jaar door (CBS, 2005c).
De totale loonsom is in de eerste drie kwartalen van dit jaar net
iets meer dan één procent hoger dan in dezelfde periode vorig
jaar, bij een inflatie van meer dan anderhalf procent (figuur 1).
De geringe waardestijging van de totale betaalde loonsom wijst
er niet op dat de consumptiegroei uit loonstijgingen of werkgeFiguur 1. Lonen en salarissen, inclusief sociale lasten ten laste van
werkgevers, waardemutaties t.o.v. jaar eerder, in procenten
7
6
5
4
3
2
1
0
2002-I
2003-I
Bron: CBS, Kwartaalrekeningen
526
ESB  16-12-2005
2004-I
2005-I
statistiek
Beter zicht op diensten
Er loopt op dit moment een aantal statistische projecten
die de dienstensector beter in beeld moeten brengen. In het
kader van de Europese Short-term Statistics Verordening (STS)
zijn de afgelopen jaren omzetstatistieken van de commerciële
dienstverleners opgezet op kwartaalbasis. Op dit moment
wordt onderzocht, onder andere door het CBS, of het haalbaar is om deze statistieken op maandbasis samen te stellen.
Bovendien wordt in STS-verband het pakket van prijsindices
van dienstverlenende bedrijfstakken uitgebreid.
Ook de nieuwe bedrijfstakkenclassificatie NACE zal een
betere beschrijving geven van de economische structuur en
de dienstensector. Enkele branches die nu tot de nijverheid
worden gerekend, zullen worden toegerekend aan de dienstensector en omgekeerd. Verder wordt de dienstensector gedetailleerder beschreven. Zo komen er dertien in plaats van negen
hoofdgroepen voor de diensten. Ook binnen de hoofdgroepen
neemt het detailniveau toe en worden onder andere binnen de
ict-sector meer branches onderscheiden.
legenheidsgroei is gefinancierd. Er zijn wel diverse aanwijzingen dat de groei van de consumptie uit vermogenseffecten is
gefinancierd.
Groei gedragen door
vermogenseffecten
De verslechtering van de inkomenspositie van huishoudens die begin 2002 begon, hield medio 2005 op (zie figuur 2).
Sinds september lijkt de financiële situatie van huishoudens
zelfs iets te verbeteren: in november zeggen iets meer huishoudens dan in september aan het eind van de maand geld
over te houden (CBS, 2005b). Het gaat weliswaar nog maar om
enkele procentpunten en pakweg honderdduizend huishoudens, maar toch wijzen de indicatoren uit het ConsumentenConjunctuuronderzoek (CCO-indicatoren) erop dat achter de
lichte consumptiegroei waarschijnlijk een kleine verbetering
van de financiële situatie schuilgaat. De consumptiestijging zelf
is nog beperkt, maar volgt op maandenlange krimp. Ook de
detailhandel trekt aan. In het derde kwartaal van dit jaar is voor
het eerst dit jaar in de detailhandel weer omzetgroei (0,6 procent) gemeten.Â
In de verbetering van de financiële vermogenspositie van
huishoudens ligt de belangrijkste reden voor het prille consumptieherstel. De ‘sluipkrach’ van 2000-2002 zorgde ervoor
dat de waarde van het aandelenbezit van huishoudens met ruim
120 miljard euro is gedaald. Tegen het einde van 2004 waren de
totale vorderingen voor het eerst weer hoger dan begin 2001. De
vermogenspositie van huishoudens is sindsdien verder verbeterd. De AEX Index stond op 5 december 2005 negentig punten
hoger dan begin december 2004 (index 340). Ook het tempo
waarmee de huizenprijzen dit jaar stijgen, blijkt in de tweede
helft van dit jaar wat te versnellen.
Het lijkt er dus op dat het aarzelende, maar opvallende
herstel van de consumptie van huishoudens in eerste instantie
vooral door vermogenseffecten wordt gedragen. Dat zou kunnen betekenen dat de impuls van de inmiddels licht aantrekkende werkgelegenheid op de consumptie nog moet komen en
dat het consumptieherstel verder zou kunnen doorzetten.
Figuur 2. Percentages huishoudens die aan het eind van de maand ….,
voortschrijdend twaalfmaandsgemiddelde
50
precies rondkomen
45
40
een beetje geld overhouden
35
30
25
20
veel geld overhouden
15
10
5 spaarmiddelen aanspreken
0
2002
2003
2004
2005
Bron: CBS, Consumenten Conjunctuuronderzoek
Herstelpatroon
Sinds de wederopbouwjaren zet Nederland voor economisch herstel in op het stimuleren van de export. In voorgaande herstelperiodes was het patroon dan ook steeds dat eerst de
export aantrok, dan de investeringen en pas dan de consumptie van huishoudens.
Op het eerste gezicht lijkt het in de huidige omstandigheden
weer zo te gaan. In de loop van 2004 is de export weer gaan
groeien. Het blijkt bij nader inzien echter vooral te gaan om
de export van producten die in het buitenland zijn gemaakt en
Herontwerp Nationale rekeningen
De Nationale rekeningen geven een samenhangend, overkoepelend en cijfermatig beeld van de Nederlandse economie
en vormen een belangrijke statistische basis voor beleid en
wetenschap. Om diverse redenen is het CBS onlangs gestart
met het herontwerp van de Nationale rekeningen, dat de
komende jaren moet leiden tot een nieuwe methode voor het
samenstellen van de Nationale rekeningen. De eerste aanleiding daarvoor zijn verschuivingen in de economie zelf, zoals
die van goederen naar diensten. Globalisering is een andere
reden. De toenemende internationale verwevenheid zorgt er op
termijn voor dat het minder zinvol wordt om vooral nationale
gegevens samen te stellen. Gewijzigde wensen van intensieve
gebruikers van de Nationale rekeningen, zoals de Europese
Unie, het Centraal Planbureau, de Nederlandsche Bank en het
ministerie van Financiën, zijn een andere reden om de huidige
output aan te passen.
Tot slot zijn er de ontwikkelingen op het terrein van de
datavoorziening. Het CBS krijgt steeds vaker de beschikking over registers met individuele gegevens van personen
en bedrijven. Die gegevens kunnen gekoppeld worden,
waardoor er nieuwe, andere en betere statistieken ontstaan.
Bovendien kan daarmee de enquêtedruk worden verminderd. Een nadeel is dat meer statistisch werk gedaan moet
worden om de administratieve begrippen uit de registraties
te vertalen naar de begrippen die bij de Nationale rekeningen worden gehanteerd. Het komende jaar zal in het
teken staan van een verkenning van mogelijkheden voor het
herontwerp. Hierbij zal onder andere gekeken worden naar
nieuwe bronnen voor de nationale rekeningen, best practices
bij zusterinstellingen en wensen van belangrijke gebruikers.
Na deze verkenning zal het CBS beslissen over het moment
van invoeren.
ESB  16-12-2005
527
statistiek
na hooguit kleine bewerkingen weer worden uitgevoerd, de
zogeheten wederuitvoer. De export van Nederlandse industrieproducten is daarentegen nauwelijks gegroeid. Dat blijkt ook uit
de aanhoudende stagnatie in de industriesector, waar nu al ruim
vier jaar op rij de werkgelegenheid afkalft. De belangrijkste
exportgeleide werkgelegenheidsgroei vindt plaats in de distributiesector: bij de vervoers- en opslagbedrijven en de groothandel.
Ook de investeringen zijn in 2005 weer gaan groeien. De
groei zit evenwel bij de woningbouw en niet bij investeringen
die samenhangen met het industriële productieproces. Alleen
de investeringen in computers nemen toe, maar in bijvoorbeeld
machines en installaties lopen de investeringen nog steeds terug.
Ook op dit punt lijkt het klassieke herstelpatroon niet te zijn
gevolgd.
Wederuitvoer indicator
concurrentiekracht?
Een nadere beschouwing van de cijfers geeft een indruk van
dieperliggende veranderingen, die mogelijk consequenties hebben voor de gangbare interpretatie van statistische indicatoren
(Min. EZ, 2005).
In de eerste plaats is het aandeel van wederuitvoer in de
totale export sterk toegenomen, waardoor de exportmotor voor
een steeds kleiner deel draait op producten uit Nederlandse
fabrieken. Daarbij komt de vraag op of en in hoeverre de sterke
groei van de wederuitvoer en de stagnatie van de Nederlandse
industrie misschien twee kanten van dezelfde medaille zijn. Een
aantal Nederlandse industriebedrijven heeft de afgelopen jaren
delen van het productieproces verplaatst naar het buitenland,
maar andere fases in het proces wel in Nederland gehouden. In
die gevallen zal een deel van de in het buitenland bewerkte goederen eerst worden geïmporteerd en vervolgens via Nederlandse
industriële bedrijven aan de afnemers worden geleverd. Waar
dat het geval is, is de sterke stijging van de wederuitvoer dus ook
een indicator voor de winstgevendheid en concurrentiekracht
van de Nederlandse industrie.
In de tweede plaats lijkt het proces van globalisering de
zeggingskracht van de bestaande, nationale statistieken op
termijn te verminderen. De nationale statistische bureaus
zijn zich hiervan bewust en zijn bezig maatregelen te nemen.
Enkele daarvan staan in kaders bij dit artikel beschreven (zie de
kaders Globalisering in de statistiek en Herontwerp Nationale
rekeningen)
De conjunctuurklok
De komst van internet heeft nieuwe mogelijkheden gecreëerd
voor het verspreiden van statistische informatie, bijvoorbeeld
in meer visuele of interactieve manieren. Het CBS heeft daarop
ingespeeld met de Conjunctuurklok (zie www.cbs.nl). Dit
instrument is ontwikkeld als hulpmiddel voor het bepalen van
de stand en het verloop van de Nederlandse conjunctuur. Zoals
een klok de actuele tijd laat zien, geeft de Conjunctuurklok
de meest recente stand van de conjunctuur weer. In de klok
zijn de meest conjunctuurrelevante indicatoren opgenomen.
Het samenspel van deze indicatoren laat zien in welke fase de
conjunctuur zich bevindt. De Conjunctuurklok wordt één keer
per maand geactualiseerd (zie ook statistiekpagina elders in
deze ESB).
528
ESB  16-12-2005
In de derde plaats wordt duidelijk dat de bedrijfstakkenstructuur van de economie de afgelopen twee decennia fors
veranderd is. Doordat bedrijven zich blijven specialiseren op
specifieke fases in veel uitgebreidere productieketens, maakt
vrijwel geen enkel bedrijf meer geheel zelfstandig een product.
Veel industriële ondernemers kopen halffabrikaten in, voegen
daar waarde aan toe en verkopen het resultaat als tussenproduct
aan de volgende schakel in de keten. In die zin vervaagt het traditionele onderscheid tussen goederen en diensten – en tussen
maakindustrie en dienstverleners. Daardoor raakt de huidige
bedrijfstakkenindeling achterhaald. Om daaraan tegemoet te
komen, worden in internationaal verband de classificaties herzien (zie het kader Beter zicht op diensten).
Conclusie
In de CBS-cijfers lijkt zich een ander patroon van economisch herstel af te tekenen dan na eerdere periodes van teruggang. Nieuwe cijfers en verdere analyses zullen de komende
tijd duidelijk moeten maken of dit consumptiegeleide herstel
doorzet en wat de achtergronden ervan zijn. Het CBS zal hier
zeker de vinger aan de pols houden. Als er andere factoren in
het spel zijn, dan moeten er lessen uit worden getrokken voor
het economische beleid. Dat laatste is echter vooral een taak van
wetenschappers, beleidsmakers en politici.
Voor ons als statistici is de uitdaging vooral om ons instrumentarium bij de tijd te houden. Het CBS werkt op vele terreinen aan de vernieuwing van zijn statistiekproductie. Op
economisch terrein bijvoorbeeld controleren we of verschuivende economische structuren andersoortige interpretaties
van bestaande statistieken vereisen. Op de wat langere termijn
zullen we, waar nodig, de statistieken zelf veranderen met
bijvoorbeeld verbeterde classificaties, een andere opzet en
nieuwe indicatoren. Alleen op die manier kunnen we u ook in
een Âveranderende wereld een goede monitor op economie en
samenleving blijven bieden. â–
Gosse van der Veen
Literatuur
CBS (2005a) Kwartaalrekeningen. September, Voorburg/Heerlen: CBS.
CBS (2005b) Consumenten Conjunctuur Onderzoek (CCO). Oktober,
Voorburg/Heerlen: CBS.
CBS (2005c) De Nederlandse economie 2004. Voorburg/Heerlen: CBS.
Ministerie van Economische Zaken (2005) Visie op verplaatsing. Aard, omvang en
effecten van verplaatsing naar het buitenland. Januari, Den Haag.