Verschil in cognitieve en non-cognitieve vaardigheden verklaart slechts 55 procent van de variatie in schooladvies tussen kinderen met ouders van verschillende opleidingsniveaus. Tot deze conclusie komen Zumbuehl et al. op basis van testdata van Nederlandse basisschoolleerlingen. De vaardigheden zijn gedurende de drie jaren vóór de Cito-toets gemeten, zodat een meetfout in de Cito-toets het verschil in advies niet kan verklaren. Wanneer ook overige factoren zoals gedrag in de klas, motivatie, gezins- en schoolkarakteristieken worden meegenomen, kan tot 71 procent worden verklaard. De resterende 29 procent in variatie van schooladviezen voor kinderen met ouders van verschillende onderwijsniveaus blijft onverklaard door meetbare factoren.
Auteur
Categorieën