Regelmatig loop ik over de Mauritskade in Den Haag naar tramhalte Dr. Kuyperstraat. Dat is een wandeling van zo’n 400 meter waar ik 5 minuten over doe. De tram komt om de tien minuten. Terwijl ik loop zou ik willen weten of de tram er al aan komt, maar ik zie de tram pas als hij mijn straat passeert en dan heb ik hem dus gemist. Naarmate ik dichter bij mijn bestemming kom wordt de neiging om hard te gaan lopen groter.
Het mooie van het vak economie is dat je tijdens de wandeling en in de tram na kunt denken over een verklaring. Voorspelt een eenvoudig model dat iemand harder gaat lopen als hij dichter bij de tram komt? Het antwoord is ja. Geïnteresseerden kunnen het volledige model hier vinden. Het komt hier op neer: Als ik aan mijn wandeling begin weet ik dat de tram ergens tijdens de komende tien minuten langs zal komen. Ik kom over 5 minuten aan bij de halte, dus is er 50% kans dat de tram dan nog moet komen. Als ik de eerste 80 meter zou gaan rennen en die 80 meter in 30 seconde in plaats van een minuut zou afleggen dan wordt die kans (10-4,5)/10=55%. Een winst van 5 procentpunt. Bij aanvang van het tweede stukje van 80 meter weet ik dat de tram de komende 9 minuten moet komen , als hij niet al is langsgereden. De kans dat ik de tram ga halen is nu (9-4)/9=55,5%. Als ik daar 80 meter ga rennen wordt dat (9-3,5)/9=61,1%. De winst is 5,6 procentpunt en dus iets groter. Bij de laatste 80 meter is de kans dat ik de tram ga halen (6-1)/6=83,3%. Het laatste stukje rennen vergroot die kans naar 91,7%. De winst voor het laatste stukje is dus 8,4 procentpunt. Naarmate je dichterbij komt levert even rennen dus meer op. Als de kosten van rennen (vermoeidheid) overal even groot zijn, wordt het dus inderdaad steeds aantrekkelijker om te gaan rennen.
Interessant is dat deze neiging tot rennen het grootst zal zijn voor degene die de langste wandeling maakt. Iemand die vertrekt bij de Alexanderstraat en 7 minuten moet lopen boekt door de laatste 80 meter te rennen 12,5 procentpunt winst. Voor iemand die start bij de Denneweg en maar drie minuten hoeft te lopen is de winst van rennen bij de laatste 80 meter maar 6,3 procentpunt. Het model levert dus een verifieerbare voorspelling op. Wie vlak bij de halte het hardste loopt, heeft het langste stuk over de Mauritskade gelopen. Maar voor hem is ook de kans het grootst dat hij de tram al langs heeft zien komen en dat hij nu op zijn gemak naar de halte loopt.
Auteur
Categorieën