Ga direct naar de content

Reactie op: Veilen is efficiënt

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 13 2008

reactie

Reactie op: Veilen is efficiënt
In ESB van 16 mei 2008 wordt door Bovenberg en
Vollebergh betoogd: “Veilen is efficiënt.†Het betreffende artikel gaat over de Europese handel in CO2emissierechten. Volgens het huidige systeem, dat
is ingevoerd in 2005, krijgen bedrijven jaarlijks een
hoeveelheid emissierechten, gebaseerd op de uitstoot in het verleden. Gebleken is dat een dergelijk
systeem op de langere termijn niet goed werkt. De
Europese Commissie heeft nu voorgesteld om vanaf
2012 de emissierechten in toenemende mate aan te
bieden via een veiling. Dan kunnen bedrijven precies
de hoeveelheid emissierechten kopen die ze nodig
hebben voor hun CO2-uitstoot. Door Bovenberg en
Vollebergh wordt de voorgestelde methode van veilen
aangemerkt als efficiënt. De vraag is of dat wel zo is.
En, nog belangrijker, of veilen wel effectief is.
De emissiehandel moet ertoe bijdragen dat de
wereld­ ijde uitstoot van CO2 vermindert. Als bedrijw
ven alle emissierechten op een veiling moeten kopen
gaat de uitstoot van iedere kilogram CO2 geld kosten.
Veilen moet op die manier bedrijven en uiteindelijk
ook de consumenten stimuleren om de CO2-uitstoot
te verminderen. Het belangrijkste bezwaar tegen het
veilen van emissierechten is dat het de productie­
kosten in de Europese Unie éénzijdig verhoogt terwijl
in de rest van de wereld geen kosten voor CO2-uitstoot
in rekening worden gebracht. Voor producten die ook
van buiten de EU geïmporteerd kunnen worden leidt
veilen niet of nauwelijks tot hogere prijzen voor de
consument. Het veilen zal voor de meeste producten
dan ook geen zodanig prijssignaal opleveren dat
het gebruik van producten met minder CO2-uitstoot
wordt bevorderd. Europese bedrijven zullen proberen
de kosten voor CO2 te vermijden door hun productie
waar mogelijk buiten de EU te alloceren. Dat kost
werkgelegenheid in de EU terwijl het milieu er niet
beter van wordt. Integendeel, bij energie-intensieve
producten zal er vaak sprake zijn van een toename
van de CO2-uitstoot. In China bijvoorbeeld is de uitstoot van CO2 per kWh elektriciteit gemiddeld ruim
twee keer zo hoog als in de EU. Om het weglekken
van werkgelegenheid en de negatieve milieueffecten
tegen te gaan stellen Bovenberg en Vollebergh voor
producenten in de EU financieel te compenseren
voor het feit dat ze emissierechten moeten kopen.
Het voorstel komt erop neer dat bedrijven het geld
dat ze eerst hebben moeten uitgeven op de veiling, geheel of gedeeltelijk terugkrijgen via een
subsidie per eenheid product. Op die manier wordt
de achterstand op de concurrenten buiten de EU
weggenomen. De voorgestelde methode is echter
onnodig omslachtig. De Europese industrie heeft een
eenvoudiger alternatief voorgesteld, de zogenoemde
benchmarkmethode. Bij die methode krijgen bedrijven een hoeveelheid emissierechten toegewezen op

348

ESB

93(4537) 13 juni 2008

basis van hun productievolume en een norm voor de
CO2-uitstoot per eenheid product. Wie meer uitstoot
moet rechten bijkopen, wie minder uitstoot kan
rechten verkopen. Investeren in minder CO2-uitstoot
levert voor iedereen voordeel op, evenveel als bij
de veiling. Bedrijven die volgens de norm of beter
presteren ondervinden geen nadeel van de emissie­
handel op de wereldmarkt. Om de totale uitstoot
terug te dringen worden de normen in de loop van de
tijd aangescherpt. Evenals bij de veiling komen daardoor steeds minder emissierechten beschikbaar en
daalt de totale CO2-uitstoot. De benchmarkmethode
is efficiënter dan veilen: het is immers niet nodig
bedrijven achteraf te compenseren. Daarmee spaart
de overheid tijd en geld, en bedrijven kunnen sneller
milieu-investeringen doen.
Ook voor producten die niet van buiten de EU kunnen worden geïmporteerd, en waarvoor het veilen
dus wel een prijssignaal zou kunnen opleveren, is
het de vraag of het veilen van emissierechten wel zo
efficiënt is. Een voorbeeld daarvan is elektriciteit.
Het adviesbureau Ecofys heeft in maart 2008 een
uitgebreide studie gepubliceerd waarin voor elektriciteit wordt aangetoond dat de benchmarkmethode
aanzienlijke economische voordelen heeft vergeleken
met veilen terwijl de milieudoelen in gelijke mate
gegarandeerd worden (Ecofys, 2008).
Ten slotte is met betrekking tot de effectiviteit van
de emissiehandel ook nog het volgende van belang.
Voor een sterke stimulans voor milieumaatregelen
is een hoge CO2-prijs gewenst. Bij het veilen van de
emissierechten kan de EU zich echter geen hoge
CO2-prijs permitteren in verband met de negatieve
effecten op de economie en de werkgelegenheid.
Bij de benchmarkmethode is de economische
schade bij een hoge CO2-prijs veel minder groot
omdat bedrijven de kosten voor emissierechten
volledig kunnen vermijden door tijdig te investeren
in minder CO2-uitstoot. Dat bevordert innovatie en
slimmer produceren in de EU en is voor het milieu
beter dan productie verplaatsen naar andere delen
van de wereld. Degenen die pleiten voor het veilen
van emissierechten zouden het terugdringen van de
wereldwijde CO2-uitstoot wel eens een slechte dienst
kunnen bewijzen.

Literatuur
Ecofys (2008) The IFIEC method for the allocation of CO2 allowances
in the EU Emissions Trading Scheme, a review applied to the electricity sector. Utrecht: Ecofys.

Jan Berends
Manager milieuzaken bij DSM

Auteur