“Hoe sterker de ontslagbescherming, hoe meer de last van het werkloos zijn bij een kleine groep mensen wordt gelegd die daardoor vaardigheden en mogelijk de binding met de arbeidsmarkt verliezen.”
Het ESB-dossier over werkzekerheid geeft inzicht in de stand van zaken op het gebied van flexibiliteit en werkzekerheid en levert een waardevolle bijdrage aan de beleidsdiscussie.
Het concept werkzekerheid verhoudt zich beter met een flexibele arbeidsmarkt dan de traditionele baanzekerheid. Ook kan werkzekerheid een belangrijke vorm van inkomenszekerheid zijn waar sociale zekerheid tekortschiet.
Door de snel groeiende flexibilisering is de werkzekerheid afgenomen. Werknemers met een flexible arbeidsrelatie, maar ook zelfstandigen zonder personeel, worden relatief vaak werkloos.
Bijna nergens in Europa zijn de groei van de flexibele schil en de aanwezigheid van flexibele regulering van de arbeidsrelatie zo groot als in Nederland. Dit vraagt om instituties voor werkzekerheid.
De arbeidsmobiliteit in Nederland is laag en vindt vooral plaats binnen de relatief grote flexibele schil. Het versoepelen en moderniseren van het ontslagrecht kan bijdragen aan meer mobiliteit en een kleinere flexibele schil.
Flexibilisering van de arbeidsmarkt leidt tot een uitruil van lagere baanzekerheid voor hogere werkzekerheid. Investeringen in menselijk kapitaal ondersteunen transities op de arbeidsmarkt en daarmee de werkzekerheid.
Zzp’ers verschillen niet van werknemers in hun werkzekerheidsperceptie. De zzp’er kan het beste beschouwd worden als een aparte categorie tussen het echte ondernemerschap en het reguliere werknemerschap.
Een enigzins rigide arbeidsmarkt kan via goed opgeleid en gemotiveerd personeel bijdragen aan innovatie. Er moet echter wel genoeg flexibiliteit zijjn om werknemers in de baan te laten stromen waar zij het meest productief zijn.