Ga direct naar de content

Producenten- vertrouwen herstelt zich

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 13 1996

Producenten- vertrouwen herstelt zich
Auteur(s):
De Nederlandsche Bank
Verschenen in:
ESB, 81e jaargang, nr. 4084, pagina 1002, 4 december 1996 (datum)
Rubriek:
Monitor
Trefwoord(en):
conjunctuurindicator
De DNB-indicator, die ditmaal vooruitblikt tot en met februari 1997, wijst sedert augustus van dit jaar op een herstel van de
conjuncturele ontwikkeling in Nederland (zie figuur 1). Van de vijf componenten waaruit de indicator is opgebouwd draagt op dit
moment met name de reële geldhoeveelheid gemeten aan M1 aan de stijging van de indicator bij, terwijl de overige vier sinds langere of
korte tijd het laagste punt van de cyclus lijken te hebben bereikt. Voor de hieronder begrepen Ifo-indicator is hiervan zeer recentelijk
sprake, wat duidt op een ommekeer van Westduitse ondernemersvertrouwen in de economische situatie. Afgaand op de reële
geldhoeveelheid, die met een lead van 17 maanden aanzienlijk verder vooruitblikt dan de andere componenten, ligt een opgaande
conjunctuur in het verschiet die tenminste aanhoudt tot het einde van volgend jaar.

Figuur 1. De DNB-conjunctuurindicator
De DNB-indicator loopt met deze projectie overigens uit de pas met de feitelijke ontwikkeling van de Nederlandse conjunctuur, welke
immers na enige vertraging in de eerste drie kwartalen van 1995 – die wel door de DNB-indicator werd voorzien – nadien vrijwel
onafgebroken de weg omhoog weer is ingeslagen. Sinds de eerste verschijning van de DNB- conjunctuurindicator in deze rubriek heeft
zich een mismatch van deze grootte nog niet voorgedaan 1. Leading indicatoren van andere instellingen hebben eveneens vergelijkbare
benedenwaartse signalen afgegeven voor de industriële productie. Zo laat de vertrouwensindicator van de Europese Commissie voor de
Nederlandse industrie sinds begin 1995 een vrijwel onafgebroken daling zien, die pas recentelijk tot een einde lijkt te zijn gekomen 2. Ook
de CBS-index voor het producentenvertrouwen vertoonde geruime tijd een vergelijkbaar asynchroon beeld: een dalend vertrouwen bij
een stijgende productie-index.
Een belangrijke bijdrage aan de aanhoudende neergang van de DNB-conjunctuurindicator in de afgelopen periode werd in de eerste
plaats geleverd door de hierin opgenomen Ifo-indicator voor de Duitse industrie. Deze zette in het tweede kwartaal van vorig jaar een
daling in, die nu pas voor het eerst lijkt te worden doorbroken. In Nederland is echter de conjuncturele dip dankzij een krachtige groei
van de binnenlandse bestedingen aanzienlijk kleiner geweest dan in Duitsland 3. Verder hebben de minder rooskleurige vooruitzichten in
het buitenland, met name voor continentaal Europa, in de achterliggende periode waarschijnlijk bijgedragen aan het negatieve sentiment
onder Nederlandse producenten, tot uitdrukking komend in een daling van twee andere componenten van de DNB-conjunctuurindicator,
te weten de verwachte bedrijvigheid en het aantal bij de Nederlandse Credietverzekering Maatschappij af te sluiten
exportkredietverzekeringen in verband met debiteurenrisico’s.
De neergaande beweging van de DNB-indicator tot augustus van dit jaar is derhalve hoofdzakelijk een weerspiegeling geweest van
heersende minder positieve verwachtingen ten aanzien van de economische activiteit in het buitenland. Het recentelijk weer aan kracht
winnende producentenvertrouwen lijkt dan ook vooral ingegeven door eerste tekenen van een herstellende conjunctuur in Europa, met
de Duitse economie als belangrijke exponent, waarover de zes toonaangevende Duitse instituten in hun traditionele ‘Herbst-gutachten’
recentelijk de verwachting uitspraken dat de conjunctuur in Duitsland weer zal gaan opleven. Ook de Europese Commissie wijst op basis
van haar peilingen erop, dat bedrijven in verschillende Europese landen inmiddels wat optimistischer zijn over hun toekomstige
orderposities, met name voor wat betreft hun exportorders. Met het groeiende vertrouwen van ondernemingen wordt een goede basis
gelegd voor een periode van economische opleving in Europa, zoals bijvoorbeeld ook de Europese Commissie en de Nederlandsche
Bank voorspellen op basis van hun macro-economische modellen 4

1 Zie: De voorspelkwaliteit van de DNB-indicator , ESB, 4 september 1996, blz. 733.
2 European Economy, Business and Consumer Survey Results, European Commission, Supplement B, nr 8/9, augustus/september 1996.

3 Zie F. Vijselaar, Nederland, Bundesland? , ESB, 4 september 1996, blz. 736-738.
4 Zie bijvoorbeeld De Europese economie in 1996 en 1997: een voorspelling met EUROMON, Kwartaalbericht september 1996, De
Nederlandsche Bank, blz. 25-40.

Copyright © 1996 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur