Ga direct naar de content

Prijzen verschillen aanzienlijk tussen seizoenen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 16 2019

■ Wim Suyker (CPB)

De verandering in de consumentenprijsindex wordt vaak per jaar weergegeven, maar de prijzen die consumenten betalen voor hun producten verschillen per seizoen. Zo zijn vakanties duurder tijdens het hoogseizoen. De figuur laat zien dat de maand-op-maandmutatie van de consumentenprijzen (hicp) een duidelijk seizoenspatroon kent. Helaas publiceren het Centraal Bureau voor de Statistiek en Eurostat, in tegenstelling tot het Bureau of Labor Statistics voor de Verenigde Staten, geen seizoensgecorrigeerde indices.

Het seizoenspatroon is berekend als de gemiddelde prijsmutatie per maand ten opzichte van de gemiddelde prijsmutatie over alle maanden. De berekening is gedaan over de jaren 1997 tot en met 2018 op basis van de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex. De prijsstijging is relatief sterk in februari en maart, en relatief laag in juni, november en december.

Het seizoenspatroon komt vooral door kleding en vakanties. De standaarddeviatie in de maand-op-maandprijsmutaties is het grootst voor de bestedingscategorie accommodaties (8,7), gevolgd door kleding en kledingstoffen (8,5), post- en pakketdiensten (7,5), schoenen (6,3) en pakketreizen (6,0). Bij kleding en schoenen spelen de komst van nieuwe collecties en de uitverkoop een rol; bij post- en pakketdiensten de decemberzegels.

In de berichtgeving over inflatie staat de prijsmutatie ten opzichte van een overeenkomstige maand een jaar eerder (de jaarmutatie) centraal. Stabiele seizoenspatronen beïnvloeden deze jaarmutaties niet. De variabele data van Pasen en Pinksteren leiden echter tot variabele seizoenspatronen en hebben daarmee invloed op de jaarmutaties via vooral de prijzen van vakanties (accommodaties en vliegtickets). Ook trendmatige ontwikkelingen, bijvoorbeeld over het tijdstip en belang van de uitverkoop, leiden tot verandering in seizoenspatronen en hebben daardoor invloed op de ontwikkeling van jaarmutaties. Een latere start van de uitverkoop betekent in eerste instantie een sterkere maand-op-maandprijsontwikkeling dan in het voorgaande jaar en daarmee in die maand een grotere prijsstijging ten opzichte van een jaar eerder. Voorzichtigheid in de interpretatie van een nieuw inflatiecijfer is daarmee dus op zijn plaats. Dat geldt in nog sterkere mate voor het eurogebied, waar informatie over inflatie een belangrijke rol speelt in de monetaire besluitvorming.

Auteur

Categorieën