Wat kunnen we nu met ‘brede welvaart’ en wat niet? Hoe moet het verder? We bespraken het in een extra lange slotaflevering van Welvaart, de brede podcast met Robert Dur, Yasmine van der Straten, Marcel Timmer, Sarah van Hugte, Michel Scholte en Alexander Rinnooy Kan. Een terug- en vooruitblik.
In de slotaflevering vergelijkt oud-bestuurder Alexander Rinnooy Kan ‘brede welvaart’ met het voormalige Britse tv-programma Not So Much a Programme, More a Way of Life. Alle onderzoekers, beleidsmakers en (oud-)politici die we in de podcastserie spraken, accepteren dat de wereld uit meer bestaat dan winst en groei van het nationaal inkomen. Het zijn dus niet alleen de klimaatactivisten, ‘true price’-tijgers en linkse hobbyisten, maar inmiddels ook ministeries, regio’s en het bedrijfsleven die de beginselen van ‘brede welvaart’ volop omarmen.
Deze Way of Life verrijkt het publiek discours, ook al is de Programme nog niet helemaal helder. Marcel Timmer, onderdirecteur van het Centraal Planbureau en hoogleraar in Groningen, vergelijkt ‘brede welvaart’ graag met een auto die ‘‘een prachtig dashboard heeft met heel veel lichtjes, maar waarvan we nog geen idee hebben hoe de motorkap nu eigenlijk werkt’’.
Wil ‘brede welvaart’ meer zijn dan goede bedoelingen, dan moet het begrip niet alleen in woorden centraal staan, maar moeten ook bij alle beleidsdomeinen brede effecten in kaart worden gebracht. Door kwantificering van allerlei bredere welvaartseffecten, worden de gevolgen van handelen in dimensies die anders zouden ondersneeuwen, duidelijk, met name als dat consequent gebeurt. Zonder inzicht in de gezondheidsuitkomsten per maatschappelijke groep was de gezondheidskloof bijvoorbeeld niet op de agenda gekomen. Enig realisme is daarbij wel geboden: alles meten en bijhouden is niet haalbaar.
Andere kritiek is dat ‘brede welvaart’ nu nog te zeer over van alles gaat om er op te kunnen sturen. De invulling van het begrip behoeft een strakke afbakening, aldus Bas Jacobs in aflevering 11. De huidige CBS-definitie ‘‘de kwaliteit van leven hier en nu en de mate waarin deze al dan niet ten koste gaat van die van latere generaties en/of van mensen elders in de wereld’’ nodigt uit om afstand te nemen van klassieke noties van welvaart, die altijd een element van schaarste met zich meedragen. Daardoor kunnen welvaarts- en welzijnsaspecten worden vermengd, wat verwarrend is, want welzijn is persoonlijk en relatief.
Toch is enig optimisme gerechtvaardigd. Er is een begin gemaakt en de richting – meerdimensionaal kijken – is goed. Rinnooy Kan: ‘‘Als bestuurders en politici, de mensen die aan de knoppen zitten, een zekere intuïtie ontwikkelen over hoe al die dimensies elkaar beïnvloeden (…) Dat maakt hen uiteindelijk een betere stuurman.’’ Wel is de weg nog lang. Michel Scholte, uitvoerend directeur van onder andere True Price Foundation: ‘‘We zijn nog impact-analfabeet.’’ Volgens hem begint het met beter onderwijs over welvaart op school.
Auteurs
Categorieën