Ga direct naar de content

Pim’s carrièremechanisme

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 7 2001

Pim’s carrièremechanisme
Aute ur(s ):
Timmermans, W. (auteur)
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4322, pagina 665, 7 september 2001 (datum)
Rubrie k :
Van de redactie
Tre fw oord(e n):

Ruim twee weken geleden heeft Pim Fortuyn zichzelf in het televisieprogramma 2Vandaag in de etalage gezet als lijsttrekker voor
een politieke partij. Welke partij het zou worden, interesseerde hem niet, als hij maar in de politiek komt. Leefbaar Nederland (LN)
heeft interesse getoond in deze ambitieuze ex-hoogleraar en hoopt met hem als boegbeeld de begeerde tien zetels binnen te halen bij de
komende verkiezingen. Immers, met zijn harde asielzoekersstandpunt is Fortuyn in staat een flink aantal zetels van de VVD af te
pakken, terwijl hij als CDA-adviseur ook in die hoek een grote aantrekkingskracht kan hebben.
Na jarenlang via columns in onder andere het weekblad Elsevier langs de zijlijn paars I en II te hebben uitgejouwd, is het niet vreemd dat
de welbespraakte Fortuyn nu staat te trappelen om zelf aan het politieke spel mee te doen. Opvallend is dat hij hiermee precies datgene
doet wat hem anderhalf jaar geleden nog zorgen baarde. “Politieke partijen hebben nauwelijks een maatschappelijke inbedding en
verworden meer en meer tot een carrièremechanisme ten dienste van hen die een rol willen spelen in het publieke domein. Politiek wordt
daarbij steeds meer verengd tot besturen, tot de uitoefening van macht en invloed”, aldus de verontruste Fortuyn 1. Zijn geflirt met
achtereenvolgens de PvdA, het CDA en LN maken echter duidelijk dat hij deze handelwijze zelf ook niet schuwt. LN vervult hierbij de
glanzende rol van carrièremechanisme en in ruil daarvoor gooit Fortuyn zich in de strijd voor deze partij om volgend jaar een flink aantal
zetels binnen te halen.
Waar gaat het heen met de politiek? Met Fortuyn als vleesgeworden de-ideologisering van de politiek voorop en toekijkende kiezers in
zijn kielzog, stevenen we af op een nieuw politiek tijdperk. Jos de Beus verwoordde deze trend als volgt: “Gewone burgers behoren tot
een menigte van toeschouwers die de persoonlijkheid en stijl van leiders in de gaten houden: met applaus, boegeroep en golven van
aandacht en betrokkenheid” 2. Wat zijn de implicaties van deze ontwikkeling voor het kiezersgedrag? In een economische theorie van
kiezersgedrag, de ‘spatial theory of voting’, speelt het begrip ‘politieke ruimte’ een centrale rol 3. Verondersteld wordt dat elke burger in
deze politieke ruimte zijn eigen beleidsoptimum kan aangeven. De kiezers vergelijken hun beleidsvoorkeuren met die van diverse partijen
en stemmen op de partij met de geringste beleidsafstand ten opzichte van de eigen voorkeur. Het verzamelen van alle informatie omtrent
de standpunten van alle partijen is een tijdrovende en kostbare zaak. Zeker bij landelijke verkiezingen is de kans dat een op volledige
informatie gebaseerde en weloverwogen stem van een kiezer de doorslag geeft in de verkiezingsuitslag nagenoeg nihil. De gemiddelde
kiezer handelt dan ook uiterst rationeel door zich niet volledig te informeren en zijn informatiekosten beperkt te houden. Hier ligt het
belang van politieke ideologieën. De ideologische overeenkomst tussen partij en kiezer vormt de basis voor partij-identificatie en
fungeert op die wijze als waardevolle informatiedrager voor de kiezer.
Als de partij-ideologie er echter steeds minder toe doet en partijen zich enkel door hun lijsttrekker van elkaar kunnen onderscheiden, dan
rest de kiezer niets dan zich bij het stemgedrag te laten leiden door persoonlijke opvattingen over de kenmerken van de kandidaten en
vooral door het boegbeeld van een partij. Dat is dan ook precies wat we de laatste jaren zien gebeuren in de ‘toeschouwersdemocratie’.
De extreme vorm hiervan, waarbij een partij een opvallende stemmentrekker als lijsttrekker benoemt – die deze taak om het even bij een
andere partij had willen uitvoeren – geeft aan welke richting we op gaan. Niet alleen de politieke partijen, maar ook de kiezer laat zich niet
langer leiden door partijbeginselen. Na afloop van een regeerperiode zullen de partijen dus worden afgerekend op basis van de indruk die
de leider heeft gemaakt op de kiezers.
LN -voorzitter Jan Nagel heeft aangekondigd om in verband met de kandidaatstelling van Fortuyn niet in januari, maar al in november het
congres bijeen te roepen om het verkiezingsprogramma op te stellen en tevens de lijsttrekker te kiezen. Als ze besluiten om met Fortuyn
in zee te gaan, dan bekent ze daarmee dat ze zich niet door ideologische motieven, maar door stemmenmaximalisatie laat leiden. In het
huidige politieke klimaat zal LN met de benoeming van Fortuyn dan ook een verstandige zet doen en een flink aantal zetels bemachtigen.
Voor een non-conformistische partij als LN is het vast geen probleem om Fortuyn’s stokpaardjes als “koude oorlog tegen de islam” en
“Nederland is overvol” op te nemen in het verkiezingsprogramma. “Het moet en het kan anders” is immers het credo van deze nieuwe
politieke groepering. Leefbaar Nederland zal de politieke orde pas écht laten sidderen als ze in staat blijkt om niet door middel van het
benoemen van een spraakmakend persoon als lijsttrekker, maar via goed onderbouwde standpunten de beoogde zetels binnen te halen.
Pas dan laat ze zien dat het inderdaad anders kan in de Nederlandse politiek

1 P. Fortuyn, Politieke malheur, 25 februari 2000, http://www.nu.nl/fortuyn .
2 J. de Beus, Toeschouwersdemocratie, ESB, 22 september 2000, blz. 727.

3 J. van den Doel en B.C.J. van Velthoven, Democratie en welvaartstheorie , Samson, Alphen a/d Rijn.

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur