Ga direct naar de content

Ouderen aan het werk

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 24 2001

Ouderen aan het werk
Aute ur(s ):
CBS (auteur)
Deze pagina is samengesteld door de Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken van het CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4321, pagina 663, 24 augustus 2001 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
arbeidsmarkt

De laatste jaren is de arbeidsdeelname van ouderen tussen 50 en 65 jaar aanzienlijk toegenomen, vooral in de leeftijdsgroep van 55-59
jaar. In deze oudere generatie zijn de verschillen in arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen nog erg groot. Van de mannen van
55-59 jaar had vorig jaar 67 procent een baan van tenminste twaalf uur per week en van de vrouwen 31 procent. In de leeftijdsgroep 6064 jaar werkten mannen drie keer zo vaak als vrouwen. Deze ouderen behoren tot de generatie die is opgegroeid in de tijd waarin
buitenshuis werken van gehuwde vrouwen uitzonderlijk was.
De arbeidsdeelname van ouderen hangt samen met het opleidingsniveau. Naarmate het opleidingsniveau hoger is, is ook de
arbeidsdeelname hoger. In 2000 had negentien procent van de ongediplomeerden in de leeftijd van 55-64 jaar een betaalde baan, terwijl
van degenen met een universitaire bul nog 61 procent werkte. Juist bij de oudere vrouwen met weinig opleiding is de afstand tot de
arbeidsmarkt groot.
Het traditionele arbeidspatroon van de oudere generatie in Nederland blijkt ook bij internationale vergelijking. De arbeidsdeelname van
de oudere mannen in Nederland ligt ruim boven het eu-gemiddelde. Volgens cijfers van Eurostat werkte in 1999 zestig procent van de
mannen van 50-64 jaar in de vijftien eu-landen. In Nederland was dat 65 procent. Ook in vergelijking met België, Frankrijk en Duitsland is
de arbeidsdeelname van oudere mannen in Nederland aan de hoge kant. Van de buurlanden is het Verenigd Koninkrijk het land met de
hoogste arbeidsdeelname van oudere mannen.
De arbeidsdeelname van oudere vrouwen daarentegen ligt in Nederland onder het eu-gemiddelde. In 1999 werkte 38 procent van de
vrouwen van 50-64 jaar, in de eu In Nederland was dat 35 procent.
In Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk werkt meer dan de helft van de vrouwen in de genoemde leeftijd.
Zie figuur 1, figuur 2 en figuur 3 .

Figuur 1. Werkende 55-64-jarigen naar leeftijd en geslacht in 1995 en 2000, in procenten van de overeenkomstige bevolkingsgroep

Figuur 2. Arbeidsdeelname van 55-64-jarigen naar opleidingsniveau, 2000, in procenten van de overeenkomstige bevolking

Figuur 3. Arbeidsdeelname van 50-64-jarigen in de eu, 1999, in procenten van de overeenkomstige bevolking

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur