De opbrengsten van de vennootschapsbelasting – dat is de belasting op de winsten van Nederlandse bedrijven – zijn ondanks de corona- en energiecrisis in vijf jaar tijd bijna verdubbeld. Deze stijging doet zich voor bij zowel het mkb als het grootbedrijf. De figuur toont een duidelijke toename van de winstbelastingopbrengsten vanaf 2021, over de hele linie.
De stijging in 2021 – ten opzichte van het gemiddelde van de pre-coronajaren 2016 tot en met 2018 – blijkt voor de helft het gevolg van een toename van de operationele winsten (EBITDA), wat vooral op het conto komt van het midden- en kleinbedrijf. Deze stijging is mede te danken aan de coronasteunmaatregelen.
De andere helft van de toename in 2021 is het gevolg van betere financiële resultaten van met name het grootbedrijf. Dit komt door een gestage daling van de rentekosten in de periode 2016–2021, door uitzonderlijk hoge beleggingswinsten (2021 was een erg goed beursjaar) en door beleidsmaatregelen, zoals de generieke renteaftrekbeperking.
In 2022 en 2023 zette de stijging door. In 2022 concentreerde deze zich vooral bij de energie- en gassector vanwege de energiecrisis. In 2023 was de bankensector de grootste stijger dankzij de toenemende beleidsrentes.
Opvallend is dat ook in 2022 en 2023 alle categorieën bedrijven hun winsten gemiddeld op of boven het hoge peil van 2021 hebben gehouden, ondanks de energiecrisis, gestegen rente, inflatie en mindere beursresultaten. De winst in de energie- en bankensector lijkt dus niet ten koste te zijn gegaan van de winst elders.
Auteurs
Categorieën