Ga direct naar de content

Nederlands pensioentoezicht in Europees perspectief

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 6 2009

beleid

Nederlands pensioentoezicht
in Europees perspectief
Om Nederland een goede uitgangspositie te geven op
de Europese pensioenmarkt is het aan te bevelen om
te kiezen voor een internationaal georiënteerd financieel
toezicht­ egime. Een toezichtregime waarbij het huidige
r
toezichtniveau voor de Nederlandse pensioenregelingen
gewaarborgd blijft en voor buitenlandse pensioenregelingen
die in Nederland worden ondergebracht, het toezicht wordt
gehanteerd dat in het land van herkomst gebruikelijk is.

D

e pensioenmarkt is in Europees perspectief een ware groeimarkt. Uit cijfers
van Allianz (2008a, 2008b) blijkt dat
er een groei wordt verwacht die varieert
van vijf procent in West-Europa tot maar liefst
twintig procent in Centraal- en Oost-Europa. De
Nederlandse pensioensector heeft op deze Europese
pensioenmarkt een prima uitgangspositie. In
Nederland is veel ervaring opgedaan bij de uitvoering van verschillende pensioensoorten en is hooggekwalificeerd personeel werkzaam. De Nederlandse
pensioensector beschikt over veel ervaring waar het
gaat om kennis en capaciteit van risicoanalyse, asset
en liability management, vermogensbeheer, in- en
excassoprocessen, het opzetten en uitvoeren van
diverse pensioenregelingen en, in toenemende mate,
communicatie over pensioen aan de deelnemers.
Er is binnen de Nederlandse pensioensector dan
ook veel kennis en ervaring aanwezig. Daar zouden
buitenlandse bedrijven en hun werknemers hun
voordeel mee kunnen doen en omgekeerd kan de
Nederlandse pensioensector de groeiende Europese
pensioenmarkt goed bedienen. Dit kan door diensten
op het gebied van vermogensbeheer of pensioen­
administratie aan te bieden. Maar het zou voor
potentiële klanten nog aantrekkelijker zijn wanneer
een totaalpakket kan worden aangeboden, waarin
alle aspecten van uitvoering samenkomen en kostenbesparend gebundeld zijn, het pensioenfonds.
Sinds de implementatie van de Europese richtlijn
betreffende de werkzaamheden van en het toezicht
op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening
(Richtlijn 2003/41/EG), is het voor buitenlandse
werkgevers mogelijk hun pensioenregeling onder te
brengen bij een in Nederland gevestigd pensioenfonds. Maar ondanks een pensioensector met hooggekwalificeerd personeel, een aantal grote fondsen
en uitvoeringsorganisaties zijn er tot nu toe geen
buitenlandse pensioenregelingen ondergebracht bij
een in Nederland gevestigd pensioenfonds.

Marijke Colly
Senior beleidsmedewerker
bij APG

74

ESB

94(4553) 6 februari 2009

Belemmeringen oplossen
Een belangrijke oorzaak van het feit dat er op dit
moment geen buitenlandse pensioenregelingen bij
Nederlandse pensioenfondsen worden onder­ ebracht
g
zijn de voorwaarden waaraan Nederlandse pensioen­
fondsen moeten voldoen. Zo mogen pensioen­
fondsen slechts pensioenregelingen uitvoeren voor
de onderneming of de bedrijfstak waarvoor ze zijn
opgericht, de zogenoemde domeinafbakening.
Nederlandse pensioenfondsen moeten ook altijd
een solidair financieel geheel vormen. Dat betekent
dat de financiële boekhouding niet per afzonderlijke
werkgever mag worden gevoerd, er altijd sprake
moet zijn van solidariteit tussen de in het fonds
ondergebrachte regelingen en de daarbij behorende
vermogens, en de risico’s samen worden gedragen
(het verbod op ringfencing). In andere landen is
ringfencing wel toegestaan, zodat daar een deelnemer aan een pensioenregeling alleen risico loopt
binnen de eigen pensioenregeling. Daarnaast kan
ook de productafbakening een pensioenfonds in de
weg zitten. Op grond van de Pensioenwet mogen
minder soorten producten worden uitgevoerd door
pensioenfondsen dan de Europese richtlijn toelaat.
Zo mogen op grond van de richtlijn ook uitkeringen
ineens of tijdelijke periodieke uitkeringen worden
gedaan; in Nederland is dat niet toegestaan. Voor
pensioenfondsen gelden daarnaast in afwijking van
andere Europese landen ook specifieke voorwaarden
inzake bestuurssamenstelling, medezeggenschap
en principes voor goed pensioenfondsbestuur. Een
grote rol speelt in dit verband ook het Nederlandse
Financieel Toetsingskader (FTK). Binnen Europa
wordt het Nederlandse toetsingskader ervaren als
relatief streng. Al deze factoren lijken het moeilijk te
maken om te profiteren van alle kansen en mogelijkheden die de Europese pensioenmarkt Nederland te
bieden heeft. Daarom wordt door het kabinet voorgesteld een nieuwe pensioenuitvoerder te creëren
die beter kan profiteren van deze mogelijkheden: de
Algemene Pensioeninstelling ofwel de API (Tweede
Kamer, 2007–2008).

De Algemene Pensioeninstelling
Om de Europese mogelijkheden ten volle te kunnen
benutten moet de API concurrerend kunnen zijn
ten opzichte van buitenlandse pensioeninstellingen. Het uitgangspunt voor de API is dan ook dat
de extra mogelijkheden die de Europese richtlijn
biedt ten opzichte van de Pensioenwet optimaal
worden benut. De richtlijn is minder strikt dan de
Pensioenwet en hierdoor zullen voor een API dan

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ook minder inperkingen gelden
De minimumeisen die in de richtlijn zijn opgenomen hebben
Door de relatief
dan voor pensioenfondsen. Zo zal
niet tot gevolg gehad dat er binnen de Europese Unie overal
voor de API geen domeinafbakehogere premie ontstaat dezelfde benadering is gekozen ten aanzien van de financiële
ning gaan gelden en omdat de
regels. Uit het CEIOPS-rapport Survey on fully funded, technivaak het beeld dat
API geen pensioenfonds is waarin
cal provisions and security mechanisms in the European occusociale partners uitsluitend voor
pational pension sector (CEIOPS, 2008) blijkt dat er binnen de
het Nederlandse
hun eigen solidariteitskring een
Europese Unie verschillende benaderingen bestaan. Ieder land
toetsingskader
pensioen­egeling uitvoeren, hoeven
r
maakt een eigen afweging tussen het waarborgen van de penvoor de API niet dezelfde eisen te
sioenaanspraken en het betaalbaar houden van pensioen. De
streng voor de
gelden die aan pensioenfondsen
balans waarvoor wordt gekozen ten aanzien van het niveau van
pensioenuitvoerder
worden gesteld. Zo zal voor de
waarborging is in elk land verschillend. In het CEIOPS-rapport
API niet de eis hoeven te gelden
wordt er ook op gewezen dat de verschillende voorwaarden
of duur voor de
dat werk­ evers en werknemers
g
die in het sociaal- en arbeidsrecht zijn opgenomen invloed
werkgever en
gelijkelijk zijn vertegenwoordigd
hebben op de prudentiële regels, zowel op de berekening van
in het bestuur (de eis van een
de technische reserves als op de zekerheidsmechanismen die
werknemer is
paritair bestuur). Verder zal het de
van toepassing zijn.
API worden toegestaan regelingen
Het is moeilijk om de verschillende Europese toezichtregifinancieel te ringfencen. Tot slot zal voor de API de
mes met elkaar te vergelijken. De toezichteisen bestaan uit twee elementen,
ruimere product­ eschrijving uit de richtlijn gelden,
b
namelijk de bepaling van de omvang van de pensioenverplichtingen en de aanin plaats van de beperktere productafbakening uit
vullende zekerheidsmechanismen. De omvang van de pensioenverplichtingen
de Pensioenwet. Zo zal het bijvoorbeeld ook mogewordt in Nederland en het Verenigd Koninkrijk bepaald door middel van een
lijk worden om een uitkering ineens of een tijdelijke
marktwaardering voor de verplichtingen, terwijl andere landen de pensioenverperiodieke uitkering te doen. Hiermee lijken door
plichtingen vaststellen met behulp van actuariële verplichtingen. Ook de wijze
de invoering van de API een aantal belemmeringen
waarop de belangen van de deelnemers van het pensioenfonds worden geborgd,
te zijn weggenomen. Rest nog wel het punt van de
de zogenoemde zekerheidsmechanismen, zijn verschillend. In Nederland is
financiële toezichtbepalingen. Hoe het financieel
die bescherming vormgegeven door het aanhouden van een buffer door een
toezicht op de API precies vorm zal worden gegeven
pensioen­onds. In de pensioenpremie zit dan ook een solvabiliteits­ pslag verf
o
is nog niet helemaal duide­ijk. Het uitgangspunt van
l
werkt waardoor de premie in verhouding hoger is dan in andere landen waar
het kabinet hierbij is in ieder geval dat de API niet
hiervoor niet is gekozen. Door de relatief hogere premie ontstaat vaak het beeld
mag leiden tot toezicht­ rbitrage tussen het pensia
dat het Nederlandse toetsingskader streng voor de pensioenuitvoerder of duur
oenfonds en de API.
voor de werkgever en werknemer is. Daarnaast zorgt de marktwaardering er
Het opstellen van een financieel toetsingskader
momenteel voor dat meer kapitaal nodig is om aan de verplichtingen te kunnen
voor de API is dan ook een uitdaging die eerst moet
voldoen. Ter illustratie: in België mogen fondsen kiezen voor een disconteringsworden aangegaan voordat gesproken kan worden
voet van zes procent voor het rendement van het vermogen. In Nederland geldt
van een API die ook in internationaal perspectief kan de marktrente. Bij een marktrente van vier procent betekent dit dat een fonds
concurreren met buitenlandse pensioenvehikels.
dat in België een dekkingsgraad van honderd procent heeft, naar Nederlandse
begrippen maar een dekkingsgraad van zeventig procent heeft. Gezien vanuit
Het financieel toetsingskader
een kosten­ erspectief werpt het Nederlandse toezichtregime dat op dit punt in
p
In de zoektocht naar een bij de API passend finanEuropees perspectief relatief duur is, een drempel op om een pensioen­egeling
r
cieel toetsingskader is het goed eerst de randvoordoor een in Nederland gevestigd fonds uit te laten voeren. Maar ­egelijkertijd
t
waarden die in de Europese richtlijn zijn opgenomen
is dat toezichtregime een van de redenen dat Nederland een zeer solide
te verkennen. De in de richtlijn opgenomen financiële
p
­ ensioenstelsel kent. Het past bij de inhoudelijke aspecten van de in Nederland
toezichtbepalingen zijn minimumeisen. Op grond
a
­ fgesproken regelingen en bij de Nederlandse pensioentraditie.
van de richtlijn moet de lidstaat waar de pensioen­
Ook in de andere lidstaten zijn de financiële toezichtbepalingen toegesneden op
instelling is gevestigd, er zorg voor dragen dat
de eigen tradities en het eigen sociaal- en arbeidsrecht. Deze tradities en het
pensioeninstellingen voldoen aan die minimumeisen.
sociaal- en arbeidsrecht blijven tot uitdrukking komen in de pensioenregeling.
De lidstaat kan hierbij aanvullende eisen stellen. Ook Het onderbrengen van de pensioenregeling in een land dat minder strenge finanmag elke lidstaat eisen stellen aan de op zijn grondciële toezichteisen kent is mogelijk zonder dat dit invloed heeft op de regeling en
gebied gevestigde instellingen. Daarbij gaat het om
zonder dat dit een verhoging van het benodigde kapitaal hoeft te betekenen; de
regels met betrekking tot de rechtsvorm, de statuten
reeds geldende voorwaarden hoeven in dat geval niet te wijzigen. Echter, de regeen verplichtingen ten aanzien van bestuurders. De
ling onderbrengen in een land waar de eisen strenger zijn of uitgaan van andere
richtlijn stelt wel voorop dat het nationale sociaal- en uitgangspunten dan het eigen financiële toetsingskader kan betekenen dat de
arbeidsrecht van de lidstaat van herkomst van de
pensioenregeling moet worden aangepast of dat meer kapitaal benodigd is. Dit
onderneming van toepassing blijft. Ter illustratie:
werpt een drempel op om de pensioenregeling in zo’n land onder te brengen. Het
onder het Nederlandse sociaal- en arbeidsrecht
Nederlandse financieel toetsingskader werkt in dit opzicht niet in het voordeel.
vallen onder meer bepalingen over gelijke behandeEen bijkomend probleem bij het houden van toezicht op een pensioenregeling uit
ling bij pensioenen, waardeoverdracht van pensioen
een ander Europees land is dat doordat bij het toepassen van het Nederlandse
en bepalingen ten aanzien van de paritaire bestuurstoetsingskader rekening moet worden gehouden met de eisen die voortvloeien uit
samenstelling van het pensioenfonds en de instelling
het sociaal- en arbeidsrecht, 27 verschillende combinaties van financieel toetvan de deelnemersraad.
singskader en sociaal- en arbeidsrecht mogelijk zijn. Hierdoor is op voorhand niet
duidelijk hoe het toezicht er uiteindelijk uit zal zien.
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders

te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

94(4553) 6 februari 2009

75

Nieuwe kaders voor het financieel toezicht

ling van België. Dit land heeft de
Het ligt voor de
Om ervoor te zorgen dat Nederland een land wordt waar het
pensioen­ etgeving al aangepast
w
aantrekkelijk is om een pensioenregeling te laten uitvoeren,
en hierin minder strenge financiële
hand dat er vaak
zonder de financiële toezichtbepalingen die bij het Nederlands
eisen opgenomen. Tegelijkertijd
gekozen zal worden
pensioenstelsel horen ten aanzien van Nederlandse pensioenprofileert België zich hiermee als
regelingen naar beneden bij te stellen, is het aan te bevelen
vestigingsplaats van pan-Europese
voor het land waar
om te kiezen voor een internationaal georiënteerd financieel
pensioenfondsen. Daarmee is
de toezichteisen het
toezichtregime dat aansluit bij het toezicht dat geldt in het
de concurrentie op grond van
land waar de pensioenregeling overeengekomen is. Ook bij
toezicht­ isen feitelijk al gestart.
e
minst streng zijn
deze benadering zijn er 27 pakketten mogelijk, maar de finanHet ligt voor de hand dat er vaak
ciële toezichteisen en het sociaal- en arbeidsrecht zijn daarbij
gekozen zal worden voor het
wel volledig op elkaar afgestemd. De Nederlandse toezichtland waar de toezichteisen het
houder, De Nederlandsche Bank, blijft ook in deze opzet verantwoordelijk, maar
minst streng zijn, het gevolg hiervan kan een race
door hetzelfde toezicht te hanteren als het toezicht dat geldt in het land waar
to the bottom zijn. Omdat de bescherming van het
de pensioenovereenkomst tussen werkgever en werknemers overeengekomen is,
pensioen­ apitaal hierdoor minder dreigt te worden,
k
bestaat op voorhand duidelijkheid over de eisen waaraan moet worden voldaan.
is dit uiteindelijk niet in het belang van de deelDe financiële eisen zijn hiermee ook bekend terrein en niet langer een belemmenemers. Om dit te voorkomen zou er in Europees
ring om te kiezen voor het vestigingsland met de meeste kennis.
p
­ erspectief voor gekozen kunnen worden om de
Dit internationaal georiënteerde kader voor het toezicht kan ook worden toege­
financiële eisen onder het sociaal- en arbeidsrecht
past wanneer er sprake is van een API waarin regelingen uit verschillende
te laten vallen. Op deze manier kan de pensioen­
Europese landen worden ondergebracht. Wanneer vanuit de verschillende landen
regeling daar worden ondergebracht waar de kennis
verschillende pensioenregelingen worden ingebracht, ligt het voor de hand om
en ervaring het best aansluiten bij de wensen van
daar ook het bijbehorende toezichtregime op de pensioenregeling toe te passen.
de betrokken onderne­ ing, terwijl de eisen die van
m
Omdat elke regeling dan met een ander toezichtregime te maken krijgt en apart
toepassing zijn in het land waar de regeling overeen
bekeken moet kunnen worden is ringfencing hierbij wel een voorwaarde. Nadeel
is gekomen, blijven gelden en aansluiten bij de
hiervan is dat de API met meerdere soorten toezicht wordt geconfronteerd. Bij de ­ vereengekomen pensioenregeling.
o
oplossing van dit probleem kan een taak zijn weggelegd voor De Nederlandsche
Conclusie
Bank. Er kan gekozen worden voor een systeem waarbij De Nederlandsche Bank
De Nederlandse pensioensector is van hoge ­ waliteit
k
verantwoordelijk is voor het houden van toezicht en aanwijst op basis van welk
en heeft daardoor in Europees perspectief een
nationaal toetsingskader hij zijn toezicht vorm gaat geven. Dit toezicht geldt dan
goede uitgangspositie. Met de invoering van de API
voor alle pensioenregelingen die bij de API zijn ondergebracht. Nadeel hiervan is
wordt er een stap genomen om deze uitgangspositie
dat het kan voorkomen dat het financieel toezicht van het ene land van toepasverder te versterken door een aantal belemmeringen
sing is en het sociaal- en arbeidsrecht van een ander land. Hierbij zal dan ook
op te heffen. Wat nog rest is een toetsingskader dat
een afweging moeten worden gemaakt tussen de wenselijkheid om het instelvoor Nederlandse pensioenregelingen uitgaat van de
len van een dergelijk fonds mogelijk te maken en het vasthouden aan het eigen
huidige uitgangspunten terwijl ten aanzien van de
toezicht. Als ondergrens geldt hierbij natuurlijk altijd de Europese richtlijn. Het
buitenlandse pensioenregelingen de uitgangspunten
zou ook kunnen voorkomen dat, in het geval van een multinational, de voorkeur
van het land van herkomst worden gerespecteerd.
uitgaat naar een pensioenregeling die voor alle deelnemers uit de verschillende
Op deze manier wordt het mogelijk dat de goede
landen grotendeels gelijk is. Mocht dit ondanks alle verschillen in sociaal- en
uitgangspositie er ook daadwerkelijk voor zorgt
arbeidsrecht lukken dan moet het ook mogelijk zijn voor De Nederlandsche Bank
dat buitenlandse pensioenregelingen in Nederland
om het toezicht aan de wijzen dat hierbij het best past.
worden ondergebracht.

Nieuwe kaders voor het Europese financieel toezicht

Niet alleen vanuit Nederlands perspectief zou het goed zijn om zowel het
sociaal- en arbeidsrecht als het financieel toezicht uit het land van herkomst
van toepassing te laten zijn. Ook in Europees perspectief zou deze manier van
toezicht houden gebruikt kunnen worden. Om werkelijk een flexibele Europese
markt tot stand te brengen zou een dergelijk kader voor het toezicht namelijk
uitkomst kunnen bieden. De combinatie zoals deze onder de huidige systematiek geldt, namelijk het financieel toezicht volgens de eisen van het land van
vestiging van de instelling en het sociaal en arbeidsrecht volgens de eisen van
het land waar de onderneming is gevestigd, zorgt ervoor dat op een interne
markt van 27 lidstaten 729 verschillende combinaties van toezicht mogelijk
zijn. Daarbij is het ten aanzien van bestaande pensioenregelingen bepaald geen
sinecure om de regeling onder te brengen bij een uitvoerder in een land waar
hogere of hele andere financiële eisen worden gesteld. Als een pensioenregeling
eenmaal ondergebracht is in een bepaald land, zal de werkgever niet snel ervoor
kiezen om een overstap te maken, omdat men dan immers weer te maken krijgt
met andere financiële eisen.
Daarbij bestaat ook het gevaar dat er bij de huidige situatie concurrentie op
de toezichteisen plaatsvindt. Dat dit een reëel gevaar is, blijkt uit de opstel-

76

ESB

94(4553) 6 februari 2009

Literatuur
Allianz (2008a) Central and Eastern European pensions 2007,
systems and markets. München: Allianz.
Allianz (2008b) Western European pensions, reform trends and
growth opportunities. München: Allianz.
CEIOPS (2008) Survey on fully funded, technical provisions and
security mechanisms in the European occupational pension sector.
Frankfurt: CEIOPS.
Tweede Kamer (2007–2008) Regels betreffende pensioen
(Pensioenwet); Notitie Algemene Pensioeninstelling; hoofdlijnen voor
de vormgeving. 30413, nr. 106.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Auteur