Ga direct naar de content

Met angst en beven?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 4 1995

Met angst en beven?
Laten we elkaar toewensen dat Nederland 1995 nu
eens zonder angst en beven tegemoettreedt. Dat kan,
nu het economische herstel begint door te zetten.
Politick gezien geeft dat ruimte om de winkel aan te
passen aan de eisen van deze tijd. De vraag is slechts
of dit kabinet kleur genoeg heeft om zich los te maken van de institutionele kruideniers die zoveel mogelijk bij het oude willen laten. En met die kleur doel
ik nu eens niet op de introductie van speeltjes als
Borssele of de Winkelsluitingswet, maar op het vermogen om het grote Angst en beven te doorbreken
dat echte vernieuwingen in de weg staat, zoals die
van de verzorgingsstaat en het academische onderwijs. Bien etonne de se trouver ensemble? O heden,
nee; leken die twee maar niet zo op elkaar!
ledereen weet waar het mis is gegaan met het management van de sociale zekerheid: lange tijd heeft
niemand zich verantwoordelijk gevoeld, en daardoor
is er te weinig en te laat vorm gegeven aan een beleid van preventie en rei’ntegratie. We weten ook wat
daar aan moet gebeuren: werkgevers moeten de kosten die zij maken voor een zorgvuldig beheer van
menselijk kapitaal weerspiegeld zien in de vorm van
premiediffentiatie. En ook uitvoerders van de sociale
zekerheid moeten op resultaat worden afgerekend,
direct — in een taakstellende budgettering – of indirect – door de toetredingsdreiging van concurrenten,
in een parallelle privatisering.
Storing op afstand, in een principaal-agent model
met marktanaloge voorwaarden voor het bevorderen
van kwaliteit en efficiency, is vruchtbaarder dan bureaucratisch dichtregelen, aldus de WRR in zijn rapport Belang en beleid. Zo’n aanpak van de uitvoering
dwingt bovendien tot antwoord op de twee vragen
waar het uiteindelijk om gaat: wie is nu eigenlijk
verantwoordelijk voor wat, en waar doen we het
allemaal voor? Om werklozen weg te definieren in
de WAO, of om mensen weer aan het werk te krijgen?
Natuurlijk zijn er ook nu weer belanghebbenden
die moeilijkheden zoeken bij oplossingen, met – mirabele dictu – de particuliere verzekeraars voorop.
Die vragen de grootst mogelijke financiele waarborgen om hun risico’s op af te wentelen, in de na’ieve
hoop om voor minder dan een dubbeltje op de eerste rij te mogen. Daar trapt het kabinet niet in. “They
are not amused”, zei een woordvoerder mij, toen ik
naar de reactie van de bewindslieden vroeg. Melkert
en Linschoten verrassen door hun problemen tegemoet te treden zonder het Angst en beven dat de
portefeuille traditioneel leek te omgeven.
Hoe eender, en toch ook hoe pijnlijk anders, ligt
het met de universiteiten. Ook hier een middenveld
van opdrachtnemers – Colleges van Bestuur – die
hun bedrijf te gronde richten door hun maatschappelijke verantwoordelijkheid uit de weg te gaan, en dan
nog de ‘cheek’ hebben om niet met hun principaal te
willen praten.

ESB 4-1-1995

Net zoals de bedrijfsverenigingen de andere kant op keken toen
het schip van de WAO water maakte, zo hebben de universitaire bestuurders gezwegen toen de studiefinanciering het te gemakkelijk
begon te maken voor de studenten,
en het gebrek aan kwaliteitshandhaving ging leiden tot wat Labrie in
WC-Handelsbladvan 29 december
de Havoi’sering van de universiteit
noemde. Kortom, de universiteit is
onvoldoende aanspreekbaar gebleken op de kwaliteit en de efficiency
van het onderwijs. Zeker, er is wat
gemopperd op Zoetermeer, en
soms zelf ferme taal gebruikt bij de
opening van het academische jaar.
Maar hoeveel universitaire bestuurders hebben er de
afgelopen jaren hun portefeuille gesteld of anderszins tastbare actie ondernomen omdat ze van de halfzachte wetgeving omtrent de universitaire verantwoordelijkheidsverdeling geen chocola konden
maken? Nu ook hun schip dan tenslotte slagzij maakt
reageren ze anders, pijnlijk anders. Ze pakken gezamenlijk eerst de studenten, en twee dagen later hun
principaal; dat laatste dan gelukkig nog op 3 (drie!)
universiteiten na. Was er in die wereld dan niemand
die de anderen kon overtuigen dat politick en publieke opinie hierdoor “not amused” zouden zijn? Nee,
want universiteiten kijken, net als bedrijfsverenigingen, niet naar hun omgeving. Ze hebben het te druk
met zichzelf.
Wat leren we uit deze voor beide partijen weinig
vleiende parallel tussen bedrijfsverenigingen en universiteiten? Dat navelstaren en roepen dat er niets
kan geen overlevingskansen biedt. Laat de universiteiten onderkennen waar het aan schorl: een versnippering van bevoegdheden waarin iedereen zijn eigen
gang heeft kunnen gaan en de rekenschap van docenten en studenten veel te lang aan de beleefdheid
van meneer/mevrouw is overgelaten. Nee, ik bepleit ‘
geen nieuwe onderschikking aan Zoetermeer, maar
duidelijke afspraken wie voor wat verantwoordelijk
is, binnen de universiteit, en hoe die verantwoordelijkheid dan ook genomen zal worden.
Binnenkort komt de WRR met voorstellen om
ook deze verantwoordelijkheidsverdeling eigentijds
gestalte te geven. Een hoofdpunt daarbij is het scheiden van de vraag- en aanbodbepaling in het onderwijs, door de vaststelling van het curriculum weg te
halen bij de vakgroepen. Dat doorbreekt de ‘mutual
admiration societies’ aldaar, en houdt de docenten
scherp. Ik houd mijn hart vast voor het Angst en beven dat dit zal ontketenen. Als mijn universitaire
werkgevers ook nu weer luid en vals fluiten in het
donker, ziet het er slecht voor ons uit, in 1995 en nog
lang daarna.

DJ. Wolfson

Auteur