Ga direct naar de content

Mening: Houdbaarheid en toekomst van het pensioensysteem

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 6 2009

mening
Houdbaarheid en toekomst van het
pensioensysteem
Het Nederlandse pensioenstelsel is al decennia lang zeer succes­
vol. De laatste jaren komt er echter steeds meer onrust en zorg
over de houdbaarheid van dit stelsel. Deze zorg heeft niet enkel
betrekking op de eerste pijler (AOW), maar ook op de tweede
pijler: collectieve pensioenverzekeringen zoals bedrijfstak-, ondernemings- en beroepspensioenfondsen. Dit artikel signaleert en
beschrijft de recente trends die een bedreiging vormen voor
de langetermijn houdbaarheid van het de tweede pijler van het
Nederlandse pensioenstelsel. Het gaat verder in op de voordelen
van ons huidige stelsel en beschrijft een mogelijke strategische
oplossingsrichting.

Bedreigingen
Het Nederlandse pensioenstelsel is een efficiënt systeem dat deelnemers zekerheid biedt tegen een lage prijs. De drijvende factor
van dit succes is het solidariteitsprincipe, ofwel het principe van
delen van risico’s, van lusten en lasten.
De laatste jaren zijn trends waarneembaar die deze solidariteit
bedreigen. De grote gemene deler in deze trends is het vergrote
bewustzijn van de negatieve aspecten van solidariteit. Solidariteit
is op lange termijn enkel houdbaar als alle partijen ex ante evenveel voordeel hebben. In veel gevallen is in het huidige pensioenstelsel echter sprake van een zogenaamde perverse of oneerlijke
solidariteit, ofwel solidariteit waar de ene partij meer voordeel
bij heeft dan een andere. Dit kan op termijn leiden tot het einde
van ons goedkope en efficiënte collectieve systeem, omdat een of
meerdere partijen uit het pensioencontract zullen stappen.
Een pensioenfonds moet voldoende geld bezitten om alle toekomstige uitkeringen te kunnen betalen. Als de financiële positie van
het fonds te slecht is moeten er maatregelen worden genomen
om dit te herstellen. In het verleden gebeurde dit door een kleine
verhoging van de totale premie.
Door de vergrijzing is de verhouding tussen de salarissom van de
bij het pensioenfonds aangesloten onderneming en de pensioen­
verplichtingen veranderd: de pensioenverplichtingen zijn veel
groter dan de salarissom. Een kleine verhoging van de premie is
niet meer voldoende; soms is zelfs een verdubbeling van de totale
salarissom nodig om de financiële positie van het fonds te herstel­
len. Een onderneming zal in dit geval niet in staat zijn of niet
bereid zijn om de lasten van het pensioenfonds te dragen.
Het pensioenfonds heeft nog een wapen om herstel te bewerk­
stelligen: het beperken van de waardevastheid van het pensioen of
zelfs regelrecht korten op aanspraken, hetgeen gepensioneerden
direct in hun portemonnee raakt.
Internationale boekhoudregels zorgen er daarnaast voor dat ondernemingen grote pensioenlasten op hun balans en winst-en-verlies­
rekening moeten boeken, zonder dat zij direct invloed hebben op
de hoogte van dit pensioen. In sommige gevallen kan dit zelfs
leiden tot volledige verdamping van de operationele winst.

Het pensioensysteem van de toekomst
In mijn ogen zijn de kernpijlers van het pensioensysteem van de
toekomst een transparante en expliciete risicodeling en kosten­
efficiëntie door collectiviteit. Een mogelijke oplossingsrichting ligt
in een hybride vorm van defined benefits (collectieve regeling met
gegarandeerde aanspraak) en defined contribution (individuele
spaar/beleggingsvorm van pensioen).
Gepensioneerden zijn geïnteresseerd in zekerheid en waardevast­
heid. Door het pensioenvermogen van gepensioneerden te inves­
teren in een combinatie van derivatenconstructies en vastrentende
waarden kan een portefeuille worden gecreëerd die precies
dezelfde uitkeringen geeft als een defined benefit-pensioen. Dit
is een zogenaamde defined benefits replicerende portefeuille. Op
deze manier kunnen zekerheid en waardevastheid worden gegarandeerd. De jongeren in een pensioenfonds willen een zo laag
mogelijke premie en zo veel mogelijk profiteren van hun beleggingshorizon op lange termijn. Dit kan worden bereikt door elke
deelnemer een variabele pensioenaanspraak toe te kennen, die
wordt verlaagd indien de beleggingsresultaten tegenvallen en verhoogd als de beleggingsresultaten goed zijn. Hoe jonger de deelnemer hoe risicovoller de belegging en hoe groter de ­ otentiële
p
aanpassing van de variabele pensioenaanspraak. Naarmate een
deelnemer dichter bij zijn pensioendatum komt gaat het pensioen
steeds meer op dat van gepensioneerden lijken, doordat er voor
die persoon een steeds groter wordend deel van zijn beleggingen
in een defined benefits replicerende beleggingsportefeuille wordt
geïnvesteerd, waardoor, als de pensioendatum gaat naderen, het
risico op de hoogte van het uiteindelijke te ontvangen pensioen
wordt gereduceerd.
Feitelijk is de financiële positie van het pensioenfonds in dit
systeem altijd constant. Een hogere of lagere financiële positie
leidt tot een verhoging of verlaging van de pensioenrechten.
Deze vorm van pensioenstelsel garandeert een waardevast pen­
sioen voor gepensioneerden en biedt een opwaarts en neerwaarts
potentieel voor jongeren, waarbij de voordelen van collectiviteit
behouden worden door de deling van de verzekeringstechnische
risico´s, en ook de kostenvoordelen van schaalgrootte in stand
blijven.

Conclusie
Het pensioensysteem van de toekomst is gestoeld op de ­ oordelen
v
van collectiviteit, en een eerlijke deling van de risico’s van
p
­ ensioen. Doordat de premie als stuurmiddel afzwakt dan wel
onwenselijk wordt moeten de risico’s van een pensioenfonds
worden overgenomen door de andere belanghebbenden van het
fonds: de deelnemers. Een hybride regeling van defined benefits
en defined contribution maakt voor alle belanghebbenden expliciet
duidelijk welke aanspraak men heeft op het pensioenvermogen en
zorgt derhalve voor transparante en eerlijke solidariteit en geeft
alle deelnemers wat ze willen.

Tjitsger Hulshoff
Consultant bij Towers Perrin
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders

te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

94(4555) 6 maart 2009

155

Auteur