■ Han van den Berg en Frank van der Linden (CBS)
In 2019 hadden 231.000 werknemers een baan met een brutojaarloon van minstens 100.000 euro. Dat is 2,7 procent van alle banen van werknemers en een flinke stijging ten opzichte van 2010, toen er nog maar 133.000 banen waren waarin werknemers minstens een ton verdienden.
De meeste banen met een loon van een ton of meer zijn te vinden in de zakelijke dienstverlening (47.000), de industrie (35.000), de financiële dienstverlening (30.000) en de handel (30.000) (figuur). Relatief gezien is het aandeel topverdieners het hoogst in de financiële dienstverlening, waar in tien procent van de werknemersbanen minstens een ton wordt verdiend. Dit in tegenstelling tot de horeca, waar slechts 0,1 procent van de werknemersbanen goed is voor minstens een ton.
Het overgrote deel van de topverdieners (87 procent) heeft een loon tussen een en twee ton. Negen procent ontvangt twee tot drie ton, twee procent drie tot vier ton, één procent vier tot vijf ton en één procent vijf ton of meer.
Verder valt het op dat het aandeel vrouwelijke topverdieners toeneemt. In 2010 was nog een op de tien werknemers met een loon van 100.000 euro of meer vrouw, terwijl bijna de helft van alle banen door vrouwelijke werknemers wordt bezet. Inmiddels is het aandeel vrouwen onder topverdieners opgelopen tot zeventien procent. De ondervertegenwoordiging van vrouwen onder topverdieners hangt samen met het feit dat de meeste vrouwen in deeltijd werken.
De meeste banen van vrouwelijke topverdieners bevinden zich in de zorg (9.000), hier worden vier van de tien banen van topverdieners bezet door een vrouw. Ook in de zakelijke dienstverlening zijn veel banen van vrouwelijke topverdieners te vinden (zo’n 8.000), maar het aandeel vrouwen ligt hier met zeventien procent een stuk lager dan in de zorg. Bedrijfstakken waar het aandeel vrouwen wel relatief hoog is, zijn het onderwijs en het openbaar bestuur. Hier is het aandeel vrouwen bij topverdieners een kwart.
Auteurs
Categorieën
1 reactie
Interessante grafiek! De volgende zin trok mijn aandacht: "De ondervertegenwoordiging van vrouwen onder topverdieners hangt samen met het feit dat de meeste vrouwen in deeltijd werken." Hebben jullie hier een causaal verband vastgesteld of is dit een correlatie?