Ga direct naar de content

Malaise

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: oktober 16 1991

‘onjunctuur

Malaise
Uit het G7 overleg in Bangkok is weinig nieuws voortgekomen op het gebied van rente- en valutabeleid. Wel
werd een verwijzing gemaakt naar
de toenemende Japanse handelsoverschotten. De meeste aandacht ging
uit naar de ontwikkelingen in de Sovjetunie. De G7 heeft toegezegd zich
meer met de problemen te zullen bezighouden, maar vragen eerst nog
om een goed inzicht in de economic
en de ontwikkelingsplannen. Concrete financiele hulp werd niet toegezegd.
In eigen land wordt hier en daar
daarentegen hard gepoogd de kredietverlening te versnellen om zodoende de economie een impuls te
geven. Dit gebeurt door middel van
een ruimer monetair beleid en versoepeling van de regelgeving. De
extra armslag die banken hierdoor
krijgen blijkt echter vooralsnog niet
door te werken in de kredietverlening. De VS is hiervan een voorbeeld. Het tarief voor de Fed-funds
ligt momenteel op een dieptepunt
voor tien jaar, maar nog steeds blijft
de kredietverlening stagneren. In augustus is het uitstaande consumptief
krediet verminderd met $ 1,29 miljard tot $ 731 miljard. Voorlopig blijft
de economische groei tegenvallen.
De groothandelsverkopen daalden
in augustus met 3,3%, terwijl de afzet van duurzame consumptiegoederen zelfs met 4,4% afnam. Ook de industriele orders daalden met 1,9%.
Daartegenover stonden ook positieve
cijfers. De verkoop van nieuwe huizen kon in augustus de stijgende lijn
hervatten (+6,7%), en de index van inkoopmanagers, in het algemeen gezien als voorlopende indicator, toonde over September een niveau van
55, ruim boven de vijftig die als ondergrens gezien wordt voor groei. Dat
zou er dus op duiden dat het langverwachte herstel er aan zit te komen.
Ook in Japan wordt het monetaire
beleid voorzichtig verruimd. De verplichte kasreserve voor banken
werd recentelijk door de Bank of
Japan terug gebracht tot 40%. Ook
hier is de achtergrond de aarzelende
economische ontwikkeling. Zonder
stimulerende maatregelen zou het
vierde kwartaal dit jaar wel eens op
een negatieve groei kunnen uitko-

men. Overigens zijn de verdere berichten over de economische ontwikkeling soms wat moeilijk te rijmen.
Zo daalde de industriele produktie
in augustus met 2,1%, maar stegen
de detailhandelsverkopen in die
maand krachtig. In ieder geval ligt
de oorzaak van de aarzeling niet in
de exportsector. Het overschot op
de Japanse handelsbalans vertoont
een aanhoudend krachtige stijging.
Duitse Industrie stap terug
Ook de Duitse economie begint
steeds duidelijker af te koelen. De industriele produktie in de westelijke
staten lag in augustus nog •wel 1,9%
hoger dan in dezelfde maand van vorig jaar, maar ten opzichte van juli
was sprake van een daling met 1,2%
waar een stijging verwacht was. In
het westelijk deel daalden de groothandelsverkopen in augustus met
3% op jaarbasis, terwijl ook de nieuwe orders voor de verwerkende industrie in die maand met 2,9% daalden. In lijn met de afzwakkende
groei ‘was de importdaling van 17%
in augustus. Omdat de export met
‘slechts’ 12% afnam resteerde een
overschot op de handelsbalans van
DM 3,1 miljard, het grootste overschot in een maand tot nu toe dit
jaar. De neergaande lijn in de handelsbalans lijkt het dieptepunt te zijn
gepasseerd, ook al ligt het niveau
van de overschotten scherp onder
dat van een jaar geleden toen in augustus nog een overschot van DM
7,4 miljard werd geregistreerd.
Tegenover deze aarzelende ontwikkeling in genoemde landen staan ook
lichtpuntjes in landen waar de grootste groeivertraging achter de rug lijkt.
Zo werd voor Frankrijk weer een
groei in het tweede kwartaal opgetekend van 0,8%, waar het eerste kwartaal nog van een stabilisatie sprake
was. En ook in het Verenigd Koninkrijk schijnt nu en dan licht aan de horizon. De detailhandelsverkopen daalden in augustus weliswaar met 1,2%
of 0,1% op jaarbasis, deze daling lag
duidelijk onder die van voorgaande
maanden. Voor de Nederlandse economie is de vertraging in Duitsland uiteraard van groot belang. Het consumentenvertrouwen in eigen land is
op het laagste punt sedert oktober
1984 beland. Nog slechts 17% van de
ondervraagden meende in September
dat het moment geschikt was voor
aanschaf van duurzame goederen.
Deze bijdrage is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie Beleggen met Van lanschot. •

1043