Ga direct naar de content

Leiden in last

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 1 1992

Leiden in last
In politick Den Haag is een venijnig steekspel ontstaan over de vraag wie verantwoordelijk is voor de
sterke stijging van de collectieve-lastendruk: het kabinet of de sociale partners. Minister De Vries van
Sociale Zaken opende de aanval met zijn aankondiging dat hij de aanvulling van het ziekengeld tot
100%, die sociale partners in cao’s zijn overeengekomen, niet langer wil laten meetellen in de berekening van de collectieve-lastendruk. Hij vindt het onredelijk dat de overheid wordt gedwongen tot extra
bezuinigingen door afspraken die werkgevers en
werknemers in cao-onderhandelingen met elkaar
maken. De werkgevers riposteerden met het verwijt
dat de minister wijst op de splinter in hun oog, terwijl hij de immense balk in het oog van de
CDA/PvdA-coalitie vergeet. Nog onlangs heeft het
kabinet voor ongeveer hetzelfde bedrag solidariteitsheffingen opgelegd in de ziektekostenverzekeringen die niet tot de collectieve-lastendruk worden gerekend, maar daar in feite wel toe behoren.
De poging van De Vries om de definitie van de collectieve-lastendruk te veranderen, past in een lange
traditie van budgettaire schijnmaatregelen en trues.
Dat De Vries zijn toevlucht tot een dergelijke true
wil nemen, illustreert dat het kabinet bezuinigingsmoe is. De oplossing voor de financiele problemen
moet ergens anders worden gevonden. Dat wordt
moeilijk nu ook Nederland de gevolgen gaat ondervinden van de internationale conjuncturele vertraging. Het Centraal Economisch Plan dat volgende
week verschijnt, laat daarover weinig misverstand
bestaan. De groei van het nationaal inkomen valt terug tot onder de 1%, de groei van de werkgelegenheid stagneert, de werkloosheid loopt op en de winsten en investeringen van bedrijven dalen. Mede als
gevolg daarvan dreigt het financieringstekort weer
toe te nemen en stijgt de collectieve-lastendruk. Wil
het kabinet blijven voldoen aan de eisen die het regeerakkoord stelt, dan valt aan extra ombuigingen
niet te ontkomen. In totaal moet er volgens de Centraal Economische Commissie, die het kabinet adviseert over het financieel-economische beleid, volgend jaar ten minste voor/ 6,5 mrd. worden omgebogen om de kabinetsdoelstellingen te halen. Volgens president Duisenberg van De Nederlandsche
Bank is zelfs een bedrag van/ 8 a 10 mrd. aan ombuigingen noodzakelijk.
Uit de deze week gepresenteerde Kaderbrief van minister Kok van Financien blijkt dat het kabinet de adviezen naast zich neerlegt. Kok signaleert voor de
begroting 1993 slechts een probleem van/ 1,4 mrd.
Met een ombuiging in die orde van grootte is het
mogelijk om het financieringstekort volgens het in
het regeerakkoord afgesproken tijdpad te laten dalen. Zoals bekend is dat Koks hoogste prioriteit. De
noodzaak om ruimte te creeren voor lastenverlichting wordt naar de toekomst weggeschoven. Dat
een daling van de lastendruk voor de economische
groei en de werkgelegenheid op termijn veel belangrijker is dan een verdere daling van het financieringstekort, laat het kabinet kennelijk koud.

ESB 1-4-1992

Al sinds het aantreden van het kabinet-Lubbers/Kok
is het verkeerd gegaan met de ontwikkeling van de
collectieve-lastendruk. Direct na het afsluiten van
het regeerakkoord ontstond een discussie tussen de
coalitiepartners of als ijkpunt voor het kabinetsbeleid de in 1990 feitelijk gerealiseerde lastendruk
(52,4%) of de in het regeerakkoord verwachte druk
(53,6%) moest gelden. De lage variant moest het
spoedig afleggen. Een belangrijk deel van de ombuigingen in de Tussenbalans werd gevonden in de
vorm van lastenverzwarende maatregelen. Inmiddels dreigt de feitelijke lastendruk nog boven de
hoge variant uit te stijgen. Terwijl de politieke partijen en ook leden van het kabinet om het hardst roepen om lastenverlichting, wordt de lijn van lastenverzwaring gewoon doorgezet.
Hoe belangrijk lastenverlichting is voor de Nederlandse economic is vorig jaar door het CPB in de Macro Economische Verkenning beschreven. Indien
het trend- en koppelingsbeleid van de jaren zeventig in de jaren tachtig zou zijn voortgezet en er uit
dien hoofde dus geen verlaging van arbeidskosten
had plaatsgevonden, was de groei van de werkgelegenheid 150.000 personen lager geweest. Daarnaast
is lastenverlichting belangrijk voor het beperken
van de inflatie. In korte tijd is Nederland van koploper op het gebied van de inflatiebestrijding naar de
Europese middenmoot afgezakt, onder meer door
lastenverzwarende maatregelen van de overheid. In
het cao-overleg is duidelijk waarneembaar dat deze
zich in hogere looneisen vertalen.
Daarnaast is de totstandkoming van de interne
markt in Europa nog een extra reden om ernst te maken met de noodzaak tot lastenverlichting. In zijn
nieuwjaarsartikel in ESB heeft Geelhoed gewezen
op het gevaar dat de lidstaten van de Gemeenschap
in toenemende mate verwikkeld raken in een onderlinge belastingconcurrentiestrijd. Met een collectieve-lastendruk die tot de hoogste in de OESO hoort,
gooit Nederland hoge ogen om in deze strijd het onderspit te delven. Dat het gevaar van belastingconcurrentie niet denkbeeldig is, wordt bevestigd door
een onlangs uitgelekt rapport van Price Waterhouse
Belastingadviseurs waaruit zou blijken dat Nederland tientallen miljarden guldens aan investeringen
mist omdat andere landen, met name Belgie en lerland, speciale belastingconstructies kennen.
Het is noodzakelijk dat het kabinet terugkeert van
zijn dwaalweg in de richting van lastenverzwaring.
Ook al is het begrijpelijk dat er sinds de Tussenbalans weinig animo meer bestaat om aan nieuwe bezuinigingsronden te beginnen, de noodzaak tot lastenverlaging vereist toch dat er op de begroting
wordt gezocht naar additionele besparingen. De sociale uitkeringen en subsidies zullen daarbij opnieuw aan de orde moeten komen, want dat zijn
nog altijd de terreinen waarop de Nederlandse economic zich met kostbare regelingen van de omringende landen onderscheidt.
L. van der Geest

313

Auteur