Ga direct naar de content

De presidentscyclus

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 1 1992

Figuur 2. Conjunctuurindicatoren van Nederland, Duitsland en de VS
3

De presidentscyclus
De DNB-conjunctuurindicator toont
een neergaande beweging, die echter in mei aanstaande eindigt. Ook
voor juni wordt geen verdere daling
aangegeven (zie figuur 1). Mogelijk
is dit een voorbode van een in de
voorzomer vallende conjunctuuromslag, die een einde maakt aan de momenteel scherp neergaande tendens,
welke is afgemeten aan de produktie in de verwerkende Industrie.
De conjunctuur in Nederland wordt
in sterke mate bepaald door die in
Duitsland en de Verenigde Staten. Figuur 2 geeft Conjunctuurindicatoren
voor deze twee landen alsmede de
DNB-indicator voor Nederland. De
buitenlandse indicatoren zijn op dezelfde wijze (her-)berekend als de
DNB-indicator.
Voor de VS staat de conjunctuurontwikjceling en de beoordeling ervan
in het teken van de presidentsverkiezingen van november aanstaande.
Vooral het monetaire beleid draagt
door krachtige rentedaling fors bij
aan het conjunctuurherstel. Volgens
‘de theorie van de presidentscyclus’
is het voor herverkiezing optimaal
om de economic in de eerste twee
jaar van de ambtsperiode af te remmen om inflatieverwachtingen te
tempereren, en in de tweede helft te
stimuleren om de groei te bevorde-

-2

::;;
: */

-3
-4

67

69

71

73

75

77

79

81

83

85

87

89

91

NB: de P geeft het moment van presidentsverkiezingen in de VS aan.
ren en de werkloosheid te verminderen. Figuur 2 toont dat in de periode
1967-1992 in het halfjaar voor de verkiezingen de conjunctuur zich vijf
van de zeven keer opwaarts en
slechts twee maal neerwaarts heeft
bewogen. De neergang van 19801981 werd veroorzaakt door de tweede oliecrisis. De geringe conjunctuurverzwakking van 1988 werd
overheerst door de toentertijd hoge
trendmatige groei, waardoor het presidentschap in handen van de republikeinse partij kon blijven. Een en
ander suggereert dat de theorie van
de presidentscyclus enige steun
vindt in de werkelijkheid. De vraag
is evenwel of het huidige stimuleringsbeleid bij de momenteel bescheiden trendmatige groei voldoende is om het publiek in de VS te
overtuigen. Het tempo van het her-

Figuur 1. DNB-conjunctuurindicator
2r

. . . Duitsland
——— Nederland
……… Verenigde Staten

Realisatie
Indicator

1 –

stel is immers tot op heden veel geringer dan dat van de meeste andere
in figuur 2 getoonde perioden van
conjunctuurherstel.
In Duitsland duurt de conjunctuurvertraging nog voort onder invloed

van het op inflatiebestrijding gerichte restrictieve beleid en van het geleidelijk wegvallen van de Oostduitse
inhaalvraag. Overigens wordt ook
voor dit land verbetering van de conjunctuur verwacht, met name in de
tweede helft van dit jaar. Deze internationale ontwikkelingen ondersteunen de verwachting dat de Nederlandse conjunctuur, waarvan de
indicator zich blijkens figuur 2 meestal beweegt tussen die van de VS en
Duitsland in, zich in de tweede helft
van dit jaar zal verbeteren.

Conclusie

85

ESB 1-4-1992

90

92

De DNB-conjunctuurindicator toont
een daling die in mei eindigt en zich
in juni niet voortzet. Dit zou een aanwijzing kunnen zijn voor een omslag
in de conjunctuur van neergang naar
herstel. In de VS treedt reeds een aarzelend herstel op, terwijl de conjunctuurindicator van Duitsland voorlopig nog wijst op verdere vertraging.
Op termijn wordt ook voor dat land
conjunctuurherstel voorzien.

355