Ga direct naar de content

Laat consumenten kiezen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 8 1998

Laat consumenten kiezen
Aute ur(s ):
Raa, M.H. ten (auteur)
Verb onden aan de Katholieke Universiteit Brab ant.
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4147, pagina 283, 10 april 1998 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):
w elvaart, w elzijn

Het moet heerlijk zijn om president te zijn, zeker van Frankrijk. Je drukt je stempel op het land met een ‘grand projet’. Hiertoe laat je
alternatieven ontwikkelen, die je op je bureau legt. Je kijkt ernaar, staart naar buiten, en denkt diep na. Dan leg je je vinger opéén van
de alternatieven. Einde besluitvorming.
Onze minister-president heeft ook allure. Zijn grand projet is de ondertunneling van het Groene Hart van Holland. Geen decadent
museum in de hoofdstad of de regeringszetel, maar een nutsobject dat de platte schoonheid van ons landschap intact laat. Een
Hollandse polderjongen waardig. Ik stel mij voor dat ik later mijn kleinkinderen meeneem naar Hazerswoude en even stil sta. “Opa, wat is
er?” “Niets; en dat hebben we te danken aan een groot staatsman, Kok. Als hij er niet geweest was, zou je hier een trein voorbij zien
rijden.”
Het grand projet ‘ondergronds logistiek systeem’ staat hoog op de lijst van alternatieven, opgesteld door de ICES, de
Interdepartementale Commissie Economische Structuurversterking. De leden van het kabinet buigen zich over de lijst. Probleem is dat
ministers betrokken zijn. Ze zijn in de eerste plaats budgetmaximalisatoren. Mevrouw Jorritsma zal stadsgewestelijk openbaar vervoer
beleefd aanbevelen als grand projet. De heer Ritzen vraagt aandacht voor een grand projet in het onderwijs, zoals ICT, enzovoorts. Enfin,
‘t schijnen nette mensen te zijn, ze komen er wel uit. Groter probleem is dat de kosten wel, maar de baten niet bekend zijn van de
verschillende projecten. Typisch Nederlands. Het is maar de vraag of een echt grand projet geldelijke baten moet genereren. Immers, als
dat zo zou zijn, dan zou je het project als een ordinaire bedrijfsinvestering kunnen aanmerken. Wat dat betreft is de HSL-tunnel een grand
projet pur sang: de baten zijn niet zo zeer economisch, maar meer nationaal-cultureel.
De waslijst van kandidaat grandes projets is aanzienlijk. Zeven bereikbaarheidsprojecten, zes projecten op het gebied van
ruimtedruk/ruimtelijke kwaliteit, drie op het gebied vitale steden, zes milieuprojecten, en negentien kennisprojecten, de absolute topper.
Niet alle 41 projecten zijn even kansrijk. ‘Nazorg gesloten stortplaatsen’ heeft waarschijnlijk onvoldoende allure om ‘t te maken. Het is
wikken en wegen voor onze ministers. Leuk is het wel, want er valt iets te kiezen. De grote winnaar zal het hoofdwegennet zijn. De
capaciteitsuitbreidingen zullen nauwelijks tot minder congestie leiden en de aantrekkelijkheid van het project wordt dan ook gezocht in
het algemeen economisch belang van verkeer. Dit is op zichzelf juist, maar zo’n belang laat zich wel uitdrukken in een prijs.
Een uitdagender taak voor het nieuwe kabinet is
er voor te zorgen dat de prijs van (semi-)overheidsdiensten in rekening gebracht wordt: rekeningrijden, onderwijs per vak,
gezondheidszorg per behandeling. Het is uitdagend omdat de technologie van het afrekenen van diensten nog maar sporadisch wordt
toegepast. Bovendien zullen zo nieuwe markten aangeboord kunnen worden.
Er zijn veel onbevredigde behoeften op het gebied van de gezondheidszorg en de semi-overheid in het algemeen. Deze sectoren gaan
evenwel gebukt onder de budgetrestricties van de betreffende ministeries. Aan veel door particulieren uitgeoefende vraag kan niet
worden voldaan, omdat de overheidsfinanciering het aanbod beperkt. Hier is echter geen dwingende reden voor. Het venijn zit hem erin
dat infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg aan de aanbodzijde gesubsidieerd worden. Verlegt men evenwel de subsidiestromen
van ziekenhuizen naar patiënten, van scholen naar leerlingen, van wegen naar automobilisten, ja, van de aanbod- naar de vraagzijde, dan
kunnen de publiek en particulier gefinancierde vraagcomponenten coëxisteren zonder elkaar in de wielen te rijden op
overheidsbudgetten.
De bereidheid bij de instellingen om mee te werken aan zo’n financiële schuifpartij is groot. Als ziekenhuizen gevrijwaard zouden blijven
van de duizenden normen en regels die hun bouw, beheer, tariefstelling en taakverdeling beheersen, dan bedienen ze graag de latente
vraag. Als scholen en universiteiten gevrijwaard zouden blijven van de input-sturing (klassegrootte, contacturen, computers) en de
irrationele tariefstelling door Zoetermeer, maar vrij zouden zijn hun eigen organisatievorm en tarieven te bepalen, dan nemen ze
bezuinigingen op de koop toe.
Het aardigste van rekeningrijden op de weg, in de school en in het ziekenhuis, is dat vanzelf blijkt waar de bereidheid om te betalen voor
capaciteitsuitbreiding zich zal voordoen: op de A1 of de A2/A76, in algemene of bijzondere scholen, de geestelijke of gewone
gezondheidszorg, of onder de grond in Hazerswoude.

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl )

Auteurs