Ga direct naar de content

Laagopgeleiden participeren minder en met lager loon na de crisis

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 19 2017

■ Jessie Bakens en Didier Fouarge (ROA)

Economische cycli hebben niet alleen duidelijke gevolgen voor de vraag naar arbeid, maar ook voor het loon van werkenden. Over het algemeen geldt dat als de werkgelegenheid toeneemt terwijl het aanbod gelijk blijft, het loon van werkenden omhoog zal gaan. Maar de afruil tussen het bruto-uurloon en de arbeidsmarktparticipatie is niet voor alle opleidingsniveaus hetzelfde. Dit blijkt ook uit de figuur waarin de gemiddelde arbeidsparticipatie en het gemiddelde uurloon geïndexeerd zijn.

De terugval in de arbeidsvraag tijdens de crisis heeft zich vertaald in een lagere participatie en een lager uurloon voor de laagopgeleiden. Vanaf 2014 is er voor deze groep sprake van een herstel in de werkgelegenheid, maar niet in het uurloon. Voor middelbaaropgeleiden ging zowel het loon als de arbeidsparticipatie omlaag tijdens de crisis. Bij het herstel van de economie vanaf 2014 lijkt de arbeidsmarkt voor middelbaaropgeleiden zich voorzichtig te herstellen. Voor de hoogopgeleiden heeft de crisis vooral gevolgen gehad voor het uurloon, en veel minder voor de arbeids­participatie. De hogeropgeleiden konden tijdens de crisis hun hoge participatiegraad behouden door een lager uurloon te accepteren, of door akkoord te gaan met een baan beneden hun niveau voor een lager uurloon. Vanaf 2011 laat het uurloon van de hoogopgeleiden weer een herstel zien.

De ontwikkelingen in de netto arbeidsmarktparticipatie en uurloon voor de verschillende opleidingsniveaus kunnen verklaard worden door verschillende arbeidsmarktmechanismen. Een daling van de consumenten­bestedingen tijdens de crisis werkt direct door op de lagere vraag naar beroepen waarin laagopgeleiden werkzaam zijn, bijvoorbeeld in de diensten­sector. De arbeidsmarkt voor lageropgeleiden kan ook minder flexibel zijn, bijvoorbeeld door cao-lonen, waardoor het voor bedrijven niet mogelijk is om lonen aan te passen om de werkgelegenheid op peil te houden. Ook kan er sprake zijn van verdringing van laagopgeleiden door hoogopgeleiden tijdens de crisis. Deze verdringing is echter ook structureler van aard (upgrading) en kan ertoe leiden dat er zelfs tijdens een crisis geen groot overschot is aan hoogopgeleiden op de arbeidsmarkt.

Auteurs

Categorieën