Ga direct naar de content

Krediet stroomt langs nieuwe kanalen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 2 2014

Onze banken worden op hun eigen kernactiviteiten aan alle kanten ingehaald. Niet alleen aan de kant van kredietverlening aan bedrijven en huishoudens, maar ook aan de kant van ICT vernieuwingen in financiële dienstverlening. Ga maar na: langlopende grote projecten worden straks door pensioeninstellingen via het NII gefinancierd. Oud familiefortuin springt deels in het gat van vele miljarden waarmee het MKB droog staat.  Een ander deel van dat financieringsgat wordt opgevuld door krediet van de Europese Investeringsbank, die twee weken geleden een  vestiging in Nederland opende om zichtbaar te zijn voor de kredietvraag van de ondernemer. Weliswaar op kleinere schaal, maar desalniettemin booming is crowdfunding als alternatief voor bankkrediet voor kleinere projecten. Op de markt voor hypotheken timmeren verzekeraars al stevig aan de weg en daar komt straks nog het NHI vehikel bij waar banken hun hypotheken kwijt kunnen.
Het ingehaald worden blijft niet beperkt tot het traditionele bankieren. De ING die probeerde een sprong vooruit te maken met de analyse van klantgegevens voor innovatie werd hard teruggefloten. Maar ondertussen keek Google lachend toe hoe er een markt van financiële online diensten en producten braak ligt rondom die arme banken wiens handen gebonden zijn.

Handen van banken gebonden
Wat is er toch aan de hand met die banken? Hoyer van de EIB zegt het treffend: ‘Nederland hád een geweldige financiële sector met actieve en robuuste banken. Die kónden voorzien in de financieringsbehoefte van de maatschappij’. Dat zij daarin nu achterblijven komt niet door onwil of chantage zoals sommige populisten suggereren. Wel is nutsbankieren op grote schaal veel minder aantrekkelijk geworden. Waar systeemrelevantie vroeger stond voor impliciete staatssteun, daar staat het nu voor de Liikanen regel waarin er niet overmatig  aan zakenbankieren mag worden gedaan  als voorwaarde voor deelname aan het deposito garantie stelsel (DGS). Ook mag er niet teveel tegenpartijrisico worden genomen van banken die buiten het DGS vallen.
Wat mag zo’n bank nou nog wel? En is dat dan wel voldoende interessant voor nieuwe banken of buitenlandse banken om actief te worden?
 

Politieke zondebok
Vorige week debateerde de Tweede Kamer over deze vragen.  Zij reageerde daarmee op het rapport van de Commissie Wijffels, dat al vorig jaar zomer was verschenen. Dit debat was teleurstellend. De Kamerleden leken vooral bezig met het voor de bühne strooien met verontwaardiging over die bankiers die de belastingbetaler hadden laten opdraaien voor de gevolgen van hun risico’s. Maar vooral teleurstellend omdat de waardevolle aanbevelingen van de Commissie Wijffels nauwelijks aan bod kwamen.

Wijfels adviezen in de wind
Een eerste aanbeveling is in wezen precies wat we nu langzaam zien gebeuren, namelijk dat er een grote diversiteit komt van concurrerende spelers die krediet aanbieden. Terwijl de Kamer spreekt over een dienstbare bankensector die in alle nederigheid de ene na de andere risico-beperkende maatregel krijgt opgelegd, komt dienstbaarheid volgens de Commissie het best op gang door voldoende concurrentie.
De aanbeveling die de meeste aandacht kreeg was uiteraard de verhoging van de kapitaalratio. Die verhoging zorgt ervoor dat banken op afstand van de overheid komen te staan en hun eigen of elkaars klappen kunnen opvangen bij volgende crises. Zodra die kapitaalbuffer er is kunnen deze banken ook makkelijker nieuw kapitaal aantrekken, maar er is meer. Nieuw onderzoek van Gert Peersman dat nog zo vers is dat het alleen nog gedrukt staat op de cp-pagina van  uw geliefde ESB laat zien dat het transmissiekanaal van de ECB om kredietverlening te stimuleren via interbancair krediet, vooral werkt bij hoge kapitaalbuffers. Bij lage buffers blijken die onconventionele ECB maatregelen vooral te leiden tot het opkopen van staatsobligaties. Het punt van de banken met lage kapitaalbuffers is echter dat de weg ertoe en alle beleidsonzekerheid daaromtrent, hen parten speelt. In onze hiernavolgende editie werken Bijlsma en Kool de mogelijkheden voor verhoging van kapitaalratios verder uit.
Zodra kapitaalbuffers de banken op voldoende afstand van de staat plaatsen, kan het dienstbaar zijn aan de samenleving rustig aan de markt worden overgelaten. Wie niet dienstbaar is word weggeconcurreerd.
En hoe zit het dan met het systeemrelevante betalingsverkeer? Wie neemt dat over als de bank failliet gaat? Ook daar heeft de Commissie aan gedacht, al lijkt dat niemand opgevallen. ‘Een architectuur van IT systemen die de continuïteit van systeemrelevante activiteiten waarborgt’.

Auteur

Categorieën