Ga direct naar de content

Jrg. 6, editie 279

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 4 1921

MEI 1921.

AËtJ1?S1EC111′ VOO1EilOUDEN.

Econom1sch~

Statistische

Benchten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN
VERKEER

UITGAVE VAN HET INSTITUUT. VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

6E JAARGANG

WOENSDAG 4 MEI 1921

No. 279

INHOUD

81z.

HET VERSLAG VAN DE INDISCHE ARBEIDSCOMMISSIE BETREF-FENDE DE VASTSTELLING VAN MINIMUM-LOONEN
OP JAVA EN
MADOERA
door
Mr. Dr.
A. M. Joe/ces ………..
. 383
Het Engelsche Financieele Systeem III door
Mr.
A.
,Spanjer.
385
Landbouwproductie en Ekonomische Dwalingen door
Mr.
J.
Bierens de Haan Jr.
(met naschrift door
J.
Eginid)..
388
Goud in het Eerste Kwartaal 1921
………………..
390
Londensche Correspondentie……………………..
391
AANTEEKENING:
Ontginning van aardolievelden in Nederlandsch-Indië
393
STATImEKEN EN OvERzicirraN
………………
394-401
Geidkoersen.

Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.

Goederenhandel.
Bankstaten.

1

Verkeerswezen.

INSTITUUT

VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

Algemeen Secretaris: Mr. G. W. J. Bruins.
.&8sistent-Redacteur voor het weekblad: D. J.
Wansink.

Secretariaat: Pieter de Hooghweg 122, Rotterdam.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige Plaatweg 87.

Telef. Nr. 8000. Telegr.o4res: Economisch Instituut.
Postcheque en girorekening Rotterdam No. 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in. Nederland f 20,—. Buitenland en Kolon.iën f 25,-
per
jaa’r.
Losse nummers 50 cents:

Leden en donateurs van het Instituut ontvangen
het weekblad gratis.

De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0.50 per regel. Plaatsing bij abonne-ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en adverienlies: Nijgh & van Dilmar’s Uitgevers-
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage.

2 MEI 1921.

Ook deze week bleef. cie gc’i’dmarkt weder vast. l).c

nadering van dc maandswiisseling deed cle p’ro’lon-

gatierente reeds spoedig oploopen, zoodat aan het

einde der week weder 4% pCt. genoteerd w’er’d Voor

wissels was er ‘bijna geen enkelen dag geld beschdk-

haar en was het diikwij]s zelfs niet nitge1ijk tot bank-

disconto te plaatsen, zoodat al het papier ibij de Ne-

der] and so.he Bank moest worden eed ergebracht.

*

*
*

Evenals de voi’ige week waren Parijs en België ook

(lo’ze berichtsweek zeer vast. Vooral Parijs liep sterk

öp en noteerde ton slotte gelijk ‘aan Brussel, zoodat

het.. disagio geheel verdween. Alle andere wissels wa-

ren daarentegen flauw. In verband met den pol,itieken

,oestanjd w.a Berlijn natuurlijk nog al aangeboden

en fliictueerd af en toe vrij sterk. Het slot was echter
eerder prijshouden’d. Na lang aarzelen ds de Bank of

Eu.glan.d
CL
deze week toe overgegaan het ban’kdris-

conto te verlagen. Tegen de verw•ac.hbing bedraagt
de verlaging echter slechts een half percent. Ook de

Zweedsche ïtijksbartk ging tot een kleine verlaging

over au bracht liet wisseldisconto op 7 pOt.

LONDEN,-29 APRIL 1921.

De ruime geidmarkt van de afgeloopen week is

hoofdzakelijk toe te schrijven aan hot feit, dat het

opgenomen bedrag aan nieuwe sehatkistwissels aan-

merkelijk kleiner was, dan het vrijgekoanen bedrag

door het vervallen van oude wissels. Op Dinsdag

vond’ een verlaging van den koers voor 12 maands-

schatkistwissels plaats en wel van 6 tot 5% pOt., het-

geen eenige verwondering heeft verwekt. Deze stap

werd dan ook beschouwd als teeken van een spoedige

verlaging van de Bank Rate, hetgeen inderdaad op

l)onderdag j.l. plaats vond. Deze verlaging van 7 op

6% pOt. was een teleurstelling en wordt slechts als

eene voorloopige maatregel ‘beoordeeld. Men verwacht

stellig, dat na de oplossing van het arbeiderscouflict,

de Bank Rate 6 pOt. zal worden.

Daggeld werd hbofdzakelijk tegen 4 tot 5% pOt.

gedaan; zevendaags- tegen 5% pOt., alhoewel op Don-

derdag de koers slechts
5
pct. was.

.De disconto-markt was tamelijk stil en koersen zijn

weinig veranderd. Tweemaands-papier was
pOt.; driemaands- 5%

/
8
pOt.; viermaands- 5%-

7/
pOt. en zesmaands-papier
5%—/8
pOt.

HET VERSLAG VAN DE INDISCHE

ARBEIDSCOMMISSIE BET1EFFENDE DE
VASTSTELLiNG VAN MINIMUM-LOONEN

OP JAVA EN MADOERA.

Ï)e Indische Arbeidscommissie, die in het algemeen
tot taak heeft de noodige onderzoekingen in te stel-
len ter voorbereiding van eene arbeidswetgaving in
Indië, werd in September 1919 door de Indische Re-

geering uitgenoodigd tusschentijds advies uit te bren-
gen over de vraag of de Regeering tot vaststelling van
minimum-bonen op 3ava en Madoera moest overgaan.
Naar aanleiding daarvan heeft de Commissie zoo-

veel mogelijk cijfermateriaal verzameld betreffende
bonen en prijzen in de laatste vijftien jaren en bracht
zij in een enkele maanden geleden openbaar gemaakt
rapport – bestaande uit een advies der meerderheid,
een minderhcidsnotk en een nawoord van een enkel
lid, dat zich in hoofdzaak met de nota der minderheid
vereenigt – haar advies uit.
De Commissie acht de vaststelling van minimum-
bonen niet alleen wenschelijk, doch dringend noodza-

1

384

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4
Mei 1921

lelijk. In d€ze slotsom steiiimen iie diie doelen van

het rapport met elkaar overeen. Meerde.rliéid en min-

derheid der Consmis’sie verschillen evenw’el met elkaar

omtrent de wijze van invoering van hot wettelijk mi-
nimum-loon en omtrent de vraag of de behoeften van

den indivi’dueelen arbeider, dan wel die van den arbei-

der met zijn gezin den grondslag moeten vormen voor de bepaling van het minimum-loon.

De meerderheid wenscht, dat hij eenc ordonnantie,

waarvoor een ontwerp met toelichting in het rap-

port is opgenomen -, aan den Gouverneur-Generaal

de bevoegdheid wordt verleend om, zoo noodig dis-

trictsgewij ze, min imum-‘dagloonen vast te stelleii.

Deze zouden eerst diie maanden na de vaststelling in

werking treden, met •dieh verstande, dat dan niet

da’delijk het volle minimum-loon zou moeten worden
uitgekeerd, maar hef geldende dagloon maandelijks

met ten minste 2 % cent zou moeten worden verhoogd,.

tobdat het voorgeschreven minimum-loon zou zijn be-

reikt. De meerderheid acht dezen geleidelijken over-

gang naar den ‘hoogeren loon-standaard noodzakelijk
zoowel voor de bedrijven als voor de betrokken werk-

iemers. Voor ‘de bedrijven, omdat deze daardoor gele-
genheid hebben zich aan de hoogere productiekosteii

aan te passen. Voor de werknemers, omdat een te snelle

verruiming ‘van de inkomsten zou leiden tot ,,een on-
doordacht voldoen aan abnormale behoeften, welke

vaak uitspatti’ngen schijnen”, tot een
,,O.W.cr
psycho-

logie”..
Ten deele op overeenkomstige gronden acht de meer-

derheid het wenschelijk, dat het bedrag van

het

mjnimu.m..loon zal worden bepaald naar de leveiisbe-

hoeften van den individueelen arbeider, niet naar die

van den arbeider met zijn gezin. Reeds bij de vaststel-

ling van een minimum naar eerstbedoelden maatstaf

zullen in verschillende streken de bonen, naar de
berekening der Oommissie, belangrijk moeten stijgen.
Bij deze berekening is zij uitgegaan van ‘het voor

gevangenen vastgestelde rantsoen en de prijzen voor
aankoop van de verschillende ‘lbestanddeelen ervan.

Hoewel in beginsel de juistheid van een gezinsloon
erkennende, is de meerderheid der Oommissie van oor-

deel, dat een daarop gebaseerd minimum-loon zou lei-
den tot ontwrichting van tal van bedrijven, vooral van

cultuuronderne’mingen en inlandsche werkplaatsen,
waarbij de productie-kosten grootendeels door den
loonstandaard worden heheerscht. Daarenboven acht
zij het ongewenselit het minimum-loon naar den maat-
staf van de gezinsbehoeften ie bepalen, omdat naar zij
vreist daardoor niet alleen eene te snelle verruiming
van de inkomsten• der werknemers zou plaats hebben met .de bovenbedoelde minder geweuschte gevolgen,
maar daardoor tevens voor ‘den arbeider de prakkel
zou vervallen om zich door meerderen ijver en in-
spanning een boven het wettelijk minimum uitgaand

loon te verwerven.

De minderheid acht het voorstel ‘der meerderheid

te eenen male onvoldoende.

Zij stelt op den voorgrond, .dat volgens de door de
Commissie verizmelde gegevens in dit opzicht op

Java een noodtoestand bestaat en dat zoo spoedig mo-
gelijk moet worden ingegrepen om paal en perk te
stellen aan de st’lselmatige ondervoeding, die het lot
is van een groot dedi van Java’s ‘arhei’dend’e bevolking.
Deze ondervoeding is om. tot .uiting gekomen in het

geringe weerstandsvermogen bij de griep-epidemie in
November 1918, die ‘op Java’ een in verhouding tot

andere landen buitengewoon groot aantal slachtoffers

ci sch te.

Alles ‘bijeengenornen – aldus de minderheidsnota –

staat vast, dat een koelie-gezin (gesteld op man, vrouw

en drie .kin;deren), hetwelk geen inkomsten uit grond-

bezit trekt, (en at is bijna de helft van Java’s be-
vol’king), ondervoed moet worden, wanneer het niet

cle besehilekink heeft over
f
1.25—! 1.50 per dag voor

voedsel alleen,
f
1.40—! 1.75 voor zijn geheele bestaan
(iiet i
n
beg
r
ip van ‘kleeding, woning, ‘belasting enz.).

Ifiertegenover staat de rauwe werklijkl:ieid, die geen

andere is. dan dat de’ mannen in een groot ‘deel van

– Java, met hard werkcnf 0.30—f 0.40, in enkele ‘geval-len iets meer, kunnen verdienen en dat het gezinsinko-
men, indien de

r
r
ou
w
‘niet totale verwaarloozing van huis en kroost, dag in, dag uit doorwerkt (hetgeen een groot deel van liet jaar niet eens mogelijk is) en zulks

eveneens het geval is met een der kinderen, hoogstens

het dubbele daarvan bedraagt, of slechts ‘de helft
van hetgeen noodig is, om zich een mini nium-rantsoen
te verzekeren.

i)c minderheid acht liet daarom noodzakelijk,’ dat

op voorstel van ‘den Resiclent door de Regeering voor
elk gewest een minimum-loon zal worden vastgstelcl,

gebaseerd op de levensbehoeften van het gezin, en dat
dit loon voor mannen ten minste,
f
0,60 per dag en voor vrouwen en kinderen ten minste
f
0,45 zal be-
dragen.

Als tijdelijken maatregel acht zij, ter voorkoming van

vertraging, de onmiddellijke invoering van een mini-

mum-loon berekend naar de behoeften van den mdi-
vi’dueelen arbeider gerechtvaardigd, doch dan zonder
overgangsbepalingen zooals de meerdereid wil. ,,Het

is toch inderdaad”, zoo zegt zij in haar nota, ,,wel

de minimaalst ‘denkbare minimum eisch, dat een vol-
wassen man in staat gesteld wordt in eigen minimum-

levensonderhoud te voorzien.” In verband met de door

de meerderheid, voorgestelde overgangsbepalingen,
floemt zij het stelsel der meerderheid immoreel en
onteegt zij ,,elke waarde aan een regeling, die inder-
daad slechts bescherming van den werkgever schijnt
te beoogen, een regeling, die reeds bij voorbaat to’t
absolute mislukking gedoemd is, daar ‘de :be1anghcb

benden in korten tijd veel verder gaan.de concessies
zullen w-eten af te dwingen.”
*
*

Eén ding ‘blijkt’ uit het verslag ‘met groote ‘duidelijk-

heid: de erbarmelijk lage bonen van een groot deel

der arbeiders op Java en Madiyera. Sinds 1905 zijn
naar de onderzoekingen der Commissie de ‘kosten voor

levensonderhoud op Java en Madoera met rond 100
püt. gestegen, terwijl de bonen lang niet evenredig

verhoogd, ja soms zelfs zijn gedaald. Neemt men ‘daar-
bij in aanmerking, ‘dat de arbeiders-bonen op Java
een vijftien tal jaren ‘geleden ‘volgens alle onderzoe-
‘kingen beneden een menschwaardig minimum bleven,
dan spreekt ‘het feit, dat ‘de verhouding tusschen in-
komsten en kosten van levensonderhoud nog slechter
werd, voor zich zelf.

Dit feit onder de openbare aandacht gebracht te

hebben, er toe te ‘hebben ‘bijgedragen om het geweten
wakker te schudden, is stellig eene groote verdienste.
van het rapport.
Het ‘vraagstuk behandelen op een wijze, die een be-
hoorlijk inzicht geeft in de verschillende bij minimum-
boon’zetting betrokken factoren, doet liet echter niet.
1 )e economische gevolgen yan den maatregel, zooweb
als de practische moeiebijkhedn o.m. met betrek’ldng
tot de boonbepalirig hij taak- en stukwerk, en ten aan-
zien van het toezicht op de naleving van het mini-
mum-loon, zoobang op Java geen arbeidsinspectie
bestaat, laat het vrijwel onaangeroerd.’)

,,Spoedshalve” stelt de Commissie voor, bij wijze
van proef, met ter zijde lating van andere onderwer-
pen van sociale wetgeving als vaststelling van maxi-

mum-arbeidsduur, betaling van overwerk, instelling
van loonra’den en arbeidsinspectie, ‘de aanbevolen
regeling vast te stellen. De vraag is echter of ‘het mogelijk is in ‘het econo-
misch. leven eener ‘maatschappij, nog’ wel ten .aanzisn

1)
Eene belangrijke, gôed gedocumentieerde, studie over
het onderwerp naar aanleiding van ‘het rapport, van de
hand van J. Meyer Ranueft, bevat de Februari-aflevering van
,,Koloniale
Studiën”.
De schrijver komt daarin tot de
slotsom, dat ‘het wensehelijk is ‘de minimum-loonregeling
vooi-loopig te beperken to-t de overheidbedi’ijven, iie monio-
polies en ‘de met groot kapitaal werkende ondernemingen.

4 Mei 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

van een. ‘zoo belangrijk en met andere factoren als

productiekosten, prijzen en arbeidsduur nauw samen-
hangende aangelegenheid als de bonen in te grijpen,

met ter zijde lating van die andere factoren.

Het ware geen ‘overdaad geweest, indien hè’t rap-

port ‘hieraan eeni’ge aandacht had ‘gewijd.

Het is toch &uidelijk, dat ‘b.v. door verlenging van den arbeidsduur eene minimum-loonregeling, die ge-

baseerd is op eenen tien-urigen werkdag tot eene fictié
gemaakt zou kunnen worden.

Niettemin schijnt het mogelijk op het gebied der

loonregeling iets te bereiken zonder voorafgaande
regeling van den arbeidstijd, wanneer men zorg draagt

voor de instelling van organen, ter beoordeeling van

de toepassing van de minimum-boonregeling.

Aan zoodanige organen bestaat trouwens evenzeer
behoefte ter vaststelling van het bedrag van het mi-
nimum-loon.

Dat dit niet zonder ern’stige bezwaren op te leveren

kan ‘geschieden ‘op de enkelvoudige wijze als door de

Commissie vastgesteld’ – door den Qouverneur-Gene
raal. op voorstel van ‘het hoofd van het gewest –

schijnt aan geen twijfel onderhevig. Met plaatselijke
verschillen, evenmin als met de verschillende wijzen
van loonbetaling (in natura, naar taak- of stukwerk),
kan op die wijze behoorlijk rekening worden gehouden.

Daartoe zal de medewerking van loonraden voor de

verschillende districten, wellicht ook voor verschil-
lende hedrjveh, samengesteld uit werkgevêrs en werk-
nemers, onmisbaar zijn.

Aan ‘deze raden zal dan tevens ‘kunnen worden op
gedragen d’e beslissing over de toepassing ‘der mini-

mum-loonen. Zoo goed toch als tal van moeilijkheden
zullen rijzen bij de vaststelling van het minimum-loon,

zullen over de toepassing herhaaldelijk geschillen rij-
zen, welke zonder deskundige voorlichting niet kun-
nen worden ‘beoordeeld.

Aan deze raden zou voor de vaststelling van het
minimum-loon adviseereude bevoegdheid zijn te geven,
terwijl de beslissing zou kunnen worden opgedragen
aan het hoofd van het gewest, eventueel met beroep op
den Gouveineur-Gcneraal.

Daaraan zou ‘dienen vooraf te gaan de vaststelling bij or’donnantie van den maatstaf, die voor de bepa-
ling van het minimum-loon zou moeten gelden. Neemt

men in aanmerking, dat de loonzetting naar de kos-
ten van levensonderhoud van den individueelen arbei-
der – een, weinig ‘objectiève maatstaf overigens

in ieder geval reeds eene belangrijke verhooging van de bonen met zich zou ‘brengen, dan is reeds daarom
voorloopig met dozen maatstaf genoegen te nemen.

De medewerking van loonra’den zei er toe kunnen bijdragen, dat
bij
‘de vaststelling van ‘het minimum-
loon rekening wordt gehouden met den prijs- en
levensstandaard in een bepaalde streek. Daardoor zal
tevens worden voorkomen dat het minimumloon wordt
‘gesteld

op een ‘z’oodanig bedrag, dat het voor een
groot aantal ‘be’drij von d’e hestaansmogelijkhejd zou
ontnemen. De opheffing toch van enkele bedrijven

wegens de oplegging van minimum-bonen moge voor
het doorvoeren van den maatregel geen bezwaar zijn,
de Rogeering zou ‘kennelijk haar doel voorbij ‘schieten,
indien zij in haar streven om den arbeiders een behoor-
lijk loon te waarborgen op ‘belangrijke wijze de be-
staande werkgelegenheid zou beperken. Men kan er
bovendien bij voorbaat zeker van ‘zijn, dat de opleg-
ging van een boonminimum, waaraan door vele be-

drijven niet zou kunnen worden voldaan, ‘ook onder
de inheemsche bevolking als een grove onbilljkheid
zou worden gevoeld en in de practijk zou worden
ontdoken.

Anderzijds zal men de invoering van een ,,mini-
mum”-loon in ‘den v’ollen zin des woords niet ‘behoe-
ven te binden aan overgangsbepalingen, die de door-
voering ervan na afkondiging van de regeling nog
een jaar uitstellen. De in dit verband in het meer-

derheidsrapport gebe’zigde uitdrukking van vrees voor

,,O. W.er psyc’hologie” doet aan als eene ‘kwetsende
schamperheid.

Ten aanzien van de winstgevendheid der onderne-
mingen – waarbij ‘kennelijk in het bijzonder aan de

cultuuron’dernemi’ngen is gedacht -, is het rapport
overigens reeds verouderd, daar het nog is geschreven
in den tijd van ‘de overgroote winsten, die thans voor

de meeste dier ondernemingen heeft plaats gemaakt

voor een toestand van malaise. Het tijdstip voor in-
voerinig van een ,minimum-loon is daardoor belang-

rijk minder gunstig geworden, dan toen de Commissie
haar verslag uitbracht.

Niettemin ‘bestaat er ook onder de tegenwoordige

omstandigheden alle aan’lei’ding om, voor zodver dat

economisch mogelijk is, een einde te maken aan loo-
nen, die voor het levensonderhoud van menschen te
eenen male onvöidoende zijn.
A. M.
JOEKES

FIET ENGELSCHE FINANCIEELE SYSTEEM. i)

III

De gang der ,Britsohe begrootingswerkzaamhedn is

in groote trekken als volgt. De ramingen van de, voor
de onderscheidene Departementen en diensten, over
het komende jaar ibenloodigde gelden, geschieden onder
leiding van de Treasury. Begin October zendt de

Treasury ‘aan de ,,accounting officers of the several

eivil services” een ron’dsohrjven, de z.g. ,,Estimates
ircular”, met verzoek, o.p of v66r 1 December en in
alle geval vôdr 13 Januari e.k., op de daarin aange-

geven wijze, de ramingen van hun diensttak voor de
komende periode 1. April—i April aan de Treasury te

doen toek’omen. Voor de vaststelling van de ontwerp-
begrooting is het gansc’he Kabinet verantwoordelijk.

Nadat de op voormelde wijze verkregen cijfers op

overzichtelijke wijze zijn georden’d, zendt de Trea-
sury, met de hoofden ‘der militaire Departemeiiten,
ze, ‘in Januari of Februari naar het ,,House of Oom-mons”, dat zich konstitueert als ,,Oommittee of (the

Whole on) Supply”. Het Huis bespreekt, kritiseert de

ramingen tot uiterlijk 5 Augustus, doch wijzigt ze
.n:iet; het beginsel ‘van de verantwoordelijkheid der

Regeering wordt hoog gehouden. De Regeering is
echter verplicht in het openbaar alle gevraagde much-
tinigen te ‘verschaffen.

Het Engelsche Staatsrecht onderscheidt scherp tus-

sohen ,,votin’g of supply” en ,,provision of ways and
means”: Nadat ‘hét Huis, op advies van het ,,Oom-
mittee of Supply” ‘de Regeering tot liet ‘doen van uit-

gaven heeft gemachtigd, konstitueert het Huis zich
als ,,Oomm’ittee of (the Whole on) Ways and Means”,

dat het Huis omtrent het toestaan van de voor voren-
bedoelde uitgaven ben’ookligde gelden aid’viseert. De

toestemming van ‘het Huis wordt neengelegd in een
z.g. ,,a’ppropri’ation bill”. Eerst nadat die ,;bill” wet
is geworden is – afgezien van de vroeger genoemde
.,Votes on Acco’unt” geld voor de Regeering ‘beschik-
baar. Deze z.g. ,,Consolidated (Appropriation) Act”

komt meestal tegen Augustus tot stand. In die Act
wordt de Treasury tot het uitgeven van ,,treasury bills”
gomachtigd Zij eischt, dat de toegestae gelden, be-

houdens de ‘hiervoren vermelde mogelijkheid van ,,transfers” met voorafgaande goedkeuring van de

Treasury, overeenkomstig cle als bijlagen aan de wet
toegevoegde 1:53 Votes (Heads) worden besteed. Een
verder gaande specificatie in Sub’heads kent .de Ac
niét.

In bijzondere gevallen stelt het Huis ‘hij ,,votes of

i) In verband met noot
2
bij het ‘tweede deel dezer be-
schouwingen op
pgn.
364
van dozen jaargang verdient het
cle aandacht, dat blijkens eexie mededeeling in de Times
van
26
April
1921
het iii het
voornemen
der Britsche
Treasury ligt, voortaan in de Staatsboekhoucling ‘tusso,hén
gewone en buitengewone ontvangsten en uitgaven te onder-
scheiden. Zonder twijfel een v’ooruitgaog
van
bcteekenis.
[Zie de Lonciensohe Correspondentie in di’t nummer. –
Red.]

1

386

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei 1921.

credit” .groote sommen ter besdhikking ven de Regee-

ring ,beyond the ordinary grants – of Parliament”.
Aldus geschiedde o.a. ter bestrijding van de oorlo:gs-

uitgaven.
1)

Tengevolge van de sterke uitbreiding der Staats-

taak en de toenemende macht van de Regeering tot

regeling der werkzaamheden is de tijd, dien het Huis
voor kritiek en discussie beschikbaar heeft, meer en

meer beperkt. De tegenwoordige ,,sta-n’ding orders”

staan voor bestudeering ‘van de ramingen ,,in corn-

mittee of the who-le” ten hoogste 23 dagen toe.

De bekende ,,Parliament Act of 1911″ •besnoeide de

macht van het Hoogerhuis op wetgevend gebied en

hief alle bevoogdheden -der Lords ten aanzien van
lasting- en begrootinigawetten op.
Het boek der ramingen ibestaat uit 4 deelen, te

weten: 1. The Army, 2. The Navy, 3. The Qivil Ser-

vices en 4 The Revenue Departements en is verdeeld

in 153 hoofdstukken, waarvan elk een ,,vote” behan-

delt Boven het hoofdstuk staat het ‘totaalbdr-ag van

de ,,vote” aangegeven. Daarna volgen de ,,subheads”

met de ,,supporting tables”, toegelicht door tabellen

en noten. De hoofdstukken, welke op ‘de ,,Ci-vil Ser-

vices” betrekking ‘hebben worden eerst afzonderlijk
‘aitgegeven en daarna in één deel met een algemeene

index. Eik der vier •deelen wordt door een inleiding

voorafgegaan, ‘bestaande uit a. Een -koit memorandum
1,

ter toelichting van de ramingen;
b.
een uittreksel uit

de ramingen en
‘c.
een vergelijking van de ramingen

met de werkelijk gedane uitgaven van de voorafgaande

acht jaren en met de in het loopen-de jaar toegestane

bedragen. Mirabile dictu wordt het toelichtend memo-

randurn bij de ,,Army-” en ,,Nwvy-Estim’ates” -soms

afzonderlijk uitgegeven; de Commissie keurt dit

terecht af.
De analyze beperkt, zich tot de ,,votes” of groepen

der ,,’votes”. De Commissie acht dit in menig geval
onvoldoende en betreurt voorts dat een samenvattend

overzicht voor alle ,,supply ser’vices” evenals een

dieper gaand onderzoek der Staatagaven naar andere
gezichtspunten (kapitaals-exloitatie-uitgaven perso-
neele én materieele uitgaven, .functi’es, ete.) in Enge-

land ontbreekt.
• In dit verband zij medegedeeld, welke verdere

financieele gegevens de Regeering aan het Parlement

‘overlegt. Dit -zijn voornamelijk de ,,Finance Accounts”
en de ,,Appropriation Accounts”. De ,,Finance Ac

counts” -bestaat uit
twee
staten in balansvorm met toe-
lichtende tabellen. De eerste staat geeft een gespeci-ficeerd overzicht van ide ‘inkomsten en uitghven, de

iquide
vorderingen en schulden van de Treasury oii

het ,ein-d van het financieele jaar waarop ze betrek-
•king hebben; de tweede geeft een overzicht ‘van de bezittingen en schulden van den Staat aan het begin
en eind van het iafgeloopen jaar. De’ eerste ‘staat iwo-rdt

menigmaal reeds binnen een maand na het sluiten van
het dienstjaar aan ‘het Parlement overgelegd. Op

dezen staat en de ,,Estiniates” ‘baseert ide ,,Chancellor
of the Exchequer” zijn ,budget propos als”. De ,,Fi-

nance Accounts” verschijnen ongeveer een maand
later. Onder rv-oornoemde tabellen- van de ,,Finance
Accounts” komt ook een overzicht voor van -de Staats-
schuld. Afzonderlijke voorafgaande, aan de ,,Fiiance

Accounts”. :ontleende, mededeeling ‘van den loop der

1)
In dit -verband ‘dient nog snel-ding te ‘worden -gemaakt
van de ,,-grants in aid”, waarbij liet Paflement
a
fonds
perdu een
,,lump sum”
toekent aan een persoon, instelling
of kolonie. Bij dergelijke giften is geen sprake van contrôle
en rekening en verantwoording.
Ook
komen nu en dan ‘voor
de zgn. ,,excep’tional grants”, ‘in ‘verband met bijzondere
Regeeringsplannen en -daden, -als b.v. de aankoop van het
Suez-Kanaal.


Sedert
1888
is het gebruikelijk, een ‘deel van -de op-
•brengst der ,,imperial taxes” op locale belastingrekeningen over.te schrijven, zond-er jaarlijksehe bewuiigin.g ‘door het
Parlement en -zonder dat zulks uitdrukkelijk ten ‘laste van
het ,,consolidated land” wordt gebracht. Deze .practijk heet
,,intereeption”.

Staatsschuld geschiedt jaarlijks aan het Parlement

onder ‘den titel ,,N’ational Debt; Return showing f-or

aach Financial Year coaumencing the -ist April from –
1875 to. . . inclusiwe”: en geeft: I. the total -amount

of dead weig-ht debt outstan’din’g on the ist April; the.

amounts whioh were made available in’ each year

to. . . ., iü’clusive, for reduction of Debt; distinguish-
ing the sum expressly provided for service of the

Debt, the old Sinking Fun’d, and Miscellaneous

Receipts, the Groas Amount of Debt redeemed; the

amount of Debt Created; and the Net Increase on

Decrease -of Debt
in
the Year. II. A. similar State–

ment in respect of other Oapital Liabilities. III. A

similar Statement in respect of the aggregate Gross

Liabiities of the State ,,dat geef t” v-ery full informa-

tion regariding ‘all ‘transactions and chaniges whih

have taken’ place iduring the years co’vered with res-

pect to the funded and other liabilities of the Go

ver nment.” • ‘ –

In de ,,Lon’don Gazette” komt weke1iks een mede-

deeling voor -omtrent dé inkomsten’ en uitgaven van
de -schatkist. De totale ontvangsten en uitgaven van –

het begin ‘van het l’oopen’de jaar af tot -den datum van

de publikatie- worden onder verschillende rubrieken

gebracht en vergeleken ‘met de overeenkomstige tijd

vakken van ‘het vorig jaar. Deze publikatie geeft noch
een ‘overzicht van ,,audited income tand expenditure”,

noch – en dit han-gt samen met de ,,appropriations -in

aid” – van
werkelijke
4
ontvangsten en uitgaven ‘op

eiken ,,vote”. Z

oo als reed-s gezegd heeft per lcwartai.l

en ‘aan het eind van het jaar een ,,-aidjustment” plaats.
Ook de ,,Finance Accou’nts” geven om dezelfde rede-

nen geen volledig en nauwkeurig ‘overzicht van in-

komsten en ‘uitgaven. De -specificatie van de ,,Finance

Accounts” ‘gaat voorts niet verder dan de 153 soms
meerdere diensttakk’en omvattende Votes en de postn
die ,,a permanent charge upon the Oonsolidated

Fund” vormen; detail’s blijven ‘onvermeld.

Inzicht in ‘de werkelijke ontvangsten en , niitgaven

geven de ,,Appro-priation Accounts” het belangrijkste
verslag van ‘den Comptroller and Auditor General,
waarin -die ambtenaar een naar ,,subh-ead’s” geordend

overzicht geeft van de wijze waarop de voor de

supply service”
toegestane geleden zijn besteed; dit

overzicht ‘bestaat uit 4 deelen (voor elk Departement

één) en elk deel vormt een verzameling ‘van ,,state-

ments” ‘voor elke ,,vote”
afzonderlijk.
Deze ,,accounts”
bevatten voorts tabellen met overzichten -der uitgaven
doch enkel naar ‘de votes (afzoderlijk en in groeen).

Achterin het verslag van den Oomptroller vindt me
een tabel, waarin getracht is de bruto- en netto-kosten
van de -ônderscheidene diensttakken te -berekenen.
Daar de kosten van die diensttakken, tengevolge van
het -systeem -der ,,appropriations in ai’d” en het ‘bren-

– gen van bepaalde’ soorten van uitgaven, ten laste ‘van
het ,,Stationery Office” en -de ,,Public Works”, niet
met het bedrag der daarbij behooren’de ,,votes” samen-

vallen, is de bepaling dier bruto en fletto-kosten niet
zoo, eenvoudig.
De ,,Appropriation Accounts” geven geen overzich-ten v-an de ,,audited expen-diture” van de ‘onderschei-
dene diensttakken noch over reeksen van jaren;

-ook ontbreekt een amenvattend overzicht voor alle
,,sup-ply ser-vices” uit de onderscheidene afzonderlijke
tabellen samengesteld.
De Commissie betreurt, dat de voormelde onder-
sheidene • gegevens niet in één algemeen overzicht
vorden samengevat en rverwondert zich-, dat een ,,gene-
ral report of the real expen-ditures of the Govern-

ment” ontbreekt. –
Dit ,,report” ‘zou voor de ,,real income and expen-
diture” soortgelijke gegevens moeten verschaffen als
de ,,,Finance Accounts” geven voor de ,,Exchequer

receipts and issues”.
Op de basis van rvoornoemde gegevens stelt de
Regeering haar financieel program vast, ontwerpt een
begrooting en legt die aan ‘het Parlement over. Het is

4 Mei 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

387

gebruikelijk, dat de Regeering drie afzonderlijke docu-
menten aan het Parlement overlegt. Van het dienst-

jaar 1914—’15 waren ‘dit:
Financial Statement 1914-1915: Statement of

‘Revenues and Expenditures as Laid before the Heuse

by t’ho Chancellor of the Exohequer vhen opening the

Budget, May 4, 1914.

Budget Speech
1)
of the Chancellor of the Exche-

cluer, May 4, 1914.
Financial Statement 1914-1915: Statement

Explaining the Proposals Made by the Ohancellor of
the Exohequer in His Financial Statement on

Mondag, May 4, 1914 (het eigenlijke budget; de docu-
menten sub 1 en 2 ‘zijn toelichtingen op het budget).

Ook hier acht de Commissie het practisch, ‘deze drie

documenten in één stuk samen te ‘,atten.
De voornaamste verschillen, zoowel uit theoretisch
als vooral ook uit praktisch oogpunt, tusschen het

Britsche en het Nederlandsche financieele systeem,

zijn,de volgende:
1°. In scherpe tegenstelling met Nederland is in
Engeland al het mogelijke gedaan om een zuinig en
doelmatig beheer te verzekeren. Het orgaan, dat voor

een zuinig en doelmatig beheer de volle verantwoor-
delijkheid draagt is het ,,Treasury ‘Department”.
2)
De

naam ,Department” wekt den indruk, dat de Treasury
een departement is evenals en gecoördineerd aan de

andere ,,spen ding” of ,,revenue Department”. Niets is
minder waar. ,,It cannot be stated too emphatically,
that the British Treasury is, properly speaking, not a public service Department at all; It has no public
service duties of its owu. Its functions are
entirely
auxiliary and controlling – restricted to looking

after the Linancial and physical measures, and to the
supervision and control of the activities of other
Departments.” Het vormt een College op zichzelf, dat
niet,
zooals ‘het Departement van Financiën hier te
lande,
naast,
maar
boven
de andere, rechtstreeks aan
het publiek diensten bewijzende Departementen, staat.
De Treasury staat met de burgerij
niet
in rechtstreeks
kontakt. Zij int geen publieke gelden; deze’ inning
geschiedt door de ,,revenue Departmènts”. Zij heeft

geen direkte beschikking over publiek geld; zij moet,
om over publiek geld te 1unnen beschikken, vooraf
aan den Comptroller and Auditor General autorisatie
vragen. Zij legt geen rekening en verantwoording al
van gedane uitgaven; dit ‘is de taak van den Comptrol.
Ier and Auditor General. Zij administreert de Staats.

schuld niet; dit. geschiedt door een speciaal orgaan,
,,the National .Debt Commissioners”. Menigmaal wor-
den deze diensten en dat terecht voor aan de Treasur’
ondergemhikte functies aangezien; de subordinatie
van die diensten is echter geen andere dan die van da overige Departementale diensten. )

Formeel is de ,,Prime Minister” hoofd der Trea-
sury;
4)
.doch do werkelijke chef is de ,,Chancellor of the
Exchecquer” (de Minister van Financiën). Voor ‘het,
met het parlement verband ‘hondend, deel zijner werk-
zaamheden wordt hij bijgestaan door ,,•a parliamentary
or patronage secretary” en ‘door ,,the three Junior

Lords of the’Treasury”; voor den a’dministratieven
kant zijner taak staan hem bij ‘de ,,Permanent Secre-

Daarin voorgestelde belastingen worden provisoir
reeds
v&n
de hewilli.ging .d.00r het Parlement geheven.

Van (le ‘beslissing en van de Treasury is beroep op den Ministerraad, die zich
echter vrijwel steeds bij de beslissing
van de Treasury neerlegt.
Lloyd
Geoiige plaatste, in flagranten strijd met ‘het in
den tekst uiteengezette systeem de ,,national social insu.
rance” onder direkte leiding van de Treasury, tengevolge
waarvan de Treasury voor het besteden van een steeds toe-
nemende geldsom ver?ntwoordelijk is en zichzelf daarin moet
kontroleeren. ])e Studie-commissie betreurt deze inbreuh
zeer en hoopt, dat ze weldra ongedaan zal worden gemaakt,
opdat de Treasury uitsluitend zal zijn ,,’businessmsnager
of
the. Parliament.”

Dit is eed symbool van de groote beteekenis, die men
in Engeland aan een goed financieel beheer hecht.

tary to the Treasury (Secretaris-Generaal) en .de ,,Per-

manent Financial Secretary (Thesaurier-Generaal).

Deze ,,permanent officials” behouden hunne positie
onafhankelijk van veranderingen in het Ministerie;

de eerste is het administratieve ‘hoofd van het Depar-

tement, de tweede staat aan het hoofd van de contrôle
over de financieele gestie der andere Departementen.

Onder hem ressorteert een staf van ,,principal clerks,

estimate clerks and junior clerks”. De onderscheidene

te controleeren diensten zijn in zeven groepen inge-

deeld; aan het hoofd van elke groep staat een ,,princi-

pal clerk”. Het is ‘de plicht van elken ,,principal

clerk” zich vertrouwd te maken met organisatie,

werk, vraagstukken, fin’ancieele behoeften etc., van

eik der onder ‘zijne contrôle ressorteerende diensten.
Alle, de contrôle der Treasury, rakende, aangelegen-

heden ‘die diensten betreffende, worden door hem be-
handeld. Daar voortdurend allerlei questies voorko-
men,
zijn
deze ambtenaren ‘dus steeds met de ‘door hen
gecontroleerde diensten in nauw kontakt.

Wat is ‘de taak van ‘de ,,Treasury”? Kort omschre-
ven is het eene commissie ‘tot voortdurende, alge-
meene administratieve kontrôle. Van den geweldigen

omvang en ‘de enorme intensiteit dier kontrole kan
men zich bezwaarlijk eene te groote voorstelling
maken.

De Treasury ‘bepaalt en is verantwoordelijk voor •de
wijze van Organisatie ‘der Dep’artementen, de grootte
van het personeel, de bezoldigingen, het autoriseeren
van ondernemingen, de wijze van besteding van toe-
gestane, het aanvragen van nieuwe gelden, de wijze
van uitvoering etc., van gouvernementeele werken
etc., etc.;
zij
is verplicht ‘ter vervulling van dezé func-

ties, zich voortdurend en grondig op de hoogte te
houden van de toestanden en behoeften der onder.
scheidene diensten en moet hare uiterste krachten in.
spannen om met minimum geldelijke offers het groot-
ste nut voor den,Staat te verzekeren. M.a.w.: de Trea-
sury is
de
autoriteit, waarin Parlement en publiek
hun vertrouwen stellen, ‘dat de Staatstaak zoo econo-misch en doelmatig mogelijk wordt verricht. De kon-
trole van de Treasury is geen phrase, ‘doch iets van
dageljksche werkelijkheid. ,,The Treasury is respon-
sible for ‘general efficiency of governmental business”.

Ten einde de
overwegeide
positie van de Treastiry
scherp ted’oen nibkomen, moge hier eene opsomming
volgen van eenige belangrijke, en, voor den Neder-
landsôhen toeschouwer, merkwaardige onderdeelen

van hare taak:
De Treasury neemt een actief en zeer belang-
rijk aandeel in het ramen der t’en laste van de onder-
schei.dene.diensten komende uitgaven. Zij beslist,
be-
houdens
beroep op ‘den Ministerraad, welke bedragen
door elk Departement en elke dienst aan het Depar-
tement zullen worden aangevraagd.’ (Slechts voor
,,Army” en ,,Navy” )bestaat ‘op dezen regel een –
louter formeele – uitzondering). 9
Geen uitgave van door het Parlement toege-
stane gelden is ‘mogelijk zonder voorafgaande goed-

keuring van de Treasury. De Treasury beslist of en
in hoeverre van de door ‘den wetgever gegeven
machtiging tot uitgave zal worden gebruik gemaakt.
Aan elk Departement is een aan de Treasury
verantwoordelijke, door de Treasury of door ‘den ‘be-
trokken Minister benoemde ,,aecounting officer”
2),
die

alleen aansprakelijk is voor ‘de financieele gestie tan

het Departement
:
De heteekeis van de’zen ambtenaar

voor een doelnatig en zuinig financieel beheer is

Voor nieuwe, niet voorziene behoeften worden door de
Departementen nadere ramingen opgemaakt en aan de goed-
keuring van de Treasury onderworpen.; de Treasury legt
deze ,,supplementary estimates” in den regel in den zomer en in’ Februari aan het Parlement voor. Vandaar den naam
,,Summer and February estimates”.
Vermeld zij dat ok ‘de Itajiaansche financicele ‘admi-
‘nistratie dezen ambtenaar kent en dat de hervormings-
voorstellen in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika,
o.a. instelling van een drgeljk ambt beoogen.

388

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei 1921

moeilijk ‘te overschatten. Zijne ta’aJk vult dle van

do Treasury aan. De kontrole toch van de TTeasury

is menigmaal onvoldoende. Er zijn vele gevallen

waarin die ‘k’ontrole
slecli,ts
binnen
de ornderscffiei-

den a’diinistratiën en diensten kan geschieden.

De Ameriikaan’sche studie-commissie, zegt van den
,,accounting officer” :,,In mk.ig provision for

an officér’ of this. dharacter, in defining the scope

of his duties and powers, in giving to ‘him a position
of high dignity and auhority, an d in concentrating

upon him all finaucial respon.sibility, the British sy-

stem has gone as far as it seems possible to go in mee-

ting this primary requisite for an economical and

efficient adminitration . of financial affaire.” “De

,,account’ing officer” heeft tot taak rekening en ver-

antwoording af te leggen van de wijze, waarop de aan

een bepaalde dienst of :aan een bepaald Departement

toegestane gelden zijn besteed,. Voorts is hij belas’t

met toezicht en kontrole op alle financieele aangele-

genheden van ,,zijn” Departement.
Hij
is de man,

wiens, goedkeuring is vereischt, v66r eenige uitgave

kan worden gedaan of eenige geldelijke verplichting
kan worden aangegaan. Tot hein richt de Treastiiy

haar jaarlijksc’h rondschri,jven omtrent ramingen en hij is belast met en veratwoordelijk voor ‘de voorbe-
reiding dier ramingen. Ook hierin verlicht hij de

onder a. genoemde taak van ‘de Treasury. De ,,account-

ing fficer” is, als het ware, ,,the permanent financial

secretary of his Department”. In tegenstelling met’

de zuiver fictieve aansprakelijkheid ‘iran den betrok-

ken Minister hier te lande, is er in Engeland een

werkelijke aansprakelijkheid van ‘den ,,•accounting
officer” voor de •departemenrtale uitgaven. Weliswaar

• mdet hij wijken voor een bevel ‘van den minister tot
‘het doen van uitgaven, waarm’ede hij zich niet kan
vereenigen, doch in dat geval kan hij een sdhriftelijke
opdracht van dien Minister eischen, waarna zijne ver-
antwoordelijkheid ter zake vervalt. ‘De ,,accountin’g

ôfficer” t’ypeert het Engelshe systeem ,,of vesting

financial resionsibility, as faias possible, in the
hands of the officer exei’cising administrative respon-
sihility. This means that the persons responsiblo for
the preparation of the estimates and the rendering

of the accounts shail he the ones responeible for the

authorizing of the incurring of lia’bilities and the
approval of expenditures. It follow’s from this that

:the responsibity of this officer is not ‘a mere technical
one such as would he the responsi’bility of an accoun-
tant or ‘disbursing officer of the ordinary type, but
one comprehending the discretion and judgnt.

displayed in, deteimining needs and in expending
fu’nd’s. In a word, it ibrings resp’on,silbility home upon
whom such responsibility resrts.”

• d.
De gestie van departementen en ‘diensten wordt
geregeld gecontroleerd door eee departementale lof
intedepartemenbale con missie van enquête, waarinde

Treasury is vertegénwoordigd.

Een enkel woord over de ,,Office

of Works

d

Public Building’s” en ,,His Majesty’s Stationkry
Office”. Deze diensten zijn de Treasury behulpaam
bij de kontrole over de uitgaven voor huisvestisg,
kantoren, installaties, henöodi’gdheden, , druk- en

schrijfwerk, etc. De Amerikaansche Studiecommissie
zegt van deze diensten (Staatsbedrijven): ,,The most interosting feature •of these two services is that they are not merely the two great c,entral supply services
for the whole Government, but •organs of control in
respect’to expenditures for• the services and supplies

furnished by them”.
Mr. A.
SPANJERI

LAND10UWP1?ODUCTIE EN EKONOMISCHEJ

DWALINOEN. .

De ‘heer J. Smid, referendaris ‘bij de, directie van

den landbouw, zette in een, artikel in Ee. Stat. Bei.
van -1.3 April – dat tot motto zou kunnen hebben:
terug naar de natuur – uiteen ‘het .groote belang

dat de laidbouwprod’uctie heeft voor het ,ge.heele eko-

nomisehe leven. In een tijd, waarin aller aandacht
gbonden wordt door de arbei’ds- en ‘andere m’oalhijk-

heden in do iladustrie, is ‘zulk een .roepstem wellicht

niet overbodig. Immers, een krachtige ‘bevordering

van ‘de ontwikkeling’ van landbouw en ontginning,

een verschaffing van ruimer werkgelegenheid ep het

land, zou zeker het ekonomisc,h leven der maatschappij,

en meer dan het ekonomische alleen, ten ‘goede komen,

en de, duisternis van vele sociale problemen kunnen

verlichten. Dat ‘dit ‘belag nu echter meebrengt, dat

men een wet, die aan de landbou’wproductie ten grond-

slag ligt, ‘maar moet gaan toepassen op de geheele

maatschappelijke structuur, j, deze daaTniar beoor-,
deelen, zien we niet in. Misschien moge ‘hier tegen-

over de door den heer Smid geconstateerde ‘opper.

vlakkigheid, ,,welke het
stedelijk
leven uit zijnen

aard eigen ‘is”, een zekere zelfoverschatting gesteld

worden, die aan het platteland ook niet visemd is;

vooral waar de schr. ‘zeer wel inziet, dat aan industrie
en landbouw geheel verschillende maatstaven moeten
aangelegd worden. Waar geconstateerd wordt dat ,,het

productieproces in den landbouw een geh.eel ander is

dan het in’dustrieele ‘proces” zien we niet de noodza-

kelijkheid in, dat in ‘het ]and’bouw-productieproces

,,de groote lijnen, die ‘den vorm van ‘het’ ma’atschappe-

lijk gebouw bepalen, ‘haar oorsprong ‘vinden”, zooals

de regel te ‘voren vermeldt, noch dat de ‘wet der af-

nemende ‘bodem- of meeropbrengst ,,’beslissend ‘is voor

de structuur ‘der maatschappij”, terwijl toch ‘verzekerd

wordt dat ‘bij ‘het productieproces in de inustie ‘dc

arbeid ‘de ‘beslissende ‘rol speelt, doch bij dat in den

landbouw ‘cie grond. Een vergielij,ki,ng ten ‘deze zou

tot de conclusie leiden ‘dat, evenals een intensiever

gebruik van den grond, ioo ook een intensieer ge-
bruik van ‘den arbeid minder loonend wordt, en dus
een verkorting van den arbeidsdag wenschelijk ‘is. Dit
schijnt ‘de heer Smid echter niet te bedoelen. Integen-

deel. Uit toepassing van bedoelde wet viceit ‘voort (het

zij vergpn:d dit even aan te halen):
lo. ‘dat het met behoud der grondslagen van de

tegenwordige maatschappij niet
mogelijk
is door

loonopdrijving te komen tot een betere verdeeling van

het maatschappelijk inkomen;’
2o. dat de richting onzer sociale wetgeving’ in

menig opzicht berust op kardinale ekonomische dwa-

lingen;
3o.

dat het socialisme wel kan leiden tot meer
gelijkheid; maar ‘niet duurzaam tot meer welvaart,

ook niet voer de arbeiders.
Hoe dit alles ‘voortvloeit uit bedoelde landbouw-
ekonomische wet, vermogen wij niet in te zien, ook niet na de door den schr. gegeven toelichting, ‘doch

dat is bij’zaak. De coclusies die schr. uit deze’ stellin-
gen trekt, zijn de volgende:
Ten eërste: loonopdrijving geschiedt, waar dat al

mogelijk is, mede ten ‘koste van andere ar’beiders, die’ den dooi die ‘beivoorredhte arbei’dersgroepen verkre-
gen meerderen welstand in den vorm vkn ‘hoogere be*-
lastingeii of hoogei’e prijzen zullen moeten betalen; de sociale wetgeving beweegt zich in hen verkeerde
richting, doordat zij den toestand van den arbeider
wil verbeteren d’oor den werkgever te dwingen, den
arbeid duurder te ‘betalen; immers loonsverhooging (direct of in den vorm van door den werkgever be-

taalde verzekeringpremie) zal’ ten slotte toch koen ten laste van den .arbder. Dit ‘alles zou af te leiden

zijn uit deze looniwetten: het loon richt zich ‘naar
de opbrengst van den minst preductiieven (la.nd.)
arbeid, terwijl de in stedelijke en industrieele bearij-
ven te verdienen bonen onder den ‘invloed van de
landibouwloonen staan; het loon (+ premie) ikan ‘op

den duur niet hooger zijn dan de opbrengst ‘v’n’den.

onder ‘de guns’tûjgs’te otmatandiglieden uitge’voer clan
arbeid. Deeerste ‘regel is in zijn algemeenheid zeker
niet waar. Mocht ‘hij een voimaakt vrije”ooncurrentic
het loon ‘van een bepaalde gröep arbeidrs bepaald

4 Mei 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

389

worden door de waarde van de grensproductiviteit van
den arbeid, ‘van vrije concurrentie
is
natuurlijk geen
sprake. Hier kan de ondernemer door zijn overwicht
de arhei’ders dwingen een lager loon te ‘aanvaarden,

daar zijn de arbeiders door ïhun organisatie tin staat

een hooger loon te verkrijgen; bovendien doen de ter
plaatse normale levensstandaard; prijzen, verhouding

van vraag en aanbod op •de erbei’dsmarkt, ‘voorkeur

voor bepaalde streek of bepaalden arbeid, hun iuvIod op de bonen gelden, terwijl ten slotte de waardeering
van die grensproductiviteit niet overal dezelfde is.

Allemaal oorzaken, dat een algemeene formule voor

de grootte van het loon niet te geven is, en dat men

nog minder het recht zou hebben op grond daarvan te
beweren dat loonsverhooging ten slotte slechts op

kosten van de arbeiders geschieden kan, en dat bij ver-
korting van den arbeidsduur het loon op den duur
zooveel lager zal moeten zijn, als de vermindering
van het résultaat van den arbeid door die verkorting

bedraagt, zo’odat loonsverhooging over ‘t algemeen uit

den booze ‘is. De heer Smid zwijgt van de mogelijkheid

om een loonsverhooging te dekken door een vermin-
dering van de on4ernenaerswinst, een – dikwijls zeer

geringe – prijsver’hooging van het product, een hetere
organisatie ‘(concentratie) van de industrie, en derg.

middelen. Ook lijkt ht vroemd in abatracto loons-
verhooging te veroordeelen, waar ‘voor een beoordee-

ling der verhooging, eerst het onderhavige loon toch
wel in concreto beschouwd dient te worden (zonder
of met wat der aiuemande bodem- of meeropbrengst).
Maar niet alleen dat loonopd’rijvin,g niet kan leiden
tot een betere
erdeeling van het maatschappelijk

inkomen (met ‘behoud der grondslagen van de ‘tegen
woordige maatschappij), een tweede conclusie (waar-
toe de bekende wet voert) zou zijn, dat deze grond-
slagen eorgvuldig behouden moeten worden; dat met

name het socialisme, dat de verantav’oo’rdelj’kheid ‘voor
het bestaan van individu naar gemeenschap verplaatst,
en dus iederen prikkel, die aanzet tot werken, tot spa-
ren en tot vooruichtigheid op het gebied van gezins-

vorming, doet wegvallen, een ramp zal ‘zijn; immers
zal dan een industrieel ‘systeem aan den landbouw
worden opgelegd en overbevolkiug de armoede ver-
grooten.

Uit ‘het schrikbeeld va’n deze door den heer Smid

geteekende communistische maatschappij ‘zou ‘moeten
volgen ,,.dat de geheele democratische beweging van
thans zal uitloopen op een groots débâcle”; dat, wil

men duurzame verbetering der maatschappelijke ver-‘
houdingen, ,,men” door veel van hetgeen tot dusver

t’ot stand is gebracht, een streep zal moeten halen, en
,,van ‘voren af” beginnen, en wel met: lo. een geheel
ander inzicht in de structuur der maatsehappij, 2o. een

geheel andere mentaliteit dan tegenwoordig, en 3o. ge-
heel andere middelen. Doel moet zijn het aankweeken
van individueel verantwoordelijkheidsbef en een zoo

algemeen mogelijke verbreiding van ‘het privaatbezit.

Het ‘is tegen den in deze conclusies (en overigens in
het geheele stuk) tot uiting komenden geest, dat wij
gaarne een enkele opmerking wilden maken. Het zijn
deze en dergelijke ‘theorieën (ook zonder deductie u’it

de wet van de afnemende bodem- of meeropbrengst
wel verkondigd), dat men moet ingaan tegen de

kracht van de opkomende arbeidersbeweging, •dat
men de – ter kwader ure – gedane concessies weer
moet intrekken, zoo mogelijk teruggaan tot voor den

oorlog of nog rusrider, tdie het aoo ‘uiterst ingewiikkeide
probleem van de industrieele arbeidsverhoudingen, die

het sociale vraagstuk ‘alleen maar kunnen vertroebe-
len. Dit is ten slotte niet anders tdan een naar voTen

brengen van het ‘beginsel van klassenstrijd, en vel
een strijd, die tot doel heeft behoud en teruggang op

de ontwikkeling. Immers, wie zijn die ,,men’.’, die een
streep moeten halen door het tot stand gebrachte?
De arbeiders zullen dit zeker niet van plan zijn! Wat
is ,,van voren af” ‘beginnen? De toestand ‘bij het begin

der industrie, zonder sociale wetgeving, een toestand

van onbegrjpelijke ellende, zooals deze in vele offi-
cieele rapporten geteeken’d wordt, of is het ,,’heele-

maal van voren”, d.w.z. met een nieuwe, en dan voor

ieder gelijke, eigendom’swerdedling? Ook dit zou lie-

zwareu kunnen meebrengen. – Te veel wordt dikwijls

vergeten, dat de maatschappij geen vereenigi’ng is die,

als iets niet naar weusch gaat, door een herziening

der statuten doel en middelen kan wijzigen, en door
,uitzetting van leden de mentaliteit kan veranderen.

De op een bepaald oogeubuik bestaande toestand is’

een historische noodzakelijkheid, die niet even goed

ook anders had kunnen zijn, en evenmin op grond

van al of niet fantastische theorieën) anders gemaakt

kan worden. Er zijn bepaalde ekonomische machten en

psychologische factoren gegroeid, waar men nu een-
maal mede rekening heeft te honden. Een dezer is de

nog steeds toenemende organisatie en het daarmee
grt5eiende zelfbewustzijn van ‘de azibeiders: De arbei-
ders als massa wensehen niet meer uitsluitend als
zakelijke productiefactoren beschouwd te worden, zij
verlangen erkenning van hun mensch-zijn, zij verlan-

gen verwerkeljking van het democratisch ‘beginsel,
dat in wezen alle menschen gelijkwaardig zijn, en

wenschen dus niet alleen hun arbeidskracht tegen

marktwaarde, maar ook iets van hun persoonlijkheid

te geven: zij willen dat de arbeid als gelijkwaardig
aan het kapitaal wordt erkend, en dus ook zeggen-
schap zal erlangen over de wijze waarop hij aange-

vend wordt. Men kan dit betreuren, doch een arbeids-
proces, waar tusschen stakingen en uitsluitin’gen in,

met onwil, en dus slecht, gewerkt wordt, is onekono-
misc’h, en dus veroordeeld. Of nou door het systeem

van dan heer Smid voorkomen worden, dat, als in
1919 ten onzeut, meer dan een miflioen, in 1.90 in

Engeland ongeveer 27 millioen, arbeidsdagen door
stakingen verloren gaan? Of bereikt men dat er meer
hart voor het werk, een betere mentaliteit, ontstaat?
Hoe denkt de heer Smid dat te bereiken?

Een andere factor, waarmede rekening is te hou-

den, en die de richting aanwijst, waarin de maat-
schappij zich beweegt, is de zich steeds verder vol-
trekkende concentratie van het kapitaal, van indus-

trieebe ondernemingen en banken. Het is bekend, hoe
dit ten on’zent op allerlei gebied geschiedt, voor het

‘buitenland ‘heeft men slechts twee namen te noeman
die in den laatsten tijd aller aandacht tot zich trek-

ken, de Lever Soap Uompany in Engeland en de
Elektro-Montautrust in Duitscjilan’d (zie o.a. Ec.-Stat.

Ber. van 2 en 9 Maart). Als de heer smid hiertegen-
over wil stellen een verbreiding van het privaatbezit,
klinkt ‘dit wel wat vreemd, en blijkt weer dat een
tendens, in den lan’d bouw waar te nemen, nog niet
behoeft te gelden voor het verdere maatschappelijk
leven.

Ten slotte mag nog als een symptoom van tegeni
woordig maatschappelijk leven genoemd worden een
wijken van iudivi’dueele belangen voor gemeenschaps-
belangen, iets wat met bovengenoemde organisatie en
concentratie nauw samenhangt, doch ook in velerlei
ander opzicht tot uiting komt, zoo b.v. in onze Wo-ningwetgeving, en zeer sterk in den onlangs aange-
nomen zevenden titel van de Onteigeningswet, krach-
tans wolken grond onteigend kan wonden, alleen reeds
omdat deze voor het algemeen belang voordeeliger
bewerkt zal kunnen worden; verder in de sociale wet-

geving, b.v. achturendag .(!beperking van de vrijheid
van den’ werkgever om zijn machines, van den werk-
nemer om zijn arbeidskracht naar gelieven aan te

wenden), enz. Ook dit wijst wel in andere richting

als het door den heer Smid gewenschte individualisme.
In te gaan tegen tendenzen, die bij’ onbeivooroordeejd

waarnemen overal te constateeren zijn, verhoudingen
terug te wenschen, die tot het verleden behooren, het

niet wilben zien van een reeds lang voor den oorlog,
en sinds dien onstuimiger, opkomende macht, die als

geljkwaardige van ‘het tot nu toe gepreiviligeerde

kapitaal, daarnaast haar rechten komt opeischen, de

390

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei 1921

macht van den arbeid, dit alles staat gelijk met het

bouwen van een dam van zinloze behou’dzucht, waar-

achter deze macht zich slechts kan ophoopen, om te

zijnei
tijd,
zooals elders geschiedde, met geweld door

te breken, en dan tot ‘groots
schade
van de maat-

schappij. Wijs beleid vordert een vooruit-zien, een

zich oriënteeren, om de gegeven krachten te leiden in

banen; die de algemeene welvaart bevorderen, om zich

tegen,excessen met kracht te verzetten, doch het zich

openbarende beginsel te aanvaarden als den ,,polssla’g

van een nieuwen tijd”, en te benutten. Slechts dan

zal door samenwerking van allen een gezond ekono-

misch leven op te bouwen zijn.
Mr. J. BIaENs
oe
HAAN
Jr.

N as c h r i f
t.

Gaarne maak ik gebruik
van
de

mij geboden gelegenheid ‘om in een onderschrift enkele

aanteekeningen te maken bij het artikel
van
den
heer

Bierens de Haan. De geachte schrijver heeft mij in

nioverre goed begrepen, dat zijne opmerking omtrent

het motto: terug naar de natuur, dat
‘boven
mijn

opstal zou ‘kunnen staan, zeer juist is.
Waar hij daaraan een en ander toevoegt omtrent

de beteekenis van den landbouw voor het economisch

leven, geeft hij m.i. echter
blijk
op die beteekenis niet

het juiste gezicht te hebben. Daardoor wordt, aange-

zien het mijn uitgangspunt betreft, de vruchtbaar

heid van, onze gedachtenwisseling, naar ik meen, zeer

geschaa’d.
De heer B. de ‘Haan jilaatst landbouw en industrie
naast elkaar als twee •gelijkwaardige grootheden,

terwijl in werkeljkheid geen industrie bestaanbaar is,

zonder dat die rust op een landbouwfondarment, dat

de grondstoffen levert.’ Zoolang ‘de measch in zijne

meest dringende ‘behoeften slechts kan voorzien door

middel van organische stof en deze
slechts
kan wor-

den voortgebracht door het wondere, zich in de plant

voltrekkende proces, waarbij anorganische in organi-

sche stof wordt omgezet, we lang zullen in laatste

instantie voor do structuur der maatschappij beslis-
send zijn de verhoudingen, welke voortspruiten ‘uit het

organische productieproces.
De schrijver noemt verschillende factoren,
die
in-

vloed hebben op het loon en de werking van de wet
der afnemen’de bodem- of meeropbrengst te niet doen.

Bij
oppervlakkige beschouwing mag dit zoo lijken,
doch in werkelijkheid zullen die factoren niet kun-

nen beletten, dat niemand voor een arbeid, die
‘/
H.L.

graan voortbrengt, een loon betaalt, waarvoor de
arbeider 1 H.L. graan zal kunnen koopen. En even-

min zullen
zij
kunnen tegengaan, dat ‘bij werkloos-

heid of bij groot verschil tusschen industrieelo en
land’bouwloonen, de landarbeiders werk zullen zoeken

in de industrie en daar de bonen ‘doen dalen. Het

komt mij voorts voor,
dart
door den ‘heer B. de Haan
niet genoeg wordt ‘onderscheiden tusschen het geld-

loon en het werkelijke boe..

Aan mijn bezwaar tegen het socialisme, n.l de
daardoor in .de hand gewerkte .overbevolkin’g, schenkt
hij al heel weinig aandacht. Om ‘dit punt ‘hd m.i.
onze gedachtenwisseling vooral moeten draaien. Om

de beteekenis van mijn bezwaar ten volle te kunnen

beseffen, moet men, geloof ik, meer over het karakter
en de beteekenis van de landbouwvoortbrenging heb-

ben nagedacht •dan
hij de
meeste
‘democraten pleegt

te geschieden.
Zeer uitvoerig ‘is de schrijver, waar
hij
tracht aan

te toonen, dât mijne beschouwingen getuigen van

,,zinbooze behoudzuc’ht”. Blijkbaar kan
hij
er koele-

maal niet inkomen, dat behalve behoudzucht ook
inzicht kan leiden tot veroordeeling van veel wat de

tegcnwoordige democratische ‘beweging wil. Mag ik
hem de verzekering geven,
dart
juist liefde voor de

democratie en het verlangen naar eene betere maat-
schappij mijne pen bestuurt. Ik heb echter de over-

tuiging

en ‘deze is gegrond ep mijne nauwe aan-

raking met ‘het landbouwbedrijf
-,
dat het sohoone

doel langs den thans ‘bewandelden
weg
niet zal wor-

den bereikt.
Wie door veel van wat men op het gebied der

sociale actie tot stand heeft gebracht, een streep moet
halek? ‘ik ‘heb die ‘vraag onbeantwoord gelaten en zal

dit ook thans doen. Alleen
wil
ik er op wijzen, dat,

zoo een ‘ander inzicht er niet toe leidt dit tijdig te

doen, later ‘de omstandigheden het vermoedelijk zul-

len doen, maar
deze
zelfde omstandigheden zullen

dan
waarschijnlijk vooraf hebben gebracht den’ terug-

keer van soortgelijke ellende, als door ‘den heer B. de

Haan wordt genoemd.

Mijn geachte bestrjder
wijst
op ‘de macbit van de

arbeiders. Ik vrees echter, dat die macht weinig zal

baten, als
zij
niet wordt geleid door het juiste in-

zicht.
Zij
‘zal dan botsen tegen eerte
nog
oneindig

sterkere macht: de natuur. Om dit te voorkomen is

het m.i. hoog noodig, dat het economisch denken,

vooral van ‘de leiders ‘der democratie, wordt terugge-

voer’d naar de natuur.

Het mag voorts van wijs ‘beleid getuigen, met de

wëiischen der massa rekening te houden, nog wijzer

is ‘het beleid, dat zich door den volkswaan niet laat

verleiden verwachtingen ‘te wekken, die niet vrvul-

baar zijn.

Betreffende het door mij aangeprezen middel: eene

betere bozitsverdeeling, merk ‘ik op, ‘dat
deze vol-

strekt niet onbestaanbaar is met de concentratie van

groote kapitalen in reusachtige industrieele onder-

nemingen, zooals d’e heer B. de Haan schijnt te mee-
nen. Voorts geloof ik, dat een toestand, waarbij ieder,

behalve inkomen uit arbeid ook inkomen uit vermo-

gen geniet, inderdaad d’e
kans
op botsirtgen tusschen

kapitaal en arbeid zeer zou ve
~
mindereii en daardoor

de productie bevorderen. J
.
SMID.

V.00rburg.

GOUD IN HET EERSTE KWARTAAL 1921.

Aan het overzicht tder Firma H. D r
ij
f t
ho u
t e n

Z o o n is het volgende ontleend:

De onzekerheid
omtrent de naaste toekomst veroor-
zaakt een terughoudendheid, ‘die de algemeen heerschende
depressie nog verscherpt en den handel maar al te zeer
een speculatief karakter doet aannemen. Aan dit verloop
van den algemeenen toestand heeft ook de goudmarkt zich
niet kunnen o’nttrekken. De valutastand blijft nog steeds
de ‘voornaamste factor, die de goud,markt beheerscht,
doch
daarnaast treedt eenerzijds meer en meer op ‘den voorgrond
het
sterk wisselend aanbod in
het
vrije verkeer uit lan-
den waar algeheele fi.nancieele en economische uitputting
het goud buiten de grenzen drijft, anderzijds de onder
den invloed van de wisselvallige internationale verhou-
dingen zich voortdurend wijzigende ‘vraag. Het afzetgebied voor goud concentreert zich meer en meer in •de Vereenig-
de Staten, ‘nu
de zwakkere positie •van Engeiseh-Indië in
plaats ‘van den gebruikelijken invoer
van
geel metaal, uitvoer

tengevolge ‘heeft.
Het
voorbehoud omtrent den invoer van
Russisch goud bleef echter ook nog gedurende dit kwartaal
in ‘de V. ‘S,
gehandhaafd
en niettegenstawn’de Engeland de handelsbetrekkingen met Rusland weder heeft ‘aangeknoopt,
blijven de V. S. in ‘dit opzicht terughoudend. Onder het
tegenwoordige economische systeem zal Rusland ‘niet in
staat zijn tegenover den invoer iels anders van eenige
beteekenis te stellen dan
den zich’ on’der
het beheer der
Bolsjewistische regeering bnv’indenden goud-, platina- en juweelenvoorra5’d, waarvan de gezamenlijke ‘waaide naar
hoogste schatting geraamd wordt op
f
500 millioen, zoo-
dat, indien geen algeheele afstand wordt gedaan van
het
thans geldende systeem, een ‘handelsverbindin,g, waaraan
slechts een partij goud ten
grondslag
ligt,
waarvan het
rechtmatig eigendom nog aanvechtbaar moet worden ge-
acht, geen aanbeveling verdient. Niettegenstaande de Ina-

la,ise in de
industrie aanhield en zelfs nog
toenam, viel een
goede vraag voor goud waar te nemen, ‘waardoor mede onder
den invloed van den’ dalenden dollarkoers het verschil
tusschen de beide noteeringen belangrijk minder werd dan
tt dusverre regelmatig het geval was.
De crisis in handel en industrie, alsmede de goudstrooni,
die dit kwartaal uit Europa naar de Vereenigde Staten
vloeide,
deden in de
meeste
Europeesche landen, doch
wel

voornamelijk in Engeland, den dollar en daarmede ook deu

II
‘4
Mei 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIÇHTEN

.

391

c-xportprjs van goud dalen. Het jaar opendè op een notee-
ring te Londen van 115 sli. lid., waarin echter reeds op
6 Jan. een daling tot 112 sh. 2 d. plaats vond. Onder-
broken door een ‘licht ‘herstel ‘op 7 en 8 Jan., daalde de no-teering verder ‘tot 108 ah. 10 d. op 11 Jan. Opnieuw volgde
een tijdelijk herstel tot 20 Jan., toen met een no’teerin,g van
lOS ah. 9 d. weder eenzelfde niveau werd bereikt. Een
verdere krachtige daling deed zich echter gelden, zooclat op
28 Jan. de laa,gste stand der maand bereikt werd met 105
ah. 7 d., waarop tot eind Januari slechts een verbetering
tot 106 sh. 1 d. intrad. Februari toonde aanvankelijk een
eenigszins vastere houding en opende op een noteering
van 107 ah. 2 d., doch gedurende het geheele verdere verloop
der maand heeft de goudprjs zich .daar niet boven kunnen
verheffen. Op 16 Febr, bereikte de noteei-ing het ‘laagste
punt ‘der maand op 104 ah. 7 d., waarna weder een herstel
intrad tot het niveau van einde Januari. Gaf Februari
derhalve slechts geringe fluctuaties te zien, de maand Maart
toonde een nog grootere stabiliteit, zoodat de ‘noteeri’ng zich
zelfs binnen ‘de grenzen van 105 sh. 11 d. als hoogste op
9 Maart en 104
ah.
6 d. aLs laagste op 30 Maart, bleef
bewegen.

De verbetering van den sterliugkoers te New York in (le’
maand Januari van $ 3.54 tot $ 3.87 is inderdaad zeer be-
langrijk,doeh van grooter gewicht is het te constateeren,
dat deze reeds meermalen bereikte, doch niet te handhaven
noteering, gedurende Februari en Maart vrijwel ongewij-
zigd van kracht bleef. Te oordeelen naar de pogingen, daar-
toe door Engeland aangewend, schijnt de bedoeling te zijn
den sterlingkoers voorloopig zooveel mogelijk op ‘dit niveau
te stabiliseeren, waaromtrent het vorige jaar reeds plan-
nen schenen te bestaan, gelijk wij in ons overzicht Lweede
kwartaal vermeidden.
1)
Dat En.gelancl dan ook voor stabi-
liseering van den sterlingkoers regelmatig nog belangrijke
hoeveelheden ‘goud voôr uitvoer ter beschikking zal moeten
hebben, is duidelijk en bleek overigens ook dit kwartaal
weder. De goudverschepingen van Engeland naar ‘de Ver-
eenigde Staten beliepen in Januari £ 53’f millioen, in
Februari ruim
£4
millioen en in Maart ongeveer £ 3 mil-
lioen. Behalve de productie uit de Engelsche bezittingen
werd derhalve ook nog goud uit eigen bezit ‘voor uitvoer
naar de Vereenigde Staten bestemd.. Opmerkelijk, ofschoon
niet verwonderlijk, is de geringe belangstelling, die En-
gelsch-I’ndië thans ‘voor goud aan den ‘dag legt. De. econo-
mische positie, die, afgezien van speculatieve operaties, be-
‘lissend is voor in- en uitvoer van edelinetaal, is op het
oogenblik Verre van gunstig en ook de vooruitzichten zijn
niet bemoedigend.
Tegenover de zwakke goudmarkt in In(ljë komt de leven-
dige goudbeweging in de Vereenigde Staten nog meer tot
uiting. De dezer dagen door den Fecleral Reserve Board ge-
publiceerde cijfers doen zien, ‘dat van den totalen goud-
invoer der Vereenigde Staten gedurende 1920 $428.743.618
bedragende, Europa alleen $ 330.800.266 leverde, waarvan $ 274.982.242 voor rekening van Engeland en $48.738.524
‘van Frankrijk. Voorts komt nog als ‘voornaamste recht-
streeksehe aanvoer uit de productie in aanmerking
Canada mvt $ 34.196.287. De totale gouduitvoer over 1920
bedraagt $ 322.091.208, waarvan $ 101.299.476 voor Japan
en $ 108.328.96 voor de Zuid-Amerikaansche Staten met
name Argentiun en Uruguay. De netto goudinvoer bedroeg
$ 106.652.609, welk cijfer zeer gunstig is in vergelijking met
1919, toen een ‘netto goud-u i t v o er van ruim $291.650.000
te constateeren was. Gedurende het tijdvak van 1 Augustus
1914 tot 31 December 1920 bedroeg de netto gou’d invoer der
Tereenigde ‘Staten $ 886.408.000. Het laat zich aanzien,
dat ook dit jaar weder in hooge mate zal bijdragen tot
verhooging van het gou’dbezit der Vereenigde Staten, ‘hoofd-
zakelijk ten koste van Europa’s voorraden. Hoezeer het goudbezit van Europa verleden jaar verminderd is, laat
zich uit ‘het voorgaande afleiden. De aanhoudende en steeds
verdere voortgang makende ‘daling der gouciproductie is
hierbij een factor van ‘beteekenis, waarop wij bij ‘herha-ling de aandacht vestigden. Dat ‘de Transvaalsche goud-
productie over dit kwartaal een nieuwe daling aanwijst
van niet minder dan 6 pCt. in vergelijking met dezelfde
periode in 1920, doet vooral, nu dit samenvalt met ver-
hooging van den Europeeschen gouduitvoer geen gunstige
verwachtingen koesteren omtrent ‘de wijziging die goud-voorraden in de oude wereld nog in ‘den loop van dit jaar
zullen ondsrgaan. Het heeft er allen schijn van, .dat zoo-.
clra het goudbezit der verarmde landen, de bron, ‘waaruit
de vrije ‘markt nog regelmatig ruime voorziening put, ia
vaste handen overgegaan zal zijn, welk proces zich thans
In versneld tempo voltrekt, ‘de goudprijs i’n het Vrije ver-
keer op gevoelige wijze den invloed daarvan zal ondergaan.
1)
[Zie pgn. 676 van den vorigen jaargang. – Bed.]

De eenige vrije markt uit eigen goudbezit is in de Ver-
eenigde Staten, zoodat de stand van den dollar dan ook
den basisprijs voor goud in het vrije verkeer zou bepalen. Dit kwartaal heeft vooral gedurende ‘de eerst helft op on-
lubbelzianige wijze gedemonstreerd ‘de onzekere positie
van de goudmarkt onder de tegenwoordige, sterk wisse-
lende omstandigheden.
Een ruim aanbod van Russisch goud uit Sc.ndinavië
tegen lagen prijs ‘deed i’n het begin van het jaar, mede in
verband met de tot een minimum ingekrompen vraag
ten behoeve van de industrie de goudmarkt het evenwicht
verliezen ten gevolge waarvan in verschillende landen een
gevoelige daling i’ntrad. Gedurende de tweede helft van het
kwartaal was echter een aanmerkelijk betere stemming
waar te nemen, zoodat geleidelijk weder een lioeger ‘niveau kon ‘worden bereikt.
In ons land daalde de goudprijs in het begin van het
jaar ‘tot
f
1750,— per K.G. fijn, waarin op 14 Februari een
verbetering intrad tot
f
1825,— per K.G. fijn, welke no-
teerin.g echter niet ten volle gehandhaafd kon worden en
waarin op 22 Maart een reactie tot
f
1790,— per K.G. fijn
plaats ‘had, doch reeds op 29 Maart ‘weder ‘tot
f
‘1825,-
wist te herstellen. De prijs voor ongefineerd goud in baren
verbeterde ‘van
f
1750,— per K.G. tot resp.
f
1775,— en
f
1785,— op 22 en 29 Maart. Daar de dollarkoers ook ten
onzent gedurenden dan geheelen loop van het kwartaal in
een flauwe stemming verkeerde en van 3,1814 begin
Januari ‘tot
f
2,8934 eind Maart ‘terugliep, onderging de
exportprijs geleidelijk een daling van
f
193,— per K.G.
fijn, waardoor ‘nauwelijks nog de stand van
f
1925,— per
K.G. fijn bereikt wordt, zoodat het verschil tusschen de
noteeringen ook hier belangrijk verminderd is en nog
slechts ruim 5 pCt. bedraagt.

LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.

De mislukking der onderhandelingen
in zake de mjjnwerlcersstalcing
;
de scha-
devergoedingskwestie
;
het budget; de
daling van hei bankdisconto; de voor-
uitzicht en in de icatoenindustrie.

Onze Londensche correspon4ent schrijft ons d.d.
30 April 1921:

This week
is
likely to be long remembered. Never
since the fata.1 week of
August, 1914,
have deciaions
of so much ill cousequenoe to the world been taken:
nor human folly ‘been
zo
clearly displayed. It is, 1
know, wasting time to utter these doleful complaints;
,,things are what they are, and will be what they
will be”, but on feels at times that
to
be an economist
is
to beaa- a double bur,den of aorrow.
The domestic event of mest importance has been

the utter collapse’ of the coal nego-
t i a t i o xi s. They bi-oJce dowii alter it appeared likely
that the wihole .iasue would be traxi’sformed into c
somnvha’t hard ba’rga,in about wages. The Govern-
ment ‘had offered to subsiclise the industry in order
to reduce the aimount by which wages would have to
fa].l, by giving a grant of £ 10 millions. The maximum reduction o’f wages would haive been
3/-
in the first
month,
316 in
the next, and
zo
on, untdl.the fund was
exbausted, but the anticipatioxi was that long befoi’e
the fund was ‘exhaustad in this way th’er.e would have
been a revival ‘of trade, so that wages would have
become atabilised at a point not un4uiy below the
present level.

The employers ‘haid agreed that

here the
‘subsidy from the Goîvernment reduced the amount
whioh they would othenwiae have had to pay, that

they would, n’evertheless, hawe auffercid the sacrifice,

wbich would again have r’educed the neceasity of
wage-cuts. The Government, ‘again, was prepare’d to

support a National Wages Bo’ard, as t’he highest wage
tr’ibunal in the mining industry, so that, in apite of
district wages, there would have been a co-ordinating
agency in the industry. But the Govemiment was
Un-
alterably opposed to the creation of a
pool,
which it
regarded as impo’ssible wiithout legislation, a.nd’whjch
was therefore a political question. The ernployer
s
on
this poirrit were not prepared to bu’dge an inch. The
offer was fu.rth’err conditionaj on the conclusion of a

392

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Mi 192,1

permane4n’t setti€aiieiit which should be in foace foir at
least one year, and was deterinab1e at the will of

either. party on three month’s notice.
The rniner’ fwier•ation have rejectwi this offe
directly ‘because, in apite of the subsiidy, the cut in,

wagos was too coDsiidorable, inid!ir.ec,tly, because it
doos not concede the pool as the basis of a permanent

settiement. And., for the momewt, all negoti:atioas are

aL .an ‘end.
S

This rupture wiill necessanily reeu.lt in furtber

damage to the economie interests of the country. One

-doos not liaare to mention the almost complete ces-

sation of the conveniences of travel and the othr
alnergency -measures .which will effect the iniivid.uad

as ‘such. The real clanger lies in the econemic .r.eults.

It is u,sel’ess to.aek to what extent emplo’yment is now

due to the idepression, and to what extent to the

strike; ceatain it is that works after works is olosing

dowu, or is working bali-time. In the nsi’ning dûisticts
the greatt1est 4distress is, alreajdy .prevai1ing; and the

lowledge that in Engiland also, the hattie will be

lost or won on ,,tihe worker’s stomnc’hs” to qiote en

aiready fairnous’ plirase of M. Briand’s, fillis one with
disgust, «ven df, as the present çwiriter agrees is the’

case, the nsiners are liikely to do themseives no goed

by ‘tiheir strkhorn attitucle. They ought to go back
to werk, and let the question of the pool be fonght

out wirthout the .confusing ini.lu-ences whieh at pre-

sent eomp’l’icaite the ‘situation.
It must in fairness be stated that ‘in this respect

the Government lis aL least as livrong as the miners.

This is os the point of the nature of the levy. Tliore

is no subatantial truth the contention that the pool is
a pol tical inatter: the minors are not aaking for
legislation. They are asking for an arraagement
wbiicih will reguiate. the dtistnbution of costa, but en
arrangement nihiich should be orgianised hy the in-
dustry as ‘a vhole, and he alterabie at the will of’

the industry as a whoie. The iidea of a pool may be-
good or bad-‘ personally 1 support it to the extent that

1 heliove that some system of iewelling up wages in

goed and bad idfistrlicts is the only hope of permanent
peace in the industry – ibut the idea that it requires

legislation is, 1 think, quite untruc. Meanwhile, ‘there

is more than a chance that the raiuiwaymen and the
transport wortkers will be draigged i.nto the conflict:

rph
ere
was a’ serieus moment this week, when soauë
men were suspéndod by a ,certain company for

refusin.g to baardle coa’l. These men have heen ie-,
instateci, but the whole issue of handll’ng ,,tainted
)

goeds” will stil ca’use trouble. 1f American coal.

in lange quantities arrives, and the needs of the’
country cause the Governme.nt to haive thijs eo-al
unloadd by troops, a very danigerous situation wIP

arise. As it is, the Defenco Corps i’aiised tin a fit of’

panic :by the Governpnen’t at the outbreak – of the
‘strike, haire created’ an .extraortdinaay amount of,
bitterness, are cosbing the country large sums of.
‘money, and are uttesly useless. So far as one eau sas,’-
these now •baittalions are simply marking time in

the.ir camps. They shoulid ho diisbandcd as soon as’

possiible.

1f the coaT miners filE one ‘wiiith dismay, what is

one to thiink of t Ii e R e p a r a t iou s 1 s-s u cl The
savaige joy wiith wbiich sotme porsons welcome anothor’


oppoirtunity of teaching tdie Hun ‘his plaoe finds no’

echo in the minds of those who desire above all thiiugs’
the re-establishenient of industry. These never was,’

in my opinion, any ohance that the desire of the
French to occupy the Ruhr Valley would be ‘effect-
ii’vely opposeid: political condtitiours made that iiin-

possijbie fro’nijthe beiginning. But 1 finid it iimpossibie
to imagine thatthere really can be people who think

that we aregoiug to geit, £ 6000 -millions, themiselves
.accumulating ‘at cempeund interest,

by ,methods

which wih i
en practsed y ,Lenin have .sihown them-

seiveis to be utterly, barren
t
of auything but diistress.

Yet ‘the remarkable faot •appoars that yestorday, the

exohaarge rates for franco and maaks moçved dia fa’vour

of these countries. 1 ‘haive coimimented on this rerna’rk-

.sble f act lbefore, in conneotdon with previous con-gresses. That aiyone should ho prepa.red to buy at a

hiig.her price, something w’hjich
will ho almost ‘certain

to slump heavily in a couple of ldays, is a striking

illustration of the capaoity of human hei.ngi to

deceirvie themse]ves. The ]iatest .estimates of the gein

from the occupation of the Ruhr is £ 8 nsLllion.s a

month, rather lss, in other words, than the mi.niijmnm –

German offer, and bhiis, one supposes, is before the

costs of the oceupation are -deduetod..

The coaT situation has completely oversha’doved the

Reparations Onisis, and t h e B u d g et was not pf

suoh a startliii.g character as to draw much attention
to itsel.f. It conrt.ains at -least one feature w.hich should

rejoice the hearts of ‘Dutch interes’ts: . the supertax

on -imported oi’gars is to be withdrawn, so that it will

again become posible for the man of fairly moderate

means to smoke a cigar occasio.nally. The cigar duty

and the duty on sparkling wines intro’duceid in last
yesr’s Budget were, in fact, complete failures and it

was only cemmon-sense to withdca* them, in spite
of the taunt whioh did not feiT to come from the La-

bou.r Party, at the r’elief thus given to the ,,mil-

lionaires”.

As
the intention of ‘the Government to abolish
Exeess Pj’o±its Duty had been fully advertisedbefore,
there was no excitement to -ho got out of this fact: it

was also known that no’ad-ditional income tax would

be imposed.

This year’s Budget makes for the first time a

distinction bet’wieen Oiidjina-ry and Extraordinary

locome and Expenditure.

milliwis
Oi’clinary 1-ucome is estimated to prorduce ……. £ 1058,2
•Ordinary Expenditure is e.stimatecl to require . . £ 974,0
Leaving a Surplus of. …………………….. £ 84,2
Extraordinary Income is estimateci at ..,. £ 158,5
Extraordlinary ‘Expend.iture at ………
£
65,7

Leaviug
a surplus of

…………

£

92,8

Thu-s, the gross surplus available for the rednc-

tion of idebt
‘is
the suim ‘of the two surpluses, but

these amounts ar:e subject to contingeneles, the most
important of wrisich aadse from the settlement of the
cal strik-e, and the decontrol of the ra’idways,
50

that it is ostimated that not more ‘than about £ 80
m’iUiosis will be findlly ajvailable for the purpose of

debt reduction But this s’um,is independen’t of the
aniount wihich, under the operatiosi of the’
v
anjous

sinking’ funids, is used for the 7-eduction of mudebted-
ness in any case. It is the iinteution of the Govemu-

meiit, to utilise the .greater part of any available sur-pluses for the reduction of externially ‘held debt, and

certainly the Government is to be congratudated for
having in the last f’inancial year, redueid the debt’
by the very cons’iiderable amount of £ 259.5 millions.
This incluides ‘home and foreig’n idebt paid off, the

foveign debt reduction amo.unting to £ 117 millions.
From the lat April, 1919 the amount.of foseigu debt

redeemed amounts to £ 203 millions.

The feitture whic,h ‘was unexpected in the Budget
was the Oonversion .Lean, rather innptly called a
Funding ,Loan in some quarters. There ± alla duo in
the immediate future a very considerable amou,ut of
short-tenm -d.ebt. The mauin items are, apa.rtfrom some

£ 300 ‘millions of, home and foreiga d.bt this year,

232 -millions. of ,Exchequer Bonds ‘and National War,

Bon’ds,in ……………………………..1922-3
£ 375,-millions
‘of
Na’tional War Boncis ……….1923-4

160
millions of
Excliequerand ,National War
Bons

…….. . ……………………….

.1024-5

:In1925-6t’here wilT faR duo £ 51nxillions, in 1927-8
andi1.928-9, tiheamounts of’f 359 and’f 488-millions
.respectively. ‘In a4dition there is the ‘floating debt of
£:1,250.000.000. Under these ciruumstaiices, the

4 Mei 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

393

Government have tho’ugiit it wiise to offer to the hoL

dom of National War Bonds the opiniion if ebnvertiug
tdioir investment iinto a long-dated securtity, bearing

anterest nt the iate of £ 3Y2 per cent, hut giving £ 163 for every £ 100 War •Bonds held. The result
is
an in-
terost rate of at leest £ 5/121 per cent, going up to

£ 5/14/ per cent. A sinking fund ‘is to keep the value
of 41ie new security at 90 and over i.e. the
Oonivorsiou
Loan will ‘be bought up if the open market price is

below that figur.e. The Government will not offer to
repay until 1961 at earliest,
so
that for 40 years the
investor will
ho
certajin of ohtaining nearly aix per
cent for his naoney. This offer
,
kas heen rightly c.riiti-
eiseid
as
very wasteful fiiiance, but it is of course a
first-el ass invesbmont.

The other matter of interest is the ion4g-.expected
reduction in the Bank-mate. ilhe rate oeme

doiwn by X per cent on Thuraday, and the ‘smallness of the reduction has already hecome a grievance. No
donbt opti.mists expectod more, but, for my oywn part,

it seems to me a confimation of the
view 1
have con-
sistently held, that we me not yet out of the wood,

and that it was ondy the pressure of public opinion,
and the noceasity of doing something to help the new

conversiosa ban, wliich caused the mate to go •down at
all. Stil, the f all ‘brings the rate for Treasury BilIs

and the Bank Rate rather more into line again, and

the sense of more favours to come in the shape of a
fiuther faJi of 34 per cent in the near future may do
something to help business on.

Intbe cotton industry, thgshavede.fi-

nitely tiuned the corner and were the stnike to be

settbed, there is now no dou:bt that these would be a steady revival of demand. Too much must not be
made of all this, bowver, wie have had ‘too muany
hopes clisapointed recently. Thus; before the E.P.D.
was romorved, we were told that, once this iniquitous
tax were out of the way, all would be well, and
so
en.
There is camtainly going to be a seasonad revival, and
wen f.oreiign buyng
is likely
to piek up – India is
definitely in the market again. But’ the danger of a
real crisis in the wooi-manket is by no meaus over,

and if the latest telegrams from Australia can be
trusted, opinion th&e is ‘hewdng si,g.us of panic. All
the trouble is associated with theidea that it
is pos-
sible to
koop
wool-prices greatly aborve ourrent market
values, and this, it is now begrinning to be seen, lis
impossible.

AANTEEKENING.

Ontginning van aardolieveden in
Noderbandsc/m.Jndjë. –
The Standard
Oil
Oompany (New-Jersey) heeft het volgende adres ge-
zonden aan den minister van koloniën en aan de
Tweede Kamer ‘der Staten-Generaal:

,,Uet vraagstuk van de ontwikkeling der petroleumrjk-
dommen is beten ten ‘dage a,n vitaal belang voor alle lan-
den en neemt de ernstige aandacht der geheele wereld in
beslag.

De Nederlandsche koloniën verkeeren in de gelukkige
‘omstandigheid, dat zij in haar geiwesten onimetehjke rijk-
dommen ibefvwtten, in het bijzonder de in Dj’ambi aanwezige
olievelden.

De Standard Oil Oompany of New Jersey, een Amen-
kaansche naamlooze vennootschap, neemt de tvrijheid te ver-
zoeken, haar in de gelegenheid te stellen, te mogen deel-nemen aan ‘de ontginning dezer Djambi-veliden, omtrent
welker toewijzing binnenkort zal vordeu leslist.

In aanmerking nemende de groote uitgestrektheid dezer
Djainbi-terreinen zal de Nederlandsche regeering het on-
getwijfeld niet in het belang van land en volk achten, hij
de exploitatie van ht geheele gebied van dén enkele maat-
schappij afhankelijk te zijn.

De Standard 011 Company biedt aan, een overeenkomst
aan te gaan met het Nederlandsch gouvernement, ten doel
hebbende met ‘haar eene . Nederlandsche maatschappij te
vormen, welke voldoet aan de Indische mijnwet en waar-
aan een geljkwaardige helft der Djainbi-velden zonde zijn
toe te wijzen op de basis, voorzien in het nu hij de Tweede
Kamer aanhaagige Djambi-wetsontwerp.
De Standard 011 Company is bereid de noodige garanties te geven om ‘de nakoming harer verpliolitingen, alsmede de
behoorlijke ontginning van het gebied in kwestie, te ver-
zekeren. ‘ ‘
Wij houden er ons van overtuigd, dart de Nederlandsche
regeening zal erkennen, dart de Vereenigde Starten van
Noord-Amerika, welke in het verleden en ook nu nog de
grootste olieproducenten ‘ter wereld zijn, zonder eenige be-
lemmering aan Nedeilandsche belanghebbenden dezelfde ge-
legenheid hebben gegeven om zich te iiteresseeren in zoo-
clanige ondernemingen, als ‘aan Amenikaansche burgers zelf
werd geboden.
Wij ineenen dan ook als Amerikaansche Maatschappij
evenzoo gerechtigd te zijn tot deelname in de ontginning
der Djarmbi-olievelden, en zijn er van overtuigd, dat in-
williging van ons verzoek in het belang is zoowel van Ne-
•derland als van de Vereenigde Staten, en zeker zal bij-
dragen tot versterking van de vriendschappelijke handen,
welke tusschen beide landen hebben bestaan.”

Verder
w’emd
doom een groep particulieren het vol-
gende adres aan ‘den Minister van Koloniën aange-
boden:

,,Excellentie! Ondemgeteekeaden (in alphabetische volg

oise) Ir. W. Br’ouërius Meyboom, lid der firma Bakker
en Meyboom, ingenieurs en architecten te Amsterdam, mr.
J. Gerritzen, oud-directeur der Javasche Bank, ‘s-Graven-
Jiage, E. S. Kerkhoven, oud-directeur der Paraffinefabniek
der Dordtsche Petroleum Mij., Amsterdam, A. Kooien, koopman te Zandvoort, prof. mr
. E. M. Mèyers, hoog-
leeraar te Leiden, dr. in. J. Rueb, mijningenieur, te ‘s-Gra-venhage, C. M. Viruly, koopman, te Amsterdam,
,,’verklaren zich bereid met Uwe Excellentie eene Naam-
boze Vennootschap op te richten, ten doel hebbende, in
‘dienst van Nederiandsch-Indië arbeid te verrichten en wei-
ken uit te voeren, in het belang van de exploratie en
exploitatie van de in de Residentie Djambi gelegen petro-
leumterreinen, indien het Ontwerp van Wet betreffende de
ontginning van Aardolieveiden in Nederlandsch-Indië, in-
gediend hij Kon. Boodschap van 22 November 1920 in dier
voege gewijzigd wordt, dat het zich aansluit ‘bij hetgeen
betreffende ‘de ‘op te richten Naamlooze’ Vennootschap is
bepaald in bijgaande Hooktbepali’ngen (bijlage 1).
,,Zij garandeeren, dat hunnerzijds het benoodigde kapi-
taal kan worden gestort zoodra de vennootschap is opge-
richt en de overeenkomst met de bevoegde autoriteit zal
gesloten worden,
,,hetwelk doende, enz.
Et’oofdbepalingen:
1. De naam van de naamloze vennootschap zal zijn:
Maatschappij tot exploitatie van staatspe,roleum-terreinen;
Het doel is, het in dienst van Nederlandsch-Indië
verrichten van arbeid en het uitvoeren van werken in het
belang van de exploratie en de exploitatie van petroleum-
terreinen, zooals bedoeld in art. 4 van het wetsontwenl,.
Zij wenscht dit doel te bereiken ‘door het aangaan van een overeenkomst met den daartoe gemachtigden minister van
kloniën. Deze overeenkomst ‘kan te allen
tijde
door ieder
van beide partijen met inachtnemng van een termijn van
één jaar worden opgezegd.
Het maatschappelijk kapitaal der maatschappij be-
draagt – bij de oprichting – tien millioen gulden, ver-
deeld in 7500 (zevenduizend vijfhonderd) aandeelen A, elk
groot duizend gulden en 2500 (twee duizend vijfhonderd) aandeelen B, elk groot eveneens duizend gulden. Voor de
eerste maal worden uitgegeven vijftienhonderd aandeelen A.
en vijf honderd aandeelen B. Voor het opnieuw uitgeven
van aarndeelen is de goedkeuring der aandeelhoudersverga-
dering no9dig, die de voorwaarden vaststelt. Tegenover elk
aandeel B. moeten ‘minstens drie aandeelen A uitgegeven
worden. Houder van aandeelen A. kan uitsluitend zijn de
rechtspersoon Nederlandsch-I’ndië. Houders van aandeelen
B.- zijn de personen genoemd in het begeleidend schrijven
aan den minister van Koboniën van 12 April 1921, of hunne
rechtverkrjgenden.
De maatschappij wordt bestuurd door een directie
onder toezicht van een Raad van Beheer.
In den Raad van Beheer wordt de meerderheid benoemd
door ‘aandeelhouders A. en de minderheid door aandeelhou-
ders B. De directie wordt benoemd en ontslagen door de
aandeelhoudersvergadering, op voordracht van den Raad
van Beheer. Leden van den Raad van Beheer genieten geen
vaste bezoldiging. De direoie die benoemd wordt voor vijf
jaren, geniet een vaste bezoldiging door de aandeelhouders-
vergadering’ vast te stellen.
De boekhouding wordt op conunercieele wijze gevoerd.

394

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei 1921

VI. Bij de sub II bedoelde overeenkodst Avordt aan de
Maatschappij een ‘salaris toegezegd, hetgeen de Maatschappij
in staat stelt om ‘met .inaelito’eming der bepalingen harer
statuteil, een rente van 6Y2 pCt. ‘te voldoen over het op de
aau.deelen B voor de uitvoering dezér overeenkomst gestorte
bedrag.

Bov’endien wordt van de zuivere winst die Nederlandach-
Indië door bemiddeling van de diensten der Maatschappij
maakt uitgekeerd:

vooreerst, zoo er zooveel winsL ‘gemaakt is: 6Y2 pCt. over
het op dé aandeelen A gestorte bedrag. Verder wordt het.
alsdan nog resteerende deel van •de winst uitgekeerd:
10 pet. voor het reservéfQnds zoolang dit niet….pCt.
van het kapitaal bereikt heeft,

5 pOt. aan aandeelhouders;
5 pCt. aan den Raad van Beheer, 5 pCt. aan de directie,
10 pOt. aan de employé’s,

onder dien verstande dat aandeelhouders B in totaal per
jaar niet meer zullen ontvangen dan 12 pCt. van het door
hen gestorte kapitaal en ‘dat de wi’nstpercentages door den
Raad van Beheer en de directie om’ de vijf jaren herzien
zullen worden.

Als zuivere winst zal gelden de totale opbrengst van de
ruwe en bewerkte producten, verminderd met alle onkosten
met inbegrip van het hierboven in de eerste zinsnede be-doelde honorarium. De activa ‘der N.V., die na liquidatie
overblijven, worden ‘tusschen aandeelhouders A en B in
evenreLligheid met liet door hen gestorte kapitaal verdeeld.
Engeval van liquidatie of opzegging door Nederlandsch-Iudië
van de sub II bedoelde overeenkomst, garandeert Nederl.-
Indië de volledige ‘teruggave van de op de aandeelen B ge-
storte gelden.
.

Ten slotte wordt het volgende voorbeeld van winstver-
deeling’der Maatschappij tot Eaploitatie van Staats Petro-
leum terreinen gegeven:

Gesteld geplaatst kapitaal Ned.-Indië 3750 ‘aandeelen
A
=
f
3.750.000, partieulièren 1250 aa’ndeelen B
=

f
1.250.000, totaal
f
5.000.000. &te,l netto-opbrengst van
het bedrijf op f500.000, dan ontvangen: aandeelhouders
S
66
pCt. van het kapitaal (salaris) fS1.250 part., blijft

f
418.750.; aandeelhouders A 6

pCt. van kapitaal

f
243.750 staat, tblijft
f
175.000 overwinst; aandeelhouders
B 5 pCt. van overwinst f8.750 staat, glijft f166.250; aan-
deelhouders A 5 pOt. van overwinst
f
8.750 staat, blijft
f157.500; commissarissen 5 pOt. van overwinst f8.750
part., blijft
f
148.750; directie 5 pCt. van overwiust
f
8.750
part., blijft
f
140.000; employé’s 10 pCt. van overwinst,

f
17.500 par.t., blijft
f
122.500 staat.
Van de netto-opbrengst ontvangen dus: de staat
f
375.000
of 75 ‘pCt., particulieren
f
125.000 of 25 pCt.
Ind’ier een storting in het tweede reservefonds plaats
vindt, blijven desniettemin de percentages gelijk, daar de
staat bij ‘liquidatie *ederom drie vierde tegen particulie-
ren een vierde van liet,’te’ verdeelen saldo ontvangen.
De staat kan zijn winstpercentage nog vergrooten door
minder aandeelen B uit ‘te geven.

ONTVANGEN:

Holland and her Colon.ies
N.
1, April 1921, Maand-
blad uitgegeven door de New York Ohaniber of
Commerce for the Netherlands and the Nether-
lands East and West Indies, Inc.

tJi’tgaalide van de overtuiging, ‘dat de gemiddelde Ameri-
kaan onvoldoende is en wordt ingelicht over Nederland en
speciaal onze koloniën, is’ bovengenoemde. Kamer van
Kôophaudel er toe overgegaan een eigen maandeljksch’
orgaan uit, te geven, ten einde moederland en koloniën in den ruimsten zin des woords beter bij de Amerikanen be-
kend te maken.
De inhoud van het keurig uitgevoerde maandblad be-
staat uit korte artikelen van oriënteerenden aard. Vöor
het eerste nummer, schreef onze ha’ndelsattaché te Washing-
‘ton, mr. Anclreae; een inleidend woord, terwijl o.a. de
beer Muurling schrijft over N. I. en de heer Van Doorn over
de havens ‘van Rotterdam.
Onder ‘het hoofd ,,Trade opporitunities” biedt ‘het maand-
blad gelegenheid tot het maken vah nieuwe connecties.
Verder wordt gehoopt, dat vele Nederlandsohe firma’s ‘het
belang ervan zullen inzien in dit maandblad, dat o.a.
aan bijna alle Amerikaansche Kamers van ‘Koophandel
wordt toegezonden, ‘te ,’,adverteeren.
,
Inlichtingen worden
verstrekt döor het bureau 44 Beaver Street N. York, of,
door de Nedei.landsch-AmeriJ’aausche Kamer van Koop-
handel, Damrak 83, te Amsterdam.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
‘1’
béteek’ent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTO’S.

N
d
(Disc. Wissels. 44
‘1 Juli ’15
Zweeds.R.ksbk 7
27Apr. ‘2f
Bk Bel.Binn.Eff. 54
19Oct. ’20
Bk.v.Noorw.6-64
18Dec. ’19
l,Vrsch. inR.C. 64 19Oct.
’20
Zwits. Nat. Bk.
4411 Apr.’21
Bk. van Engeland 64
28Apr.’21
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk. .5
23Dec. ’14
Bank v. Spanje 6
4Nov.’20
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië. 6
20Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 6
12Apr.’21
F. Res Bk. N.Y. 6-74
Juni’20
Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank 34
1Aug.’09

OPEN MARKT.
Data

,

Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part:
Parijs
Part.
N. York
Cali-
Part.
Prolon.
disconto
gatie
disconto
disconto
disc.
monei

30 Apr.
’21
4
1
1
4
1
1;
53/
4
,

4_5/

6

7
1)

25-30
,,
’21
41s-
1
4
3’/-4′
1

51-6
4

1
I8

6-7
18-23

’21
4
1
I2

3-4°14
6’I8
4-
1
I8

6-7
11-16,,
1
21
4
1
1
5
1
3
1
/2
6/s-I4
4-
3
18

6-7

26A.-
1M:.’2o
3I8-Is
4314_5814

6I8I4
4
5
1

4-10
28A.-3M.19
41
4
_ti
l

3114t1

~
2
1
1
4

’14

31/_44
4-11s

20-24J uli’14
31/8_311fl
2
1/4_3/4
2
18

‘/2
2
1
14
1142 ‘/
1) Noteering von
29
April 1921.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.


Londen was de geheele week eerder. aangebod,6n; zoodat
dekoers een paar cent terugliep. Daarentegen waren Parijs
en België vast. Parijs liep op van ca. 21 tot 22,15 en België
van 21,40 rIot .22,15. Herhaaldelijk noteerden ideze twee wis-
fels gelijk en vooral in het laatst der week was het disagio
geheel verdwenen. Berlijn was nog al aangeboden. Ondanks
den ingewikkelden en ‘zorgeljken politieken toestand bleef de koers echter vrij prjshoudend en ‘ten slotte weder eerder
stijgend. Dollars zetten de daling der laatste maanden
langzaam verder voort. Deze week bedroeg het ca. pCt.
Skandinavië was weder zeer onzeker.
.
Stockholm
verloor
aanvankelijk
weder
het geheele agio en daalde in het mid-
den der week weder beduidend onder het goudpunt. Later
liep de koers weder op en ‘was er bijna geen aanbod. Kopen-
hagen bleef vrij stationnair., maar
.
Christiania was opnieuw
beduidend flauwer. Slot ca. 44,-. Zwitserland eh Spanje
onveranderd. Buenos Aires zeer flauw, 90 lartencl. Indië
95

96.

KOERSEN IN NEDERLAND.

ata
Londen
Parijs
Berlijn
Weenen
Brussel
New
York”)

25 April 1921. .
11.304
20.05
4.374
0.74
21.35
2.86t1
2

26

1921..
11.291
21.40
4.424
0.74
21.50
2.86
27

1921.
.
11:284
21 50
4.50
0.75
– –
28

,,

1921..
11.281
21.474
4.35
0.72
21.50
2.851
29

1921..
11.28
21.774 4.35 0.73
21.70
.85
1
/4
30

,,

1921..
11.284
22.10 4.324 0.724
– ,

Laagsted.w.
1)
11.274
21.024
4.25
0.70
21.324
2.84
1
12
Hoogste ,,.

,,
‘)
11.31
22.15
4.524
0.774 22.15
2.87
1
/s
23 April1921..
11.30
21.-
4.374
0.75
221.274

2.974′
16

,,

1921..
11.304
20.40 4.624 0.86
121274
2.841
Muntpariteit..
12.304
48.-
59.26
50.41
48.-
2.4814

1)
Noteering te Amsterdam.
3*)
Noteering te Rotterdam.

t)
Particuliere opgave.
2)
Noteering v.
22April 1921.
S)
Idem
v.
15April.

Da a
t
Stock.
holm’)
Kopen-
hagen’)
‘Chrls.
tianla’)
Zwitzer.

land’)
Spanje
t)
Balavla
Ij
tdcgrajisch

25 Apr. 1921
67.55
52.-
45.50
49.75
3980
95-96
26

.,

1921
67.15
.51.75
45.10
49’70
39.80
95-96
27

,,

1921
66.50
51.40
44.75
4980
39.80
95 96
28

1921
65 85
51.40
44.50 49.80
39.75
95-96
29

,,

1921
65.25
51.60
4450
49.80
‘39.80
95-96
30

‘,,

1921
‘66.30
51.80
44.10 49.90
39.80
95-96
L’ste d.
W.)
6540
51.-
44.-
49.65
39.70
95
E’ste
,,

,,

‘)
67.75 51.80
45.80 49.85
39.90
96
23 Apr. 1921
68.05
52. -‘t
45 75
49.824
39.85
96’/214
16

,,

1921
6840
52.20
4640
50.-
40.20
96t1
4
_21
4

Muntpariteit
66.67 66.67
66.67
48-
48.-
100 3)
Noteering
te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.

4 Mei 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

395

KOERSEN TE NEW YORK.

CaMeLond.
1
ZkhiParijs
1
Zicht Berlijn IZichtAmsterd.
Data

1
(in .’ Per
)
I(in cts. per $)I(in ct. p. 4Rm.)I(in cl,. p. gld.)

30 April

1921
3.97.25
7.75
nom.
35.06
Laagste d. week
3.95.12
1.37 oom.
34.95
Hoogste.,

,,
3.97.25
7.75
nom.
35.06
23 April

1921
3.94.75
7.35
oom.
34.82
16

,.

1921
3.93.25
7.12
oom.
34.78
Muntpariteit
4.86.67
5.18’lá
95h14
40
3
115

KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaat,en en
Landen
Noteerings-
eenheden
15Apr.
1921
22Apr.
1921
23Apr.129.Apr. ’21

1
Laag3telHoogstei
29 April
1
0
21

Alexandrij ..
Piast.
p.
977/i,

9V!,,
97
1
!..
87!1.
97′!..
*B

Airës
‘1.
.
d. p.
$
4413/
44
1
/8
43
1
19
44
1
1
43
5
1
Calcutta
. . . .
£
p. rup.
113
1
1.
1/314
113
1
1.,
113
7
18
113
11
1.8
Hongkong ..
id. p.
$
216
5
1s
216
8
18
216
216’/
216
8
18
Lissabon
. . . .
d. per Mii.
511
4

511
4

511
4

551
4

5I1

Madrid

….
Peset. p.0
28.10
28.37+
28.30
28.42
28.37+
*dontevjdeoI
d. per
$
4218
41’18
40.-
42
41
5
18
Montreal….
$
per
£
4.43
4.41
4.40112

4.44
4•43112
*R.(l.Janeiro.
d. per Ivlil.
8
7
/s
814

)
8
1
1
814
8
7
116
Rome

……
Lires p.
£
81
1
18
84
80 83
3
1
82%
Shanghai …
.
£
p. tael
313
3
1
34
I/
313 3’5112
31351
Singapore

..
id. p. $.

.

214
1
1,.
2/41/,,

2/3″!..
214’/,,
2
/
3”,
*Valparaiso
peso p.
£
7
31.70
32.30 33.40
32.30
Yokohama
. .
£per yen
215
1
14
215
1
1,
1

21511
4

215
5
18
215
8
18
* Koersen der vooralgaande dagen.
1)
Telegrafisch transfert.
) Nloreering
van 21 April 1921.

NOTEERING VAN ZILVER
Noteering te
Londen
te New York
30 April
1921 ………
34’/
60′!,
23
1921 ……..
35 60
1
!,
16

,,
1921 ……..
34
1
/,
5918
9

,,
1921
……..
33’Io

.
58
1
1.
1 Mei
1920 ……..
63’/
111
1
1
,
2
3 Mei
1919 ……..
48″/,,
101’18
20 Juli
1914
……..
24″!,.
54
1
1.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 2 Mei 1921
Activa.
Binnen!. Wis.( H.-bk.
(172.534.625,36
sels, Prom.,

B.-bk.
,, 20.909.394,98
0fl?.

in (11001
Â060h.

Rl.210.695.83
__________________
(

274.654.715,67
Papier o. h. Buiteul. in disconto

Idem eigen portef.
.f
38.136.953,-
Af: Verkocht maar voor
de bk. nog niet afgel.

.,

38.130.953 –
Beleeningen

H.-bk.

r 92.820.718,73
mcl.
vrsch.
B.-bk.

,, 20.715.2is7,66

op onderp.
in rek.-crt.

Ag.sch. ,,117.980.450,35

f231.516.406,74
Op Effecten

……f216.018.206,74
Op Goederen en Spec.
,,
15.498.200,-

231.516.406,74
Voorschotten a. h. Rijk

……………

..14.976.752,45′!,
Munt en Muntmateriaal
Muut, Goud ……
f
56.219.880,-
Muntmat., Goud .. ,,549.727.736,67

f605.947.616,67
Munt. Zilver, enz

.

13.926.295,70
Muntmat., Zilver . .

Effecten
619.873.912,37

Bel.v. h. Res.fouds..

f

4.661.685,12
1
1,
id. vaii ‘/.v.h.kapit.

3.903.652,87′,,

8.565.338,-
Geb.enMeub. der Bank …………….,,

3.594.000,-
Diverse rekeningen ………………,,

34.145.933,02

f1.225.464.011,25
1
1,

Passiva.
Kapitaal

……………………..t

20.000.000,-
R
eservefonds

………………….
in omloop …………., 1.118.858 575,-
Bankassignatiën in omloop……….,,

1.959.873,87
Rek.-Cöur.l, Het Rijk
f


saldo’s:

J Anderen ,,

50.614.363,89113
,,

50.614.363,89
1
1,
Diverse rekeningen .
..

…………….
,,

29.031.198,49

f1.225.464.011,25
1
1,

NED. BANK 2 Mei 1921
(vervolg).

Beschikbaar metaalsaldo…………..
f
384.849.916,65
Op de basis van
‘/,
metaaldekicing …..
, 150.563.354,09
1
1.
Minderbedragaanbankbiljetter. in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is. . ,, 1.924.249.580,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
Méer

Minder
Disconto’s …………….30.506.564,17
Buitenlandsche wissels

1.365.457,-
Beleeningen …………..35.499.169,68
Goud .. ……………..

5.028.696,46
Zilver

508.014,36
Bankbiljetten ………… 75.582.680,-
Part. Rek.-Crt.
°
saldo’s

10.180.84 8,01

Voornaamst,e posten in duizenden guldens.

Data

Goud

Zilver

biIettn

opeischbare
Bank.

Andere

schulden

2 Mei

1921 …….605.948

13.926

1.118.859

52.574
25 April 1921 ……
.610.976

14.434

1.043 276

61.924

11

,,

1921 ……610.916

15.429

1.043.329

49.825
4

1921 ……621.034

16.011

1.054.070

51.047

18

,,

1921 …….610.976

14.857

1.047.210

56.115

1

Mei

1920……635.451

11M24

1.143.851

102.200
3

Mei

1919 ……662.835

7.262

1.083 454

48.581

25 Juli

1914 ……162.114

8.228

310.437

6.198

Data

LZa0gi

1

Sc’atkist.

Belee.

haar

king,.
1

Hlervan

BchikTDe

disconto’s 1

promessen

ningen

Metaal.

percen.
rechtstreek,

saldo

lage

2

Mei

1921 274.655

114.000

231.516

384.850

58
25 April 1921 244.148

107.000

193 017

403.624

57
18

1921 234.179

97.000

203.112

404 422

57
11

,,

1921 221.605

81.000

204.748

407.028

57
4

1921 218.201

53.000

219.721

415.256

58

1

Mei

1920 235.669

143.000

277.087

397.349

52
3Mei

1919
144.892

80.000

231.978

443.305

59

25Juli

1914

67.947

14.300

61.686

43.521 ‘

75
‘) Op de baai, van ‘/, metaaldekking.

Uit de bekendmaking van den M i n i st e r v a n F i n a n-
ci 8 n blijkt, dat uitstonden op:

1

25 April 1921

1

2 Mei 1921

Aan schatkistpromessen.. 1
f
:508.160.000,-
f
514.060.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst ,, 107.000.000,- ,, 114.000.000,-
Aan schatkistbiljetten .. ,, 64.744.000,- ., 67 666 000,- Aan zilverbons ………..44.259.853.50 ,, 46.121.293,50

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden gu!dens.De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.

Data

Goud
1
Zilver
J
Bank-
1

naar,
biljetten

opeischb.

238.500

316.500 1

154.500
477.500 477.000

225.081

11.71

329.435

138.961
225.310

11.512

338 078

135.917
225.365

11.098

338.020

143.679 225.507

10.846

336.749

137.551

183.105

4.785

317.078

103.439
127.368

9.219

213210

121.451
22.057

31.907

110.172

12.634
Wis,e

Bechik-

Dek.
Duiten

oe ee.

k
loer,,

oaar

ings-
ningen

N..Ind.

ningen

re C

metaal.

percen-
,)

oetoatoaar

50
ao

lage

23Apr.1921

224.000

” 144.300
009

16 ,, 1921

229.000

142.500

9 ,, 1921

229.500

142.350

19Mrt. 1921 35.630 25.656106.669 29387

***

50 12

1921 36.763 25.301 111.091 32.339 142.247

50
S ,, 1921 37.007 31.570 119.176 27.142 140 354

50
26Feb.1921 37.119 31.321 114.921 29.208 141.739

50

24Apr.1920 15.394 24.350 139.958 35.394 103 995

45
26Apr.1919 8 29 20.419 75.811 8.890 69.961

41

25Juli1914 7.259 6.395 47.934

2.228 1 4.842′ 44
1) Sluitpost der activa. 2) Opde baai.
van
I/
metaaldekking.

23April1921 ……
16

,,

1921 ……
9

,,

1921 ……

19 Mrt, 1921 ……
12

1921 ……
5

,,

1921 ……
26 Fbr. 1921 ……

24 April 1920…… 26 April 1919 …..

25 Juli 1914 ……

Data1 Dis.
1
conto’,

396

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei 1921

DE SURINAAMSCHE BANK.
– Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Clrctdalle
Andere
opeischb.
schulden

1
1
Disconto’s
Dlv. reke-
nlngcnl)

12 Mrt, 1921

..
1.135 2.304 757
2.045
193
5

.,

1921

..
1.133
2.367
761
2.027
231
26 Febr. 1921. ..
1.133
2.221
304
2.025
320
19

1921

..
1.231
2.172
830
2.011
163
12

1921

..
1.232
2.243
1.012
2.158
192
5

1921

..
1.232
2.259
915
2.175
74

13 Mrt. 1920 ..
1.055
1.751
793
1.713
642
15 Mrt. 1919 ..
958
1.627 833
1.345
114

25 Juli

1914

..
645
1.100
560.
735
396
1)
Sluitpost der
activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste postel7, onder bijvoeging der Gurrency Notes,
in duizenden pond sterling.

Data
Gov.
..,ec.
Other
.ec.
Public
L.,epos.
Other
Liepos.
Re.
ierse

Dek.
king,.
pe

‘)

27Apr.’21
54.617
86.041
15.292
125 968
18.2881

12,90
20

,,

’21 32.767
94.085
19.219
108.439
18.519
14,50
13

’21
32.210
99.693
18.316
114.124
18 261
13,80
6

,,

’21
31.698
114.147
21.495
124.212
17.583
12,07

28Apr.’20
59.805
75.164 17.903
122.478
f3.084
16,40
30Apr.’19
55.088 82.227 21.930
124.722
29.964
18,38.

22Juli ’14
11.005
1

33.633
13.735
42.185
29.297
’52’/a
t)
Verhouding tusachen
Reserve en Deposits.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten,. onder bijvoeging der Darlehens-
kassenscheine, iii ‘duizenden Mark.

Data
Metaal
Daarvan
Goud
Kassen-
scheine
Cl,cu.
latie
Lek-
kings.

23 Apr. ’21
1.100.467J1.091.5831
23.630.63268.379.152
36
15

’21
1.099.788’1.091.5981
23.143.827 68.736.150
35
7

,,

’21
1.100.163
1.091.602j
22.941.114
69.235.201
35
31 Mrt.

’21
1.100.616
1.091.6041
23.836.278 69.417.228
36

23 Apr. ‘201
1.094.919 1.077.6451

14.541.409
46.228.045
34
23 Apr. ‘191
1.932.972 1.911.8451

6.862.119
25.874.800i
34

23 Juli

’14l
1.691.398
1.356.8571
65.479
1.890.8951
93
t)
Dekking
der circulatie door metaal en
Kassenscheine.

Data
Wissels
Rek. Cit.
Darlchenskassenschelne

Totaal
In kas hij de
uitgegeven
1
Reichs bonk

23 Apr. 1921
54.020.794′
15.945.450
33.248.50023.567.900
15

,,

1921
59.252.063
20.436

89
32.958.900 23.083.800
7

,,

1921
57.159.128 17.449.975 33.003.800 22.882.100
31 Mrt.

1921
66.802.639
28.042.673 34.068.300
23.780.100

23 Apr. 1920
37.380.220 13.072.550
28.143.900
14.502.700
23 Apr. 1919
28.748.205 11.585.569
17.984.100
6.853.500

23 Juli

19141
750.892
943.964

OOSTENRIJKSCH-HONGAÂRSCHE BANK..


Vôornaamste posten in duizenden Kronen.

1
Metadl- en

1 Bljz. schuld
1

Bank-

Rek. Crt.

Disc,
en
Data

bulten!.

beleeningen
1
Oosterijk
1
biljetten

saldi
1
en Hongarije 1

15Nov.’20
1)325.730
37.782.521 32.954.000 74.121.378 9.497.833
31Oct.’0I 321.121
36474.610132.954.000172.902.605
9.930.245
7Feb.’20 290.428 19.251.400
32.954.000156.294.022
0.057.646
31Jan.’20 291.083 19.162.543 32.954.000156.772.802 6.220.536

15Nov.’19 325.097114.742.052 fi.954.000 50.58,2.595 7.235.850

23Juli’14 1.589.2671 954.356
– 1
.159.759J 291.270
1)
waarvan 222.669 goud, 46.598
‘b,itenlandsche
goudwissels en 56.463
munt en inuntmateriaal zilver.

BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in 1luizenden franes..

Data
Goud Waarvan
in het
Buitenland
Zilver
Te goed
in het
Buitenland

BuIt .gew.
voorsch.
a/d. Staat

28 Apr.’21
5.514.735
1.948.367
271.386 655.841
26.000.000
21

’21
5.508.534
1.948 367 271.268
648.746
26.200.000
14

:,

’21
5.505.145
1.948.367
270.301
644.404
26.250.000
7

’21
5.504.629
1.948.367
267.959
642.994
26.400.000

29 Apr.’201
.5.586.312
1.978.278 244.08h
830.875 25.300.000
1Mei ’19
5.547.259
1.978.308
310.701
820.982
22950.000

23Juli ’14
4.104.390

t-
639.620

Wissels
Uitge.
stelde
Wissels
Bct.
nlng
II.
jetten Rek. Cr1.
Parti.
culieren

Rek.
01.
Staat

2.883 5481
137860’2.166.969
1
38.211.184 2.946.379
71.540
2.655.590 162.418
2.192.422 38.282.514
2.857.762
39.376
2.795.672
192.034
2.196.082
38.528.892
2.940.631
38.610
n’
2.801.339 215.044 2.230.287 38.695.618
3.055:180
75.887

2.308.504
559.562
.
1.784 456 37.687.600 3.379.465
89.842

1

916.205
901.707
1.209.121
34.100.311 3.384.226
42.100

1.541.0801

769.i001
5.911.9101
942.570
400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden franca.

Metaal
1
Beleen.
1

R
C
,
ek
md.
1

Data
1

van
[
Beleen.

van,
wissels
Circu.
bulten!.
1

buiten!.
prom. d.
en
1

latie partic.
saldi
1

vorder.
provinc.
heleen.

1

28 Apr.’21
333.528
4653480.000
817.345 6.105.858
535.327
21

’21
334.426
84.63I480.000
811.315
6.082.815
509.295
14

’21
331.1481
84.653.1480.000

813 295
6.094.001
469.802
‘7

21
333.15I
84.6531480.000
827.532
6.086.768
486492

29 Apr.’20
360.8141

84.803
480.000
853.487
5.123.174
1.278.341

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Goudvoorraad
_______________

Zilver
etc.
Notes In
ctrcu.
Totaal
Dekking
in het
bedrag

F. R. Notes
1
bulten!.
latle

8 Apr. ’21
2.264.010 1.446.627

217.824
2.893.964
1

,,

’21
2.246.439
1.449.164

214.792 2.908.153
25 Mrt. ’21
2.210.765 1.408.892

211.212
2.930.729
18

,,

’21
2.206.039
1.425.536
‘ –
209.250
2.962.880

9 Apr: ’20
1.957.490
1.292.868
112.781
129.816 3.080.217
11 Apr. ‘191
2.142.880
1.197.522

69.1092.548.588

Data
Wissels
Totaal
Deposito’s
Gestort
Kapitaal
Dek-
kings.
perc.
1)

Goud.
dekktng circu!,
5)

8 Apr. ’21

2.258.359 1.745.316

101.226

53,5
64,7
1

,,

’21 2.337.086
1.789 233

101.137 ‘.

52,4
63,1
25 Mrt. ’21 2.409.704
1.840.887

101.113

50,8
60,7
18

,,

’21 2.347.699
1.774.635

101.058

51,0
60,6′

9 Apr. ’20 2.789.779
2.535.754

91.160

43,3
48,0
11 Apr. ’19 2.186.514
2.414.299

1

81.750

51,1

j
62,4
t)
Verhouding tusschen’:
den totalen goudvoorraad, zilver
dc.,
en de
opeischbare schulden:

F.
R.
Notes
en
netto deposito’s.,

)
Na aftrek
van

35 oCt,

der totale

dtkkingsmiddelen
als
dekking
voor
de
netto deposito’s.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLÖTEN BIJ
HET –

FED. RES. STELSEL.

Voornaamste
posten in duizenden dollars.

Data
1
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
bij de
Totaal
Waarvan
time
banken
gelden en
F. R. bank,
deTposito’s
deposits
beleggingen

‘1
Apr. ’21
823
12.558.939
1.263.106
13.521.565 2.925.227
25 Mrt. ’21
823
12.598.819 1.259.573
13.446.812
2.932.472
18

’21
824
12.654.481
1.252.032
13.649.792
‘2.926.448
11

,,

’21
824
15.976.114
1.302.232
13.486.100
2.910.392

2 Apr. ’20
811
17.034.529 1.436.756
14.306.075
2.586.610 4 Apr. ‘191
772 14.080.8121
1.267.458 12.236.321
1.686.693

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks, opgenomen bankstaten.

II-

Data
Metaal
Clrculatie
Currency Notes.
Bedrag
1

Goudd.
1
Gov. Sec.

27 April 1921
128.358
128.520
338.033
28.500
302.210
20

1921
128.345
128.276
340.875 28.500
305.476
13

,,

1921
128.348
128.537
341.862
28.500
309.433
6

1921
128.348
129.215
343.826 28.500
311.334

28 April 1920
112.518
107.884
337.377
28.500
317 984
30 April 1919
85.676
77.162
384.340
28,500
1

331.095

22 Juli

1914
40.164
29.317

1

4 Mei, 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

397

EFFECTENBEURZEN.
..

. . Amsterdam, 2 Mei 1921.

De fatale daiurn van 1 Mei is gepasseerd, zonder dat tot
nu toe verdere stappen zijn genomen ‘tot uitvoerin
g
der
,,sanoties” tegenover Duitso.hland. Dit wil echter niet
zeggen, dat cle kwestie der schadevergoeding nu ook verder
een kalni ver1oop za hebben. Vermoedèljk zal het tegen-deel het geval zijn en de oorzaak der :omtan.(ugheid, dat
niet juist ‘op den oorspro’nkeljk vastesteldeu datum is
overgegisan tot verdere ‘cJwanmaatregaIen van de zijde der
Entente tegenover Duitschiand, moet ‘alleen worden ‘toe-
geschreven aan het feit, dat Duitschianzi plotseling met het
opzienbarende voorstel aan den President van cle Ver-
eenigde Staten voor den dag is gekomen. Hoewel dit be-
windshoofd reeds te kennen heeft gegeven; zich niet met
een arbitrage ‘in den zin ‘van het Duitsche voorstel te wil-
len inlaten, is het toch niet te ontkennen, dat door de
Duitsohe gesti’e de Vereenigde Staten, zij het zijdelings,
– jartij in het geding zijn geworden. Dit k a n eenigen in-
vloed uitoefenen op de beraadslagingen, die thans1 gevoerd
worden en in de’ toekomst nog gevoerd ‘moeten wonden,
hoewel het er op dit oogenblik ‘nog ‘niet naar uitziet. De
i’nf.ormeele conferentie •van de machthebbers van Frank-
rijk en Engeland, ‘d’ie thans te Londen plaats vindt, hief t
wel een geringe oneenigheici doen zien tusscheu de eisehen
van’ Frankrijk en de verlangens van het Br’itsche Kwsin’k-
rijk, •doch het is cle vraag, of ook thans niet iveclerom cle
extreme eischen van de Fransche Republiek het zuilen
e
winnn, zooals een maand geleden liet geval ‘is geweest.
Een geringe hoop bestaat nog op een algemeene conferen-
tie, waar Minister S’imons klaar en duidelijk zijn politiek
zou kunnen uiteenzetten,
waai

uit
dun wellicht izou blijken,
dat Duitsohlnn’d zoo ver mogelijk is gegaan eu waar Lloycl
G’eorge en Rai-ding een tegnwicht zouden kunnen vormen
tegenover de Fransche politiek. ])i’t alles is echter nog voel
te vaag, om er eenige conclusie uit te kunnen trekken en
voorloopig heeft de beurs te B e r 1 ij n een zeer pessi’mis–
tisehe ‘houding •te aanschouwen gegeven. Dit behoeft waar-
lijk ‘geen verwonderingte wekken, want zelfs ‘indien geen
verdere ,,sancties” tot toepassing zullen ivor.clen gebracht
en indien ‘niet de gansche goudvoori-aaci der Duitsche Rijks-
bank ‘uitgeleverd behoeft te worden (zooa’ls aanvankelijk
was verlangd), ja, ‘als de Duitsehe voorstellen, zooals zij
tha’ns luiden, ongewijzigd worden aangenomen, dan nog zal
Duitsehland voor een groot aantal jaren gebonden zijn aan
geweldige lasten. En dan is het nog ‘cle vraag, of Opper-
Silezië wel aan Duitsch.lan’d zal worden toegewezen en of
de ‘bezetting van tden Linker-Rijnoever opgeheven zal ‘wor-
• den.’ Iii verband met ‘deze vooruitzichten zijn ook deinter-
nationale valuta’s in Duirtsch’land vrij ‘sterk gemonteerd,

j
hetgeen een verkoop van buitenaudsche ivaarden, waar
mogelijk, in ‘de ‘hand werkt, te meer, -wijl het plein bestaat,
dergelijke waarden in beslag te nemen, ten einde ‘ook ‘hier-.
mede aan cle financieele eischen der Enténte te kunnen vol-
• doen. Opvallend -vast was weder de 3 pOt. Rijksleening, die
voor bui.tenlan’dsche rekening uit de markt werd genomen.
Te L o n d e
xi
heeft de beurs eerder een opgeivekt ver-
loop gehad. De disconto-verlaging van de Bank of Engliind,
‘clie ook hier ter plaatse als zeer ivaartohijnljk reeds was
voorgesteld, is eindelijk een feit geworden, al is de vermin-
dering niet zoodanig, als algemeen wej-ci aaagenomen. Men
had gerekend op de vaststelling van een disconto

van
6 pet., ‘terwijl ‘het thans nog, 634 pOt. ‘bedraagt: Indien •de
teekenen ‘niet bedriegen, zal men echter ibinnen afzienbaren
tijd tot verdere vermindering miet ‘ton minste een half
prochnt ‘moeten overgaan, omdat ‘cle rente in de opeh markt
veelal lager.is dan 6 pOt. ‘s jaars en de Regecring er reeds
in is geslaagd sehaticis’tbiljettsn te plaatsen tot dezen en
ageren rentevoet. Vermoedelijk heeft de Directie der Bank
of EngJaacl niet tot een verlaging met een ivol procent
besloten, om clan ‘terugkeer in meer normale banen niet
met al te groote sohokken te ‘doen plaats hebben.
De willige tendens van de ‘beurs kon echter niet tot het einde volgehouden worden. Koesterde men aanvankelijk
gunstigé verwachtingen ten. aanzien van het mijnwei-kers-
conflict, het verder verloop ‘heeft wel duidelijk bewezen,
dat men hiermede ‘nog lang ‘niet aan het ei’nde is gekomen.
Het tehijnt, dat de ‘mijnwerkers zich voorgenomen hebben
hun eisohen thans door te zetten of een absolute ‘neder-
laag ‘te lijden. Dat hot er op ‘dit’oo’genblik naar dit laatste nog ‘niet uitziet, bewijst wel de houding van ole arbeiders

der Triple A’l’liantie, die weliswaar niet daadaverkelijk aan
de staking hebben ‘willen deelnemen, ‘doch die ‘toch onder-
steunen, o.a. door te weigeren ‘bui’tenlandsche steenkolen te
vervoeren, ‘die voor
.
Britsche inidustrieën aangevoerd moch-
ten’ worden. Het gevolg is, dat voortdurend meer bedrij-
ven tot stilstand worden gedoemd, hetgeen een zeer druk-

kenden invoed op het ‘koersniveau ‘heeft ‘uitgeoefend. Toh
bleef de grond’toon ‘niet ongeanimeerd.
Te P a r
ij
5
bleef de tendens, zoo.ls te ‘verwachten was,
vast gestemd. De onwelwillende beoordeeling van het Duit-
sche ivoorstel ‘in de Fransche pers, heeft ide gedachte doen
post vatten, dat op de aanstaande besprekingen cle Fran.sche
polit.iei zoo voldoende overwicht zullen weten uit te oefenen,
dat’ de eischen geheel op Fransche leest geschoeid zullen
worden. Dat lovendien ook het buitenland zoodanig oor-
• deelt, bewijst wel de houding van de Frainsehe valuta, die
in alle beurs-centra zeer Sterk kon anonteeren. Eenige
stimulans tot de algemeen vaste houding heeft voorts ge-
geven de opgewekte stemming voor aandeelen Koninklijke
Petroleum Maatschappij, die ondanks de hoogere ivaardee-
• ring van den Franshen Franc dh het buitenland ‘niet alleen
op het oude koerspeil gehandhaafd ‘konden blijven, doch
zelfs in de laatste dagen van de berichitsper’iocle ‘nog aan-
merkelijk wisten te inon’teeren.

Te N e w Y o r k ‘heeft de ‘dreiging van niemi’we arbeids-
mnôeiljkhedeu eea schaduw over de beurs geworpen. De zee-‘
lieden hebben namelijk een staking aangekondigd, ten einde
de verlaging ‘van hun ‘bonen tegen te gaan. Veel ‘waarde
wordt aan deze actie wel, niet gehecht, ‘doch de mogelijk-
heid van een stokken van het zeevaartverkeer heeft toch
in ieder geval de gunstige factoren, die het gevolg waren
vnu een lichte verbetering in ‘de industrie, tegengewerkt.
De berichten omtrent deze verbetering zijn juist iei den’
laatsten tijd wat meer op den ‘voorgrond getreden. Niet
alleen de automobiel-branche, doch ook de katoen-nijver-
held schijnt zich eenigszins te kunnen herstellen. In-
dustrieele waarden bleven dan oo’k goed gevraagd, spoor-weg-aandeelen daarentegen moesten opnieuw iets van hua
prijsniveau laten vallen.
0 p o
ii
z e in a r k ‘t heeft dc zeer va&te houding voor be-
leggingaivaarden in het algemeen sterk de aandacht ge-
ti-okken en dat ondanks ‘het lichtelijk monteeren van den
‘prolodgatiekoers. Oase inheemsche • staatsfondsen konden
alle min of meer krachtige verbeteringen behalen en ,00k
op de markt van obligaties van provinciën en gemeenten
deed zich het’zelf de verschijnsel gelden. De tot nu toe aan-‘geboden leeningen hebben dan ook alle een groot succes te
boeken gehad, met uitzondering van de obligatie-emissic der stad ‘s Grav’enhage, ‘die ten volle moest ‘worden toe-
geivezen. Blijkbaar is de tijd voor een 6 pCt.-obligatie nog
niet irjp. Doch ia’dien de algemeene stemming ‘voor schuld-
brieven van een hooger rente-type zoo blijft, zal de Regee-
ring vermoedelijk binnenkort ‘wel overgaan tot consolidatie,
van ‘de vlottende schuld van Indië. Het desbeti-effende
wetsontweop, auttorisatie vragend voel- ‘een uitgifte van

‘f
250 snillioen tot een rentevoet van ten ‘hoogste 7 pCt.,
is ten minste reeds ingediend. Blijkbaar zal de rentevergoe-
ding hier ‘bepaald worden op 634 pCt., waarmede de Staats-
spoor ook een zeer ‘groot succes heeft gehad.
Buitenfandsche beleg gingswaoi’rden
waren mede sterk
gevraagd, met name de 8 pOt. ‘San Paulo-leening.

26 Apr.
,
29Apr. 2Mei.
Rizi&of

5
°/oNed.
W. Sch.

1918 87

8711 8894 +1’/4_
4
1
12 010

,,,,,,,. 1916

87/,o

87
0
14

88’12

+ 1311
4

0/

,,

,,

,,

1916

77
1
12

78
2
18

79

+ 1’18
3
‘/2
01

,,

,,

,…….
671/
4

67

6818

. /s –
3

0
/0

,,

,, – ……..
58’/

5881
4

58/e

+ 1
18

2
1
/2
0/
Cert. N. W.
S. ……
49’/,

49e18

49
5
18
+
118
5

% Oost-Indië 1915 ….

90
1
1so 91
1
18

91114

1


fio
6

%

,,

1919 . . –

95

9318

94
15
1

I
liG
01
8
Oostenr. Kronenrente

3121,

3’/,

318/in
‘5

0/
Rusland 1906

7
0
116

8

77/g
‘4-1i6
4

0
/0
RusI. bij Hope
& Co.
7
18
1,8

7
1
.
5
1,6

7
18
1,e
41
0
/0
China Goud 1898 .

62
1
1

62’/a

6218
+
51

‘4

0/
Japan 1899 …. ….

52/4

52/4

528/
t

4

°/o
Argentinië Buitenl.

53214

53
8
18

5318 +
‘is
5
.
0
/0
Brazilië 1895 .:

5018

51
1
12

511

+
71

7

0/
Staatsspoor
……..103’/,o 103116
104’14’
+
8/

7

O!
Amsterdam …….. 101
3
14 101 ’12 1011/
4

Op ‘de aancleclen-sawrldt
hebben aandealen Koninklijke Pe-
troleum Maatschappij wel liet sterkst de aandacht getrok-
ken. -Aanvankelijk op instigatie van het buitenland, later
door het vooruitzicht op ‘het ‘verkrijgen van ‘de petroleum-
cdncessies in Djambi zijk insiders en publiek tot •groote
aankoopen overgegaan, die het ‘ko’erspeil onweerstaanbaar
omhoog hebben ‘gedreven. Een
1
gu’nsti’ge omstandigheid hier-
bij ‘was, dat er een uitgebreide oontramine bestond, die
slechts langzamerhand tot ‘dekking overging, zoodat de
steun, hieruit ‘voortkomende, over d’e geheele week werd
verdeeld.
Weliswaar
daalde d’e koers hier ter •beurz eenigs-.
zins onmiddellijk ‘na het bekend worden van den uitslag
der Kamer-debatten (waarbij ‘de Djambi-eoneessies tea volle

1
398-

.ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

4 Mei1921

aan het Koninklijk-concern werden toegewezen), doch waar
dit ter beurze vrijwel steeds het geval is bij het doorvoeren
van een feit, waaraan men de meest gunstige prognose
heeft vastgeknoopt, trok deze omstandigheid niet al te veel
de aanilacht. Hoewel dan ook niet op het hoogste punt,
verlaten de betrokken aandeelen de markt in izeer opge-
wekte tendens. Zich nauw aausluiteiid aan deze beweging
was de tendens voor de overige .petroleumwaarden. Orions bleven eenigszins op •den achtergrond, doch aandeelea Ge-
consolideerde Hollandsche Petroleum Mij., Steaaa Romana,
etc. waren alle hooger in koers. Ook Russische petroleum-
fondsea konden zich in de algemeene belangstelling ver-
heugen; aandeelen Sdh.i’bajeff, Russian General Oil. Bakoe.
e.d. .monteerden min .of meer.
Het spreekt vanzelf, dat deze opvaartsehe
.beveging
in
oliewaarden zich uitsprak op do andere afdeelingen ter
beurze. Louter reeds uit markt-technisch oogpunt: door de
rijziag in petroleumwaarden waren verscheiden posities
zoo sterk geworden, dat zelfs bij een verdere reactie voor
de overige markt geen gedwongen realisatië meer gevrenid
behoefde te worden. Doch afgescheiden daarvan, wren er
ook voor de andere afdeelingen factoren, die een stimulee-
rende werking uitoefenden. Behalve dan voor de suiker-
piarkt. Hier had de V. J. S. P. ‘kort te voren nog met
nadruk kennis doen geven van haar voornemen om niet
onder
f
20,— per picol af te doen en hoewel men nog iii
de herinnering met zich droeg ‘de voorvallen van den
zomer van 1920, toen dit verkoop-lichaam ook had aange-
kondigd niet onder een bepaalden prijs (toen was ‘dit

f
50,— per picol) te zullen ver.koopen en onder den drang
der omstandigheden toch lager heeft afgedaan, ‘koesterde
men ‘thans opnieuw alle vertrouwen in de desbetreffende
mededeeling.. Toen echter lekend werd, .dat ibuiten de
organisatie om 1.
f
17,50 per picol suiker was aangeboden.
kwam men ‘vel tot de ontdekking, ‘dat ook hier ‘de wensch
van ‘de V. J. S. P. waarschijnlijk niet kon worden gehand-
haafd. Toch bad dit geen daling van beteeken’fs ten gevolg; eensdeels door de hierboven gereleveerde werking, die vali
cle hausse in oliewaarden uitging, anderdeels in verband
met de gunstige rapporten, die thans nog van de suiker-
ondernemingen inkomen. Zoo heeft het verslag over 1920
van de Cultuur-Maatschappij ‘dei Vorstenianden een goeden
indruk gemaakt, hoewel ‘de directie pessimistisch over cle
toekomst ‘oordeelt. Het algemeen peil ‘toont ‘niet vee]

variatie aan. . –
Voorts waren vast gestemd aan’cleelen Co.mpania Mercan-
til Argentina, op geruchten, dat de gang van zaken hij
deze maatschappij iets gunstiger zou zijn geworden. De
overige handels-ondernemingen ‘bJeven vrijwel onveranderd.
Tabakswaarden
hebben een zeer levendi’gen handel te.
aanschouwen gegeven, vooral voor aaaideelen Deli Maat-schappij, die sterk gekocht werden in verband met het be-
richt, dat de maatschappij binnenkort tot uitgifte vait
nieuwe aandeelen á 150 pOt., uitsluitend voor aandeelh,ou-ders, zal overgaan. Ten slotte echter ontwikkelde zich aan- –
bod op de hoogere prijzen, zooclat ‘het slot zelfs nog iets
in reactie blijft. –
Rubbers
bleven eenigszins beter gedisponeerd, wijl de
berichten uit ‘Indië voor het ruwe product iets gunstiger luidden. Daarentegen ging Londen voort lage prijzen te,,
melden. Eenige dekkingsvraag heeft ‘hier tot verbetering
van het koerspeil medegewerkt. Inmiddels, is het eerste
slachtoffer van de tijclsomstandigheden hier gevallen. De’
onderneming Soengey Raja heeft aangekondigd de rente op
1

hare obligatie-leening niet ‘te kunnen voldoen en heeft een
vergadering ter behandeling ‘van deze kwestie bijeenge-,
roepen.

26 Apr. 29Apr. 2 Mei.

Anisterdamsche Bank . . – – 175

176

177

+ 2
Koloniale Bank ……….178

179
8
14 1.78
Ned.Handel-Mij.cert.v.aand.
17514
17711
41
176

+
1
14
Rotterd. Binkvereeniging.. 11481
4
116

117

-J’ 29
Anist. Superfosfaatfabriek . 112

116

116

+ 4
Van Berkel’s Patent ……98

102

102
8
14 +
4I
Insulinde Oliefiibriek ……
’41’/8

49

53
1
12 +
12I8
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand. 92

,
ls

92

93

+ Vs Hollandia Melkproducten -. 2001s. 20011
4
201

+/s
Philips’ Gloei1am°nfabriek 315

3081/
2
308V2 – 6’12
R. S. Stokvis & Zonen … 578

578

578
Vereenigde Blikfabrieken.. 10292

9511

975/
s
– 47/
s

Compania Mercantil Argent. 138 14011
2
149 ± 11
Cultuur-Mij. d. Vorstenland 184
3
14 186
8
14
18611
2
+ 1814

Randelsver. Amsterdam . ..
400
1
12
40112 400 –
1
12

Roll. Trarisatl. Handelsver. 40

40

40
Linde Teves & S okvis …. 120

125

119111,

1
12

Van Nierop&Co’sHandel-Mij. 72

73

70 – – 2
Tels & Co.’s Handel-Mij.::. 66

. 66

65 – — i.

26 Apr. 29 Apr. 2 Mei.

Gecons. HolI. Petroleum-Mij. 20314

21214

20811
2

+
4814

Kon. Petroleum-Mij. ……

561/2

58214

57
2’12
+
11
Orion Petroleum-Mij.
Afgest. Aand.

49

49
51

49
Steaua Roniana Petroleum
Mij. ..

Afgest. Aand.

65

66

66
+
1
.Arnsterdam-Rubber-Mij.

. .

102V4

10011
4

106
+
3314

Nederl.-Rubber-Mij……..55

55

53

Oost-Java-Rubber-Mij…..162

165

16214
±
214

Deli-Batavia …………..

454V

447’12

447

711

Deli-Maatschap.pij

……..490

502’12

484

6
Medan-Tabak-Maatschappij. 334

330

325

9
Senembah-Maatschappij.
.
..

587

599’12

596214
+
9214

De
schcepvaartinaii-kt
‘.’as vester dan sinds langen

tijd
het geval is geweest. Met uitzondering van enkele
minder
courante waarden toonen alle soorten een vrij sterke ver

betering aan. De dividend-aankondigingen van deze week
(Maatschappij ,,Nederland” 20 pOt., Rotterdamsche Lloyd.
15 pOt.) rvielen mede en de aandacht werd nog eens gaves-
tigd op den lagen stand van scheep’vaartwaarden in ‘het
algemeen.

26 Apr. 29Apr. 2 Mei.
Rijzing

Holland-Amerika-Lijn

..
. .

254

269

262
+
8
,,gem.eig. 240

258’/s

2581/±
+
18
2
12
Holland-Gulf-Stoömv.-Mij… .115

115

116
Hollandsche Stoomboot-Mij. 103

95

94

9
Java-China-Japan-Lijn …..142

147

147
+
5
Kon. Hollandsche Lloyd

..

SO/a

83/

85
+
4114
Kon. Ned. Stoomb.-Mij…..125

127/s

126
1
12
±
1
1
12
Koninkl.-Paketvaart Mij. ..

130

135
1
1
2

135
+
5
Maatschappij Zeevaart ..
– .

125

127

127
+2
Nederl. Scheepvaart-Unie..

150

158’12

158
+
8
Nievelt Goudriaan ………225

250

250 +
25
Rotterdamsche Lloyd ……150’/4

157

15712 +
7
1
14
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg” 135

100

100
—35
,,Nederland”. .
.

lSO/s

196

,

194
1
12
+
13e/s
,,

.

43
2
12

4214

42814

31
4

,,Noordzee”
Oostzee”…..105
112

100

100

5
1
/1

De

,lrnerikaanscice markt
bleef vrijwel onbewogen

en
zuiver in de lijn van Wnllstreet.
Industrieele waarden
over
het algemeen gevraagd,
spoorwegskares
daarentegen aan-
geboden.

26-Apr. 29Apr. 2 Mei.
Rizigof

American Car
&
Foundry

144
1
/is 145

150
+
5’lto

Atiaconda Copper

……..9 012

92

93
±
2
1
12
Un. States Steel Corp…..96’/4

961/
±

95814

212

Atchison Topeka ……….

931/

9311
4

9311
4


21
4

Southern Pacific ……….

871/
s

85
1
18

85%
-‘- 2
8
18
jinion

Pacific …………132
9
/i

13211,

134
+
111
Int. Merc. Marine orig Corn

17e1s

16°/is

171/10

5
116
prefs

60

62
1
/s

62
7
18
+
2
7
/t

De
geldnvarkt
is iets stroever geworden; prolongatie
‘ton
slotte 4
Y
2
pOt.

GOEDERENHANDEL.

-GRANEN.
2 MEI 1921.
])e oogstberichten zijn niet meer
zoo
onverdeeld gun-
stig als zij geruimen tijd zijn geweest. In West-Europabe-
gunt het droge koude weder van den laatsten tijd eenige
onrust te verwekken. Wel is nu en ‘dan regefl gevallen,
doch meer neerslag en zachter ‘weder zijn in de.meeste lan-
den noodig voor eene verdere goede ontwikkeling der ge-
wassen. Ook in Noord-Amerika klaagt men over koude,
doch ‘daar schijnen de klachten toch minder gerechtvaardigd
dan in Europa. Wij leven tegenwoordig in den tijd der
Noord-A.merikaansche ,,crop scares” en vooral zoolang
Rusland en Roemenië niet als tarwe-uit

voerende landen in
aanmerking komen, leiden ongunstige berichten over den
Amerikaanschen oogst nog gemakkelijker ‘tot onrust op dc tarwemarkten dan in andere tijden. De vooruitzichten voor het loopende seizoen blijven echter onveranderd wijzen op
eene ruime voorziening vpg de Europeesche importlanden.
Verschepingen van tarwe waren ook de laatste’ weken
ateeds weder zeer voldoende, ofschoon Argentinië nog altijd
in ‘zijne ‘tarweverschepingen hij vorige jaren ten achter
blijft. De sedert 1 Januari verscheepte hoêveelheid bedraagt
slechts ongeveer Y. gedeelte van die van het vorige jaar.
Juist in de afgeloopen week kwamen echter in Argentijn-
sche ‘tarwe voor sppedige verschepting moer ‘zaken bot
stand ‘dan in langen tijd liet geval is geweest. Daarbij valt
het: op, dat ook Engeland, dat» tot nog’ toe slechts zeer

4 Mei 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

399

Noteeringen.

1

Locoprjzen te Rotterdam/Amsterdam.

Chicago

1

Buenos Ayres

Data

Tarwe

Mars

Haver

Taru.se

MaTs

Lijnzaad
Met

Mei

Met

Met

Mei

Mei

30 Apr.’21
131
57 38
16,-
7,80
14,65
23 Apr.21
130
3
1
61
llá
39
16,20
8,35
14,55

30Apr.’20
228
177’ls
100
1
/4
24,15 10,50 28,35

30Apr.’19
226
157
1
/s
68′!,
11,10
5,55
20,15

30Apr.’18
220
127
1
/s
71
3
/ 11,85
5,15
23,90

20 Juli’14
82

‘)
56
8
18
1
)
36
1
!i
‘)
9,402)
5,38
2
)
13,702)

Soorten
2 Mei
1921
25 April
1921
l-

2 Mei
1920

Tarwe*

.
………’)

19,-
38,25

Rogge (No. 2 Western)
t)

21,50
29,75
Mais (La Plata)

……’)
250,-
260,-
393,
Gerst (48 1h, malting)
.
.2)
265,- 270,-
500,-
aver (38 1h. white cl.).
.’)
15,50
15,50
22,-
Lijokoeken (Noord-Ameri-
ka van La Plata-zaad)’)
152,50
160,-

1

205,-
Lijnsaad (La Plata) …. ‘)
320,- 305,-
850,-

1)
per Dec. ‘) per Sept.
‘)
p. 100 K.G. ‘) p. 2000 K.G.
2)
p. 1000 K.G. ‘) per
1960 K.G. *) Hard/Red Winter Wheat ur. 2.
AANVOEREN in tons
,
van 1000 K.G.

Rotterdam

Amsterdam

Totaal

ArtIkelen.
1
25Apr./3OApr.
1

Sedert

1 Overeen1. II 25Apr./3OApr.I

Sedert

1 Overeenk.

1920
1

1921

1
IJan. 1921
1
tijdvak 920

1921

1Jan.1921

tijdvak 1920

23.155 324.537
110.595

7.111
20.717 131,648 131.312

:-
40.900




40.900

989 2.792
2.500

.

500

3.292 2.500

Maïs

…………….
1M
295.906
97.944 2.527
30.760
18.924
326.666
116 868

Gerst

…………….
87.000
4.745

2,933
120
89.933
4.865

Tarwe ……………..
Rogge ……………….
Boekweit …………….

Haver

…………..
5A92 9.053
16.108

430
– .
9.483
16.108

..87

304
64 726
6.170 11.915
37 374 2.424
102.100
8.594

4
…112

44
53.717
20.858

8.875 1.406
62.593
22.264
Lijnzaad ………………
Lijnkoek ……………….
1.363
8.7l
&779

1.070

9.747
5.779
Tarwemeel …………..
Andere meelsoorten .. ..
1.516
13085
3.228

450
100
13.535
3.328

weinig Plata-tarwe heeft gekocht, geregeld als kooper optrad. In de eerstvolgende weken zal dan ook de ver-
soheping van tarwe uit Argentinië waarschijnlijk toenemen.
Dit staat in verband met de omstandigheid, dat Argen-
tijnsehe tarwe nu weinig in prijs versohilt met Noord-
Amerikaansche, terwijl tevens de kwaliteit van dé rneeste
havers zeer goed blijkt te zijn (tarwe van Bahia Blanca heeft
echter in vele gevallen minder goed voldaan, zoodaît de
Duitsche regeering die haven bij hare inkoopen zelfs uit-
sluit) en eindelijk in Engeland de vraag voor spoedige ver-
*icheping toegenomen is met het oog op •de kolenstaking,
iiie veroorzaakt, dat spoedige scheeparuimte van Argen-
tinië schaarsch dreigt te worden en de lust van reeders,
om naar Engelsohe havens te varen, afneemt.

Op den eersten dag der a.fgeloopeu week waren de graan-
markten zoowel in Zuid- sis Noord-Amerika zeer flauw
met sterke prijsverlaging Eene sterke uitbreiding der
tarwezaken naar Europa was daarvan het gevolg. Duitsch-
land, dat eenigen tijd weinig kooplust had getoond, kocht
veel tarwe, bijna uitsluitend Noord-Amerikaansche op
Jpni/Juli en Juli/Augustus en daar het sedert ide invoe-
ring der sancties niet meer koopt van firma’s uit de lan-
den, welke daaraan meedoen, kregen Necierlandsche en
andere neutrale firma’s een belangrijk aandeel in die in-
koopen. Aan de Rotterdamsche markt werden in die dagen
dan ook groote zaken gedaan. Ook in Engeland werd flink
gekocht, zoowel van Noord- als van Zuid-Amerika. Daarna
wei-den de markten echter weder vaster met langzame, doch gestadige prijsstijging, zoodat op 30 April in Noord-Amerika
de prijs van eene week te voren weder ruimschoots was
bereikt en in Argentinië eveneens een groot gedeelte van
de prijsdaling vooral voor de eerste posities weder was in-
gehaald. Aangezien echter de koers van de Argentijn-
sche peso nog verder daalde, laat in Europa de Argen-
tijnsohe prijsstijging zich slechts gedeeltelijk gevleu en
kan Plata-tarwe nu zonder bezwaar met de Noord-Aei’eri-
kaansche concurreeren. Deze omstandigheid heeft medege-
werkt tt de reeds vermelde uitbreiding der zaken in Plata-
tarwe nar Europa.
Het aanbod van stoomende tarwe is schaarsch en daar-
voor worden door eenige der kleinere Europeesche landen
steeds hooge premies betaald. Duitschiand heeft echter
voldoende voorraden om slechts op verwijderde posities te koopen, waardoor het zijne inkoopen tot lagere prijzen kan
doen. In de laatste dagen vertoont dit land echter, ook in
verband met den dreigenden politieken toestand, zoo goed als geen kooplust.
In voedergranen is mals nog steeds verreweg het belang-
rijkste artikel. Wel bestaat voor haver, zooals steeds in dit jaargetijde, in Europa meer vraag en zijn zoowel van Ar-
gentinië als van Canada de zaken wat levendiger en ont-
moet ook gerst wat meer belangstelling, doch slechts in
mais wordt een werkelijk belangrijke omzet bereikt.

In Engeland wordt zoowel van Noord-Amerika gekocht

als van den Donau, terwijl daar ook in Plata-nzaïs van den
nieuwen oogst voor spoedige en latere verscheping dagelijks
in ladingen en parcels levendige handel bestaat. Ook daar-
toe werkt, wat spoedige en Juni-verscheping betreft, de
kolenstaking mede, die leidt tot de vrees, dat vrachtruimte naar Engeland spoedig moeilijk te krijgen zal zijn. Neder-
land koopt bijna uitsluitend Noord-Amerikaansehe mais,
terwijl Duitschiand zoowel deze soort als Donau-mais koopt
en voor nieuwe Plata-maïs slechts zeer weinig belangstel-ling toont. Ook de Noordsche landen kochten den laatsten tijd vooral Noord-Amerikaan.sche maIs, zoowel direct als
ter overlading uit Nederland, dat zijn grooten voorraad
vooral ‘daai

heen heeft gespuid. Ook maïs was in het begin
der week flauw, zoowel in Noord- als in Zuid-Amerika. In
Argentinië volgde eenig herstel in verband met vochtig
weder, dat tengevolge heeft, dat het aanbod van spoedige inaïs van voldoende droogte beperkt is. Op 30 April ging
die verbetering echter verloren en te Chicago bleef mais
de geheele week in vrij flauwe stemming. De maïsprjs was
daar op 30 April voor den Mei-termijn 41% dollarcent per
56 lbs., voor den Juli-termijn 27/
s
cent lager dan eene week tevoren. Verschepingen zijn voldoende. Toen in de vorige
week de Vereenigde Staten zeer weinig mais aflaadden,
waren de versohepingen van den Donau zeer groot en in
de afgeloopen week haalde Noord-Amerika met een zeer
hoog cijfer zijne schade weer in. In den laatsten tijd wordt
daar een groot gedeelte der mais gedroogd en in dien toe-
stand zoowel ter verscheping van Montreal als van de
Atlantische havens der Vereenigde Staten ruim aangeboden.

Evenals bijna alle graansoorten opende ook lijnzaad de
week in flauwe stemming. Met hoogere olieprijzen in En-
geland, verwtchting van vermindering ‘in den uitzaai in
de Vereenigde Staten, goede vraag in Duitschland en ‘de
allengs post vattende meening, dat lijnzaad nti goedkoop is,
verbeterde de markt echter in den loop der week. De om-
zet in Engeland bereikte zeer groote afmetingen, ook al
weer in .verband met de kolenstaking en de vastere vrach-tenmarkt van Argentiisië. De op Hamburg stoomende par-
tijen werden aan Duitsche olieslagers opgeruimd, en de
groote voorraden in de Nederlandsche ‘havens vermindet-den
sterk door verderen verkoop, zoowel naar het buitenland
als ‘voor Nederlandsch verbruik. In verband met eveneens
stijgende markten in Argentinië en hoogere vrachten zijn
voor latere posities de prijzen hooger dan voor spoedige
levering, welke omstandigheid de vraag voor spoedig zaad
in de hand werkte. De zaken beierkten zich bsjua geheel
tot Argentijnsch zaad. Het aanbod uit Britsch-Iadië is in
verhouding te duur.

Nederland.. Nederlandsche moleaaars kochten in de
afgeloopen week eenige flinke partijen hard winter tarwe
ter spoeclige aflading van Golfhavens. In meer verwijderde
posities werd voor Nederlandsche consumptie niet gekocht,
doch vooral in het begin der week werden groote zaken in
vooral Noord-Amerikaansche tarwe naar Duitsébland ge-

4Öb’

EC6NöMII-STISTÏSCHE BERICHTEN

4 Mei 1921′

daan. In rogge blijft ‘in Nederland vraag bestaan, speciaal
voor ‘stoomende en ‘spoedig af te laden .partijen en geregeld
worden zaken van Noord-Ameriika gedaan. In mïs leefde
de •importhwndel in de afgeloopen week weder op, toen de
veel te igroote voorraad, waaronder de Nederlandsche maïs-
handel eenige weken ‘gebukt heeft gegaan, was opgeruimd.
Een groot gedeelte daarvan werd ‘naar Scandinavië ver

scheept, terwijl nu en dan partijen, waarvan ‘de kwaJ1itti
was achteruit ‘gegaan, tot eenigsains lagere prijzen moesten
worden opgeruimd. In ‘d’e laatste dagen konden weder
geregeld nieuwe zwké’n tot A’eri’kaansche pariteit tot
stand komen. Daarbij trekt voora 1 gedroogde maIs de
belangstelling, die goedkooper dan ongedroogde, vooral Van
Montreal, ‘wordt aangeboden en geregeld gekodht. Eebe
belangrijke premie wordt betaald voor gedroogde mais niet
een maximum voch4geha’lte van 13 pOt., doch daarfv6or treedt bijna uiitslnitend Duitschiand af s ‘kooper op. Voor
andere maïssoorten is de belangstelling gering. In Donau-
naïs is de omzet hier klein; oude Plata-maïs vindt wegens
(le minder goede kwaliteit slechts moeilijk ‘koopers en in
den nieuwen oogst op verwijderde afladiin’g komen bijna
geene zaken tot stand. Nieuwe Plata-maïs afgeladen en
voor apoedige varscheping ontmoet meer ‘belangstelling en
daarin ‘kwamen nu en dan zaken tot stand

Lijnzad was ‘raster met meer kooplust en tot stijgende
prijzen wordt ‘van de voorraden te Rotterdam en Aimster-dam geregeld verkocht. Ook op af’lading komen nu en da’n
zaken tot stand, waarbij hoogere prijzen worden betaald
dait voor spoedig leverbaar zaad.

-‘

SUIKER.

Ook in de afgeloopen week stond de wereidsuikermarkt
onder den .invlôed er dalde suikrprijzen in A m e r i k a,
tea gevolge waarvan koopers ‘hoe langer hoe meer terug-
houdendheid betrachteb. Het waren hoofdzakelijk van Cuba
onverkocht verscheepte partijen, waarvan cle verkoop bij
aankomst in Amerika tsr vermijding vnu opslag gefor-
ceeid ebbest worden, die de verdere “daling in de band
werkten. De notéeri’ng ‘voor ap. centr. liep terug tot 4,
,
89
cents, terwijl op termijn 3,82 voor Mei,. 3,96 voor Juli ,en
4 cents voor Sept. genoteèrid werd. Zooals uit de oüdervoigende statistiek blijkt, zijn de voor-
raden op Cu b a alhoewel iiet abnorniaal, toch veel groo-
ter dan ‘verleden jaar, waardoor een eventueele gunstige
iuvloéd van een kleinen ‘oogst op prijzen gedeeltelijk op-
geheven wordt. Het blijft thans te bezien of de Amerikaan-
sche raffinaderijen ook gedurende het spoedig intredende
tijdperk van grootste consumptie huirne reserve zullen kf n-
iien volhouden. –

De laatste Cubasiatistiek luidt:

1921

,

1920

1919

Weekontvangsttot23A’pril 153.000 154.353 135.217 tons
Tot. ootv.sedA Dec.-23Ap. 2.030.000 2.438.346 2.294.408
Werkende fabrieken 197 172 195
Weekesport tot 3 April. – 59.000 179.772 91.136
Tot. exp. sed. 1 Jan.-23 Apr.1.027.000 1.725.709 1.278.945
Totale voorraad 23April. .1.043.000 682.346 1.015.221

O J”av i èfnt d’e ‘og rtléid oyei liet uitblijven vaii
orders voor den nieuwen oogst, zoowel bij speculanten als
ook bij producenten, toe. Vooral eerstgecioemden hebben in
den ‘laatsteü tijd herhaaldelijk de markt vei-o’nrtrust door
telkens lagere aanbiedingen, die bij •de lu.stelonze stemming
dér markt slechts het gevolg hebben eveutueele koopers ng
meer te depri’meeren. Kleine leveringen Ju’ni superieur –
werden tot
f
18,— p. picol e.k. herverkdolit.’
C
In overeeadtemn.ing met de prijsdaling in de overzee-
sche productialanden liepen ook de noteeringen öp de
Hol ‘1 a n d s c h e markt terug; kistnlsuiker wordt tot
f 41
,
Javasuiker op ceel tot
f
40,— gelaen.
‘In Engeland drukt het voortduren van •de koleti-
stakingnog op elken tak van handel.

NOTEERINGEN.

Amiter.
Londen
New York


.
White Jaoa
f.o.b. Per
Amer. Gra.
nulatcd c.iJ.
Data
dam

,
Ioopende
96pCt
cèniri-
Juli/Aug. April/Mei
maand
ƒu9a131

,Sh.
5h.
5h.
$
cts.
27Apr. ’21
f

69/10
271–

3516
4;89
20′

,,

’21
,,


7216
271–
381–
5,64
27 Apr. ’20
,,


841
:

901–
1191–
19,56
27Apr. ’19
,,,


6419
3119
– .
7,28
11Juli
’14
,,11″/
– ,


3,26

KATOEN.

.

Noteeriug voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).

2
Mei’21

I
2
5ApÎ.’
21

118 Apr.’21
3 Mei20
1
2Mei19

New York voor
Middling ‘.

12,90 e
‘12,20e
12,30e
41,45e 29,15e
New Orleans

voor Middling
11,50e
11,25e
11,25e
41,— e
28,— o
Liverpoolvoor
Fy Middling
7,991)

8,1.Od
8,31d 27,06d
1789d

‘) 29 April 1921.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansehe havens.

(In cluizendtallen balen).

1Aug. ’20

Ooereenkom,iIge perioden
tot
29April’21

1919-1920
1
1918-1919

Ontvangsten Gulf-Havens..
4148
11

Atlant.Elavens
1240
Uitvoer naar Gr. Brittannië
.

1340
‘t Vasteland.
Japan ete…
2715
J

Voorraden in duizndtallen
29’April.21
30 April’20
1

2Mei’19

Amerik. havens ……….
1183
1254
Binnenland ………. ….
.
1099
1359
.1471

126
’39
91
New York

……………
.1492

406
338
404
New Orleans ………….
Liverpool

……………
958 1212 599

KOFFIE

(blededeeling van de Makelaars G. Duuring & Zoon, Kolff
&’ Witkamp en Leonard Jactbson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.

Rio

1

Sontoa
Data

WI,idkoer
Voorraad
1
No.7
1
Voorraad

JAVA
THEE.

(Opgave Pakhuismeesteren van de Thee.)

(Herleid tot 1/1 Kisten.)

Voorraad 31 Maart 1921 …………..241749

Sedert aangevoerd ………………..27982

269731
Sedert, afgeleverd’ …………………..22728

Voorraad heden ……………………247003

Waarvan in de eersteijand …………154525

Amsterdam, 30 ‘April 1921.

RUBBER.

Gedurende de afgeloopen week was de stemming 01) de
rubbermarkt wederom zeer flauw •en de zaken bleven tot
e6n minimum beperkt.
De noteeringen zijn vrijwel onveranderd en luiden:

einde voorafgaande week:

Prina Crêpe loco ……….57

c.

……….. .,57

c.

Juni
.
……….58

,,

Mei/Juni

57
1
12

Juli/Sept …….. 61

,………….61′
Smôked Sheets loco ………
50,………..
50

Juni ……..51
1
/1

Mei/Juni.. 51
Juli/Sept… .. 53

2 Mei 1921.

8898 «

3052
2796

1918
2763

1777

2794

2083

30 April 1921
.590.0008.845 2.867.000

10.800
8
8
/8
23

1921
558.000

8.570 2.790.000
10.600
81
16

1921
540.000

8.495 2.783.000
10.200
8/8
30 .April 1920
344.000

10.425 2.414.000
1)
161/


Ontvangsten.

Rio
Sanio,
Daia
Afgeloo pen
Sedert
Afgeloo
pen
Sedert
week
‘1 Juli
week
1 Juli

30Apr. 1921
.

78000

2.581.000

1

187.000
9.161.000
•30 Apr. 1920
.. ..

43.000

2.130.000 26.000
3.793.000
1)
Nominaal 15.000 tot 14.100.

4 Mei 1921

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

401

HUIDEN.

Bericht van tie firma Griar & Co.
l)e markt handhaaft hare vaste positie voor cle meeste
soorten gezouten huiden en vermeldt (lan ook transacties
op groote schaal. Ook voor droge huidea van mindere quali-
teit is kooplust. In Montevideo zijn alle Sa1dero huiden
(ier Februari- en Maart-slachting verkocht. Droge Buenos
Aires Amenicanos zijn alleen aan de markt, met gecleel-
telijk zomerhaar.
Noord-Amerika kocht 21.000 hiiiden in La Plata. In Ant-
werpen werden 25.000 Luiden afgedaan, bn.geveer half
gezouten en ‘half droge aiuiden.
Inla.uclsohe Luiden zeer vast en voor zware koe- en ossen-
htiic1en worden ]ioogere prijzen betaald.
Pai’ijsehe veiling bracht 20125 pOt. hausse voor zwae
ossen- en koehuiiclen, 5 pCt. voor lichte koehuiden. StÂeren
onveranderd.
Kalfsvellen iblijven gevraag, doch komen nieuwe. zaken
door ‘verhoogde prijsvragen niet ‘tot stand.
L
0
01 S t o 11 e n, zeer ‘vast en offerten luiden hooger.
ilotterdam, 30 April 1921.

COPRA.

De markt was deze week weder zeer vast gestemd en
toonden consumenten meer belangstelling.
De noteeringen zijn thans:
Java f.m.s., loco ………………………. / 34,75
Maart/Mei …………………. .
,
3375
April/Juni

………………..
,,
33,50
Mei!Juli

………………….
,,
33,25
Ceylon ,,

April/Juni

……………….. .. 34,50
11

Maart/Mei ….. ……………. ..34,75
2 Mei 1921.

METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Ijzer
Clev.
No.3
1

Koper
Standard
1

Tin
,
1

Lood Zink

2 Mei

1921..
now.
1

70.1216
169.151-
21.101-
25.15I-
25 Apr. 1921..
now.
70.21-
174.216
20.151-
26.-/-.
3 Mei

1920..
nom.

1102.116
345.51
40.-/-
46.101-
5 Mei

1919..
nam.
75.17/6
226.15/:-
24.101-
35.-/-
20 Juli

1914.
5114
61.–
145.151-
19-1-
21.
1 flL

VERKEERS WEZEN.

RIJN VAART.

Week van 25 April tot 2 Mei 1921.

De aanvoer van erts was de laatste week aanzienlijk.
De scheepavrachten varieerden tussehen 70 cents en
f 1,-
per last bij
1%
lostijd, terwijl het sleeploon tussehen 70 cents

ADVERT

n 100 cents tarief varieerde. Er werden weinig schepen
in daghuur gecharterd; voor de enkele schepen, die nog
werden aangenomen, werd een huur betaald van 3 cents
per ton per dag.
De waterstand op de Waal was Mtr. 2,20.
De vracht van exportkolen van de Rulirhavens naar
Rotterdam werd genoteerd met
f 1,—
per ton met vrij
sloepen.

Naar den Bovenrijn werd ‘weinig verladen ten gevoige
van den lagen waterstand, welke bij Cauber Pegel 85 c.M.
was.

De scheepshuur naar den Boven rijn werd genoteerd met
40
pf.
per ton per dag, terwijl het sleeploon gidclold
Mk. 50,— per ton bedroeg.
Er is nog steeds geen uitzicht op een beteren water-
stand en ‘zullen dientengevolge de verlad.i’ngen vanaf de
.Ru.hrhavens ook wel niet toenemen.

SCHEEPVAART.
GRAAN.

Data
Lo
aJ
n/
I

R’dam

Pet,0

1
Odessa
Rotte,-
1

dom


All. Kust
Ver. Staten
San Lorenzo

Rotte,.
1
Bristol
Rotte,.
1
Enge-
dam
Kanaal
dam
j

land

25130 April 1921
. –
6144
614
4216
4216.
18123

,,

1921


613
613
4016
4016
26 Apr.11 M. 1920
– –

1016
1
)
1
20:-‘
11216
1
)
28 Apr.13 M. 1919


211-
816
1
)
1401-
6218
1
)
Juki

1914
lid.
713
l/1i
1
/
1/11’i
121-
.12/-

KOLEN.

Cardif

Oostk. Engdand

La Rotte
1
Plato

,’-
x

Data

Bor.

Genua’I
Port

Said

Rivier dam
deau

2
I
3
0April ’21

1716


613
1823

,,

’21


1716
– –

26 Apr.11M. ’20
401-
601- 751-

/12,-

28 Apr.13 M. ’19
541-,
4716
4716
4716
f
10,-

Juli

1914
Ir. 7,—
71-
713
1416
312
4/-

DIVERSEN.
Bombaij
Birma
Vladivo- Chili
1)


ata
West
Europa
West
Europa
1

støck
West West
Europa
(d. w.)
(rijst) Europa
(salpeter)

25130

April

1921.


3216

3216
18123

1921….



371’6
26 Apr./l Mei 1920…




28 Apr.13 Mei 1919….
1151-
1501_1)

Juli

1914..
. .
1416 1613

,
251-
2213

‘) Voor Britsche schepen. –

ENTI.N

Groeneveld,
van ‘der Po.H & Co.

Electrotechnische Êabriek .

Telefoon
Telegramadres

,,GROENPOL”

AMSTERDAM

N2078 N9078

de Ruyterkade 41-42

N9482

Complete installatiën voor

Electrische
.
verlichting en Krachtoverbrenging

ALLF.ENVERTEGENWOORDIGÉRS DER

A IT ALLMÂNNA SVENSKA ELEKTRISKA Akt. Bol,

te VÂSTERS&S (Zweden)

Generatoren, Dynamo’s en Motoren voor gelijk-, wissel- en draaistroom

Transtormatoren en toestellen

4Ô2

4 Mei 1921

NX hiterilatiollale Bewapend Beton-Bouw

voorheen genaamd Industrieele Mij. van F. J. Stulemeyer & Co,

TE BREDA.

Volgestort Kapitaal
f
2,500,000.—.

UITGIFTE van

500 fiewone Aalldeelell á 11000.- Nom. elk

tegen den koers van 100 %

en

1000 7 pOt. Obligatiëli i f1000.- Noiu. elk

tegén den koers van 100 %.

Oudergteekenden berichten, dat zij de inschrijving op boven-

bedoelde uitgifte

VRIJDAG 6MEI a.s.

op voorwaarden, als vervat in het prospectus van heden, openteilen

te hunne kantoren, alwaar statuten, prospectussen en inschrijvings-

biljetten op aanvraag verkrijgbaar zijn.

MARX & Co’s BANK,

‘ Rotterdam.

1
sG-raenhage.

KERKHOVEN
& Co,,

Amsterdam.

CREDIETVEREENIGING
Centrale Bank te

,,DE H ANZEBAN
K”

‘s-Hertogenbosch.

en hare Bijkantoren.

29 April 1921.

ONTVANG

EN
BETAALKAS

NIEUWE DOELENSTRAAT
20-22
AMSTERDAM

DEPOSITO’S VOOR
t
JAAR FIXE á 4’/2 PCT.

GELDEN, OP DEZEN TERMIJN GESTORT, ZIJN
NI
AFLOOP

VAN HET JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STIL-

• ZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
4
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER

HALF JAAR OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

Nijgh & Van Ditmar’ s UitgeversMaatschappii

Belast zich met ‘t verzorgen van uitgaven
en tijdschriften op elk gebied.

-:

KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE

LLOYD

AMSTERDAM

PASSAGIERS-, VRACHT- EN

POSTDIENSTEN

NAAR

ZUID-AMERIKA

CUBA EN MEXICO

EN

NOORD-AMERIKA

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

BATAVIA

‘s-GRAVENHAGE

AMPENAN, BANDOENG, BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,

HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON-
GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,

TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDEN.

Kapitaal
f
55.000.000,—

Reserven
f
43.000.000,-

Auteur