Ga direct naar de content

input/output

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 27 2008

input
Leraren

Globalisering

Vermeulen van Risbo en Van der Aa van ECORYS onderzoeken
wat leraren bindt aan het onderwijs. De belangrijkste factor die
zij hiervoor vinden, is een goede begeleiding tijdens de eerste
jaren als leraar. Baanzekerheid is volgens Vermeulen en Van der
Aa een belangrijke factor voor het al dan niet aanblijven van een
beginnende leraar. De moeite om een baan te vinden en het
belang dat beginnende leraren hechten aan salaris blijken geen
invloed te hebben op de baanlengte. Voor de ervaren leraren die
meer dan tien jaar in het onderwijs werken, vinden Vermeulen
en Van der Aa dat zij vooral in het onderwijs blijven door intrinsieke motivatie en door de mogelijkheden tot zelfontplooiing.

De Sociaal Economische Raad adviseert het kabinet op het gebied van globalisering. De SER ziet in Nederland een krachtige
economie die goed voorbereid is op globalisering, maar ziet ook
mogelijkheden om het Nederlandse beleid op enkele punten te
verbeteren. De Raad pleit voor een versterking van de innovatieagenda, het aantrekkelijker maken van het vestigingsklimaat en
het verbeteren van de bestuurlijke slagvaardigheid door onder
andere het verlagen van de administratieve lasten. De SER legt
daarnaast de nadruk op de mogelijkheden om duurzame globalisering te bevorderen, zoals het universeel maken van de regels
van de International Labour Organization.

Vermeulen, R. en R. van der Aa (2008) Wat leraren bindt aan het onderwijs.

SER (2008) Ontwerpadvies duurzaam globaliseren: een wereld te winnen. Den

Rotterdam: Risbo en ECORYS.

Haag: Sociaal Economische Raad.

Arbeidsveiligheid

Nepproducten

De Arbeidsinspectie brengt namens het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid haar
jaarverslag uit. Hieruit blijkt dat de
Arbeidsinspectie vorig jaar 36.621
inspecties heeft uitgevoerd. Bij
achttien procent van deze inspecties was sprake van overtredingen,
een verlaging met vijf procentpunt
ten opzichte van 2006. Volgens de
Arbeidsinspectie heeft dit deels te
maken met het vrije verkeer van
werknemers, zodat bijvoorbeeld Polen legaal in Nederland kunnen werken. Ook strengere controles spelen een rol. De bedrijven in overtreding bleken in 2007 bij herkeuring nog in drie
procent van de gevallen in overtreding te zijn, een verlaging ten
opzichte van 2006, toen dit nog zes a tien procent betrof.

In het maandblad Forum bericht VNO-NCW dat de handel in
namaakproducten in 2005 naar schatting 200 miljard dollar bedroeg, een bedrag dat gelijk staat aan ongeveer twee
procent van de totale wereldhandel. Ruim tachtig procent van
deze namaakproducten komt uit China. Om de handel in nepproducten tegen te gaan zijn er plannen voor een internationaal
verdrag tegen namaakproducten, de Anti-Counterfeiting Trade
Agreement (ACTA). VNO-NCW ziet problemen in de handhaving
van een dergelijke overeenkomst: de kosten zijn hoog omdat
de douane niet onmiddellijk aan de producten kan zien of het
namaak betreft. In afwachting op nader onderzoek blijven de
verdachte containers tegen hoge kosten in de haven liggen.

Arbeidsinspectie (2008) Jaarverslag 2007. Den Haag: Ministerie van Sociale

VNO-NCW (2008) We worden genept. Forum, no. 11, juni 2008.

Kwaliteit zorg

Zaken en Werkgelegenheid.

Uit onderzoek van Verheul, Thurik en Grillo van de Scientific
Analysis of Entrepreneurship and SMEs blijkt dat vrouwen minder
vaak ondernemer worden dan mannen. Verheul et al. onderzoeken de invloed van onder andere risicopreferentie, sociale
normen en de preferentie om als ondernemer te beginnen.
Mannen en vrouwen blijken met name in hun preferenties om
ondernemer te worden te verschillen. Bij degenen die aangeven
voor zichzelf te willen beginnen bestaat er tussen mannen en
vrouwen geen significant verschil in het aandeel dat uiteindelijk
ondernemer wordt.

Machado, Mora en Romero-Medina proberen voor het Centre for
Economic Policy Research een nieuwe methode te vinden om de
kwaliteit van ziekenhuizen te meten. Zij stellen dat het gebruik
van veelgebruikte indicatoren, zoals sterftecijfers, ervoor zal zorgen dat ziekenhuizen risico’s zullen selecteren; oftewel alleen de
relatief gezonde patiënten zullen willen behandelen. Machado
et al. formuleren een indicator aan de hand van de keuzes
voor welk ziekenhuis beginnende medische specialisten hun
co-schappen willen doen. Hierbij gaan zij ervan uit dat goede
ziekenhuizen goede training kunnen verzorgen, dat beginnende
medische specialisten goed geïnformeerde beslissers zijn en
dat beginnende medische specialisten een coschap van hogere
kwaliteit beter waarderen dan een van lagere kwaliteit. Met deze
assumpties stellen Machado et al. dat de beste ziekenhuizen
kunnen rekenen op de beste specialisten.

Verheul, I., R. Thurik en I. Grillo (2008) Explaining preferences and actual

Machado, M.P., R. Mora, R. en A. Romero-Medina (2008) A methodology to

involvement in self-employment: new insights into the role of gender. Zoetermeer:

measure hospital quality using physicians’ choice over training vacancies. CEPR

Scientific Analysis of Entrepreneurship and SMEs.

discussion paper no. 6850.

Vrouwelijke ondernemers

388

ESB

93(4538) 27 juni 2008

output
De dollar

Infrastructuur

Aan het begin van de 21ste eeuw lijkt de dollar zijn bijzondere
status als internationale reserve-eenheid te verliezen, berichten
Boonstra en Marey in het economisch kwartaalbericht van de
Rabobank. Zij vragen zich af of de euro de rol van de dollar kan
overnemen en vergelijken dit met de manier waarop de dollar de
rol van de pond heeft overgenomen na de Tweede Wereldoorlog.
Boonstra en Marey stellen dat, hoewel de financiële positie van de
Verenigde Staten sterk is verzwakt, het eurogebied niet dezelfde
dominante positie op het wereldtoneel inneemt als de VS na de
Tweede Wereldoorlog. Ze voorzien hierdoor dat de positie van de
dollar niet snel overgenomen zal worden door de euro. Op termijn
verwachten Boonstra en Marey echter wel dat de dollar enigszins
zal wijken voor de euro, door enkele structurele zwaktes in de
Amerikaanse economie, zoals het hoge overheidsspaartekort.

De Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid is bezorgd over de
kwaliteit van de infrastructuur. De raad
stelt dat de laatste jaren de aandacht
van beheerders en marktpartijen vooral
gericht was op kostenefficiëntie waardoor de aandacht voor het publieke
l
­angetermijnbelang van infrastructuur op de achtergrond is geraakt. De
WRR ziet een potentieel risico voor
de ­everingszekerheid en duurzaamheid van voorzieningen als
l
water, energie en transport. Vanwege de infrastructurele diversiteit stelt de WRR dat de oplossing voor het infrastructuurprobleem niet voor elke sector dezelfde kan zijn. Wel geldt, volgens
de WRR, dat er voor elke sector gekeken moet worden naar een
nieuwe rolverdeling tussen beheerders, gebruikers en overheid.

Boonstra, W. en P. Marey (2008) Economisch kwartaalbericht juni 2008. Utrecht:
Rabobank.

WRR (2008) Sturen op infrastructuren. Den Haag: Wetenschappelijke Raad
voor het Regeringsbeleid.

Voedselprijzen
Voor het Landbouw Economisch Instituut proberen Banse,
Nowicki en Van Meijl te verklaren waarom voedselprijzen op het
moment zo hoog zijn. De belangrijkste langetermijntrends die de
voedselvraag stimuleren zijn populatiegroei en macro-economische groei. Voor de korte termijn zien Banse et al. een combinatie van lage inventarissen, het weer en de vraag naar biologische
brandstoffen als oorzaken voor een sterke stijging van de prijs
van voedsel. Op de korte termijn moeten overheden voedselhulp
geven en op de lange termijn moeten zij zorgen voor vergroting
van de productiecapaciteit. Banse et al. stellen dat de huidige
voedselcrisis geen prijzencrisis mag heten, maar benoemd moet
worden als een inkomenscrisis, omdat de hoge voedselprijzen
voornamelijk de lage inkomens treffen.
Banze, M., P. Nowicki en H. van Meijl (2008) Why are current world food prices
so high? Wageningen: Landbouw Economisch Instituut.

Commissie Arbeidsparticipatie
De Commissie Arbeidsparticipatie onder leiding van Bakker
heeft het Centraal Planbureau gevraagd de effecten te berekenen die de diverse voorstellen van de commissie op de arbeidsparticipatie en houdbaarheid van de overheidsfinanciën hebben.
Om de arbeidsparticipatie van ouderen te verhogen stelt de
Commissie Arbeidsparticipatie voor om de pensioenleeftijd tussen 2016 en 2051 elk jaar met een maand op te laten lopen.
Deze maatregel verhoogt volgens het CPB in een voorzichtige
schatting de werkgelegenheid met 0,9 procent en verbetert de
houdbaarheid van de overheidsfinanciën met 0,9 procent van
het bbp. De fiscalisering van de AOW in combinatie met een hogere arbeidskorting voor ouderen verhoogt de werkgelegenheid
volgens het CPB met 0,1 procent en verbetert de houdbaarheid
van de overheidsfinanciën met 0,6 procent van het bbp.
CPB (2008) Effecten van participatiebeleid. Den Haag: Centraal Planbureau.

O&O-spillovers
In een discussieartikel voor het National Bureau of Economic
Research schrijven Coe, Helpman en Hoffmaister over de
internationale spillovers van Onderzoek en Ontwikkeling (O&O)
en hoe deze worden beïnvloed door instituties. Coe et al. stellen dat binnenlandse en buitenlandse O&O-uitgaven een belangrijk positief effect hebben op economische groei. Vooral
landen waar de kwaliteit van universiteiten hoog is, profiteren
van internationale O&O-uitgaven door een hogere economische
groei. Ook blijkt uit het onderzoek van Coe et al. dat landen wier
rechtssysteem gebaseerd is op dat van Duitsland of Engeland
meer profiteren van O&O-uitgaven dan landen met een
Scandinavisch of Frans rechtssysteem.
Coe, D.T., E. Helpman en A.W. Hoffmaister (2008) International R&D spillovers

Vissers, W. en C. Schut (2008) Aantal schuldsaneringen sterk gedaald. Voorburg:

and institutions. NBER working paper no. 14069.

Schuldsaneringen

Centraal Bureau voor de Statistiek.

Vissers en Schut van het Centraal Bureau voor de Statistiek melden dat het aantal schuldsaneringen sterk is gedaald. Het eerste
kwartaal van 2008 telde ongeveer 2800 schuldsaneringen,
een daling van ongeveer een derde ten opzichte van het jaar
ervoor. Deze verlaging valt samen met de invoering van de Wet
Schuldsanering Natuurlijke Personen op 1 januari 2008. Vissers
en Schut sluiten niet uit dat deze vermindering aan de invoering
van de wet te danken is of dat het meer te maken heeft met de
verbeterde economische situatie. Met name het aantal schuldsaneringen in de grote steden daalt met ongeveer vijftig procent.

ESB

93(4538) 27 juni 2008

389