Ga direct naar de content

Hoera, een boete!

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 23 2001

Hoera, een boete!
Aute ur(s ):
Nooij, M., de (auteur)
Katholieke Universiteit Brab ant
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4301, pagina 275, 23 maart 2001 (datum)
Rubrie k :
Uit de vakliteratuur
Tre fw oord(e n):
rechtseconomie

In tegenstelling tot wat de titel suggereert is het een algemeen aanvaarde wijsheid dat mensen boetes vervelend vinden en dat daarom
boetes ongewenst gedrag verminderen. Psychologen benadrukken dat een boete effectiever is als de boete sneller op de overtreding
volgt, terwijl criminologen het belang van algemeen evenwichtseffecten hebben ontdekt. Als een overtreding, bijvoorbeeld een
fietsendiefstal, zwaarder wordt bestraft, zullen sommige dieven stoppen. Voor de resterende dieven zullen de marginale baten van het
blijven stelen dan omhoog gaan. Het aanbod van gestolen fietsen daalt, dus stijgt de prijs. Er zullen minder dieven stoppen dan wordt
verwacht op basis van de analyse van een individuele overtreder. Als met dit soort voorwaarden rekening wordt gehouden, is in de
literatuur de algemene conclusie dat ongewenst gedrag afneemt of in ieder geval gelijk blijft. Een toename van ongewenst gedrag zoals
Gneezy and Rustichini 1 beschrijven, is nieuw.
Eén van de problemen van crèches is dat ouders hun kinderen te laat ophalen, waardoor een crèchemedewerker langer moet werken.
Nadat in Haifa (Israël) gedurende vier weken was bijgehouden hoeveel ouders te laat kwamen, werd in een zestal crèches een kleine, maar
niet verwaarloosbare boete op te laat komen ingevoerd. In de eerste vier weken na de invoering van de boete nam het aantal te laat
komende ouders sterk toe, om daarna te stabiliseren op bijna het dubbele van het oorspronkelijke aantal. Na twaalf weken werd de boete
weer afgeschaft waarna het aantal te laat komende ouders niet wezenlijk veranderde. In vier vergelijkbare crèches werd niet
geëxperimenteerd met een boete en hier veranderde het aantal ouders dat te laat kwam niet. De toename van te laat komen kan daarmee
worden toegeschreven aan de boete. Deze functioneert blijkbaar niet zoals we gewend zijn te denken. Gneezy en Rustichini geven
mogelijke verklaringen voor zowel de toename van te laat komende ouders na invoering van de boete als het feit dat na afschaffing van
de boete het aantal te laat komende ouders hoog blijft.
Ten eerste kan een boete informatie verschaffen over de consequenties van te laat komen. Ondanks dat tijd en prijs zijn afgesproken, is
een contract met een crèche onvolledig, omdat niet duidelijk is wat een crèche zal doen met ouders die vaak te laat komen: hen beboeten
of weigeren het kind verder op te vangen. Het laatste is dermate vervelend dat ouders niet vaak te laat komen. Zolang het crèche-bestuur
niet duidelijk maakt of ouders die vaak te laat komen hard (weigeren) of mild (beboeten) worden gestraft, zullen ouders geen risico nemen
en vroeg blijven komen. Zodra een boetesysteem wordt ingevoerd is het de ouders duidelijk dat het bestuur slechts mild wil straffen.
Voor ouders is de boete minder vervelend dan de oorspronkelijke dreiging van weigering. De prijs voor te laat komen is dus verlaagd
waardoor de vraag ernaar toeneemt: meer ouders komen te laat. Als het boetesysteem wordt afgeschaft, weten de ouders nog steeds dat
het crèche-bestuur geen kinderen wil weigeren. Dat is gebleken door het invoeren van de boete. Er is daarom geen reden voor ouders om
minder vaak te laat te komen dan tijdens het boeteregime.
Het bestaan van specifieke sociale normen is een tweede mogelijke verklaring. Voordat de boete werd geïntroduceerd, was de
medewerker die na sluitingstijd oppaste, een behulpzaam lid van de samenleving dat oppaste als een ouder dat nodig had. Zulke hulp
behoor je zo sporadisch mogelijk te gebruiken en dus probeer je als ouder op tijd te komen. Na introductie van de boete wordt feitelijk
betaald voor een dienst die voor sluitingstijd ook werd geleverd. De boete wordt opgevat als een prijs. Mensen kopen net zoveel van
een dienst als hen, gegeven de prijs, uitkomt. Omdat de boete niet hoog was, was de vraag naar de dienst groter dan de hulp die ouders
oorspronkelijk nodig hadden. Een volgende sociale norm kan verklaren waarom na afschaffing van de boete het aantal te laat komende
ouders niet daalt. Als een dienst eenmaal te koop is geweest, dan blijft ze bestaan. De afschaffing van de boete heeft de dienst dus niet
‘terugveranderd’ in hulpverlening, maar slechts de prijs naar nul verlaagd. Gratis goederen worden nu eenmaal veel gevraagd, dus komen
veel ouders te laat.
Voor beide verklaringen geldt dat een hogere boete leidt tot een minder sterke toename of zelfs een afname van het te laat komen. Noch
op basis van de data, noch op basis van bestaande theorieën is momenteel te zeggen welke verklaring juist is. Cruciaal in beide
verklaringen is dat de gebruikelijke aanname ‘gegeven dat de rest niet verandert’ niet opgaat als een boete wordt ingevoerd. In de eerste
verklaring geeft de boete informatie over hoe streng het crèche-bestuur wil optreden tegen te laat komen, terwijl in de tweede verklaring
de boete de hulp, waarvan men afhankelijk is, verandert in een dienst die te koop is. In beide gevallen wordt het voor de ouders
gemakkelijker en aantrekkelijker om te laat te komen. Niet ondanks, maar dankzij de boete

1 U. Gneezy en A. Rustichini, A price is a fine, Journal of Legal Studies, XXIX, 2000, blz. 1-7.

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl )

Auteur