Ga direct naar de content

Het paarse gevoel

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 3 1994

Het paarse gevoel
Daar staat het dan op de trappen van Huis ten
Bosch, gegroepeerd rond Hare Majesteit, het paarse
kabinet. Een moeilijke bevalling, maar het is ervan
gekomen. De personele samenstelling vind ik uitermate zwak. Op een enkeling na heeft geen van de
bewindslieden ooit een vak uitgeoefend waarin zij
de hete adem van de concurrentie of anderszins de
hitte van de dag hebben gevoeld. De praktische ervaring van de meeste bewindslieden is voornamelijk
politieke ervaring. Op de minister van Economische
Zaken na zijn ze allemaal afkomstig uit de collectieve
sector. In die zin mist het kabinet elke representativiteit. De probleemsector bij uitstek, de collectieve sector, is volstrekt dominant. Dat is merkwaardig als bedacht wordt dat ook dit kabinet in meerderheid van
mening is dat de vernieuwing en de oplossing voor
de grote maatschappelijke problemen in de eerste
plaats moet komen van hen die werkzaam zijn in de
particuliere sector. Wat zou er dan meer voor de
hand gelegen hebben dan bij voorbeeld de helft van
het kabinet te recruteren uit mensen die bewezen
hebben vernieuwing en verandering gestalte te kunnen geven?
Het nieuwe kabinet is een door en door politiek
kabinet, geheel en al bepaald door de gesloten partijpolitieke kaste die Den Haag nu al decennia in zijn
greep heeft. Ik geloof dan ook absoluut niet in de
vernieuwende kracht van dit kabinet. De nieuwe premier presenteerde zich al onmiddellijk als een groot
bewonderaar van Lubbers en deelde mee dat het programma van het kabinet ook heel goed had kunnen
worden uitgevoerd met het CDA. Het is Lubbers IV
in een Kokkiaans jasje. Dat je niet merkt dat het CDA
niet meer aan de regering deelneemt, heeft ook alles
te maken met het gedrang in het midden, waardoor
politieke partijen nog maar gradueel van elkaar verschillen, en met de geslotenheid van de partijpolitieke kaste. Het maakt dus, als je op enige afstand staat,
echt niet uit of je nu door de kat of door de hond
wordt gebeten.
Het paarse kabinet schijnt ook geen filosofie nodig te hebben. Frits Bolkestein maakte er zelfs een
geloofsartikel van: dit is een gewoon kabinet en vergeet dat paarse gevoel nu maar. Toch kun je in een
kabinet dat pretendeert grote veranderingen teweeg
te willen brengen, niet zonder zo’n filosofie. Mensen
moeten op zijn minst een idee hebben waar dit kabinet met Nederland op de wending van de eeuw heen
wil. Wetten door het parlement jagen is één ding,
maar ervoor zorgen dat die wetten worden gedragen
en worden uitgevoerd en nageleefd door de mensen
in het land, is een andere zaak. Daarvoor moet je
mensen verleiden. Mensen leven niet bij brood alleen, maar willen ook voor iets of iemand warm kunnen lopen. Zonder de muze, de romantiek, lukt het
niet om mensen te verleiden tot verandering, want
dat is niet alleen een uiterst enerverende maar ook
met angst beladen bezigheid. En als het in Den Haag

E5B 24-8-1994

met veel gedoe en moeite wellicht
nog lukken zal, dan zal het het land
siberisch laten, waarmee een van
de belangrijkste voorwaarden voor
het welslagen van vernieuwing teniet is gedaan.
Beleidsmatig vind ik nog niet de
verfloddering van het terugdringen
van de staatsschuld het ergste als
wel het in de steek laten van de
twee miljoen medeburgers die geheel of ten dele in staat zijn om in
eigen levensonderhoud te voorzien,
mits hun de mogelijkheden daartoe
worden geboden. Door de bodem
aan de ondérkant van het loongebouw open te breken en voor de
W:S.P. Fortuyn
laagstbetaalden de wig af te schaffen, had het kabinet een alternatief
kunnen bieden voor het opsluiten van deze groep in
de bijstand.
Afwachten en ergens in het redelijke en veilige
midden gaan zitten, dat is wat het nieuwe kabinet uitstraalt. Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.
Voor verandering is evenwel meer nodig. Charismatisch leiderschap bij voorbeeld, creativiteit, intelligentie, warmvoelendheid en dergelijke, dus het tegendeel van gewoon! Het zal u duidelijk zijn dat mijn
verwachtingen niet hoog gespannen zijn. Maar natuurlijk zullen we de ploeg de komende jaren op zijn
daden beoordelen.

Auteur