Ga direct naar de content

Het nieuwe herverdelingsvraagstuk

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: februari 1 1995

-tin-beid

Het nieuwe
herverdelingsvraagstuk
De groei van onze materiele welvaart is gepaard gegaan met een toenemend aantal inactieven. Technologische vernieuwing en verlaging van
de arbeidskosten zullen ditprobleem niet oplossen. In onderstaand essay wordt gepleit voor een fundamenteel andere vormgeving van de arbeidsmarkt.

Van droom tot nachttnerrie
De droom eind van de jaren zestig
was dat wij aan de vooravond van
een nieuw tijdperk stonden. Grote
technologische doorbraken zouden
zorgen voor meer produktie met minder werk. De welvaart was blijvend.
Mensen zouden steeds minder gevaarlijk of smerig werk hoeven te doen
en meer tijd hebben voor onderwijs,
cultuur en recreatie. De jaren zeventig en tachtig hebben de verwachte
technologische doorbraken gebracht.
De welvaart is gegroeid, ondanks de
toegenomen bevolking. Was Nederland aan het eind van de jaren zeventig vrijwel ‘computerloos’, nieuwe
technologieen zijn nu doorgedrongen
in elk bedrijf, in de huiskamer en de
winkel om de hoek. Maar het aantal
inactieven groeide onrustbarend.
In de jaren negentig is de werkloosheid in Nederland en in Europa verder gestegen. Geheel volgens de
droom produceren we meer met minder inspanning en werk, dat echter
gedaan wordt door een slinkende
meerderheid van steeds produktievere en harder werkende mensen. Daartegenover staat een groeiende minderheid van inactieven. De droom is
veranderd in een nachtmerrie.

Twee strategieen
In het debat over onze economische
toekomst zijn er twee vertrekpunten:
economische vernieuwing en werkgelegenheid.
High tech
Bij het eerste vertrekpunt staan economische en technologische herstructurering en de concurrentiekracht van
het bedrijfsleven voorop. In dit high

tech-scenario, waarvoor in ons land
een breed draagvlak bestaat, is
kennisintensieve Industrie en zakelijke dienstverlening de motor van de
economic. Voor benutting van bestaande en het ontwikkelen van nieuwe comparatieve voordelen is het nodig om in infrastructuur en menselijk
kapitaal te investeren.
In het high tech-scenario staan de
arbeidskosten weliswaar niet centraal, maar deze moeten wel in de
hand worden gehouden. Het recept
hiervoor is verkleining van het verschil tussen bruto en netto loon. Dit
betekent minder belasting en minder
sociale premies. Dit kan alleen gerealiseerd worden als er (veel) minder
uitkeringsgerechtigden of (veel) lagere uitkeringen komen.
Maar het high tech-scenario lost
het vraagstuk van de werkloosheid
niet op. Als ondernemers (kunnen)
ondernemen, zorgen meer investeringen en nieuwe bedrijvigheid voor
nieuwe banen, maar niet voor volledige werkgelegenheid oude stijl. In een
innovatieve economic zullen nieuwe
technologieen worden ontwikkeld in alle economische sectoren – die de
vraag naar arbeid verder doen afnemen. Het aantal inactieven en het volume van de sociale zekerheid zullen
uiteindelijk constant blijven of zelfs
toenemen. Zonder aanvullende maatregelen blijft er een slinkende groep
van actieven tegenover een groeiende groep verarmende inactieven
staan. Wij produceren immers steeds
meer met steeds minder werk.
Om met technologische vooruitgang volledige werkgelegeheid terug
te krijgen zouden we steeds sneller
economisch moeten groeien. Volgens
alle economische prognoses zit dat er
gewoon niet in, als het ecologisch en

vanuit een oogpunt van duurzaamheid al wenselijk zou zijn. Dat is overigens niets nieuws: gedurende langere periodes is er nooit sprake
geweest van volledige werkgelegenheid, behalve tussen circa 1950 en
1970. De jaren twintig en dertig
waren ramp-decennia voor de arbeidsbevolking. De conclusie is
onontkoombaar: volgens het huidige,
economisch en technologisch offensieve beleid zal economische groei
gepaard gaan met minder werk en
dat mindere werk zal worden gedaan
door steeds minder mensen.

Arbeidskosten
Bij diegenen die uitgaan van de werkgelegenheid staan de arbeidskosten
wel centraal. De werkloosheid en het

grote aantal inactieven in het algemeen zouden het gevolg zijn van ons
uitbundige stelsel van sociale zekerheid en te hoge lonen, met name aan
de onderkant van de arbeidsmarkt. In
dit arbeidskosten-scenario moet er
via verlaging van de kosten meer ongeschoold of laaggeschoold werk komen. Ook de uitkeringen moeten omlaag, zodat de arbeidsparticipatie
omhooggaat. Het effect hiervan zou

structurering wordt echter niet vergezeld door een actieve herstructuering
van arbeidsmarkt en maatschappij.
Men bijt zich vast in een achterhaald
concept van volledige werkgelegenheid in plaats van op zoek te gaan
naar een modern concept. Men gaat
zelfs zo ver het inkomen van ongeschoolden te willen verlagen – zich
daarmee vastbijtend in achterhaalde
economische structuren – eerder dan
de scholingsgraad te verhogen, zodat
deze categoric kan worden ingezet in
moderne activiteiten. Het is een modern economisch en technologisch
beleid dat vergezeld gaat van een
arbeidsmarktbeleid en sociale politick die achterhaald en reactionair
zijn.
In dit essay bepleiten wij de combi-

natie van het high tech-scenario met
een meer modern arbeidsmarktbeleid, gericht op flexibele arbeid en sociale herstructurering.

Flexibele arbeid en sociale
herstructurering

en premiedruk de economic meer

Volledige werkgelegenheid ‘nieuwe
stijl’ is mogelijk als er ruimte wordt
geboden voor meer en nieuwe combinaties van werken en leren, werken
en vrije tijd, betaald en onbetaald

lucht geeft.

werk. Hierdoor kunnen veel meer

zijn dat verlaging van de belastingHet is echter de vraag wie er zit te

wachten op al dat ongeschoolde en
laagbetaalde werk. De trend is dat er
in een hoog-technologische en concurrerende omgeving aan arbeid
steeds hogere eisen worden gesteld.
Als het Nederlandse bedrijfsleven zijn
kaarten zet op laaggeschoolde arbeid
en arbeidskostenvermindering voor
ongeschoolden gaan wij de concurrentie aan met lage-lonenlanden. ‘Albanisering’ van de economic en een
onvermijdelijke welvaartsdaling zullen het gevolg zijn. Slechts in de
kwartaire dienstverlening kan verkleining van het verschil tussen bruto en
netto lonen tot nieuw werk leiden,
maar slechts met een wel zeer draconische verlaging van lonen en uitkeringen kan hiermee theoretisch volledige werkgelegenheid oude stijl
bereikt worden. Het arbeidskostenscenario leidt dus niet tot volledige
werkgelegenheid ‘oude stijl’, wel tot
welvaartsdaling.

Nederland lijkt te kiezen voor het innovatieve en produktieve high techscenario. Deze op zich zelf gunstige
economische en technologische her-

ESB 1-2-1995

mensen bij het arbeidsproces betrokken raken dan nu het geval is, terwijl
de mogelijkheden van werkenden

voor andere tijdsbestedingen tijdens
of na nun werkzame leven toenemen.
De maatschappij van morgen
vraagt om maatwerk. Dit geldt zowel
voor het individu als voor arbeidsorganisaties. Hierbij past geen uniforme
aanpak van volledige werkgelegenheid nieuwe stijl. Wij moeten een gevarieerd geheel van arrangementen
voor flexibele arbeid creeren. Hiervoor zijn de afgelopen jaren de nodi-

ge aanzetten gegeven. Het schot
tussen initieel onderwijs en het werkende leven is aan het verdwijnen
doordat steeds meer mensen op latere leeftijd moeten en willen leren.
Het schot tussen werk en pensioen is
aan het vervagen, omdat steeds meer
mensen voor hun pensioengerechtigde leeftijd met betaald werken stoppen. De norm van een vijfdaagse
werkweek met een achturige arbeidsdag is gerelativeerd door de-groei
van deeltijdwerk. Verlof voor zwan-

gerschap en ouderschap hebben aangetoond dat ook verdergaande doorbraken mogelijk zijn.

Welke meer fundamentele veranderingen op de arbeidsmarkt zijn er nodig om een ‘sociale herstructurering’

te bereiken?
Leerrechten zijn een vorm vanflexi-

bel wederkerend onderwijs . Mensen
die later in hun leven nog een tegoed
aan rechten op onderwijsdeelname
hebben, kunnen het werk onderbreken of tijdelijk verminderen om in
zichzelf te investeren, eventueel in
combinatie met scholingsverlof. Om
te beginnen zouden ongekwalificeerde schoolverlaters onderwijsbonnen

kunnen meekrijgen. Bij gebleken succes kan een dergelijk ‘ministelsel’ van
leerrechten later worden uitgebreid.
Flexibel scholingsverlof s een vorm
van verlof die produktief kan zijn,
omdat mensen worden gestimuleerd

om in zichzelf te investeren . Werknemers zouden de mogelijkheid kunnen krijgen om tijd te sparen. Door
telkens gedurende een periode van
bij voorbeeld vijf jaar een aantal weken per jaar te sparen ontstaan aantrekkelijke mogelijkheden om het
werk te onderbreken of te verminderen voor scholing. Flexibel scholingsverlof zou een gemengde financiering kunnen krijgen: volledig betaald
door arbeidsorganisatie of opleidingsfonds als de opleiding direct nut voor
het bedrijf of de branche heeft, voor
50% betaald bij een mix van individu-

eel belang en bedrijfsbelang en onbetaald als uitsluitend persoonlijke doeleinden worden nagestreefd. Deze
opzet is een intensivering van nu al
bestaande mogelijkheden die door
veel cao’s en arbeidsorganisaties wor-

den geboden.
Er moeten mogelijkheden voor
flexibel creatief verlof komen. Werknemers zouden (tijdelijk) genoegen

1. Verschillende voorstellen zijn op dit moment in bespreking in de Sociaal-Economische Raad, zoals dat van het KNOV,

Nooit te oud om te leren, een alternatief
leerrechtensysteem, Delft, 1993. Deze
voorstellen zijn een reactie op de discussienota van de minister van Onderwijs,
Blijven Leren, onturikkelingsperspectief
voor de volwasseneneducatie in brede
zin, Zoetermeer, maart 1993.
2. Dit is een actualisering van onze voorstellen van meer dan tien jaar geleden.
Zie bij voorbeeld Sociaal-Economische

Raad, Commissie Betaald Educatief Verlof,

Interimadvies inzake de ontwikkeling van
betaald educatief verlof, Den Haag, 1981
en Werkgroep de Rode Draad, L.J. Emmerij e.a., Schade en herstel, een sociaal-democratiscb perspectief, Purmerend, 1984.

kunnen nemen met een lager salaris,
terwijl zij wel de oorspronkelijk overeengekomen arbeidstijd blijven werken. Zij kopen zo betaalde vrije dagen die zij van hun werkgever tegoed
hebben. Werken zij 100% voor een
loon van 80% dan kopen zij per jaar
ruim vijftig dagen. Deze vrije dagen
kunnen zij later benutten om een opleiding te volgen, een sabattical te nemen, een boek te schrijven, een reis
te maken of meer tijd aan de jonge
kinderen te besteden. Dit is voor het
individu een fiscaal aantrekkelijke
vorm van ‘tijd-sparen’.
De mogelijkheden voorflexibel
pensioen moeten drastisch worden
uitgebreid. Sommige mensen zullen

Flexibele arbeid is vooral gebaseerd
op sparen door het individu, waarbij
soms het bedrijf, soms de fiscus en

soms de (pensioen)verzekeraar een
handje helpen.
Flexibele arbeid maakt het aantrekkelijk om minder te werken door het
werk af te wisselen met andere soms produktieve – activiteiten, terwijl de waterdichte schotten tussen
onderwijs, betaald werk en pensioen
worden doorbroken. Het gaat er dus
niet alleen om werklozen aan een betaalde baan te helpen, maar ook om
werkenden mee te laten profiteren
van de dalende behoefte aan arbeid
in een high tech-economie.
Gebruik maken van de mogelijkheden voor flexibele arbeid is een individuele keuze. De voorstellen die
direct van invloed zijn op de bedrijfs-

inderdaad langer willen doorwerken,
zoals nu door politic! wordt gehoopt.
Maar anderen zullen juist (veel) eerder willen stoppen. Ook kunnen
mensen hun pensioenrechten willen
gebruiken om werk tijdelijk te onderbreken of te verminderen. Daartoe
moeten de mogelijkheden voor snellere en hogere opbouw van een individuele ‘voorziening voor de toekomst’ worden uitgebreid. Integratie
van verzekeringen tegen de risico’s
van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid en pensioen ligt in het verschiet.
Flexibel werk betekent dat mensen
per dag, per week en per jaar flexibe-

voor aanwending van de met hard
werken verdiende koopkracht heeft
door de blijvende opwaartse druk op
belastingen en premies en … gebrek

ler kunnen werken. In plaats van

aan tijd.

deeltijdbanen in wekelijkse blokken

Hoe meer (iemand kiest voor) arrangementen voor flexibele arbeid,
hoe meer individueel inkomen wordt
ingeleverd. Deze keuze staat wat dat
betreft gelijk aan de keuze voor deeltijdwerk en vervroegde uittreding
waarvoor de laatste jaren ook een
groeiende belangstelling is gebleken.
Verwacht mag worden dat er door
de geboden mogelijkheden voor flexibele arbeid meer mensen aan betaald
werk kunnen deelnemen. Belastin-

van vier dagen organiseren, kan er
ook drie dagen van elf uur worden
gewerkt. Ook kunnen mensen enkele
aaneengesloten blokken per jaar werken. Door per bedrijf(stak) nieuwe
roosters, uitbreiding van het werken
in ploegen en teams en andere mogelijkheden voor deeltijdwerk te ontwerpen kan flexibele arbeid organisatorisch gestimuleerd worden.

Effecten flexibele arbeid
Arbeidsduurverkorting — zoals de vijfdaagse werkweek – is in het verleden

vaak gefinancierd uit de (verwachte)
produktiviteitsstijging omdat arbeids-

duurverkorting zelf een positief effect
op de produktiviteit kan hebben. Bij

flexibele arbeid geldt echter dat deze
arrangementen de produktiviteit(stijging) niet of nauwelijks belasten. Het
gaat of om verschuivingen in aanspraken – zoals bij flexibel wederkerend
onderwijs en flexibel pensioen — of
om grotendeels zelffinancierende mogelijkheden voor flexibele arbeid.

voering kunnen in onderhandeling

tussen werknemer en werkgever in
maatwerk-oplossingen gegoten worden
Er komen zo echter meer mensen
die iets te kiezen hebben. Nu staan
veel uitkeringsgerechtigden (voorgoed) buiten het speelveld, terwijl de
slinkende groep actieven steeds minder individuele keuzemogelijkheden

gen en premies kunnen dan omlaag,
terwijl de belasting- en premiegrondslag wordt verbreed. Kortom, een
betere verdeling van de kansen op
onderwijs, werk, inkomen en keuzemogelijkheden, lagere collectieve lasten en premies en een hoger opleidingspeil zijn mogelijk door via
flexibele arbeid volledige werkgelegenheid nieuwe stijl na te streven.

fensieve aanpak gericht op de comparatieve voordelen van een kennisintensieve, high tech-economie. In dit
scenario zal echter het werkloosheidsvraagstuk niet worden opgelost omdat wij eenvoudig meer kunnen produceren met minder werk. Het
arbeidskosten-scenario leidt evenmin
tot volledige werkgelegenheid oude
stijl: verlaging van loonlasten en
sociale-zekerheidsuitgaven om de
arbeidsparticipatie omhoog te krijgen
en de vraag naar laaggeschoolde en
laagbetaalde arbeid te stimuleren
leidt tot welvaartsdaling en verstarring van onze economische structuur.

De oplossing is een high tech-scenario met een betere verdeling van
de vruchten van wetenschap en techniek en de lusten en lasten van arbeid. Flexibele arbeid zorgt dat werkenden over hun gehele leven
minder gaan werken, terwijl er meer
mensen aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Flexibel •wederkerend onderwijs, scholingsverlof en
creatief verlof kunnen een investering in menselijk kapitaal betekenen.
Naast deze produktieve arrangementen vergroten ook flexibel pensioen
en flexibele organisatie van het werk
de keuzemogelijkheden voor het individu, terwijl meer mensen iets te kiezen hebben. In plaats van ongeschoolden geleidelijk aan een
inkomen te geven dat onze cultuur
niet waardig is, geeft ons voorstel
deze mensen de reele mogelijkheid
zich beter te scholen om zodoende
mee te werken aan de high tech-maatschappij. Mensen zullen minder tijd
op de arbeidsmarkt doorbrengen en
meer tijd hebben om zich weerbaarder en sterker te maken voor de nieuwe tijden die er aan komen. Zo kan
de droom dus toch nog uitkomen:
meer produceren met minder werk,
en meer tijd voor andere dingen in
het leven.
E.A.W. Crince Le Roy
L.J. Emmerij
De eerste auteur is zelfstandig adviseur op
het gebied van werkgelegenheid en onderwijs te Amsterdam. De tweede auteur is bijzonder adviseur van de president van de
Inter American Development Bank te Washington DC.

Tot slot
Aan de vooravond van een nieuwe
economische cyclus moeten wij
vanzelfsprekend kiezen voor een of-

3. L.J. Emmerij en J.A.E. Clobus, Volledige
werkgelegenheid door creatief verlof,
naar een maatschappij van de vrije keuze, Deventer, 1978.

Auteurs