Ga direct naar de content

Gezocht met spoed (m/v)

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 29 1997

Gezocht met spoed (m/v)
Aute ur(s ):
Pelle, E.S.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4130, pagina 893, 26 november 1997 (datum)
Rubrie k :
Redactioneel
Tre fw oord(e n):
arbeidsmarkt

Soldaten mogen binnenkort jonger, korter en minder opgeleid zijn. Het leger past zijn eisen aan aan de veranderde situatie op de
arbeidsmarkt, en publiek en politiek maken zich zorgen over ‘kindsoldaten’ en de kwaliteit van onze landsverdediging. De krijgsmacht is
niet de enige werkgever met problemen. Er zijn er meer die signalen afgeven die duiden op krapte en knelpunten op de arbeidsmarkt. In de
afgelopen maanden zijn hierover twee onderzoeken verschenen.
Het NEI richtte zich in de eerste plaats op de huidige situatie 1. Van een algemeen tekort aan arbeid kan dan geen sprake zijn: het aantal
werklozen is nog altijd vele malen groter dan het aantal vacatures. Op deelmarkten wijzen statistieken soms wel op toenemende krapte,
maar zelden op echte knelpunten. Interviews met bedrijven geven hetzelfde beeld: vrijwel altijd lukt het om mensen te vinden, maar vooral
voor (informatie)technici moet wel veel moeite worden gedaan.
Onlangs heeft het ROA een prognose tot 2002 uitgebracht 2. Hieruit blijkt dat de krapte in de komende jaren toeneemt. Voor een
behoorlijk aantal, vooral hogere opleidingen zal de vraag het aanbod gaan overstijgen. Hierbij moet wel worden bedacht dat de ramingen
betrekkelijk ‘star’ zijn. Gedragsaanpassingen van werkgevers of werknemers, zoals het versoepelen van functiecriteria (moet een soldaat
mavo hebben?) of omscholing, kunnen knelpunten voorkomen.
Het is even wennen. We kenden heel andere arbeidsmarktproblemen: die van afgestudeerden die jaren onbetaald stages moeten lopen
om ervaring op te doen, veertigers die nergens meer aangenomen worden, of vijftigers wiens enige carrière- perspectief de uittreding is.
Maar het beleid is in Nederland lange tijd gericht op werk, werk, werk, en toeval of niet: de werkgelegenheid groeit. Tegelijkertijd neemt
het aantal schoolverlaters af en stromen meer ouderen uit. Dat de arbeidsmarkt krapper wordt is dus niet alleen weinig verrassend, het
was ook precies de bedoeling.
Waarom zou het ook een probleem zijn? Economen hebben wat moeite met het begrip ‘tekort’, als het niet over de overheidsfinanciën
gaat tenminste. Voor krapte en tekort hebben markten immers een fraaie oplossing. De prijs moet stijgen, zodat de vraag wordt beperkt
(werkgevers denken nog eens goed na welke kwalificaties ècht nodig zijn) en het aanbod toeneemt (meer studenten kiezen informatica).
Deze effecten zullen echter maar in geringe mate optreden, of in ieder geval pas na verloop van tijd. Vraag en aanbod van arbeid kunnen
zich niet zo snel aanpassen. Een eenmaal geïnstalleerde productielijn of geaccepteerde werkwijze vraagt mensen met bepaalde
kwalificaties, en bij toenemende productie, méér van die mensen. Werknemers met een bepaalde opleiding kunnen niet zo maar een ander
beroep gaan uitoefenen. Om- en bijscholing kosten tijd, en de mogelijkheden ervan zijn beperkt. Prijzen op de arbeidsmarkt zijn niet altijd
effectief in het geven van informatie over schaarste, of eigenlijk: ze leiden niet direct tot de gewenste aanpassing van vraag en aanbod.
Dit is vooral een probleem bij knelpunten op deelmarkten, zoals voor bepaalde opleidingen en beroepen. Een tekort kan hier leiden tot
loonstijgingen, zonder dat het tekort daarmee wordt opgelost. Leuk voor de betrokken werknemers, maar het kan tot inflatie leiden en ons
mooie poldermodel bedreigen. Daarom is het zinvol iets aan dreigende knelpunten te doen. De NEI-studie doet daarvoor een aantal
aanbevelingen. De overheid kan scholing en onderwijs verzorgen, gericht op groepen die ver van de arbeidsmarkt verwijderd zijn zoals
langdurig werklozen, of op studierichtingen waar veel vraag naar is zoals techniek. Maar ook werkgevers en werknemers binnen een
sector kunnen scholing organiseren. En individuele bedrijven kunnen soms functies splitsen zodat lager opgeleiden ervoor in
aanmerking komen, of zich meer openstellen voor ‘niet-traditionele’ groepen. Want er is nu wel ophef over knelpunten op de
arbeidsmarkt, maar nog steeds is het moeilijk voor langdurig werklozen, veertigers en (nog) ouderen om voet aan de grond van de
arbeidsmarkt te krijgen. Zo zijn knelpunten te voorkomen: door meer gebruik te maken van onbenut arbeidsaanbod, en aanbod en vraag
beter op elkaar af te stemmen.
Maar niet teveel, graag. Een beetje krapte op de arbeidsmarkt heeft vele voordelen. Een krappe arbeidsmarkt geeft de werknemers meer
macht, en de consument minder. Dus de computers worden misschien niet zo snel geleverd, maar discriminatie van sollicitanten neemt af,
en het zal gemakkelijker worden om variabele werktijden te verkrijgen of betaald werk te combineren met de zorg voor kinderen en
ouderen. En omdat de meeste mensen niet alleen consument zijn maar ook werknemer, is dat een heel gunstig effect

1 J. de Koning e.a., Krapte op de arbeidsmarkt: hoe groot is het probleem?, NEI, Rotterdam, 1997.
2 ROA, De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2002, ROA-R-19977/7, Maastricht, 1997; A de Grip, L. Borghans en J.A.M.

Heijke, De arbeidsmarkt voor schoolverlaters tot 2002, ESB, 2 oktober 1997, blz. 808 -812.

Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur