Ga direct naar de content

Geïndexeerde staatsschuld

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 6 1990

Geindexeerde staatsschuld
Gezien de hoge staatsschuld is het van groot belang te onderzoeken hoe deze schuld zo
goedkoop mogelijk kan worden gefinancierd. Het indexeren van de staatschuld, zodat
beleggers worden gevrijwaard van inflatierisico en dus genoegen nemen met een lagere
rente, is een mogelijkheid de rentelasten te verminderen. Een bijkomend voordeel is dat
de overheid niet langer in de verleiding zal komen de inflatie te laten oplopen om de
reele waarde van de schuld te verminderen. De nadelen die door tegenstanders van
indexatie worden genoemd, lijken grotendeels op misverstanden te berusten. Vandaar
dat de auteur er voor pleit om voortaan in ieder geval een deel van de staatsleningen te
indexeren.

P.A. GROENENDIJK*
Inleiding

Voordelen van indexatie

De laatste tijd is in Nederland de financieringsmethodiek
van de staatsschuld steeds meer in de belangstelling komen te staan. Dit is ook wel te verklaren, want de rentebetalingen over de staatsschuld zijn de laatste jaren uitgegroeid tot de grootste uitgavenpost van de overheid, op de
onderwijsuitgaven na. Aangezien een stijging van de collectieve-lastendruk niet acceptabel wordt geacht, dreigt de
ruimte voor beleidsintensiveringen en nieuw beleid geheel
te worden ingenomen door de stijgende rentelasten. Daarnaast leidt de stijgende rentelastquote tot een grotere
gevoeligheid van de begroting voor veranderingen in de
binnen- en buitenlandse rentestand. De begroting wordt
hierdoor in toenemende mate afhankelijk van internationale monetaire ontwikkelingen, waar Nederland geen directe
invloed op heeft. Om bovengenoemde redenen zal het
staatsschuldbeleid een steeds belangrijker onderdeel van
het financieel-economisch beleid gaan vormen. De hoofddoelstelling van het staatsschuldbeleid moet zijn stabilisatie dan wel vermindering van de rentelasten.
Een financieringsmethode voor de staatsschuld die
leidt tot een aanzienlijke besparing op de jaarlijkse rentelasten is de geindexeerde staatslening. Dit is een lening, waarbij de hoofdsom ge’fndexeerd is tegen toekomstige inflatie, dat wil zeggen dat de hoofdsom periodiek,
bij voorbeeld elke zes maanden, verhoogd wordt met het
percentage van de intussen opgetreden inflatie1. In ruil
voor het wegnemen van nun inflatierisico zullen de beleggers bereid zijn met een lagere couponrente genoegen te nemen. Hierin zit de besparing voor de schatkist.
De Staat der Nederlanden heeft tot op heden nog geen
indexleningen uitgegeven. In dit artikel wordt de wenselijkheid van het indexeren van ten minste een deel van
de staatsschuld onderzocht door inventarisatie van de in
de literatuur genoemde argumenten pro en contra. Ik
beperk mij daarbij tot de argumenten die direct op de
Nederlandse situatie van toepassing zijn en zal met name
ingaan op de voor- en nadelen van indexatie voor de
overheid.

De volgende voordelen van indexatie voor de overheid
passeren de revue:
– indexatie leidt tot lagere financieringskosten voor de
overheid;
– indexatie leidt tot een betere matching van overheidsontvangsten en -uitgaven;
– indexatie kan een bijdrage leveren aan het bestrijden
van inflatie;
– indexatie vergroot de flexibiliteit van de schuldpolitiek.

544

Daarnaast zullen nog kort de voordelen van indexatie
voor het beleggende publiek en de kapitaalmarkt worden
besproken.
Lagere financieringskosten
Indexatie van de staatsschuld leidt tot aanzienlijke besparingen op de financieringskosten voorde staat. Aangezien geindexeerde leningen voor de belegger minder riskant zijn dan niet-ge’fndexeerde, zal hij bereid zijn met een
lager rendement genoegen te nemen. Voor de staat heeft
dit een verlaging van de jaarlijkse rentelasten tot gevolg.
De precieze kwantificering van de omvang van de jaarlijkse
besparing is een gecompliceerd probleem, omdat additionele veronderstellingen over de hoogte van de inflatierisicopremie noodzakelijk zijn. Onder de huidige omstandigheden zou de staat op een geindexeerde lening ongeveer
6% rente moeten bieden (4% reele rente en 2% vergoeding
voor lopende inflatie), terwijl op de jongste (niet-ge’fndexeerde) lening 9% moet worden betaald. Als de huidige
* De auteur is doctoraal student economie aan de Erasmus
Universiteit in Rotterdam. Hij bedankt prof. dr. E.J. Bomhoff voor
zijn commentaar op een eerdere versie van dit artikel. Een uitgebreidere versie is verkrijgbaar bij de auteur.
1. Als index kan het beste de prijsontwikkeling van het bruto
nationaal produkt worden gekozen, omdat de prijsindex van de
particuliere consumptie te veel door de overheid kan worden
gemanipuleerd (denk aan huurprijzen, indirecte belastingen, enzovoorts).

financieringsbehoefte van de staat, die 42 miljard gulden
bedraagt, volledig met geTndexeerde leningen zou worden
gefinancierd, levert dit dus een besparing op de jaarlijkse
rentebetalingen op van 1,26 miljard gulden.
GeTndexeerde leningen zijn voor de staat dus aanzienlijk
goedkoper dan normale langlopende schuld. Gezien de
verwachte toeneming van de jaarlijkse financieringsbehoefte van de staat wordt de indexlening in de toekomst
alleen nog maar voordeliger.
Betere matching van ontvangsten en uitgaven
Een tweede voordeel van indexatie voor de overheid
is, dat een betere matching van overheidsontvangsten en
-uitgaven mogelijk wordt, doordat indexatie het ‘front-loading’-probleem oplost. Dit kan als volgt worden toegelicht.
Inflatie heefttwee effecten op de rente- en aflossingsbedragen van een lening. Enerzijds wordt de reele waarde
bei’nvloed, anderzijds verandert ook de verwachte verdeling in de tijd van de reele waarde. Wanneer namelijk de
nominale rente een positieve inflatiepremie bevat, zit er in
iedere rentebetaling een verborgen terugbetaling van een
deel van de hoofdsom. In feite wordt hierdoor de looptijd
van een lening bekort, hetgeen het lenen belemmert. Dit
effect wordt ‘front-loading’ genoemd. Vanuit de overheid
bekeken heeft ‘front-loading’ tot gevolg dat de ratio van
rentebetalingen ten opzichte van verwachte belastingontvangsten in het begin van de looptijd van de lening veel
hoger is dan aan het einde.
Indexatie van de staatsschuld is een instrument om
beide gevolgen van inflatie tegen te gaan. Het laat de reele
waarde van rente- en aflossingsbedragen onaangetast en
neemt tevens het ‘front-loading’-effect weg. Voor de staat
betekent dit dat de betalingen op een geTndexeerde lening
aan het begin van de looptijd relatief lager en aan het einde
van de looptijd relatief hoger zijn dan bij een niet-geTndexeerde lening. Hierdoor ontstaat een betere matching
van overheidsontvangsten en -uitgaven. De belastingontvangsten zijn immers, net als de rentelasten, gecorreleerd
met de inflatie. Aangezien het nominale bedrag van de
rentebetalingen toeneemt bij inflatie, mag nu worden verwacht dat de ratio van rentebetalingen ten opzichte van
verwachte belastingontvangsten ongeveer constant in de
tijd zal zijn2.

Het bestrijden van de inflatie
Indexatie van de staatsschuld werkt mee aan de bestrijding van inflatie, omdat het de verleiding voor de overheid
wegneemt om door het voeren van een inflatoir beleid de
hoge reele rente- en aflossingslasten te verminderen. Hierdoor wordt het risico dat de overheid door geforceerde
inflatie zal proberen de last van haar schuld te verminde-

>
•K

ren, verkleind.
Als de staat zijn financieringsbehoefte volledig met nietgeihdexeerde leningen financiert, wordt hij bij een succesvol anti-inflatiebeleid gestraft door een hogere reele renteen aflossingslast dan was verwacht3. Dit is voor de overheid natuurlijk geen prikkel om zich extra in te spannen om
de inflatie te bestrijden. Integendeel, de overheid zou zelfs
in de verleiding kunnen komen om door het opstuwen van
de inflatie haar reele schuldenlast te verminderen. Zo zou
zij voordeel kunnen trekken uit een onvoldoende in de
rentestand verdisconteerd inflatietempo.
Indexatie neemt de verleiding om te gaan infleren weg.
Immers, de hoofdsom van de uitstaande indexlening moet
jaarlijks aan de inflatie worden aangepast. De reele last van
de staatsschuld ligt vast en kan dus niet door veranderingen in het inflatietempo worden bei’nvloed. De overheid
wordt niet langer gestraft voor een succesvolle anti-inflatiepolitiek zodat het voeren van een consistent beleid wordt

bevorderd.

ESB 13-6-1990

Flexibiliteit van de schuldpolitiek
Een laatste voordeel van indexatie voor de overheid is
dat de schuldpolitiek aan flexibiliteit wint.
Een flexibele schuldpolitiek is er op gericht de rentelasten te minimaliseren. Indexatie van de staatsschuld kan
hieraan een grote bijdrage leveren. Door het uitgeven van
geTndexeerde leningen kan de staat, ook in tijden van grote
onzekerheid omtrent de toekomstige ontwikkeling van de
inflatie en de rente, in zijn financieringsbehoefte voorzien
zonder een extra hoge nominale rente te hoeven bieden.
In het verleden heeft de minister van Financien enkele
malen tegen hoogst onaantrekkelijke condities moeten
lenen ten einde het vertrouwen van de markt terug te
kopen. In Engeland bleek door creatief gebruik te maken
van geTndexeerde leningen het vertrouwen van de kapitaalmarkt terug te winnen zonder dat de minister van Financien daartoe een kostbare premie, in de vorm van een
hogere rente, behoefde te betalen4.
Ook op een andere manier kan indexatie van de staatsschuld bijdragen aan een flexibeler schuldpolitiek. Indexatie maakt namelijk langere looptijden van staatsleningen
mogelijk. Bij niet-geTndexeerde leningen is het zo dat de
inflatierisicopremie hoger wordt naarmate de looptijd van
de lening langer is. Inflatierisico’s zijn immers steeds moeilijker in te schatten naarmate de schattingsperiode groter
wordt5. De markt vraagt dus een premie voor onbekende
inflatierisico’s in de verre toekomst. De indexlening kent
geen inflatierisico, zodat hiervoor ook geen premie meer
hoeft te worden betaald. Het wordt voor de staat dus
voordeliger om leningen voor een lange periode af te
sluiten, ten einde zo veel mogelijk op de financieringskosten te besparen. Grotere variatie in looptijden door looptijdverlenging van een deel van de staatsschuld vermindert de
kans op toekomstige spanningen op de kapitaalmarkt,
omdat de aflossingsverplichtingen meer in de tijd gespreid
zijn, en maakt toekomstige rentelasten beter voorspeibaar
en beheersbaar. Indexleningen vergemakkelijken dus het
voeren van een geeigend looptijdenbeleid, waardoor de
schuldpolitiek aan flexibiliteit wint.

Voordelen voor de beleggers en de kapitaalmarkt
Het grootste voordeel van de geTndexeerde staatslening
voor het beleggende publiek is dat het reele rendement op
hun beleggingen vrij is van inflatierisico. Hierdoor wordt zij
door de overheid tegen geldontwaarding beschermd en
worden koopkrachtverschuivingen in de vermogenssfeer
van de beleggers naar de overheid door inflatie tegengegaan, hetgeen wenselijk is uit oogpunt van sociale rechtvaardigheid. Daarnaast zijn indexleningen, doordat ze de
enige werkelijke lange-termijn-‘hedge’tegen inflatie zijn, bij
uitstek geschikt voor institutionele beleggers met reele
verplichtingen, zoals pensioenfondsen en levensverzekeringsmaatschappijen. Voor de buitenlandse korte-termijnbelegger bieden geTndexeerde staatsleningen mogelijkhe2. Zie E.J. Bomhoff, The attractions of index-linked government
debt, Kempen’s Economic Monitor, nr. 2, September 1981, biz. 1.

3. Onder een succesvol anti-inflatiebeleid versta ik hier een beleid
waarbij de uiteindelijke werkelijke inflatie lager is dan de als
inflatierisicopremie in de nominale rente verdisconteerde verwachte inflatie.
4. Zo gaf de Engelse regering vlak voor de algemene verkiezingen
van juni 1983 een indexlening uit die vlak na de verkiezingen

convertibel was tegen een niet-geTndexeerde lening. Op deze
manier konden de Engelse beleggers na verdiscontering van de

verkiezingsuitslag in hun rente- en inflatieverwachtingen kiezen
voor een geTndexeerde of een vastrentende lening (Rutterford,
Index-linked gilts, National Westminter Bank Quarterly Review,
November 1983, blz.17).
5. Impliciet is hier verondersteld, dat de inflatie een ‘random walk’

is. Als de inflatie echter naar een stationaire-toestandswaarde
tendeert, worden de inflatierisico’s juist gemakkelijker in te schatten naarmate de schattingsperiode groter wordt. De inflatierisicopremie zal dan dalen naarmate de looptijd van de lening langer is.

545

den van risicodiversificatie, omdat uit de ervaringen met
indexleningen in Engeland is gebleken dat de koersen van
geindexeerde leningen tegengesteld reageren op veranderingen in de wisselkoers. Een daling van de wisselkoers
leidt dus tot een koersstijging van de lening, zodat Met
valutaverlies wordt gecompenseerd.
Een ander voordeel van gei’ndexeerde staatsleningen is,
dat de reele en de inflatiecomponent in de nominale marktrente afzonderlijk zichtbaar worden, hetgeen de transparantie van de kapitaalmarkt vergroot en voor zowel de staat
als de beleggers duidelijk maakt welke omvang het ‘frontloading’-effect bij nominale leningen heeft. Niet alleen
wordt door het uitgeven van indexleningen de hoogte van
de reele rente zichtbaar, indexatie is ook een instrument
om de reele rente te verlagen. Immers, na uitgifte van
geTndexeerde staatsleningen wordt het weg-infleren van
de uitstaande staatsschuld onmogelijk. Gevolg hiervan is
dat de risicopremie in de reele rente kleiner wordt, waardoor de reele rente, zelfs op conventionele schulden, zal
dalen.

Nadelen van indexatie
In het nu volgende gedeelte wordt een aantal nadelen
van geTndexeerde staatsschuld voor de overheid besproken, die relevant zijn voor de Nederlandse situatie:
– door te indexeren capituleert de overheid voor inflatie,
waardoor het vertrouwen van de buitenlandse beleggers
in de staat als debiteur wordt aangetast;
– indexatie leidt tot een hogere inflatie;
– indexatie vergroot de onzekerheid van de begroting;
– indexatie leidt tot een toeneming van de kapitaalinvoer,
hetgeen de kapitaalbalans nadelig be’ihvloedt;
– indexatie beperkt de flexibiliteit van het wisselkoersbeleid.
Voorts zullen twee nadelen van geTndexeerde staatsleningen voor beleggers worden besproken.

Capitulatie voor inflatie
Een van de meest gehanteerde bezwaren tegen indexatie van de staatsschuld is dat het capitulatie voor inflatie
zou betekenen. De achterliggende gedachte is dat het
uitgeven van geTndexeerde staatsleningen door de overheid een geringe vastberadenheid weerspiegelt in de strijd
tegen inflatie. De druk op de overheid om anti-inflatoire
maatregelen te treffen verzwakt, omdat beleggers minder
door de gevolgen van inflatie worden getroffen . Indexatie
van staatsleningen zou de weerstand tegen inflatie verzwakken.
Door voorstanders van indexatie is hiertegen vaak het
argument ingebracht dat indexatie geen capitulatie voor
inflatie is, maar daarentegen een stimulans kan zijn om een
krachtig anti-inflatiebeleid te voeren, omdat de overheid
niet langer gestraft wordt als de werkelijke toekomstige
inflatie lager is dan door de markt werd verwacht. Indexering van de staatsschuld ontmoedigt dus juist het voeren
van een inflatoir beleid7.
Het standpunt dat men uiteindelijk inneemt is afhankelijk
van de vraag of men het wenselijk acht dat de overheid de
mogelijkheid behoudt haar schuldenlast te verlichten door
het laten oplopen van de inflatie
Tegenstanders van geTndexeerde staatsschuld wijzen er
op dat door het uitgeven van indexleningen het Internationale vertrouwen in Nederland kan worden aangetast. Zij
zijn bang dat buitenlandse beleggers op de gedachte komen dat gewone leningen blijkbaar niet meer helpen. Het
feit dat landen met hyperinflatie als Brazilie en Israel in het
verleden bij wijze van noodgreep indexleningen hebben

546

uitgegeven, omdat zij anders geen geld hadden kunnen
aantrekken, zal aan deze angst mede debet zijn. De uitgifte
van geTndexeerde staatsleningen in Engeland kan echter
moeilijk als een noodgreep worden gekwalificeerd. Het
land geeft sinds voorjaar 1981 indexleningen uit en van
enig internationaal wantrouwen is nog geen sprake gebleken.

Hogere inflatie
Een ander argument tegen de uitgifte van geTndexeerde
staatsleningen is dat indexering een impuls op de inflatie
zou veroorzaken. Dit kan op twee manieren geschieden:
via de hogere rente- en aflossingsbedragen in tijden van
hoge inflatie en via ontsparing.
In tijden van hoge inflatie nemen rente- en aflossingsbetalingen aan houders van indexleningen toe. Hierdoor nemen de consumptieve bestedingen toe, waardoor de inflatie weertoeneemt, enzovoorts. Zo ontstaateen inflatiespiraal die moeilijk te bestrijden is. Door voorstanders van
indexleningen is er op gewezen dat dit proces zich slechts
voordoet als de indexcompensaties jaarlijks met de rentebetalingen worden voldaan8. Doorde inflatievergoeding bij
de hoofdsom te voegen, zoals ook bij de Engelse indexleningen wordt gedaan, kan het ontstaan van een inflatiespiraal worden voorkomen.
Het uiteindelijke effect van indexatie op het niveau van
de particuliere besparingen is onzeker. Uit de in de literatuur gevoerde discussie blijkt dat een bescheiden stijging
van de besparingen het meest waarschijnlijk is. Een inflatoire impuls als gevolg van omvangrijke ontsparingen aan
de kant van het beleggende publiek is niet te verwachten.
Het argument dat indexatie van de staatsschuld tot een
hogere inflatie leidt berust, net als het argument van de
capitulatie voor inflatie, op een misverstand. Genoemde
argumenten gaan wel op voor indexatie van de lonen, maar
bij indexatie van de staatsschuld heeft de overheid er groot
belang bij om de inflatie zo gering mogelijk te houden .

De begroting wordt onzekerder
Tegenstanders van indexatie van de staatschuld dragen
als een van hun bezwaren aan dat de staat door het
uitgeven van indexleningen de onzekerheid voor de rijksbegroting vergroot, vanwege de onbekende hoogte van de
toekomstige nominale verplichtingen inzake rente en aflossing. De staatsschuld zou zo een open-einderegeling worden.
Voorstanders van indexleningen plaatsen hier twee
kanttekeningen bij. In de eerste plaats leidt ook het uitgeven van niet-geTndexeerde staatsleningen totgrote budgettaire onzekerheid. Immers als de rente stijgt, stijgen ook de
herfinancieringslasten van aflopende staatsleningen. Budgettaire tegenvallers zijn het gevolg. Onzekerheid over het
toekomstig betalingsverloop is dus een euvel van alle
langlopende financieringen. In de tweede plaats liggen ook
de toekomstige belastingontvangsten niet vast in nominale
termen. Bij gegeven belastingtarieven liggen de reele belastingontvangsten wel vast. Als de overheid tot uitgifte van
indexleningen zou besluiten, zijn de nominale bedragen
zowel bij de ontvangsten als bij de uitgaven in hoge mate

6. OESO, Report by the Commitee on Financial Markets, 1973,
biz. 25.
7. De huidige minister van Financien, Kok, blijkt dit argument ook
te onderschrijven. “Je kunt natuurlijk zeggen dat je juist als je
indexleningen afsluit, er ook extra belang bij hebt om een sterke
rem op de inflatie te zetten”, zei hij op 31 januari jl. in NRC
Handelsblad, 1 februari 1990.
8. Zie J.G. Morreau, Over indexleningen, in: Economie in overleg,

opstellenbundel aangeboden aan prof. dr. C. Goedhart, Stenfert
Kroese, Leiden, 1974, biz. 266.

9. Zie E.J. Bomhoff, Indexatie van de staatsschuld, Rotterdamse
Monetaire Studies, nr. 12, 1983, biz. 16.

met de inflatie gecorreleerd. Prognoses omtrent de omvang van het financieringstekort worden zo zelfs preciezer
dan bij niet-geVndexeerde staatschuld mogelijk is10.
Een toeneming van de kapitaalinvoer
Bij het in 1975 in de Tweede Kamer gevoerde debat
voerde de toenmalige minister van Financien, Duisenberg,
als belangrijkste bezwaartegen de uitgifte van gei’ndexeerde staatsleningen aan dat door massale buitenlandse beleggingen in deze titel de kapitaalinvoer dermate zou toenemen dat de uitvoering van de monetaire politiek erdoor
zou worden bemoeilijkt.
De indexatie-voorstanders plaatsen hier twee kanttekeningen bij11. De eerste kanttekening is gebaseerd op de
ervaringen met indexleningen in Engeland. In maart 1982
werden alle restricties op het houderschap van indexleningen opgeheven, zodat ook buitenlandse beleggers in de
gelegenheid werden gesteld om in indexleningen te gaan
beleggen12. De koersen van de indexleningen schoten
omhoog, maar de wisselkoers veranderde niet. Er bleek
nauwelijks sprake te zijn van een grotere kapitaalinvoer.
De tweede kanttekening is dat als indexleningen toch erg
populair worden bij buitenlandse beleggers, de staat eenvoudig een nog lagere rente moet bieden. Door de rente te
verlagen kan de overheid precies die kapitaalinvoer uitlokken die haar nog net niet hinder! bij de uitvoering van haar
monetaire politiek. Tevens bespaart de overheid door de
lagere rente nog meer op haar financieringskosten.

Geringere flexibiliteit van het wisselkoersbeleid
Een laatste in de literatuur genoemd nadeel van gei’ndexeerde staatsschuld is dat de flexibiliteit van het wisselkoersbeleid erdoor zou verminderen. De gedachte hierachter is de volgende.
Om de export te bevorderen kan de overheid tot een
eenmalige substantiate depreciatie van de eigen valuta
overgaan. Hierdoor ondergaat het binnenlands prijspeil
een eenmalige stijging. Op dat moment worden indexleningen voor de staat ongunstiger, vanwege de hogere renteen aflossing.
Voor de Nederlandse discussie is dit argument weinig
relevant, omdat de gulden vastzit aan de D-mark. Als
Nederland zou besluiten om door depreciatie van de gulden deze band te verbreken zou dit het internationale
vertrouwen in Nederland zeer zeker ondermijnen. Dit zou
onmiddellijk voelbaar worden in een stijgende rentestand,
hetgeen een verzwaring van de rentelasten zou betekenen. Verbreking van de band tussen de gulden en de
D-mark is, mede om deze reden, noch gewenst, noch
waarschijnlijk.
Nadelen voor de beleggers
Een angst die vooral bij het particuliere bankwezen leeft
is dat er na de uitgifte van indexleningen een substitutieeffect van niet-geTndexeerde naar wel gei’ndexeerde
staatsleningen zal optreden, omdat de indexlening een
superieur produkt is. Hierdoor zal er een neerwaartse druk
op de koersen van niet-geTndexeerde leninger> ontstaan.
Door voorstanders van indexleningen13 wordt hiertegen
het argument ingebracht dat indexatie meewerkt aan de
bestrijding van de inflatie, hetgeen gunstig is voor de
koersen van niet-geTndexeerde leningen14.
Bij het in Engeland gehanteerde systeem voorde uitgifte
van ge’fndexeerde staatsschuld wordt de hoofdsom twee
maal per jaar verhoogd met het percentage van de in de
zes maanden daarvoor opgetreden inflatie. De correcties
vinden echter plaats met een vertraging van acht maanden.
De reden hiervoor is dat op deze wijze na iedere aanpassing de eerstvolgende aanpassing al bekend is, zodat de
lopende interest kan worden bepaald. Hierdoor kan ook de
theoretische koers op ieder moment worden berekend. Er

ESB 13-6-1990

ontstaat nu een technisch onvermijdelijk nadeel, namelijk
dat de houder van een indexlening wel beschermd is tegen
de inflatie in de acht maanden voorafgaande aan de uitgifte
van de lening, maar niet tegen inflatie in de laatste acht
maanden van de looptijd van de lening. De hedge tegen
inflatie is dus niet perfect. Deze imperfectie zal zwaarder
wegen naarmate de looptijd van de lening korter is. Bij
langlopende scnuld zal het effect van de acht-maands
vertraging te verwaarlozen zijn.

Conclusies
De Staat der Nederlanden wordt geconfronteerd met
een voortdurende stijging van zijn rentelasten. In dit artikel
werd een financieringsmethode voor de staatsschuld onder de loep genomen die een grote bijdrage kan leveren
aan een vermindering van de jaarlijkse rentelast: indexatie
van de staatsschuld.
Indexatie blijkt voor de beleggers en de kapitaalmarkt,
maar vooral ook voor de overheid grote voordelen te hebben, terwijl de in de literatuur genoemde nadelen voor een
groot gedeelte op misverstanden blijken te berusten. Ik
concludeer dan ook dat de voordelen van indexleningen
aanzienlijk zwaarder wegen dan de nadelen.
Het is dus wenselijk om in Nederland het experiment te
wagen en op korte termijn een geTndexeerde lening uit te
geven. In de Tweede Kamer is hier recentelijk ook voor
gepleit. Minister van Financien Kok toonde zich in eerste
instantie nog wat huiverig voor een experiment: “maar
misschien ben ik de dupe van een gebrek aan geestelijke
snelheid.”15
Hopelijk weet de minister op korte termijn zijn geestelijke
snelheid op te voeren, anders zou het dure conservatisme
van Ruding wel eens gevolgd kunnen worden doorde nog
duurdere geestelijke traagheid van Kok.

Patrick Groenendijk

10. Idem, biz. 29.
H.ZieE.J. Bomhoff, Indexeerdestaatsschuld, NRCHande/sblad,
5 maart 1990.
12. Voordien mochten alleen Engelse pensioenfondsen geTndexeerde staatsleningen aanhouden.
13. Zie E.J. Bomhoff, Monetary uncertainty, North-Holland, 1983,
biz. 212.

14. Daarnaast is het zo dat zelfs als de waarde van de uitstaande
niet-geTndexeerde schuld zou gaan dalen, de staat toch zeker aan
zijn verplichtingen aan rente en aflossing zal voldoen.
15. NRC Handelsblad, 1 februari 1990.

547

Auteur