Ga direct naar de content

Frankrijk, de tweede fase

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 13 1982

Internationaal

Frankrijk,
de tweede fase
MR. A. H. D. INGEN HOUSZ

Inleiding

In maart 1968 is in Le Monde een beroemd geworden artikel verschenen onder
de titel ,,La France s’ennuie” (Frankrijk
verveelt zich). Kort daarna begonnen de
meidagen van 1968, die diepe sporen in de
nationale geschiedenis zouden nalaten. De
man die zich toen bereid verklaarde De
Gaulle op te volgen is de huidige president.
Mitterrand.
Het socialistische regiem in Frankrijk is
langzaam maar rechtstreeks uit de troebelen van mei 1968 voortgekomen. De lange
weg die Mitterrand sindsdien heeft afgelegd. werpt een zeker licht op het beleid dat
hij als president heeft gevoerd. Zolang het
socialisme in de oppositie was, werd het gekenmerkt door een opmerkelijke mengeling van dromerigheid en radicalisme. Het
heeft zich nooit willen spiegelen aan de ervaringen van de sociaaldemocratie en erin
gepersisteerd zijn inspiratie te putten uit de
nationale klassestrijd van het eind van de
19e en het begin der 20e eeuw (Jaures).
Aan de macht gekomen zonder enige toetsing van zijn ideee’n aan de werkelijkheid,
heeft het zich ingebeeld dat structuren en
gevvoonten op korte termijn naar het model konden worden omgevormd. De eerste
teleurstelling was dat alles meer tijd kostte
dan voorzien, behoudens wanneer het
erom ging eenvoudige maatregelen te nemen, zoals verhoging der sociale uitkeringen. hervormingen van straf- en huurrecht,
of zelfs de nationalisaties. De tweede, veel
ernstiger teleurstelling is dat de verstoring
van verschillende financiele structuren
binnen een jaar een radicale beleidsombuiging noodzakelijk heeft gemaakt. Die ombuiging last weliswaar nog niet de meest
wezenlijke doelstellingen van Mitterrands
mandaat aan. maar heeft het karakter ervan wel grondig gewijzigd. Meer en meer
krijgt het huidige Frankrijk de trekken van
het Engeland van Wilson in de jaren zestig.
De economische realiteit
De confrontatie met de economische
werkelijkheid meet een bittere pil voor
Mitterrand zijn geweest. Heeft hij na de
eerste devaluatie van 4 oktober 1981 de
tweede devaluatie tijdig genoeg zien aankomen (11 juni 1982)? Gelet op de onschuldige woorden die hij nog drie dagen
ESB 20-10-1982

onlangs echter duidelijk moeten terugkrabbelen, nadat hij had verzekerd dat het huidige regiem het niet langer dan nog twee
jaar zou uithouden. Uit dit incident blijkt
opnieuw dat de Fransen tegenwoordig zeer
aan hun Grondwet zijn gehecht.
Mitterrand heeft, dank zij de Grondwet,
een impliciet ,,droit a Perreur”. De sedert
juni gevolgde bezuinigingspolitiek is ongetwijfeld een poging gemaakte fouten te herstellen. De wisselmarkt is nog niet enthousiast maar een in oktober 1982 genomen
bankkrediet van $ 4 mrd. wijst erop dat de
regering vastbesloten is de huidige pariteit
van de franc zolang mogelijk te verdedigen.
Zij meent dat de druk op de franc zal afnemen wanneer de inflatie onder 10% komt
en de handelsbalans ,,aan het eind van dit
jaar” een duurzame verbetering zal vertonen. September 1982 heeft echter een historisch tekort van F.fr. 12,2 mrd. te zien
gegeven.
In de toekomst zullen historic! moeten
uitmaken of de door Mitterrand gevolgde
politiek van ,,go” in mei 1981, eindigend
in de ..stop” van juni 1982, ,,onvermijdelijk” was. Zonder de verschillende aspecten van de ..relance” van vorigjaarhierop
te sommen, dient te worden onderstreept
dat het begrotingstekort meer dan verdubbeld is, de belastingen en de sociale lasten.
met name van het bedrijfsleven, zeer aanzienlijk zijn gestegen en de werkloosheid
vooral is bestreden door het aantrekken
van tweehonderdduizend ambtenaren.
Vanzelfsprekend kon voordeze ingrepen
een ,,sociale rechtvaardiging” worden gevonden, al was het maar omdat eindelijk
de linkse partijen de meerderheid hadden
verworven. Maarbetekende dit dat alles tegelijkertijd moest worden gedaan, alsof er
geen recessie was? Hoe serieus waren de socialistische plannenmakers toen zij de regering aanvankelijk een groei van 5.5% in
1982 voorschotelden, die nadien tot 3,3%
als basis voor de begroting is teruggebracht,
terwijl het resultaat niet meer dan 1,5% zal
zijn? En hoe gefundeerd waren in mei 1981
de voorspellingen voor een duurzame opleving van de wereldeconomie in 1982,
waarop Frankrijk ..met recht” kon anticiperen. en welke verwachtingen kon men
indertijd omtrent de koers van de dollar
koesteren?
Erkend moet worden dat de Franse
werkloosheid door het gevolgde beleid sedert zestien maanden aanmerkelijk langzamer is gestegen dan in de omringende landen. d.w.z. met 14% tot iets meer dan twee
miljoen. Waar Mitterrand werkloosheidsbestrijding tot jl. j u n i als zijn hoogste prioriteit heeft behandeld (en zich daarop heeft
laten verkiezen), heeft hij tot nog toe globaal aan zijn belofte voldaan dat het cijfer
van twee miljoen niet zou worden overschreden. Het valt echter moeilijk in te
zien wat er van deze belofte in de komende
tijd kan overblijven.

tevoren hield tijdens een plechtige internationale persconferentie, heeft hij de indruk
gewekt de economische ontwikkeling niet
van dag tot dag te volgen. Waarschijnlijk
heeft Mitterrand weinig eerbied voor de
economie. Doordat hij aan de politiek het
primaat boven de economie toekent heeft
hij indertijd niet geaarzeld beslissingen te
nemen. waarvan bij afwezigheid van tijdige
bijsturing. zonder moeite de ongewenste
gevolgen konden worden voorzien. Voorbeelden hiervan zijn de geforceerde handhaving van de koers van de franc van mei
tot oktober 1981 en de beslissing om na de
eerste devaluatie geen begin te maken met
het aanpakken der inflatie. Een ander
voorbeeld is de spectaculaire wijze waarop
Mitterrand in februari een werktijdvermindering van een uur per week oplegde zonder vermindering van loon.
Mitterrands beleid van het eerste jaar
doet sterk denken aan wat eerste minister
Blum tijdens het Volksfront van 1936
deed: in korte tijd sinds lang gedane sociale
beloften inlossen zonder serieus acht te
slaan op de consequenties op middellange
termijn. Evenals Mitterrand verhoogde
Blum de lagere lonen, en voerde in een
klap de veertigurige werkweek en betaalde
vakantie in. Zou Blum de politieke durf
hebben gehad de franc tegelijkertijd te devalueren dan had hij het plotselinge produktieverlies wellicht kunnen opvangen
(de crisis was in die tijd voorbij). De devaluatie kwam echter te laat en daarmee was
het eind van het Volksfront, althans van de
regering-Blum, ingeluid (juni 1937). Bij de
vergelijking van Blum en Mitterrand verwaarloze men echter niet de kapitale factor
van de staatkundige positie van beide mannen: enerzijds de Derde Republiek, constitutioneel even broos als de Vierde, anderzijds de ijzersterke Vijfde Republiek, waarvan de regels thans door iedereen worden
aanvaard.
De huidige president is voor zeven jaar
verkozen en de Nationale Vergadering
voor vijf jaar (i.e. tot 1986). Er zou een diepe vertrouwenscrisis moeten ontstaan.
aleer Mitterrand tot het uitschrijven van
voortijdige parlementsverkiezingen zou
overgaan (tenzij tactische overwegingen
hem tot een ander inzicht zouden brenVerloren jaar?
gen). Waar de president en zijn regering
sinds juni sterk in populariteit gedaald
Een terugblik op de afgelopen periode
zijn, speelt de oppositie met het thema van doet de vraag rijzen of niet een kostbaar
Mitterrands ..legitimiteit”. Chirac heeft jaar verloren is gegaan. Het zou geen van

1139

Mitterrands ministers betamen op die
vraag rechtstreeks in te gaan. maar de populairste onder hen. Rocard. heeft dienaangaande kortgeleden opmerkelijke uitspraken gedaan. In een rede voor de nationale planningscommissie heeft hij zonder
omhaal doen uitkomen dat de regeringMauroy in haar eerste jaar te hard van stapel is gelopen en daardoor te zware lasten
aan de ondernemers heeft opgelegd. Het

concerns, de staalindustrie en vrijwel het
gehele particuliere bankbedrijf (zie ESB
van 20 januari). Er werd veel gesproken
over ..herovering van de binnenlandse
markt” en overeenkomsten tussen de genationaliseerde ondernemingen en de overheid. waarin de bedrijfsstrategie zou worden beschreven. Na de devaluate van oktober 1981 (8.5% t.o.v. de mark en de gul-

gevolg hiervan is een kwalijke verzwakking

van een aantal overheidskredieten. geen

van de enige sector waar kostbare arbeidsplaatsen kunnen worden gecreeerd, nl. het
midden- en kleinbedrijf. De ontwikkeling
van de handelsbalans toont trouwens aan
dat de Franse concurrentiekracht in 1982
snel slechter is geworden. Het onmiddellijk
inlossen van sociale beloften was volgens
Rocard evenwel ..de prijs voor de afwezigheid van een linkse regeringgedurende een
kwart eeuw”. Impliciet veroordeelt hij de
..kwantitatieve” politiek die de gunst heeft
(althans had) van de leidende socialisten en
communisten. en pleit in plaats daarvan
voor een ..kwalitatieve” politiek. Met dit
begrip doelt Rocard op het op gang brengen van een alomvattende sociale dialoog.
In zijn opvatting is de eerste taak van het
socialisme de Fransen te leren met elkaar
tc praten en van hun gewoonte af te stappen sociale vooruitgang uitsluitend te verwachten van het conflict. Het levensgrote
probleem van de vermindering der ..inegalites sociales” zou onder leiding van de re-

begeleidende maatregelen getroffen. en de
zorg om de voortdurende inflatie van 14%
leek bij de overheid op zijn minst gering.
Het zou tot mei duren aleer de druk op de
franc aanzienlijke vormen ging aannemen
en officiele stemmen in het buitenland
(Bundestag en de president van de Nederlandsche Bank) en in Frankrijk zelf (een
ongebruikelijk openhartige aanbiedingsbrief bij het jaarverslag van de Banque de

politiek te blijven geven. Zij hebben alle
met ledenverlies te maken en vertegenwoordigen niet meerdan 18% van de arbeidende bevolking. Traditioneel nemen de
Franse vakbonden een afstandelijke houding tot de overheid in en die wordt ook
onder het huidige regiem gehandhaafd.
Tot 1 november zijn de spelregelsduidelijk. De blokkering van prijzen. lonen en
dividenden is volledig en wat dat betreft
slaat de regering zich op de borst: de inflatie beloopt sedert juni (t/m augustus) 0.3%
per maand. De daaropvolgende periode
van geleidelijke deblokkering zal in beginsel tot 1 januari 1984 lopen maar in ruime
kring wordt verwacht dat de vrijheid van
lonen en prijzen voor veel langere tijd is
opgeschort. Het gaat de Franse regering er
om in 1983 een inflatiepeil van 8% te bereiken en voor 1984 wordt zelfs over 6% gesproken. Zulke doelstellingen heeft men in

France) hun bedenkingen uitspraken over

Frankrijk ook in September 1976 gehoord.

de rol van de franc in het EMS. Frankrijks
handelstekort bleek in april de symbolische grens van een tekort van F.fr. 10 mrd.
te hebben overschreden. Al deze ontwikke-

toen premier Barre zijn befaamde plan ontvouwde en het is bekend wat daarvan is terechtgekomen. Barres grote ontdekking
was dan ook de in de Franse economic ingebouwde inflatie. waartegen hij in 4’/2 jaar
wel enig, maar niet voldoende. succes heeft
geboekt. De gedachte die zijn politiek indertijd beheerste was de noodzaak van vrije
prijzen (in 1978 ingevoerd) en de handhaving van een sterke munt. In beide gevallen
ging het erom de economie voor werkelijke
concurrentie open te maken, zowel binnenslands als ten opzichte van het buitenland. Beluistert men Barres opvolgers sinds
de politiek van ,,rigueur” van kracht is geworden, dan worden de doelstellingen van
de vroegere eerste minister, na het intermezzo van Mitterrands eerste jaar. alsnog
als juist ervaren. Waar het thans om gaat,
is de ..socialisering” van deze objectieven
en de toepassing ervan in de context van
het nieuwe dirigisme.
De industriele prijzen zullen zo snel mo-

gering etappegewijs door consensus moeten worden aangepakt.

Rocards suggesties zijn helaas door de tijd
achterhaald. Een uitmuntendegelegenheid
voor het omsmeden van het conflict tot een
dialoog is bijna een jaar geleden voorbijgegaan. toen Delors, minister van economic
en financien. orn een ..pauze” van het hervormingsproces vroeg en de sociale partners opriep tot een quasi inkomenspolitiek
middels een ..programmering” van de inflatie. Ongelukkigerwijze zijn de vakverenigingen niet op deze anti-inflatie-suggestie ingegaan, omdat zij hierin bij voorbaat
een korting op hun koopkracht zagen. Die

korting was evenwel te verwaarlozen. aangezien er ieder kwartaal een correctie zou
plaatsvinden op koopkrachtverlies veroorzaakt door overschrijden van een tevoren
vastgesteld inflatiepercentage. Delors’ gedachte dat wat minder haast met de hervormingen moest worden gemaakt. was gebaseerd op de waarneming dat het economische leven zich niet tijdig kon aanpassen

aan het nieuwe regiem en het lange niandaat van Mitterrand voldoende ruimte liet
om even op adem te komen. .,Pauze” is

echter in het collectieve geheugen der

den) waren er. behoudens de blokkering

lingen gaven Delors aanleiding in uiterst

voorzichtige termen een inkomenspolitiek
voor te stellen. waarbij hij overigens aante-

kende dat de franc ..waarschijnlijk in het
najaar” een tweede devaluatie zou moeten
ondergaan. In werkelijkheid gingen de ontwikkelingen veel sneller, en werd de franc
een week na het vuurwerk van Versailles
gedevalueerd (10% t.o.v. mark en gulden).
Zoals hierboven is opgemerkt, heeft Mitterrand drie dagen voor de tweede devaluatie niet de gelegenheid te baat genomen om
Frankrijk op moeilijker tijden voor te bereiden. In de geest van de sociale dialoog
van Rocard riep hij zelfs op tot een nationale ronde-tafelconferentie. die in juli of
..uiterlijk in September” zou kunnen
plaatshebben. ter bespreking van wat voor
iedere sociale partner ..passend” zou zijn.
In deze context stond het publiek begrijpelijkerwijze versteld over de manier waarop
de regering van de ene dag op de andere het
roer omgooide. De ..relance de la consommation populaire” ging met een zwaai
overboord en de lonen en prijzen werden
tot I november geblokkeerd. Was dit een
illustratie van het primaat van de politiek
boven de economic? Bij het bekendmaken
van de blokkeringsmaatregelen en de politiek van bezuiniging tot januari 1984, liet
Mauroy echter niet na crop te wijzen dat in
de algemene doelstellingen van zijn regering geen wijziging optrad en dat slechts

een ..tweede fase” begon. Maar Mitterrands ronde-tafelconferentie was van de
baan.

Franse socialisten een ongelukkige uit-

drukking, omdat het eind van het Volksfront is ingetreden na een ,,pauze” der sociale hervormingen. Mauroy liet Delors
dan ook met nadruk weten dat het hervormingsproces zonder talmen zou worden
doorgezet.
Na deze tijdige waarschuwing voor drei-

gende economische moeilijkheden, die
Mauroy om zuiver politieke redenen terzijde heeft geschoven, is in het begin van dit
jaar de aandacht afgeleid naar de nationalisatie van ‘s lands vijf grootste industriele
1140

Kigueur

gelijk, maar voor 1 juli 1983, worden vrij-

gemaakt en de prijzen in de dienstensector
voor 1 januari 1984. Binnenkort zal de
overheid met de voornaamste sectoren van
het economische leven prijsovereenkomsten sluiten. Geheel deze politiek zal worden gebouwd op de inflatienorm van 8%,
welk percentage ook het uitgangspunt zal
vormen voor de komende loononderhandelingen (verplicht in de openbare sector
en aanbevolen in de particuliere sector).
Het officiele doel is handhaving van de
koopkracht tot het eind van de zogenoemde overgangsperiode, 1 januari 1984. Over
de verwezenlijking van deze doelstelling
maken zich echter weinigen illusies. De algemene verwachting is dat. wanneer de regering zich aan haar inflatievoornemens
houdt. de koopkracht er in het komende
jaar ten minste 4 a 5% op achteruit zal

gaan.
Sedert de ..relance” is het wachtwoord
..rigueur”. De ommezwaai is vrij hard aangekomen maar wordt over ‘t algemeen
aanvaard omdat hij door een linkse regering is afgekondigd. De vakverenigingen,
en vooral de door communisten geleide
CGT. vinden het onder toenemende druk
van de basis moeilijk. met zoveel woorden
of impliciet. goedkeuring aan de nieuwe

Frankrijks bekering tot ,,rigueur” vindt
haar weerslag in het budget 1983, dat geacht wordt een ..neutraal” effect te hebben, en in plannen tot herstel van het evenwicht van het sociale dekkingssysteem (exclusief werkloosheidsverzekering), dat zonder dien een tekort van F.fr. 35 mrd. tegen
eind 1983 zou hebben vertoond. De plaats
ontbreekt hier voor een bespreking van het

budget. Slechts drie sectoren zullen in de
buurt van de uitgavenverhogingen van dit
jaar blijven: research (21%), Industrie
(22%) en openbare investeringen (24%).
Het staat nu wel reeds vast dat de behoeften der genationaliseerde industrie niet uit
de begroting zullen kunnen worden gedekt,
ook al zou er vanuit deze hoek een even
groot beroep op de kapitaalmarkt worden
gedaan als in 1982. Evenals dit jaar moet
derhalve worden gerekend op een minder
grote economische stimulans van de zijde
der genationaliseerde industrie dan aanvankclijk was voorzien.
Waar de regering thans heeft ingezien

dat van dc genationaliseerde industrie bij
gebrek aan middelen geen werkelijke locomotielTunctie kan worden verwacht, heeft
zij besloten het particuliere bedrijfsleven
het leven wat gemakkelijker te maken.
Sinds een paar maanden worden de ondernemingen — al dan niet gemodificeerd
naar sector — ontlast van een deel der zware extra uitgaven die zij in het afgelopen
jaar opgelegd hebben gekregen. Voorbeel-

In ruime kring heerst de opvatting dat de
regering haar economische doeleinden
voor het komende jaar te optimistisch
heeft ingeschat. Acht procent inflatie lijkt
laag voor een land dat aan 10 a 14% gewend is, en dat terwijl de dollar niet meer

aan te passen. Geen protectionisme maar
wel een voorzichtige ,,herovering van de
binnenlandse markt”, in de lijn van Barre

dan zeven, maar vijf, francs waard was.

ventionisten (Chevenement, minister van

Twee percent groei in 1983 lijkt eveneens
aan de optimistische kant, gezien de 1.5%
tweede halfjaar vertaalt maar vrijwel uit-

sluitend de nogal kunstmatige groei van

bestrijding en investeringen) en ,,le volont-

het eerste halfjaar. De komende bezuinivoornaamste handelspartner — dreigt een
bijkomende moeilijkheid te worden.
Het komt voorbarig voor uit de bovenstaande overwegingen een voorspelling

arisme”. Indien nodig, zou deze school bereid zijn autoritaire maatregelen te nemen
ter bescherming van de nationale industrie, ofschoon zij weet dat dit niet openlijk
kan. Van deze zijde wordt door dik en dun
voor investeringen gepleit, al is de wijsheid

voor het komende jaar te willen putten. De

daarvan niet altijd evident. Een recent

van het lopende jaar, die geen groei van het

gingspolitiek in Duitsland — Frankrijks

linkse partijen en de vakbonden zijn het
over de algemene doeleinden nog eens en
de communisten hebben onlangs bevestigd
dat hun deelneming in de regering ,,langdurig” zal zijn. Veel zal afhangen van de
manier waarop Frankrijk in het komende

jaar zal worden geregeerd. Dienaangaande

sionnelle”. stabilisering der sociale lasten
voor ruim een jaar en zelfs opschorting van
een nieuwbakken belasting op persoonlijk
bedrijfsvermogen. Daarnaast zijn voorstellen bij de Nationale Vergadering ingediend
ter vergemakkelijking van particuliere investeringen in de industrie. De herontdekking van het particuliere bedrijfsleven
komt echter aan de late kant. Het aantal
faillissementen stijgt snel en het Franse
produkt verliest zowel op de binnenlandse
als op de Internationale markt kostbaar
terrein. In de opwinding over de nationalisaties en de totstandkoming van een ,,gemengde” economie was de regering-Mauroy het leven van alledag kennelijk vergeten.
Terugkomend op de bezuinigingsmaatregelen in de sociale sfeer. moet worden
onderstreept dat de regeringscoalitie zich
hiermee op glad ijs begeeft. Enerzijds gaat
het hier om verminderde ziektevergoedingen en het heffen van premies bij mensen
die tot nu toe niet hadden betaald (gepensioneerden) en anderzijds om een sterke
verhoging van accijnzen op sigaretten en
alcohol.
Een ander dringend onderwerp is de
..onmogelijke” inperking van het tekort

kunnen een liberate stroming en een interventionistische school worden onderscheiden.
De eerste stroming (Rocard en Delors)

van de werkloosheidskas (zonder correctie

Toenemend dirigisme
De test van de tweede fase van Mitter-

rands presidentschap begint bij het eind
van de blokkeringsperiode (1 november
a.s.). Alle reglementering ten spijt kan niet
uitgesloten worden geacht dat de sociale
partners minder gedisciplineerd zullen blijken dan verwacht. Het is niet onmogelijk
dat de ondernemingen het sinds juni opgelopen verlies zullen trachten in te lopen.
Anderzijds lijkt zich een steeds grotere ontevredenheid over de sociale politiek te ontwikkelen bij de niet-communistische bonden van ambtenaren en werknemers en, in

meer algemene zin, bij de communistische
partij en de CGT.
ESB 20-10-1982

het Franse produkt en modernisering van
inflatoire economische circuits. De interIndustrie en Research, de socialistische
fractieleider Joxe, en, verbaal. Mauroy zelf)
zijn voorstanders van ,.la productique”
(verzoening van efficiency, werkloosheids-

den zijn vermindering van de ,,taxe profes-

F.fr. 35 mrd. tcgcn eind 1983).

aandacht voor de concurrentiekracht van

voorbeeld van het gevaar van ,,surinvestis-

sement” is een recent plan voor de elektronische industrie ter waarde van F.fr. 140
mrd. voor vijf jaar.

Het lijkt alsof de libefalen sinds de formulering van de nieuwe politiek in jl. juni
de wind in de rug houden. Mochten zij
even wel in ,,het verschrikkelijke jaar
1983″ (de uitdrukking is van de socialistische partijleider Jospin) geen succes boeken dan zit er voor Mitterrand wellicht

meent dat Frankrijk het spel van de inter-

weinig anders op dan de interventionisten

nationale open economie ten voile moet
meespelen en zich derhalve aan de ontwikkelingen in de omringende landen heeft

de voornaamste teugels in handen te geven.
A. H. D. Ingen Housz

Auteur