Ga direct naar de content

De waarde van een economie­studie op de arbeidsmarkt

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juli 27 2018

Wat verdienen afgestudeerde economen? En maakt het daarbij uit welke master ze gedaan hebben aan welke universiteit? SEO ­Economisch onderzoek zocht het uit op basis van CBS­-microdata.

In het kort

– Afgestudeerde economen komen over het algemeen goed terecht.

– Een finance-opleiding levert het hoogste salaris op, een marketingopleiding het laagste.

– UvA-afgestudeerden verdienen het meest, Utrechtse ­afgestudeerden het minst.

Dit artikel is gebaseerd op het jaarlijkse onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van afgestudeerde hbo’ers en academici dat SEO samen met Elsevier Weekblad verricht (Bisschop et al., 2018)

Regelmatig worden er in Nederland ranglijsten gemaakt van universitaire opleidingen economie. Een bekend voorbeeld is de Keuzegids, waarin de opleiding Economie in Tilburg dit jaar de beste beoordeling krijgt (Steenkamp et al., 2018). Het slechtst beoordeeld zijn de economieopleidingen in Utrecht, Rotterdam en die van de Universiteit van Amsterdam. Zijn die beoordelingen ook terug te zien in de salarissen en in de salarisontwikkeling van de alumni?

SEO Economisch Onderzoek zocht in samenwerking met Elsevier Weekblad op basis van het jaarlijkse onderzoek Studie & Werk (Bisschop et al., 2018) uit hoe afgestudeerde economen (masteropleiding Economics, Business ­Economics, International Economics and Business, Economics and Business en Spatial, Transport and Environmental Economics) op de arbeidsmarkt terechtkomen. Vanaf 1999 tot en met 2016 was het onderzoek gebaseerd op enquêtes, maar de afgelopen twee jaar vond het plaats op basis van microdata van het CBS. Door het integrale karakter van de microdata ontstaat er een compleet beeld van de kenmerken van afgestudeerden en hun aansluiting op de arbeidsmarkt (Bisschop en Van der Werff, 2018). Het onderzoek van 2018 richt zich op de afstudeercohorten 2015/2016 en 2006/2007, die respectievelijk anderhalf en tien jaar geleden afgestudeerd zijn.

Startsalaris en salarisontwikkeling

Van de tussen september 2015 en oktober 2016 afgestudeerde economen heeft 87 procent na anderhalf jaar betaald werk. In loondienst kunnen zij gemiddeld rekenen op een betrekkelijk hoog startsalaris van 2.840 euro bruto per maand. Dit bedrag is exclusief vakantiegeld, dertiende maand en variabele beloning. Afgezet tegen vergelijkbare studies moeten ze na anderhalf jaar alleen ­afgestudeerden Finance en Accounting voor zich dulden, zie tabel 1. ­Gecorrigeerd voor samenstellingseffecten (waaronder geslacht, leeftijd, herkomst, opleidingsniveau ouders, vooropleiding, afstudeermoment, arbeidsduur en universiteit), verdienen afgestudeerden Economie na anderhalf jaar zelfs iets beter dan afgestudeerden Accounting. Met de ­opleiding ­Marketing als uitzondering verdienen afgestudeerden aan de financiële en economische opleidingen gemiddeld meer dan afgestudeerden van andere wetenschappelijke studies.

Tabel 1

Tien jaar na afstuderen lopen de gemiddelde salarissen per opleiding meer uiteen. Afgestudeerden Finance uit afstudeercohort 2006/2007 verdienen met 6.140 euro gemiddeld het meest. Het verschil met de nummer twee in de lijst, Fiscale Economie, is met 600 euro fors. De afgestudeerden Economie van 2006/2007 verdienen na tien jaar ongeveer evenveel als de afgestudeerden Accounting en Business Administration (gemiddeld 5.330 euro tot 5.390 euro). De opleiding Marketing doet het wat betreft de hoogte van het maandsalaris met 4.510 euro minder goed, maar beter dan het gemiddelde van andere wetenschappelijke studies: 4.320 euro. De verschillen in salaris tussen opleidingen tien jaar na afstuderen zijn minder goed in beeld te brengen dan de verschillen anderhalf jaar na afstuderen, omdat verschillende economische afstudeerrichtingen die nu een eigen master hebben, tien jaar geleden soms nog onder een gezamenlijke (ongedeelde) opleiding vielen.

Gecorrigeerd voor samenstellingseffecten en voor of het een ongedeelde opleiding betreft, verdienen economen tien jaar na afstuderen ongeveer evenveel als accountants en bedrijfskundigen. Financieel specialisten en fiscaal economen verdienen meer, al is het verschil bij laatstgenoemden niet significant. Het beloningsverschil ten opzichte van voormalige marketingstudenten is na tien jaar toegenomen.

iStock/Peshkova

Verschillen tussen instellingen

Het werken met integrale microdata maakt het mogelijk om salarissen tussen instellingen te vergelijken. De instellingsverschillen stellen we vast via een loglineaire schatting, waarin gecorrigeerd wordt voor opleiding, arbeidsduur en persoons- en studiekenmerken – waaronder geslacht, leeftijd, herkomst, opleidingsniveau van ouders, studieduur en opleidingsvorm. Figuur 1 presenteert de gecorrigeerde verschillen tussen instellingen voor de opleiding Economie, waarbij de Erasmus Universiteit als referentie-instelling fungeert.

Figuur 1

Economen die hun diploma behalen aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), hebben het hoogste maandloon, zowel anderhalf jaar na afstuderen (cohort 2015/2016) als tien jaar na afstuderen (cohort 2006/2007). Ten opzichte van alumni uit Rotterdam (EUR) is het salaris anderhalf jaar na afstuderen van UvA-alumni ongeveer gelijk en tien jaar na afstuderen bijna vijf procent hoger. Qua startsalaris ­scoren alumni van de Radboud Universiteit gemiddeld­ ­minder gunstig. Ook afgestudeerden aan de Rijksuniversiteit Groningen, de Universiteit Maastricht en de Vrije Universiteit verdienen gemiddeld minder dan alumni van de EUR. Opvallend is de positie van de Universiteit Utrecht. Hoewel het cohort 2015/2016 na afstuderen gemiddeld verdient ten opzichte van andere opleidingen, verdient het cohort 2006/2007 tien jaar na afstuderen het minste van alle opleidingen Economie. Het verschil met de referentieopleiding aan de Erasmus Universiteit is bijna dertien procent. Afgestudeerden van Tilburg University en de Vrije Universiteit volgen met respectievelijk een zeven procent en vijf procent lager maandsalaris. Behalve de Universiteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit komen ook de Rijksuniversiteit Groningen en de Radboud Universiteit redelijk positief uit de analyses naar voren als het gaat om het salaris na tien jaar. Gemiddeld hebben afgestudeerden van beide universiteiten een maandsalaris dat ongeveer twee procent lager is dan dat van afgestudeerden aan de Erasmus Universiteit.

Verschillen tussen instellingen kunnen meerdere oorzaken hebben. Ten eerste spelen regionale arbeidsmarkt- en prijspeileffecten een rol. Afgestudeerden die in het noorden of oosten gaan werken, zullen gemiddeld minder verdienen dan afgestudeerden die aan de slag gaan in de Randstad. Ten tweede kan er een verschil zitten in de studenten­populatie waarvoor nu niet gecorrigeerd wordt. Denk daarbij aan het ambitieniveau of de cognitieve en non-­cognitieve ­capaciteiten van studenten. Ten derde ontstaan er verschillen doordat individuele opleidingen geclusterd zijn onder een ‘gelijke’ opleiding. Zo scharen we de opleidingen ­Business economics en Economics ­beide onder de opleiding ‘Economie’, terwijl de opleidingen kunnen verschillen qua vakkenpakket en bijvoorbeeld wat betreft het accent op theorievorming versus empirie. Ook kan binnen dezelfde opleiding de focus tussen instellingen verschillen. Zo kan een opleiding zich bij de ene instelling meer richten op voor de publieke sector relevante onderwerpen, terwijl dezelfde opleiding bij een andere instelling meer gefocust kan zijn op relevante onderwerpen voor de private sector. Ten slotte betreft het de kwaliteit van de instelling zelf. Instellingen met goede docenten, kwalitatief hoogwaardig lesmateriaal en ruime voorzieningen en faciliteiten leveren waarschijnlijk productievere economen op met goede arbeidsmarktperspectieven. Ook verschilt de mate waarin master­opleidingen zich richten op actuele economische vraagstukken van universiteit tot universiteit.

Conclusie

Deze analyse laat zien dat afgestudeerden van de economieopleidingen aan de Nederlandse universiteiten over het algemeen meer verdienen dan die van andere opleidingen. Ze verdienen echter niet meer dan afgestudeerden van de meeste andere opleidingen van de faculteiten Economie en Bedrijfskunde. Er zijn flinke verschillen tussen instellingen. Daarbij is het opvallend dat afgestudeerden van de UvA het meest verdienen, terwijl hun opleiding over het algemeen een slechte reputatie heeft. Aan de andere kant is het salaris van de afgestudeerden van Tilburg University juist relatief laag, terwijl hun opleiding als kwalitatief goed wordt gezien.

Literatuur

Bisschop, P. en S. van der Werff (2018) Eindelijk een realistische methode. Het meten van arbeidsmarktperspectief met integrale data. THEMA Hoger Onderwijs, 2018(1), 26-29.

Bisschop, P., J. Zwetsloot en S. van der Werff (2018) Studie & Werk 2018. De arbeidsmarktpositie van hbo- en wo-alumni. SEO-rapport, 2018-62.

Steenkamp, F., L. de Adelhart Toorop en J. van Pelt (2018) Keuzegids Masters 2018. Leiden: C.H.O.I./Keuzegids.

Auteurs