Ga direct naar de content

Input / output

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 5 2014

.

ESB Input / Output

Input //output
Bankensector

tiviteiten. Dit ging samen met een sterk geredu­
ceerde kredietverlening van gemiddeld en zwak
gekapitaliseerde banken, wat volgens de auteurs
duidt op een credit crunch in Europa. Zij beve­
len aan de kredietverlening te stimuleren door
de banken te herkapitaliseren. Op basis van
eigen berekeningen schatten de auteurs dat de
Europese banken ongeveer 84 miljard euro aan
kapitaal nodig hebben.

Schoenmaker en Peek onderzoeken de ontwik­
keling van de Europese financiële sector. Uit hun
analyse blijkt dat de groei van bezittingen, waar­
onder leningen, van banken in de eurozone als
geheel ongeveer gelijk is gebleven in de onder­
zochte periode 2008–2013. Echter, in sommige
landen, zoals Griekenland, Ierland, Portugal en
de Baltische landen, is het niveau van de bank­
bezittingen afgenomen met tien tot twintig pro­
cent. Daarnaast zijn ook de internationale ka­
pitaalstromen afgenomen, opnieuw vooral van
de perifere en Baltische landen, en zijn banken
zich meer nationaal gaan oriënteren op hun ac­

Schoenmaker, D. en T. Peek (2014) The state of the
banking sector in Europe. OESO Economics Department
Working Paper, 1102.

Multiplier

Volatiliteit

Eurozone

Kwaak, C. van der, en S. van Wijnbergen (2014) Financial fra-

Veirman, E. de, en A. Levin (2014) Cycli-

Butter, F.A.G. den, en M.L.L. Segers (2014) Prospects for an

gility and the fiscal multiplier. Tinbergen Institute Discussion Pa-

cal changes in firm volatility. DNB Wor-

EMU between federalism and nationalism. Tinbergen Insti-

per, 004 en Duisenberg School of Finance Discussion Paper, 070.

king Paper, 408.

tute Discussion Paper, 008.

Een situatie waarbij overheidstekorten worden
gefinancierd door banken die moeilijk aan kapi­
taalvereisten kunnen voldoen, kan ervoor zorgen
dat de multiplier van overheidsbestedingen rond
nul ligt, of zelfs negatief wordt. Dit concluderen
Van der Kwaak en Van Wijnbergen aan de hand
van theoretisch onderzoek. Wanneer een overheid
in zo’n situatie de bestedingen opvoert om de eco­
nomie te stimuleren, komen de staatsobligaties die
daarvoor worden uitgegeven bij banken terecht, die
immers kapitaal met lage risico’s nodig hebben om
aan de kapitaalvereisten te voldoen. Deze opkoop
van staatsobligaties zorgt er echter voor dat banken
minder lenen aan bedrijven, waardoor bedrijfs­
investeringen afnemen en het toekomstige nationa­
le inkomen lager zal liggen. Anticipatie op dit lagere
inkomen zorgt ervoor dat de prijzen van aandelen
en obligaties kelderen, wat weer leidt tot problemen
met het voldoen aan kapitaalvereisten voor banken
en een verdere verlaging van de kredietverlening.

Huizenprijsdaling

In 2013 waren bestaande koopwoningen gemiddeld
6,4 procent goedkoper dan een jaar eerder. De prijsafname was het grootst in de eerste helft van het jaar. In
de tweede helft stabiliseerden de prijzen: in het laatste
kwartaal van 2013 lagen de prijzen 0,1 procent hoger dan

68

Bedrijfsspecifieke volatiliteit van
de omzet is niet anti-cyclisch, in tegenstelling tot wat in eerder onderzoek soms wordt gesteld. Dit concluderen De Veirman en Levin aan
de hand van econometrisch onderzoek met gegevens over 12.730
bedrijven in de VS over de periode
1978–2012. Recessies blijken over
de tijd steeds samen te vallen met
keerpunten in de volatiliteit van de
bedrijfsomzet. De volatiliteit nam
toe tijdens de recessies in de jaren
tachtig, nam daarna af tot de recessie van 1990–1991, nam daarna
weer toe tot 2001 en ten slotte
weer af tot 2007–2009. De auteurs
hebben geen sluitende verklaring
voor dit patroon in de bedrijfsvolatiliteit.

6,4%
Daling prijzen bestaande
koopwoningen in 2013

Den Butter en Segers onderzoeken theoretisch be­
leidsopties voor de toekomst van de eurozone. Zij
concluderen dat een compromis tussen een volledi­
ge federale unie en een afschaffing van de monetaire
unie optimaal is. Een federale unie is immers politiek
niet haalbaar, en een terugkeer naar nationale munt­
eenheden gaat gepaard met hoge kosten en doet de
voordelen van de gemeenschappelijke markt teniet.
Door beleidscoördinatie op supranationaal niveau
wordt rekening gehouden met negatieve of positieve
effecten van nationaal beleid op andere landen. Door
verstrengeling van goederen- en financiële markten,
die heeft geleid tot een verhoging van de welvaart,
zijn deze zogenaamde externe effecten groter gewor­
den, wat de voordelen van beleidscoördinatie groter
maakt. Echter, een nadeel van deze verstrengeling is
dat het risico op verspreiding van crises groter wordt,
wat moreel wangedrag kan veroorzaken bij lidstaten
doordat zij weten dat ze gered zullen moeten wor­
den om besmettingsgevaar te voorkomen.

in het tweede kwartaal. In Zeeland daalden de prijzen
met 2,8 procent het minst, in Noord-Brabant en Drenthe
met zeven procent het meest.
CBS (2014) Prijzen bestaande koopwoningen in heel 2013 met
ruim 6 procent gedaald. CBS Webmagazine, 21 januari.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Jaargang 99 (4678) 7 februari 2014

Input / Output ESB

Exportmeting

Beloningsverschil

Vrouwelijke bestuursvoorzitters van bedrijven krij­
gen niet significant minder betaald dan hun man­
nelijke collega’s op vergelijkbare posities qua be­
drijfsgrootte en sector. Voor andere posities in het
topmanagement bestaat echter wel een significant
beloningsverschil van gemiddeld 270.000 pond
tussen beide geslachten. Dit blijkt uit empirisch
onderzoek van Geiler en Renneboog met gegevens
over de topbestuurders van bijna alle beursgeno­
teerde bedrijven in het Verenigd Koninkrijk over
de periode 1996–2007. Het verschil blijkt kleiner
wanneer er vrouwelijke commissarissen in de raad
van toezicht van het bedrijf zitten. Opmerkelijk is
verder dat de beloning van vrouwelijke ceo’s meer
gebaseerd is op de relatieve prestaties van het bedrijf
in de markt dan van mannelijke ceo’s, en dat het be­
loningsverschil kleiner is in sectoren waar relatief
veel mannen werkzaam zijn, zoals de ICT-sector.

Ondernemers

Bouwmeester, M.C., J. Oosterhaven en

Hessels, J., U. Brixy, W. Naudé en T. Gries (2014) Skill vari-

J.M. Rueda-Cantuche (2014) Measuring

ety, innovation and new business formation. IZA Discussion

the EU value added embodied in EU

Paper, 7889.

Bouwmeester et al. ontwikkelen
een nieuwe empirische methode
om de nettowaarde van exporten,
gebaseerd op de toegevoegde
waarde, te meten. Standaardmethodes gaan vaak uit van het optellen van individuele exporten van
landen. Aan de hand van gegevens
over de periode 2000–2007 stellen
de auteurs vast dat het waarderen
van de exporten van de EU volgens
de standaard methode leidt tot
een onderwaardering van de toegevoegde waarde van de exporten
van zo’n elf tot zestien procent.

Mensen met een meer gevarieerde werkervaring
hebben een hogere kans om succesvol te zijn in het
opzetten van een onderneming dan mensen met
minder diverse werkervaringen. Het hebben van
gevarieerde werkervaring betekent echter niet dat
men ook een generalist is, en andersom betekent
weinig gevarieerde werkervaring niet automatisch
dat iemand een specialist is. Generalisten, ofwel
mensen die veel verschillende vaardigheden bezit­
ten, hebben geen significant hogere kans om in het
opzetten van een onderneming succesvol te zijn dan
specialisten. Dit alles concluderen Hessels et al. aan
de hand van empirisch onderzoek met gegevens
over beginnende ondernemers uit Duitsland en
Nederland over de periode 2006–2007.

foreign exports by consolidating 27 national supply and use tables for 2000–
2007. SOM Research Report, 004.

Betaalmethodes

Relaties

Het verhogen van minimumtarieven voor kartel­
boetes of het verlagen van de maximumtarieven
verlaagt de maatschappelijke welvaart. Dit conclu­
deren Houba et al. aan de hand van een theoretisch
model waarmee zij de effecten van regels voor kar­
telboetes, zoals minimum- en maximumtarieven,
onderzoeken. Hogere maximumstraffen zorgen er­
voor dat de verwachte opbrengsten van het vormen
van een kartel kleiner zijn, zodat het minder waar­
schijnlijk is dat deze opgericht worden. Hierdoor
wordt de maatschappelijke welvaart vergroot. Aan
de andere kant zorgen hogere minimumtarieven er­
voor dat kartels hogere prijzen gaan afspreken om
voor de boete te compenseren waardoor de maat­
schappelijke welvaart juist wordt verlaagd.

De aanwezigheid van een groepsprestatiebeloning is positief gecorreleerd met de tevredenheid
van vrouwen met de relaties met
hun collega’s. Voor mannen geldt
juist dat groepsprestatiebeloning
samengaat met een lagere voldoening met de collegiale relaties, en
dat een individuele prestatiebeloning een positief verband heeft met
de tevredenheid met relaties. Wanneer groepsprestatiebeloningen
worden gecombineerd met individuele prestatiebeloning verdwijnt
het effect. Dit alles volgt uit empirisch onderzoek van Onemu met
gegevens uit enquêtes met 14.743
hoogopgeleide Nederlanders van
78 organisaties uit de jaren 2005
en 2007.

Houba, H., E. Motchenkova en Q. Wen (2014) The role of

Onemu, O. (2014) Social relations, in-

L. Hernández (2014) Cash management and payment

legal principles in the economic analysis of competition po-

centives, and gender in the workplace.

choices: a simulation model with international compari-

licy. TILEC Discussion Paper, 002.

Tinbergen Institute Discussion Paper, 009.

sons. DNB Working Paper, 409.

Geiler, P. en L. Renneboog (2014) Are female top managers
really paid less? CentER Discussion Paper, 004.

Kartelboetes

Nederland slaagt er, beter dan Canada, Frankrijk
en Duitsland, in om het gebruik van contant geld
terug te dringen ten faveure van pintransacties. Dit
blijkt uit empirisch onderzoek van Arango et al.
met gegevens over het betalingsgedrag van consu­
menten uit de bovengenoemde landen over de pe­
riode 2009–2011. Uit de resultaten blijkt dat con­
sumenten in Nederland een lager minimumbedrag
aan contant geld uit voorzorg op zak houden dan in
de andere landen. Daarnaast wordt in andere lan­
den waar mogelijk contant betaald en alleen gepind
indien noodzakelijk. In Nederland is dit precies an­
dersom, wat de auteurs toeschrijven aan succesvolle
campagnes om pinbetalingen te stimuleren.
Arango, C., Y. Bouhdaoui, D. Bounie, M. Eschelbach en­

Toerisme

In 2013 is in de Europese Unie een recordaantal van 2,6
miljard overnachtingen in toeristische accommodaties
doorgebracht. De vijf landen met het grootste aantal
overnachtingen, respectievelijk Frankrijk, Spanje, Italië,
Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, zijn samen goed
Jaargang 99 (4678) 7 februari 2014

2,6

Miljard toeristische
overnachtingen in de
EU in 2013

voor zeventig procent van het totaal. De grootste relatieve stijgingen van het aantal overnachtingen werden in
Griekenland, Malta en Letland geboekt.
Eurostat (2014) Record level of 2.6 bn nights spend in tourist accommodation in the EU28 in 2013. Eurostat Newsrelease, 29 januari.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

69

Auteur