Ga direct naar de content

Economie leeft op

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 16 2005

conjunctuur

Economie leeft op
B.J. Kuipers en J.P. Verbruggen
De auteurs zijn werkzaam bij de afdeling
Conjunctuur van het Centraal Planbureau.
Zij bedanken diverse collega’s voor hun bijdragen.
b.j.kuipers@cpb.nl

In het eurogebied staan de seinen op groen voor een opleving
van de economie. De economische groei in Nederland versnelt naar verwachting van ¾ procent dit jaar tot 2½ procent
in 2006.

D

e Amerikaanse economie blijft het volgend jaar
goed doen en de groei in Europa leeft op. Ook de
Nederlandse economie zit in de lift. De uitvoer profiteert van
het herstel in Europa en de verbetering van de prijsconcurrentiepositie. De binnenlandse bestedingen trekken aan door
de toename van de koopkracht van gezinnen en het winst­
herstel bij bedrijven.

De wereldeconomie
Economie VS groeit gestaag
De orkanen Katrina en Rita hebben de Amerikaanse economie nauwelijks gedempt in de tweede helft van 2005. Begin volgend jaar kunnen de herstelwerkzaamheden zelfs een licht positieve impuls geven aan de groei. De bedrijfsinvesteringen zullen
volgend jaar naar verwachting opnieuw flink toenemen door
de hoge bezettingsgraad en de goede winstgevendheid. Mede
door de verwachte stijging van de kapitaalmarktrente zwakt de
groei van de particuliere consumptie echter wat af. Per saldo zal
de economische groei waarschijnlijk voor het derde achtereenvolgende jaar meer dan drie procent bedragen. Het tekort op de
lopende rekening blijft zeer omvangrijk.

Economische opleving eurogebied
In het eerste halfjaar was de groei in het eurogebied
opnieuw zeer beperkt. Dat kwam niet alleen door de stormachtige stijging van de olieprijs in de laatste anderhalf jaar,
maar ook door de koersstijging van de euro in de periode
2002-2004. In het derde kwartaal is de groei echter opgelopen
en vooruitlopende indicatoren, met name het producentenvertrouwen, wijzen erop dat deze opgaande lijn zich doorzet.
De investeringen zullen naar verwachting flink stijgen door
het aantrekken van de vraag en de goede balansposities. De
consumptie profiteert van een verbetering op de arbeidsmarkt.
Volgend jaar zal de economische groei waarschijnlijk de hoogste zijn sinds 2000. Vermoedelijk zal de ECB haar monetaire
beleid wat minder expansief maken in de loop van volgend
jaar, door haar officiële tarieven licht te verhogen. Ook de
kapitaalmarktrentes nemen dan enigszins toe, maar blijven
historisch gezien laag.

Olieprijs onder recordniveau
In de loop van november daalde de olieprijs tot circa
55 dollar per vat Brent, bijna 15 dollar onder het record­
niveau in augustus. Wereldwijd daalde de benzineprijs nog
meer, omdat door Katrina getroffen olieraffinaderijen weer
540

ESB  16-12-2005

in gebruik kwamen en olieraffinaderijen elders zeer flexibel inspeelden op de verminderde Amerikaanse capaciteit.
Ondanks de daling in de afgelopen maanden is de gemiddelde
olieprijs van circa 55 dollar dit jaar een flink stuk hoger dan
vorig jaar (38 dollar). Anders dan in voorgaande jaren is de
olieprijsstijging in euro’s in 2005 sterker dan in dollars vanwege de zwakkere euro.
Volgend jaar blijft de oliemarkt naar verwachting krap. Het
aanbod neemt weliswaar duidelijk toe, maar de mondiale vraag
stijgt ook. Vooral in opkomende economieën met een hoge economische groei, waaronder China en India, neemt de vraag naar
olie en olieproducten sterk toe. Voorraden en reserve­capaciteit
bij de olieproductie blijven daardoor laag, waardoor er geen
buffers zijn die onverwachte vraag- en aanbodontwikkelingen
makkelijk kunnen opvangen. Deze krappe marktsituatie betekent dat de olieprijs hoog blijft. In de projectie is voor 2006
daarom gerekend met een gemiddelde olieprijs van 55 dollar
per vat Brent. Ook internationale instellingen en partijen op
de ­olietermijnmarkt houden rekening met een hoog blijvende
olieprijs in 2006.

Internationale onzekerheden
Voor de olieprijs zijn de onzekerheden zowel opwaarts als
neerwaarts groot. In de Verenigde Staten zijn de gezinshuishoudens kwetsbaar door de sterk opgelopen schulden. Dit zou kunnen leiden tot een zwakkere groei van de consumptie, vooral
als de huizenmarkt afkoelt en de kapitaalmarktrentes sterker
stijgen dan in deze raming is verondersteld. Doordat de bedrijven in het eurogebied in een goede positie verkeren, behoort
een sterkere opleving van de Europese economie ook tot de
mogelijkheden.

De Nederlandse economie
In 2005 minder dan 1 procent groei…
Ook in Nederland is de economie in het derde kwartaal
gegroeid, maar in een gematigd tempo. Volgens de flash-raming
van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg de economische groei 0,3 procent ten opzichte van het vorige kwartaal
en 0,9 procent vergeleken met een jaar eerder. De groei in de
uitvoer vlakte wat af, maar dat werd verrassend genoeg door
de gezinsbestedingen gecompenseerd. We verwachten dat de
economische groei over het gehele jaar met afgerond ¾ procent
nog net onder de één zal blijven. Het ­vierde kwartaal telt dit jaar
twee werkdagen minder dan in vorig jaar, wat een drukkend
effect zal hebben op de productiegroei.

conjunctuur

…maar opleving in 2006
De economische groei zal volgend jaar naar verwachting
versnellen tot 2½ procent, dat is de hoogste groei sinds 2000.
Alle seinen staan op groen voor een opleving van de economie. De uitvoer kan profiteren van het economische herstel in
Europa en de verbetering van de prijsconcurrentiepositie. De
koopkrachtverbetering voor gezinnen en het winstherstel bij
bedrijven zorgen ervoor dat ook de binnenlandse bestedingen
aantrekken. Een gunstig teken is dat de stemming bij bedrijven
en gezinnen de afgelopen maanden duidelijk is verbeterd. Het
consumentenvertrouwen is minder negatief en het producentenvertrouwen is zelfs in bijna vijf jaar niet zo hoog geweest
(zie figuur 1).
Figuur 1. Consumenten- en producentenvertrouwen, 1995-2005

40

saldo %

saldo %

30

10
8

producentenvertrouwen
(rechter-as)

20

6
4

10

2

0

0

-10

-2

consumentenvertrouwen
(linker-as)

-20

-4
-6

-30
-40

-8
‘95 ‘96 ‘97 ‘98 ‘99 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05

-10

CPB optimistisch
De CPB-prognose en de ramingen van andere instellingen
liggen voor dit jaar dicht bij elkaar. Voor 2006 blijven wij echter
wat optimistischer. De internationale organisaties ramen een
economische groei van rond twee procent. De meest recente
Consensus Forecast − het gemiddelde van de verwachtingen
van een tiental financiële instellingen − staat op 1,8 procent. Een
belangrijke verklaring is dat de andere instituten een minder
geprononceerd groeiherstel in Europa voorzien, deels veroorzaakt doordat zij rekenen met een hogere olieprijs dan het CPB,
van rond de zestig dollar per vat.

Concurrentiepositie verbetert
Volgend jaar zal de uitvoergroei naar verwachting aantrekken tot zeven procent, na dit jaar wat te zijn teruggevallen. De
belangrijkste reden hiervoor is de opleving van de economische
groei in Europa, onze voornaamste afzetmarkt. De wederuitvoer
− met name computers en consumentenelektronica − zal wederom het grootste deel van de groei voor zijn rekening nemen. De
made in Holland-uitvoer blijft marktaandeel verliezen, maar wel
in steeds mindere mate.

De concurrentiepositie van de industrie is de afgelopen jaren
verslechterd door de sterke stijging van de arbeidskosten en de
koersstijging van de euro. De arbeidskosten per eenheid product
zullen dit en volgend jaar ongeveer in de pas lopen met die in
het eurogebied en minder sterk stijgen dan bij de concurrenten buiten het eurogebied. Bij de niet-euroconcurrenten is de
arbeidsmarkt in het algemeen krapper en daarom is de loonstijging hoger. Bovendien rekenen we met een koersdaling van de
euro van gemiddeld 1,25 dollar in 2005 tot 1,20 dollar in 2006.
Meestal wordt de ontwikkeling van de arbeidskosten doorgegeven in de afzetprijzen, zodat volgend jaar de prijsconcurrentiepositie wat kan verbeteren.

Gezinsbestedingen nemen toe
Het is opvallend dat de gezinsbestedingen in het derde kwartaal duidelijk zijn toegenomen. De koopkracht staat dit jaar
immers opnieuw onder druk door de gematigde loonontwikkeling en lastenverzwaringen. Het ziet ernaar uit dat consumptiegroei in de resterende maanden van dit jaar ook positief zal zijn.
Zo verwacht de detailhandel bijvoorbeeld hogere Sinterklaas- en
kerstverkopen dan vorig jaar. Voor het gehele jaar gaan we uit
van een toename van de particuliere consumptie met gemiddeld ¼ procent. Dat is aanzienlijk hoger dan de inkomensgroei, omdat gezinnen dit jaar, ongerekend de contractuele
(pensioen)besparingen, nog meer ontsparen dan vorig jaar.
De consumptiegroei zal volgend jaar naar verwachting verder aantrekken, tot 1¼ procent, waarbij gecorrigeerd is voor
de invoering van het nieuwe zorgstelsel. De koopkracht van
gezinnen neemt toe door een hogere reële loonstijging, lastenverlichting en het herstel van de koppeling van de uitkeringen.
Bovendien groeit de werkgelegenheid volgend jaar weer.

Herstel winsten en investeringen
De bedrijfsinvesteringen maken dit jaar pas op de plaats, maar
groeien volgend jaar naar verwachting fors. Het aantrekken van
de productiegroei leidt tot een toename van de bezettingsgraad.
Bovendien zal volgend jaar sprake zijn van een stevig winstherstel. Zowel op de binnenlandse als op de buitenlandse afzetmarkten ontstaat ruimte voor ondernemers om hun marges te vergroten. We verwachten dat de bedrijfsinvesteringen volgend jaar met
maar liefst 8¼ procent zullen toenemen. Deze investeringsgroei
wordt mede ondersteund door het gereedkomen van een tweetal
grote investeringsprojecten, een afvalverbrandingsinstallatie en
een windmolenpark. Verder krijgen transportbedrijven bijna
honderd light trains en een aantal vliegtuigen geleverd.
Zonder deze correctie is sprake van een daling van de consumptie met
2 procent.
In CPB (2005b) wordt dieper ingegaan op de vooruitzichten voor de
koopkracht naar huishoudtypen.

Tabel 1. Economische groei, 2004-2006, mutaties per jaar in procenten

2004

2005

2006

CPB

CF

OESO

EC

IMF

CPB

CF

OESO

EC

IMF

Verenigde Staten

4,2

3½

3,6

3,6

3,5

3,5

3

3,3

3,5

3,2

3,3

Japan

2,7

2¼

2,2

2,2

2,5

2,0

2

1,9

1,9

2,2

2,0

eurogebied

2,0

1¼

1,3

1,4

1,3

1,2

2¼

1,7

1,9

1,9

1,8

Nederland

1,7

¾

0,6

0,6

0,5

0,7

2½

1,8

2,0

2,0

2,0

Publicatiedata: CPB – december 2005, CF (Consensus Forecasts) – november 2005, OESO – november 2005, EC – november 2005,
IMF – september 2005.

ESB  16-12-2005

541

conjunctuur

Werkloosheid over het hoogtepunt
De situatie op de arbeidsmarkt is dit jaar verbeterd. De
werkloosheid is al een aantal maanden min of meer stabiel en
het aantal vacatures is verder toegenomen. Het aantal openstaande vacatures is momenteel twee keer zo hoog als tijdens het
conjuncturele dieptepunt van twee jaar geleden. Ook de daling
van de werkgelegenheid is gestopt, vooral door een sterke toename van het aantal uitzendkrachten. De gewerkte uitzenduren
lopen meestal vooruit op een herstel van de arbeidsmarkt. We
verwachten dat de werkgelegenheid volgend jaar zal toenemen
door het aantrekken van de productiegroei en het winstherstel
bij bedrijven. Omdat de werkgelegenheidsgroei hoger is dan
de groei van de beroepsbevolking, zal de werkloosheid dan
met 45.000 personen kunnen afnemen, tot 5¾ procent van de
beroepsbevolking.

Lage inflatie…
Ondanks de sterk gestegen olieprijs blijft de inflatie laag. In
oktober bedroeg de geldontwaarding slechts 1,6 procent. Over
het gehele jaar verwachten we dat het inflatiecijfer uitkomt op
gemiddeld 1½ procent, iets hoger dan vorig jaar. Volgend jaar
zal de inflatie waarschijnlijk afnemen tot 1 procent. De gestegen
olieprijs werkt nog met enige vertraging door, onder meer in
de energierekeningen van gezinnen. Verder zullen buitenlandse
consumptiegoederen duurder worden door de voorziene koersdaling van de euro. Daar staat tegenover dat ondernemers de
afname van de arbeidskosten per eenheid product in hun prijzen zullen doorberekenen. Bovendien heeft de afschaffing van
het gebruikersdeel van de onroerende-zaakbelasting (OZB) een
neerwaarts effect op het inflatiecijfer van ½ procentpunt.

…en gematigde loonstijging
De lage inflatie en de opgelopen werkloosheid hebben
gezorgd voor een gematigde loonontwikkeling. De loonstijging
van contracten in de marktsector zal zich dit jaar waarschijnlijk
beperken tot 1 procent, de laagste stijging sinds de jaren tachtig.
Onder invloed van de aantrekkende productiviteitsgroei en de
afnemende werkloosheid zal de loonstijging volgend jaar waarschijnlijk toenemen tot gemiddeld 1½ procent. Voor 40 procent
van de werknemers is momenteel een cao voor 2006 afgesloten

met een gemiddelde loonstijging van 1,3 procent. We verwachten dat de loonstijging in de resterende cao’s wat hoger uitkomt.
De vakcentrale FNV heeft bijvoorbeeld onlangs haar looneis
verhoogd van 1½ procent tot 2 procent.

Begrotingssaldo op en neer
Het begrotingstekort daalt dit jaar tot 1,2 procent, maar loopt
volgend jaar − ondanks het aantrekken van de economie en
meevallende aardgasbaten − naar verwachting weer op tot 1,5
procent van het bbp. Het kabinet voert dit jaar nog omvangrijke
bezuinigingen en lastenverzwaringen door. Volgend jaar is er
van ombuigingen geen sprake meer en kunnen gezinnen een
lastenverlichting tegemoet zien. Het oplopen van het EMUtekort heeft ook te maken met de hoge rente (5 procent), die de
belastingdienst momenteel vergoedt over teveel betaalde belastingen. Voor bedrijven is dit aanleiding om dit jaar ruimhartig
vennootschapsbelasting af te dragen (‘bankieren bij de fiscus’).
Hierdoor ontstaat dit jaar een incidentele meevaller bij de
opbrengsten van de vennootschapsbelasting, maar volgend jaar
een aanzienlijke tegenvaller.

Conclusie

Het beeld voor de wereldeconomie is op korte termijn gunstig, zij het niet zonder risico’s. De Nederlandse economie herstelde vorig jaar van een langdurige stagnatie, maar dit jaar valt
de groei weer terug door tragere wereldhandelsgroei en bezuinigingen bij de overheid. Voor volgend jaar wordt een hogere
groei verwacht, bij een aantrekkende wereldhandelsgroei, een
licht expansief begrotingsbeleid en een positieve ontwikkeling
van de koopkracht. Per saldo lijken de omstandigheden gunstig
voor een robuust groeiherstel, zeker als het bedrijfsleven erin
slaagt de eerdere verliezen in de prijsconcurrentiepositie door
een hogere productiviteitsgroei en een gematigde arbeidskostenstijging in te lopen. â– 
Barthold Kuipers en Johan Verbruggen

Literatuur
CPB (2005a) Macro Economische Verkenning 2006. September, Den Haag.
CPB (2005b) Geactualiseerde koopkrachtraming 2006. CPB Notitie 43,
1 december, Den Haag.

Tabel 2. Kerngegevens voor Nederland, 2004-2006, mutaties per jaar in procenten

2004
relevante wereldhandel
olieprijs (dollar per vat, Brent)

2005

7,3

5½

38,2

55

6¼
55

eurokoers (dollar per euro)

1,24

1,25

bruto binnenlands product (bbp)

1,7

¾

particuliere consumptie

0,0

¼

investeringen bedrijven (exclusief woningen)

3,3

¼

goederenuitvoer (exclusief energie)

9,4

5¼

werkgelegenheid (arbeidsjaren)

2006

-1,6

-½

1,20
2½
-2a
8¼
7
1¼

werkloosheidspercentage (niveau)

6,4

6½

5¾

contractloon marktsector

1,5

1

1½

consumentenprijsindex (CPI)

1,2

1½

1

arbeidsinkomensquote marktsector (niveau)b

80,0

80¼

78¾

EMU-saldo (niveau, procent bbp)

-2,1

-1,2

-1,5

a ecorrigeerd voor de statistische effecten als gevolg van de invoering van het nieuwe zorgstelsel bedraagt de consumptiegroei in 2006
G
naar verwachting 1¼ procent.
b et niveau van de arbeidsinkomensquote is na de revisie van de Nationale rekeningen door het CBS aanzienlijk lager komen te liggen dan
H
aanvankelijk was geschat. Zie CPB (2005a), 22.

542

ESB  16-12-2005

Auteurs