Ga direct naar de content

Eenvoudige kleinschaligheid

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: december 19 2008

beleid
ILLUSTR A
TIE : roel ottow

Eenvoudige kleinschaligheid
De wereldeconomie leidt zonder een radicale ombouw
van de bestaande orde tot zelfvernietiging. De kortzichtige
o
­ riëntatie op economische groei frustreert dure en duur­
zame hervormingen. Wat 2009 en de jaren daarna gaan
brengen leidt niet tot optimisme.

D
Arjen van
Witteloostuijn
Onderzoekhoogleraar aan
de Universiteit Antwer‑
pen en hoogleraar aan de
U
­ niversiteit Utrecht.

774

ESB

e wereld is in de war. De veelgeprezen
gemondialiseerde financiële wereld is in
enkele maanden tijd als een kaartenhuis in
elkaar gestort. Dat is voor bijna ­edereen
i
slecht nieuws, maar niet voor de economenanalisten
die glimmend en modulerend van de aandacht bij
NOVA, Pauw en Witteman of Het Radio 1 Journaal
uitleggen wat hier aan de hand is, waarom zij dat
allang hadden zien aankomen en wat eraan gedaan
moet worden. Veel woorden worden gewijd aan
strenger toezicht, afgezwakte bonussystemen,
k
­ redietgaranties, banknationalisaties, kapitaalinjec­
ties, verdwenen vertrouwen, ondoorgrondelijke deri­
vaten, dubieuze hypotheken, noodzakelijke stimu­
leringen en wat dies meer zij (Van Witteloostuijn,
2008a). Het publiek wordt in hoog tempo bijge­
schoold in economenjargon en -logica. Daar kan
geen enkele hervorming van het economie-onderwijs

93(4550) 19 december 2008

op middelbare scholen tegenop. De waan van de
dag zorgt altijd voor veel opwinding. Zo’n waan duurt
meestal maar een dag of twee, maar deze keer gaat
het veel langer duren. Deze crisis is fundamenteler
en langduriger dan gewoonlijk. De economenanalis­
ten kunnen daarom naar alle waarschijnlijkheid uit­
kijken naar een prachtig 2009, met veel parmantige
duidingen en meningen op radio en televisie. Wie
weet, stoten enkele telegenieke economenanalisten
door tot het selecte gezelschap van BN’ers. In dat
geval belt straks ook Boulevard op met verzoeken om
reacties. Het wachten is op de Maarten van Rossem
van de economische wetenschappen.
De huidige crisis gaat met nog meer goed nieuws
gepaard. Het fundamentele karakter ervan dwingt
tot bezinning. Dat komt goed uit omdat de finan­
ciële crisis verreweg de minst belangrijke is van de
reeks crises die op korte termijn om een adequaat
antwoord vragen. De financiële meltdown is daarmee
mogelijk een verborgen zegen. Die reeks belang­
rijke crises heeft namen gekregen als de energie-,
klimaat- en voedselcrisis. De bron ervan is telkens
dezelfde: de kortzichtige roofbouw op wereldschaal
ondermijnt langzamerhand de stabiliteit van het
wankele ecosysteem dat Aarde heet. Zoals de

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

financiële crisis het keynesianisme
duidelijk dat organisatieverandering en onbeheersbaarheid
Op een wereld die
tot leven heeft gewekt, hebben
een tandem vormen dat organisatiefalen inleidt (Williamson,
Al Gore en zijn schare geestver­
1967; Van der Mandele en Van Witteloostuijn 2007, 2008a en
als complex wordt
wanten de roemruchte Club van
2008b). De schaduwzijden van grootscheepse organisatiever­
gepercipieerd, wordt
Rome wakker gekust. Aan onheils­
anderingen domineren vrijwel altijd de veelal imaginaire baten.
tijdingen bestaat inmiddels geen
In het grotere bedrijfsleven is de kwakzalver koning, en niet de
gereageerd met een
gebrek, maar aan daadkrachtig
klant. De kloof tussen het bedrijfsleven en burger, als klant en
vergroting van de
beleid des te meer. In Poznan laat
´
werknemer, wordt dieper en dieper. De remedie is echter juist
de wereld weer ruziënd een kans
niet het opvoeren van de complexiteit, maar het vergroten van
complexiteit
aan zich voorbijgaan. Zonder een
de eenvoud. Verander vooral vaak niet, en introduceer eenvou­
radicale ombouw van de bestaande
dige structuren die doorzichtig zijn.
economische orde neemt de bio­
De overheid lijdt aan dezelfde ziekte. Overheidsorganisaties
diversiteit af, vervuilt het milieu, worden natuurlijke
zelf zijn verslaafd aan New Public Management, het invoeren van allerlei
hulpbronnen uitgeput, wordt schoon drinkwater een
bedrijfspraktijken die ook in dat veelgeroemde bedrijfsleven vooral voor veel
schaars goed, loopt de wereldtemperatuur op, stijgt
ellende zorgen. De professionaliteit van de ambtsdrager wordt opgeofferd op
de zeewaterspiegel. Met enige regelmaat worden
het altaar van het moderne management. Intrinsieke motivatie wordt vervangen
in reactie hierop krachteloze akkoorden gesloten,
door externe aansturing. In navolging van het bedrijfsleven volgt ook binnen
worden slappe CO2-emissiemarkten gelanceerd of
overheidsorganisaties het ene verbeterprogramma op de andere reorganisatie en
werpen nationale overheden marginale maatrege­
hetzelfde holle jargon wordt gehanteerd, met dezelfde desastreuze gevolgen. De
len in de strijd. De pavloviaanse verwijzing naar de
politiek doet hieraan driftig mee. Op elk incident wordt gereageerd met nieuw
naderende zegeningen van technologische door­
beleid. In een geïndividualiseerde samenleving heet maatwerk noodzakelijk te
braken doet zolangzamerhand zielig aan. Wat deze
zijn. De consequentie is dat de ene maatregel op de andere hervorming wordt
crises en de aanpak ervan gemeen hebben met de
gestapeld. Voor elke nieuwe uitzondering wordt een kersverse generieke regeling
credit crunch, is de centrale rol die wordt gespeeld
in het leven geroepen. Ondanks alle retoriek over de reductie van de regeldruk,
door complexiteit en grootschaligheid, beide ver­
neemt de regeldichtheid voortdurend toe. Deels gebeurt dat direct onder de vleu­
knoopt met drijfveren van eigenbelang en oneven­
gels van de overheid, maar grotendeels wordt de regeldrukte doorgeschoven naar
wichtigheden door kortzichtigheid (Koedijk en Van
een labyrint van uitvoerders en toezichthouders. Op een wereld die als complex
Witteloostuijn, 1997; Van Witteloostuijn, 1999a,
wordt gepercipieerd, wordt gereageerd met een vergroting van de complexiteit.
2007a en 2007b).
Deze vergrote complexiteit werkt als een stok tussen de spaken in het wiel van
de samenleving. Stroperigheid en traagheid zijn het resultaat. De kloof tussen
Van de ene verandering naar
burger en politiek/overheid wordt alleen maar dieper. Ook hier geldt: voer vaak
de andere reorganisatie
juist geen beleid, en zorg voor eenvoudige regelgeving die doorzichtig is.
De verzuchting dat de wereld complex is geworden,
Van complexiteit naar eenvoud
is een cliché. Dat geldt ook voor de reactie daarop
In het licht van de moderne crisisuitdagingen vergt deze noodzaak van doorzich­
door bedrijven en overheden: het verder vergroten
tige eenvoud een radicale ombouw van de status quo. Veel beleid kan worden
van de complexiteit. In het bedrijfsleven heet dat
geschrapt. Dan ontstaat ruimte voor werkelijk vernieuwende dynamiek. Dat kan
strategie en bij de overheid beleid. Ondernemingen
alleen als ook veel beleidsmakers ander werk gaan doen. Dat komt goed uit:
reageren op de vermeende toename van complexiteit
in bijvoorbeeld onderwijs en zorg is immers veel behoefte aan ­ oogwaardige
h
door met grote regelmaat de strategie te ­ eranderen.
v
Het tempo van veranderen ligt hoog: nieuwe markten arbeidskrachten. Het aantal ministeries kan worden teruggebracht tot een
beperkt kernaantal (REA, 2005a; Van Witteloostuijn en De Jong, 2008). Het
moeten worden gepenetreerd, de ­ rganisatie moet
o
centrale ambtenarenapparaat kan met tientallen procenten worden ingekrompen.
worden gekanteld, de processen moeten worden
Dat geldt ook voor de gespiegelde beleidsafdelingen bij decentrale en semiherontworpen, niet-kernactiviteiten moeten worden
uitbesteed, ondersteunende diensten moeten worden overheden. Een afgeslankt regelstelsel kan worden toegespitst op de essentie:
het waarborgen van een duurzame samenleving. Een vijftal voorbeelden van een
gecentraliseerd, concurrenten moeten worden
dergelijke vereenvoudigende ombouwoperatie moet hier volstaan. Ten eerste, de
overgenomen, een nieuwe visie moet worden ver­
belastingdruk wordt zo veel mogelijk verschoven in de richting van energiever­
taald in een dito missie. Het verandertempo wordt
bruikende en milieuvervuilende activiteiten, zodanig dat deze negatieve externa­
opgevoerd zodat de complexiteit voortdurend verder
liteiten volledig in de (schaduw)prijzen worden verwerkt (Van
oploopt. Het gevolg is dat onbe­
Witteloostuijn et al., 2007). Ten tweede, het belastingstelsel
heersbaarheid gaat domineren.
wordt vereenvoudigd door alle aftrekposten en subsidiemaatre­
De bedrijfstop weet niet meer wie
Een afgeslankt
gelen te schrappen. Een belastingvrije voet in combinatie met
wat waar en wanneer doet. Het
een vlaktaks met twee schijven volstaat, in combinatie met een
personeel wordt doodmoe van de
regelstelsel kan
Tobin- en winstbelasting (REA, 2005b). Ten derde, de sociale
zoveelste reorganisatie of van weer
worden toegespitst
zekerheid wordt beperkt tot een leeftijdafhankelijk basis­
een adviesbureau dat de opvolger
inkomen voor iedereen. Inkomenstoetsen komen te vervallen
van het vorige, want mislukte,
op de essentie:
zodat fijnmazige controle overbodig wordt (Van Witteloostuijn,
panacee komt invoeren (Ostrom,
het waarborgen
2004). Ten vierde, investeringen in het openbaar vervoer
2007). Voor reflectie is geen tijd,
worden opgevoerd, zodat vervoer van a naar b eindelijk soepel
maar voor quasi-doelgerichte actie
van een duurzame
(en liefst gratis) kan verlopen. De asfaltering en verrommeling
des te meer. Moderne organisatiesamenleving
van het landschap worden stopgezet. Ten vijfde, overheids­
economische analyses maken
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders

te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

93(4550) 19 december 2008

775

uitgaven worden gericht op investeringen in en uitvoering
nemingen is overigens sowieso
Generieke maatregelen
van een beperkt aantal kerntaken, met de nadruk op
geen sinecure, daarmee moet
infrastructuur, justitie, onderwijs, veiligheid en zorg. Wat
die negatieve externaliteiten spaarzaam worden omgespron­
decentraal kan, moet decentraal geschieden.
gen. Asymmetrische informatie
beprijzen en marktwerking
Een ander voordeel van regelmatiging is dat de kans op
is onvermijdelijk. Uniforme wet­
ongewenste neveneffecten afneemt. Ook dat geldt voor
bevorderen zijn verstandiger geving legt een keurslijf op aan
bedrijven en overheden. Verandertrajecten in het bedrijfs­
bedrijven die op concurrerende
en effectiever in
leven gaan vrijwel altijd gepaard met zogenaamde onver­
markten moeten opereren. Een
wachte verandercascades die het oorspronkelijke effect
combinatie met messcherp dergelijke aanpak staat haaks
meer dan teniet doen (Barnett en Carroll, 1995; Pólos en
op de contingentietheorie in de
mededingingsbeleid dat
Van Witteloostuijn, 2004). De motivatie van het personeel
organisatiewetenschappen. In
loopt terug, productieve medewerkers kiezen het hazenpad,
deze theorie staat centraal dat
dominantie voorkomt of
onderlinge samenwerking wordt gefrustreerd. Het resultaat
wetten van Meden en Perzen
afbreekt
is dat na verloop van tijd de prestaties inzakken in plaats
niet bestaan: wat werkt voor
van oplopen. Voor overheidsbeleid gelden dezelfde wetma­
de ene onderneming, kan
tigheden: vaker wel dan niet gebeurt niet wat was beoogd,
desastreuze gevolgen hebben
maar juist wel wat niet de bedoeling was. Leren van falen blijkt bijna altijd lastig
voor het andere bedrijf (Sorge en Van Witteloostuijn,
(REA, 2007). Daarvoor is ook geen tijd: uitvoeren is saai en kritische evaluatie
2004). Generieke maatregelen die negatieve exter­
is pijnlijk. Rustig en kleinschalig experimenteren gaat te langzaam en spreekt te
naliteiten beprijzen en marktwerking bevorderen zijn
weinig tot de verbeelding. Te snel leidt de dreiging van het stellen van de schuld­
verstandiger en effectiever in combinatie met mes­
vraag tot de hantering van de doofpot. Een politicus die een fout toegeeft, graaft
scherp mededingingsbeleid dat dominantie voorkomt
zijn eigen graf.
of afbreekt.
De combinatie van eenvoud en kleinschaligheid
Van groot naar klein
leidt tot kleinere maar effectievere bedrijven en dito
Een drastische reductie van de regeldichtheid gaat gepaard met een kleinere
overheden. De menselijke maat komt terug en de
overheid. Ook in het bedrijfsleven zou vooral klein mooi moeten zijn. Omvang is
ontstopping van de samenleving wordt verholpen.
daar belangrijk omdat groot zijn machtig maakt. Grote ondernemingen kunnen
Met veel kleinere bedrijven in een gedereguleerde
overheidsbeleid in eigen voordeel beïnvloeden. Het argument van schaalnadelen
samenleving kan het schumpete­iaanse proces
r
wordt gebruikt om verdere schaalvergroting te rechtvaardigen. Schaalvergroting
van creatieve destructie zijn ­ eilzame werk doen.
h
staat concurrentie in de weg. Grote ondernemingen zijn te groot om te falen.
Markten moeten betwistbaar zijn. Beperkte en
Dergelijke molochs drukken kleinschalige initiatieven dood en macht loopt soepel doelgerichte regelgeving moet voor een adequate
over in machtsmisbruik. Negatieve externaliteiten worden afgewenteld op de
bedding zorgen. Met dominante grootbedrijven is het
samenleving; eigenbelang en kortzichtigheid regeren. De zichtbare en schaamte­
uiterst onwaarschijnlijk dat het proces van creatieve
loze zelfverrijking vormt slechts het topje van de ijsberg. Topbeloningen zijn niet
destructie onbelemmerd kan evolueren. Macht remt
gecorreleerd met topprestaties, maar met topomvang. In het grootbedrijf over­
vooruitgang, zeker ook op het terrein van duurzaam­
heersen de nadelen van schaal. Groot maakt log en kafkaëske bureaucratieën
heid. Ondernemingen die te groot zijn om te falen,
zijn het gevolg. De moderne molochonderneming is een zelf-geconstrueerde
blokkeren marktselectie en frustreren effectief over­
werkelijkheid van commandostructuren, procedures en routines. Daarbinnen
heidsbeleid. Een grote overheid wordt een beleids­
vervreemdt het personeel van de onderneming en van zichzelf. Omdat grote
producerende moloch met een eigen dynamiek. In
ondernemingen onmisbaar lijken te zijn geworden, ontstaan permanent falende
een samenleving met betwistbare markten die zijn
organisaties (Van Witteloostuijn, 1998a). Indien negatieve externaliteiten worden
ingebed in eenvoudige maar duurzame regelgeving
meegewogen, zijn grote ondernemingen veelal tot ver voorbij de minimale
onder de hoede van een kleine maar krachtige
e
­ fficiënte schaal doorgegroeid. Tekenend is de bevinding dat ongeveer zeventig
overheid, is de kans maximaal dat oplossingen voor
procent van de acquisities en fusies uiteindelijk als een mislukking moet worden
crises worden gevonden omdat veel verschillende
bestempeld (Van Witteloostuijn, 1998b). Het mededingingsbeleid behoeft
marktpartijen decentrale informatie combineren tot
daarom krachtige aanscherping. Er is behoefte aan dynamische en levendige
nieuwigheden. In dat geval wordt de creativiteit-rem­
markten waarop geen enkele onderneming lang kan domineren. Juist dan ont­
mende werking van de kloon­ rocessen die topma­
p
staat diversiteit en vernieuwing (REA, 2005c).
nagementteams karakteriseren, gecompenseerd door
De constatering dat bedrijven van nature kortzichtig op het eigenbelang gericht
de veel grotere diversiteit in het landschap met veel
zijn, is een open deur (Van Witteloostuijn, 1999b). Een moreel
en kleinere ondernemers (Boone
beroep op gedrag dat hier tegenin druist, is een zwaktebod
et al., 2004 en 2006).
Ondernemingen
waarvan niet moet worden verwacht dat het effectief is. Wat
Van analyse naar de
dus wel kan werken, is regelgeving die een langetermijn­
die te groot zijn om
werkelijkheid
oriëntatie beloont of kortzichtig gedrag afstraft. Maar dat moet
te falen, blokkeren
Een papieren werkelijkheid is
weer niet te ingewikkeld worden gemaakt. Neem het voor­
kneedbaar: in deze analyse is het
beeld van prestatiebonussen in het bedrijfsleven. Zodra ‘nee,
marktselectie
alsof Hayek met Schumpeter in
mits’- of ‘ja, tenzij’-regelgeving wordt geïntroduceerd, wordt
en frustreren
het huwelijk treedt, met Keynes en
handhaving moeilijk en uiteindelijk onmogelijk. Werkzamer
Marx als getuigen. De werkelijke
is om prestatiebonussen simpelweg te verbieden (Van Ees
effectief
werkelijkheid is heel wat weer­
en Van Witteloostuijn, 2005; Jansen et al., 2007 en 2009).
overheidsbeleid
barstiger. Daarover maak ik mij
Bemoeienis met het interne reilen en zeilen van onder­

776

ESB

93(4550) 19 december 2008

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

grote zorgen, en ik ben de enige niet. De mallemolen
van de wereldeconomie leidt zonder een radicale
ombouw van de bestaande orde tot zelfvernietiging.
Uiteraard is deze analyse naïef, en ­ iteraard zijn
u
de gesuggereerde oplossingen simplistisch. Ook de
kwestie van de tergende kloof tussen rijk en arm,
ook binnen de westerse wereld, is bijvoorbeeld
urgent, evenals de versnellende demografische
ontwikkelingen in de vorm van locale vergrijzing in
combinatie met een mondiale bevolkings­ xplosie.
e
De voorgestelde hervormingen en vereenvoudigingen
zullen niet worden ­ itgevoerd, dat is wel zeker. Een
u
utopie bestaat alleen op papier. De wereld dendert
gewoon door, met overal grote aantallen halfbakken
maatregeltjes en gemankeerde hervorminkjes. Daar
wordt het allemaal nog complexer van zonder dat de
grote uitdagingen worden aangepakt. De wereld is te
groot met te veel tegengestelde belangen om mondi­
ale coördinatie van de grond te krijgen. De kortzich­
tige oriëntatie op economische groei frustreert dure
en duurzame hervormingen. Ik moet daarom eerlijk
zijn: ik ben niet optimistisch over wat 2009 en de
jaren daarna gaan brengen. Maar dat is goed nieuws
voor de economen­ nalisten: werk aan de winkel!
a

topmanager veel beter. BN / De Stem, 3 mei.
Jansen, T., A. van Lier en A. van Witteloostuijn (2007) A note
on strategic delegation: the market share case. International
journal of industrial organization, 25, 531–539.
Jansen, T., A. van Lier en A. van Witteloostuijn (2009) On
the impact of managerial bonus systems on firm profit and
market competition: the cases of pure profit, sales, market
share and relative profits compared. Managerial and decision
economics, 30 (te verschijnen).
Koedijk, C. en A. van Witteloostuijn (1997) Effectenbeurs is de
pendant van de bingo‑avond. NRC Handelsblad, 1 november.
Mandele, H. van der en A. van Witteloostuijn (2007) Overname
ABN door Barclays gaat uitlopen op een drama. Trouw, 23 mei.
Mandele, H. van der en A. van Witteloostuijn (2008a) Knip
stuurloos Fortis op in drieën. Het Financieele Dagblad, 14
augustus.
Mandele, H. van der en A. van Witteloostuijn (2008b)
Telefoontje spelen bij Fortis. De Morgen, 20 augustus.
Ostrom, E. (2007) A diagnostic approach for going beyond
panaceas. Proceedings of the national academy of sciences, 104 (39),
15181–15187.
Pólos, L. en A. van Witteloostuijn (2004) Who should dare to
change?: the theory of organizational inertia. Netherlands
journal of social sciences, 40 (3), 247–269.
Raad van Economische Adviseurs (2005a) Bureaucratisering en
overregulering: de wetten en regels die droom en daad verstoren,
Kamerstuk 30 123. Den Haag: Tweede Kamer.
Raad van Economische Adviseurs (2005b) Nota over de toekomst
van ’s Rijks Financiën 2005: de noodzaak van grondslagverbreding
in het Nederlandse belastingstelsel, Kamerstuk 30 300. Den Haag:
Tweede Kamer.
Raad van Economische Adviseurs (2005c) Innovatie en
economische groei: de onbetwistbare noodzaak van meer onderzoek,
onderwijs en ondernemerschap, Kamerstuk 30 385. Den Haag:
Tweede Kamer.
Raad van Economische Adviseurs (2007) Lof der eenvoud:
verhoging van de effectiviteit van overheidsbeleid, Kamerstuk 30
942. Den Haag: Tweede Kamer.
Sorge, A.M. en A. van Witteloostuijn (2004) The (non)sense of
organizational change: an essai about universal management
hypes, sick consultancy metaphors and healthy organization
theories. Organization studies, 25 (7), 1205–1231.
Williamson, O.E. (1967) Hierarchical control and optimum
firm size. Journal of political economy, 75 (2), 123–138.
Witteloostuijn, A. van (1998a) Bridging behavioral and
economic theories of decline: organizational inertia, strategic
competition, and chronic failure. Management science, 44 (4),
501–519.
Witteloostuijn, A. van (1998b) Ondernemen is overnemen. NRC
Handelsblad, 29 mei.
Witteloostuijn, A. van (1999a) De anorexiastrategie: over de gevolgen van saneren. Amsterdam / Antwerpen: De Arbeiderspers.
Witteloostuijn, A. van (1999b) De kortzichtige jacht op
rendement. ESB, 84(4223), 703.
Witteloostuijn, A. van (2004) Een leefpremie voor iedereen
lost alles op. NRC Handelsblad, 8 december.
Witteloostuijn, A. van (2007a) De naam van het virus is

Literatuur
Barnett, W. en G.R. Carroll (1995) Modelling internal organiza‑
tional change. Annual review of sociology, 21, 217–236.
Boone, C., W. van Olffen, A. van Witteloostuijn en B. De
Brabander (2004) The genesis of top management team
diversity: selective turnover within management teams in the
Dutch newspaper publishing market in 1970–1994. Academy of
management journal, 47(5), 633–656.
Boone, C., F.C. Wezel en A. van Witteloostuijn (2006) Top
management team composition and organizational ecology:
a nested hierarchical selection theory of team reproduction
and organizational diversity. In: Baum, J., S. Dobrev en A. van
Witteloostuijn (red.) Advances in strategic management: strategy
and ecology, 23, 103–136.
Ees, H. van en A. van Witteloostuijn (2005) Vast salaris

aandeelhouderswaarde. NRC Handelsblad, 7 en 8 april.
Witteloostuijn, A. van (2007b) Het aandeelhoudersdrama:
piramidespel van buitenlandse investeerders is niet loyaal.
Socialisme & democratie, 64(6), 12–19.
Witteloostuijn, A. van (2008a) Bretton Woods II: een nieuwe
economische ordening. Vrij Nederland, 1 november 2008,
36–39.
Witteloostuijn, A. van (2008b) De kredietcrisis: een pleidooi
voor gereguleerde marktwerking. Idee, 29(3), 2730.
Witteloostuijn, A. van en G. de Jong (2008) Changing national
rules: theory and evidence for the Netherlands (1960–2004).
Public administration, 86 (2), 499–522.
Witteloostuijn, A. van, S. Lindenberg, T. Schoot Uiterkamp en
L. Steg (2007) Het wordt tijd voor echt milieubeleid: stop met
uitroepen van onhaalbare doelstellingen, neem effectieve
maatregelen. NRC Handelsblad, 13 maart.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders

te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

ESB

93(4550) 19 december 2008

777

Auteur