Ga direct naar de content

Een duur kampioenschap?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 19 2000

Een duur kampioenschap?
Aute ur(s ):
Koning, R. (auteur)
Faculteit der Economische Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen.
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4252, pagina 327, 21 april 2000 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):

Over twee maanden is het dan eindelijk zover: het Europees kampioenschap voetbal zal beginnen in België en eindigen met de finale in
de Kuip op zondag 2 juli. Uiteraard hopen de meeste Nederlanders dat Oranje in de finale zal staan en dat na negentig minuten de
Oranje-aanvoerder de beker in ontvangst zal nemen. Toch moet er, voordat Nederland in juni aan haar eerste wedstrijd begint, nog wel
het één en ander worden afgehandeld. Een rituele bijeenkomst die voorafgaand aan elk groot toernooi wordt gehouden, is die tussen de
spelersraad en de knvb. Een onderwerp dat zeker op de agenda zal staan, is de premie. Hoeveel krijgen de spelers als ze kampioen
worden en hoeveel als ze de finale verliezen? Professionele voetballers spelen tegenwoordig niet meer voor de eer en het vaderland,
laat staan voor een sigarenwinkel na afloop van hun carrière. Aangezien dit soort voetballers per week meer verdienen dan de meeste
esb-lezers in een jaar, kunt u zich voorstellen dat het hier om serieuze geldbedragen gaat. Als we er vanuit gaan dat de spelers bereid
zijn om voor de alles-of-niets premie van Æ’ 1,5 miljoen te spelen die elke speler krijgt als Nederland Europees kampioen wordt, loopt
de KNVB al gauw een financieel risico van circa ƒ 30 miljoen. De Europese titel kan voor de KNVB een financiële ramp betekenen.
De KNVB kan een dergelijk groot risico proberen te verzekeren. Het zou niet de eerste keer zijn dat de uitkomst van een sportevenement
wordt verzekerd. In 1998 heeft voorzitter Sanz van Real Madrid een polis gekocht om het risico van winst in de Champions League-finale
af te dekken. Verder heeft het succes van de Nederlandse sporters tijdens de Olympische Spelen in Atlanta Nationale Nederlanden nogal
wat geld gekost: de door het NOC*NSF afgesloten medaillepolis was voor de verzekeraar verliesgevend 1. De hamvraag is nu inderdaad
welke premie de verzekeraar zal vragen aan de verzekeringnemer. De premie moet minimaal gelijk zijn aan de verwachte uitkering, anders
zal de verzekeraar de polis niet aanbieden. We gaan ervan uit dat de verzekeraar alleen het risico van de KNVB verzekert.
We moeten dus de winstkans van Oranje te weten zien te komen. Gelukkig heeft de Werkgoep Voetbal en Statistiek een statistisch model
ontwikkeld dat dergelijke informatie geeft 2. In het model worden de relatieve krachtsverhoudingen in het internationale voetbal gemeten
aan de hand van scoringsintensiteiten: het verwachte aantal doelpunten van het ene team tegen het andere team. Als deze twee teams in
het recente verleden nu vaak tegen elkaar zouden hebben gespeeld, zou het schatten van deze scoringsintensiteiten een eenvoudige
zaak zijn.
Helaas worden er maar weinig interlands gespeeld, dus we volgen een andere aanpak. Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de
wedstrijd Turkije-Italië, want deze twee landen hebben de afgelopen vier jaren niet tegen elkaar gespeeld. Om nu toch een idee te krijgen
van de scoringsintensiteiten, kijken we naar andere wedstrijden van deze twee landen. De kwalificatiewedstrijd tussen Turkije en Finland
eindigde in 1-3. We weten dat de Italiaanse aanvallers gemiddeld genomen 1,09 keer zo productief zijn als hun Finse collegae, dus op
basis van de uitslag van de wedstrijd Turkije-Finland verwachten we dat Italië 3,3 doelpunten zal maken. Door een dergelijke redenering
te volgen voor alle relevante interlands in de recente geschiedenis van het interlandvoetbal, komen we tot de volgende verwachte
uitslag: Turkije-Italië 0,48-1,35 3. Als we nu aannemen dat het aantal gescoorde goals een Poisson-verdeling volgt met deze
scoringsintensiteiten, dan wint Italië deze wedstrijd met 59 procent kans, wint Turkije met 13 procent kans, en wordt het een gelijkspel
met een kans van 28 procent.
De geschatte scoringsintensiteiten kunnen ook gebruikt worden in een computermodel waarin het verloop van het Europees
kampioenschap wordt gesimuleerd. Door de simulaties maar vaak genoeg te herhalen, krijgen we op een gegeven moment een goed idee
welk land de grootste kans heeft om met de beker naar huis te gaan. Op dit moment zijn de favorieten Engeland en Spanje, beiden
veertien procent kans, gevolgd door Frankrijk, Noorwegen en Nederland met elk iets meer dan negen procent kans.
De spelers kunnen nu kiezen: een zekere betaling van honderdvijftigduizend gulden voor hun deelname aan het toernooi of een
winstpremie van 1,5 miljoen gulden die alleen wordt uitgekeerd als de Europese titel wordt gewonnen. Met bovenstaande kansen in de
hand is er allicht een verzekeraar die dit risico van de knvb wil overnemen. De bereidheid van de spelersraad om een dergelijke
constructie aan te gaan, vertelt het publiek veel over hoe de spelers de kansen zelf zien. Wie weet zet een dergelijke alles-of-niets prikkel
de Oranje voetballers aan tot grootse daden..

1 Zie De Volkskrant, 2 mei 1998.
2 Zie http://www.rhkoning.com/vens.

3 Het gegevensbestand van de Werkgroep Voetbal en Statistiek bestaat uit ruim tweeduizend wedstrijden.

Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl)

Auteur