Ga direct naar de content

Een bescheiden succes

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 11 1985

Een bescheiden succes
De Miljoenennota 1986 is de laatste van het zittende kabinet. In
een begeleidende publikatie raaakt de minister van Financien de
balans op: toen het kabinet aantrad was de economische groei negatief, sinds 1983 is er weer positieve groei, die bovendien gestaag
toeneemt;in 1982 was de inflalie 6%, nu nog maar l % a l’/2%;de
dramatische daling van de bedrijfsinvesteringen in het begin van
de jaren tachtig is gestopt, het volume van de investeringen groeit
de laatste jaren weer met 5 a 7%; het financieringstekort is gedaald
van 10% van het nationaal inkomen in 1982 tot 7,8% in 1986; de
arbeidsinkomensquote is teruggelopen van 90 naar 82; aan de daling van de werkgelegenheid sinds 1980 is een einde gekomen; de
rente is van meer dan 10% in 1982 tot 7% nu gedaald; na jaren van
teruggang neemt de koopkracht in 1985 en 1986 weer toe; de
collectieve-uitgavenquote en de collectieve-lastendruk zijn in drie
jaar tijd met 3’/2 a 4%-punt teruggebracht; de concurrentiepositie
van het bedrijfsleven is sterk verbeterd. De minister van Financien
concludeert hieruit dat het beleid succes heeft. Terwijl hij vergeefs
probeert de triomfantelijke ondertoon in zijn stem te onderdrukken wijst hij op een bijeenkomst met de pers al degenen die de effectiviteit van het beleid in twijfel hebben getrokken terecht:
,,Vraaguitval? Kijk eens hoe gunstig de particuliere bestedingen
zich ontwikkelen! Duale economic? Kijk eens hoe mooi het herstel
zich over de gehele economic verspreidt! Bezuinigingen die tot een
hoger in plaats van een lager financieringstekort leiden? Het tegendeel is bewezen!”. Het beleid tot sanering van de publieke financien heeft volgens minister Ruding tot een keerpunt ten goede geleid. Het was goed en het is goed en het moet in de jaren na 1986 op
dezelfde voet worden voortgezet om omstreeks 1990 het einddoel
van een evenwichtige, krachtige economic en gezonde overheidsfinancien te bereiken.
Het kan niet ontkend worden dat de toestand van de Nederlandse economic op dit moment heel wat beter is dan toen het kabinelLubbers een kleine drie jaar geleden aantrad. En ik deel ook de
mening van de minister van Financien dat het beleid gericht op sanering van de publieke financien en herstel van de marktsector
daar een belangrijke bijdrage toe heeft geleverd. Maar het zou onjuist zijn als het kabinet zich nu op de borst gaat kloppen voor de
geweldige prestaties die zijn geleverd. Ongetwijfeld zullen CDA en
VVD bij de komende verkiezingen proberen de verbeteringen in de
economic op het conto van het kabinetsbeleid te schrijven, maar
we moeten de zaken wel in hun juiste verhoudingen blijven zien.
Om te voorkomen dat het kabinet of de regeringspartijen te veel
naast hun schoenen gaan lopen volgen hier enkele relativerende
kanttekeningen bij de Miljoenennota 1986.
Het is al zo vaak gezegd maar kan niet genoeg worden herhaald,
dat de toestand van de Nederlandse economic voor het grootste
deel niet hier, maar door de ontwikkelingen in het buitenland
wordt bepaald. Dit wordt nog eens geillustreerd door een label in
de Macro Economische Verkenning 1986. In die label worden de
effecten van een legenvallende onlwikkeling van de wereldhandel
gepresenleerd. Als de groei van de wereldhandel mel 2% bij de
verwachlingen achlerblijfl, vail de produkliegroei van bedrijven
mel 1,3% legen, neeml de werkloosheid mel 25.000 toe en stijgl
hel financieringslekort mel 1%. Wanneer iels dergelijks zich in
1986 zou voordoen, zou er van de verwachte gunstige economische
onlwikkeling in ons land nagenoeg niels overblijven. Helzelfde
geldt voor andere jaren. Als de inlernalionale conjuncluur na 1983
geen opleving le zien had gegeven, dan was er van hel,,Nederlandse beleid” niels lerechlgekomen. Dan was hel financieringslekorl
nu nog even hoog geweesl als in 1982 en had de werkloosheid nu in
de buurl van hel miljoen gezeten. Gelukkig is hel allemaal wal beler gelopen, maar dal is niel de verdiensle van hel kabinel.
Onlwikkell de Nederlandse economie zich momenleel dan niel
beler dan die van de omringende landen? Dal is maar zeer len dele
hel geval, zoals blijkl uil een andere label in de Macro Economische Verkenning 1986. De groeicijfers van hel brulo nationaal produkl, de invesleringen en de export wijken in 1985 en 1986 nauwelijks af van de overeenkomslige cijfers voor landen als Belgie,
Frankrijk, Wesl-Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Italie. Hel
enige punl waarop Nederland zich, samen mel Wesl-Duilsland,
duidelijk van de resl onderscheidl, is de bijzonder lage inflalie. Deze hangt samen met de buitengewoon slerke loonmaliging die hier
le lande is gerealiseerd. Sinds 1980 zijn de loonkoslen per eenheid
produkl in Nederland niet gestegen, lerwijl ze in hel builenland
mel 30 a 40% zijn loegenomen. Dil heefl de concurrentieposilie
van Nederland op de wereldmarkt verslerkl. Deze loonmaliging is

ESB 18-9-1985

echler niel zozeer door het kabinet als door de sociale partners gerealiseerd. En het is vooral de bijzonder hoge werkloosheid in ons
land die een drukkende werking op het loonniveau heefl gehad.
Maar is er dan niel builengewoon veel omgebogen in de afgelopen jaren? Inderdaad, inclusief de f. 8,2 mrd. ombuigingen die
voor 1986 zijn ingeboekl, is er in de huidige kabinelsperiode voor
ruim f. 35 mrd. omgebogen. Voor hel goede begrip is hel echler
nullig er nog eens op te wijzen dat ombuigingen geen bezuinigingen zijn. De ombuigingen worden berekend ten opzichle van de
meerjarenramingen van hel verloop van de colleclieve uilgaven bij
ongewijzigd beleid. Kijken we naar de onlwikkeling van hel feilelijke uilgavenniveau, dan zien we in de periode 1983-1986 zelfs nog
een ree’le slijging mel gemiddeld 0,6% per jaar. Bezuinigd in de zin
van minder uilgegeven is er dus niels. Alleen het lempo van de uilgavenslijging is afgezwakl (,,minder meer”). Wel ligl hel tempo
van de uilgavenslijging nu onder dal van de economische groei,
zodal hel aandeel van de collectieve uitgaven in hel nalionale inkomen daall.
Is hel financieringslekorl dan niel flink verminderd? Hel financieringslekorl zal volgens de Miljoenennota 1986 volgend jaar op
7,8% van hel nalionale inkomen uilkomen. Dal is niel ver boven
de doelslelling van hel regeerakkoord (7,4%). De lekorlvermindering is echler voor een belangrijk deel bij de lagere overheid gerealiseerd, lerwijl het de bedoeling was dat zij geheel bij het rijk tot
stand zou worden gebracht. Bij de lagere overheden, mel name de
gemeenlen, zijn de duimschroeven aangedraaid. Er is daar een
scherpe daling van de invesleringen opgelreden. Volgens de Raad
voor de Gemeenlefmancien ligl hel niveau van de gemeenlelijke
invesleringen lhans op een onveranlwoord laag niveau. Als deze
achlerstand in de toekomsl moel worden ingehaald zal hel financieringstekorl weer oplopen. Hel huidige cijfer is dus geflalleerd.
De geplande ombuigingen op de rijksbegroling zijn daarenlegen in
onvoldoende mate gerealiseerd. Hel financieringslekorl had belangrijk lager kunnen zijn als ook hel rijk zich aan de taakstelling
ten aanzien van de lekortreduclie had gehouden. Opvallend is verder dal hel financieringslekorl in 1986 nog maar mel 0,2%-punl
daalt len opzichle van dit jaar. Ook dit duidt er op dal er bij hel
rijk per saldo niel veel wordl omgebogen. De bezuinigingen worden voor een belangrijk deel in de sociale-verzekeringssfeer gerealiseerd. Daardoor dalen de sociale premies (en slijgt de koopkrachl
van de burgers) maar neeml hel financieringslekorl niel af. De gemeenlen en de uilkeringsgerechligden hebben in de afgelopen jaren flink moelen bloeden, maar hel kabinel heefl veel minder diep
in hel eigen, deparlementale vlees gesneden.
Is de sanering van de publieke financien dan niet een flink eind
op streek? Er is reeds het nodige gedaan, maar er moel ook nog
heel veel gebeuren. Vooral de renle- en aflossingsverplichlingen in
de komende jaren noodzaken lol aanzienlijke verdere ombuigingen. Zou hel financieringslekort vanaf 1986 niel verder dalen, dan
zullen de rentelaslen, die nu al rond de f. 20 mrd. per jaar bedragen, de komende lien jaar bijna verdubbelen. Daarnaasl lopen de
aardgasopbrengslen in 1987 op kasbasis mel meer dan f. 6 mrd. lerug (in 1986 is de daling nog beperkl, o.m. dank zij de (eenmalige)
versnelde inning van gasbalen bij DSM ad f. 1,5 mrd.). In de Miljoenennota 1986 wordl becijferd dal er bij 2% economische groei,
2% inflalie, gelijkblijvende werkloosheid en uilgaande van een
jaarlijkse vermindering van het financieringstekort met 1%, in de
gehele periode 1987-1990 jaarlijks nog f.4 mrd. moel worden omgebogen. De renlelaslen zouden zich dan als percenlage van hel
nalionale inkomen in 1990 op helzelfde niveau bevinden als thans.
Deze ombuigingen moelen voor een belangrijk deel op de rijksbegroling in enge zin (de departemenlen) plaalsvinden, wanl voor
ombuigingen in de sociale-verzekeringssfeer geldl weer dal zij niet
tol een vermindering van hel financieringslekorl leiden. Voor het
rijk c.q. de departementen betekenl dil een zwaardere ombuigingslaakslelling dan zij de afgelopen jaren hebben gehad.
Hoewel de loesland van de economie onmiskenbaar is verbelerd
en de wanorde in de publieke financien duidelijk is verminderd,
vail er in de komende jaren nog veel te doen. Er is voor het kabinet
geen reden zich nu al op de borst te kloppen. Niel alleen omdal de
opgelreden verbeleringen vooral aan hel inlernalionale conjuncluurherslel te danken zijn, maar ook omdal hel kabinel er mel name in eigen huis – op de deparlementen – nog onvoldoende in
geslaagd is orde op zaken te slellen. Dal moel lol bescheidenheid
dwingen.
L. van der Geest

913

Auteur