Ga direct naar de content

Domweg gelukkig

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 23 1997

Domweg gelukkig
Aute ur(s ):
Theeuw es, J.J.M. (auteur)
Verb onden aan de Rijksuniversiteit Leiden.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4103, pagina 323, 23 april 1997 (datum)
Rubrie k :
Column
Tre fw oord(e n):
arbeid, beloning, w elvaartseconomie

Wie op zaterdagavond het grote lot van twaalf miljoen wint, zit vaak maandagochtend al in zak en as. Het grote lot winnen is slechts
een fractie van een seconde extreem leuk, en dan begint de ellende. Een mens heeft meestal niet meer dan drie extravagante wensen die
voor geld te koop zijn. Na de witte cabriolet, het huis in Wassenaar en de wereldreis zijn de meesten door hun wilde geldsmijterij heen.
Dan begint de zware verantwoordelijkheid voor de grote berg geld die nog overblijft en waar aasgieren van op hun bescheten boomtak
naar lonken.
De gasbel in Slochteren was het grote lot voor Nederland. We hebben er de Dutch Disease aan over gehouden en kunnen onszelf alleen
maar verwijten dat we hebben zitten potverteren in plaats van investeren. Geboren worden met een groot talent is als het winnen van een
groot lot. Het betekent vooral niet dat er een gelukkig leven op volgt. Omgaan met een groot talent vereist buitengewone vaardigheden.
Geen mens is te vertrouwen. Het Grote Lot, de Grote Gasbel en het Grote Talent brengen het slechtste in de anderen naar boven.
Iedereen wil mee profiteren. Wolfgang Amadeus Mozart had zijn vader, Elvis Aaron Presley had Colonel Parker.
De ellende van het grote talent begint al in de eerste levensjaren. Een aantal jaren geleden verscheen het boek van Alice Miller met een
hartenkreet over het drama van het begaafde kind waarin ze beschreef hoe het slimme, intelligente kind alles doet wat moeder verwacht,
een veel te grote moederbinding aangaat, zijn ware Ik verliest en in het latere leven last krijgt van depressies. Vanaf de kleuterklas vallen
ze buiten de boot. De juffrouw heeft geen aandacht, want ze vindt dat slimme kinderen zichzelf wel redden en ze heeft haar handen vol
om de niet getalenteerden over de streep te trekken. Het geniale kind verveelt zich op school. Wie met een groot talent de tienertijd
zonder zelfmoord en de adolescentie zonder drugs doorkomt, heeft nog een heel leven vol worsteling te gaan.
Het grote lot in de loterij stelt macro-economisch weinig voor. Het is alleen maar herverdeling. Er gaat geld van de verliezers naar de
winnaar en vooral de overheid steekt een belangrijk deel in haar zak. Door de loterij verschuiven de consumptieve bestedingen: minder
kroketten uit de muur tegenover meer Mercedessen en dikkere lagen ZOAB op het weg. De loterij creëert geen extra werkgelegenheid en
economische groei. Een groot talent doet dat wel. Een groot talent brengt welzijn voor miljoenen. Het vaderland eert zijn
Nobelprijswinnaars en telt zijn Olympische medailles. De muziekindustrie draait op een handvol supersterren. Geniale uitvinders
bedenken producten waar hele industrietakken decennia lang mee verder kunnen. Een slim mens kan de dorstigen laven, de hongerigen
voeden en de hele wereld veranderen. Toch vindt de rest van de wereld dat een talent vooral blij mag zijn met de gift van haar talent, dat
zij het zelf maar moet rooien en vooral moet delen. Talent is een gift van de goden, maar zoals de oude Grieken al wisten, is niet elk
godsgeschenk een zegen voor de mens.
Met de bijbel vinden we dat wie talenten heeft, daarmee rentmeester is geworden en de morele plicht heeft die talenten te laten renderen.
Wie dat niet doet zal volgens de gelijkenis van talenten in de buitenste duisternis worden geworpen en daar zal het geween zijn en het
tandengeknars. Wie talenten heeft meegekregen wordt geboren met een opdracht. Die moet opstaan en voortrekken. Wie pech heeft
gehad en niks heeft gekregen kan rustig blijven liggen.
Een groot talent wordt niet altijd onmiddellijk erkend. Zelfs Einstein werd aanvankelijk afgewezen voor een onderzoeksbaan aan de
universiteit. Veel talent zwerft rond in schnabbelbanen om nooit gevonden te worden. Wie wel wordt ontdekt en zijn talent te gelde
maakt, krijgt het hele belastingsysteem over zich heen. De samenleving vindt veel verdienen niet fatsoenlijk. In de openbare financiën
staat de talentenbelasting van Tinbergen bekend als de optimale belasting. Stel dat we aangeboren talenten exact kunnen meten, dan
kunnen we elke baby na het doorknippen van de navelstreng een optimale belasting opleggen voor de rest van zijn leven. Een dergelijke
belasting is efficiënt want het prikkelt de getalenteerde zijn talenten optimaal in te zetten om het bedrag van de belastingaanslag op te
brengen. Dit is het bijbelse rentmeesterschap van het Korte Voorhout. Wie met talent geboren wordt, heeft grote kans op een trieste
kindertijd, een hartverscheurende jeugd, levenslang onbegrip, de permanente vrees om niet ontdekt te worden en geen enkele steun
vanuit de samenleving, maar wel de voortdurende eis om het talent vooral niet onder stoelen en banken te steken en de opbrengst ervan
te delen. Wie zonder talent wordt geboren ziet al deze ellende aan zich voorbij gaan, kan onbezorgd van het leven genieten, wordt
gesteund en ondersteund. Wie met veel talent wordt geboren moet denken dat het beter is om domweg gelukkig te zijn.

Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur