Ga direct naar de content

Devaluatie lerse punt: een politieke misser!

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 11 1993

Devaluatie
lerse punt:
een politieke
misser!
Na bijna vijf maanden lang de koers
van het lerse punt met zeer hoge rentes te hebben verdedigd, werd de lerse regering op zaterdag 30 januari jl.
gedwongen tot een devaluatie van
de munt. Directe aanleiding hiertoe
was de sterk opgelopen druk op de
valuta als gevolg van een nieuwe renteverlaging in het VK, die leidde tot
een verdere depreciatie van het Britse pond. De waardevermindering
van het punt met 10% is de grootste
devaluatie sinds de oprichting van
het EMS in 1979. In dit artikel wordt
allereerst ingegaan op de vraag of de
lerse devaluatie op basis van fundamenteel-economische gronden als terecht kan worden aangemerkt. Daarnaast wordt aangegeven wat de
mogelijke consequenties van de lerse devaluatie kunnen zijn voor het
EMS en de EMU. Betoogd wordt dat
de Europese beleidsmakers een fikse
politieke misser hebben gemaakt
door lerland aan zijn lot over te laten.
lerse economic: 1980 vs 1992
Hoewel lerland een relatief klein
land is met een gering bbp ($ 44 miljard in 1991, ofwel iets minder dan
een zesde van het Nederlandse bbp),
dat qua economische structuur zeker
niet op alle fronten kan wedijveren
met de rijkere Westeuropese landen,
doet het land het de laatste jaren economisch gezien in tal van opzichten
prima (zie tabel). De lerse economic
heeft in de jaren tachtig een drastische omwenteling doorgemaakt. In
1980 ging het land nog gebukt onder
een inflatie van 18%, een tekort op
de lopende rekening van 11,5% en
een overheidstekort van bijna 13%
van het bbp. Vorig jaar bedroeg de
prijsstijging gemiddeld 3,0%, kende
het land een omvangrijk overschot
op de lopende rekening (6,5% van

het bbp) en bedroeg het overheidstekort, evenals in de vier voorafgaande
jaren, minder dan 2,5% van het bbp.
In de jaren 1990-92 verkeerden de
twee belangrijkste exportmarkten
van lerland (VK en VS) in een recessie. Desondanks nam het lerse goederen- exportvolume jaarlijks met gemiddeld 8% toe. Daarbij is het voor
de VK bestemde deel van de uitvoer
teruggebracht van 66% in 1970 tot
32% in 1991. Aan de invoerzijde bedraagt het Britse aandeel 42%.
De imposante verbetering van de
lerse economic vloeide voort uit een
beleidswijziging in het begin van de
jaren tachtig. Een nieuw stabilisatiebeleid, gericht op de middellange termijn, moest de inflatie en het enorme lopende-rekeningtekort omlaag
brengen. De herstructurering van de
lerse economic ging gepaard met
een sterke uitstoot van arbeid. Dit
leidde tot een daling van de reele arbeidskosten per eenheid produkt (gemiddeld -1,3% in de periode 198085), maar ook tot een sterke stijging
van de werkloosheid, van 8% in 1980
tot ruim 18% in 1985.

Devaluatie 1986
Tussen augustus 1985 en augustus
1986 zorgde een scherpe depreciatie
van het Britse pond, als gevolg van
een olieprijsdaling, voor een verslechtering van de lerse reele effectieve wisselkoers van circa 11%. Dit
deed de lerse autoriteiten in augustus 1986 besluiten het punt met 8%
te devalueren. Dank zij een reeds ingezette politick van loonmatiging en
een krap begrotingsbeleid kon sindsdien de wisselkoers van het punt
moeiteloos binnen de smalle band
van het EMS worden gehandhaafd.
Het gevoerde beleid en een sterke investeringstoename, in het bijzonder
van buitenlandse bedrijven, leidden
tot een forse verbetering van de produktiviteit en van de concurrentiepositie. De groei van het uitvoervolume
overtrof sinds 1986 de groei van de
uitvoermarkten1. De in de eerste
helft van de jaren tachtig fors gestegen staatsschuld, van 88% bbp in
1980 tot 121% bbp in 1987, werd
sindsdien scherp teruggebracht tot
98% in 1992.

Devaluatie 1993 terecht?
Waren de devaluaties of loskoppelingen van valuta’s in September en no-

vember 1992 in het EMS nog te rechtvaardigen door te wijzen op fundamenteel-economische factoren, in
het geval van lerland gaat dit gezien
het bovenstaande niet of nauwelijks
op2. In contrast met de devaluatie
van 1986, vormde een waardevermindering va’n de munt anno 1993 geen
logische beleidsoptie, gezien de gunstige ontwikkeling van de inflatie,
het begrotingstekort, de staatsschuld
en de betalingsbalans3. De recente
devaluatie doet aldus onrecht aan de
beleidsinspanningen en saneringen
van de afgelopen jaren. Voor lerland
was een stabiele wisselkoers binnen
het EMS het beleidsinstrument bij uitstek om de reele convergentie met
continentaal Europa te ondersteunen4. Blijkens het referendum van
juni 1992 wordt deze beleidsdoelstelling door een ruime meerderheid
van de bevolking (68%) gedragen,
tot grote opluchting van de Europese
autoriteiten.
Desalniettemin blijkt lerland zich
niet los te mogen koppelen van de
capriolen van de Britse Treasury. Het
stigma, dat het land met handen en
voeten gebonden is aan het VK, blijft
zo gehandhaafd. Hierdoor is het
voor lerland, zolang het VK niet meedoet in het EMS, aanmerkelijk moeilijker geworden om zich te kwalifice- •
ren voor de EMU.

Klein tussen VK en Dultsland
Wel is het evident, dat de scherpe depreciatie van het pond sterling in tal

1. OESO, Economic Survey Ireland,
1990/91 en OESO, Economic Outlook,
december 1992, tabel 74.
2. Zie onder andere L. van der Geest, Crisis in het EMS, ESB, 13 januari 1993, biz.
25. en C.A.M. Biemans en L.A.M. Dinkhuijsen, De toekomst van het EMS, ESB, 2 december 1992, biz. 1173-1176.
3. De devaluatie van 10% compenseert de
recente verslechtering van de reele effectieve wisselkoers (6%) meer dan evenredig. Dit zou dienen om bij de markten
alle onzekerheid over een eventuele volgende devaluatie weg te nemen, en zo
ruimte te genereren voor een substantiele
rentedaling. Zie ook Goodbody Stockbrokers, Irish Economic Indicators, jan./feb.
1993.

4. De sinds 1987 bereikte prijsstabiliteit en
verbetering van de concurrentiepositie
vormde de basis voor de reele convergentie met de EG. Sinds 1987 is het bbp per
capita (op basis van koopkrachtpariteit)
gestegen van 62% tot 69% van het EG-gemiddelde. Bron: Europese Commissie.

van sectoren van de lerse economic

wel degelijk hard is aangekomen en
op termijn wellicht alsnog tot een
wisselkoersaanpassing had genoopt.
De lerse economic kent namelijk

structurele zwakheden, zoals de
hardnekkig hoge werkloosheid en
een duaal karakter. Zo heeft het land

een moderne, doch kleine en tamelijk gei’soleerde industriele sector

Tabel 1. Kerngegevens lerland, inprocenten

1985-90

1991

1992

1993

4,6
3,6
2,0
8,4

2,5
0,3
-6,5
4,9

2,6
2,8
3,2
8,4

2,3
3,4
3,8
3,1

3,7
4,6
112,9
16,4
0,0

3,2
1,9
101,2
15,8
4,3

3,0
2,5
98,1
17,2
6,6

2,1
2,8
96,6
19,3
5,2

Volume mutaties
Bbp
Particuliere consumptie
Investeringen in vaste activa
Uitvoer goederen en diensten

naast een qua werkgelegenheid veel
belangrijkere, doch minder presteren-

de, traditionele sector (onder andere

Overige indicatoren

rentieverhouding ten opzichte van
het VK ten spijt, devaluatie op dit ultieme moment niet opportuun was.

Inflatie
Overheidstekort (bbp)
Bruto overheidsschuld (bbp)
Werkloosheid (beroepsbev.)
Saldo lopende rekening (bbp)

Dat het punt toch is gedevalueerd,

a. Ramingen OESO (v66r devaluatie)

landbouw). Desondanks kan worden

gesteld dat, de verslechterde concur-

vond zijn oorzaak in de onhoudbaar-

Bron: OESO, IMF.

heid van de zeer hoge reele rentes
die nodig waren om de speculatie tegen de munt te keren5.

lerland is al met al de dupe gewor-

aan het adres van de Bundesbank.

zijn vastberaden steun voor het EMS.

De impliciete boodschap is derhalve,

Het is nu maar de vraag of de recen-

den van het uiteenlopende monetai-

dat het EMS (vooral) een Frans-Duits

te marginale Duitse renteverlaging

re beleid in het VK en Duitsland. Om-

project is, waar kleinere lidstaten

genoeg zal zijn om verdere speculatie te voorkomen. Aanzienlijk duidelijker is dat een toekomstige EMU
een scherpe monetaire scheidslijn
binnen Europa met zich mee zal
brengen.

dat het land met het ene been in het

voor eigen rekening en risico aan

Verenigd Koninkrijk staat (handel)
en met het andere in continentaal
Europa (EMS), zetten de Britse mone-

mee mogen doen.

taire maatregelen (opschorting EMS-

nu Denemarken op 18 mei weer naar

lidmaatschap, stapsgewijze renteverlagingen) het punt in toenemende
mate onder druk. Na de jongste verla-

de stembus gaat voor een referendum. De devaluatie van het punt en
de opstelling van Frankrijk en Duitsland zijn koren op de molen van politieke opponenten van het Verdrag
van Maastricht. Ook in Oostenrijk,

ging van de Britse ‘base rate’ kon
een nieuwe aanval op het punt dan
ook niet lang uitblijven.

Ten tweede getuigt het gegeven

signaal van weinig politick inzicht,

Zweden en Finland zullen politieke

lerse devaluatie in Europese
context
Voor Europa is de devaluatie van het
lerse punt economisch gezien van
zeer geringe betekenis. Des te meer

belang kan echter worden gehecht
aan het politieke signaal. Met de ler-

se devaluatie is allereerst gebleken,
dat kleinere EG-lidstaten niet auto-

matisch op wezenlijke hulp kunnen
rekenen wanneer hun valuta onder
speculatieve druk komt te staan,
zelfs niet als de economic goed
scoort op belangrijke terreinen als
inflatie, betalingsbalans en overheidsfinancien en de spelregels van het

EMS worden nageleefd. In tegenstelling tot Frankrijk kreeg lerland geen
noemenswaardige steun in de vorm

tegenstanders van een EG-lidmaat-

Come Biemans
De auteur is werkzaam bij de activiteit
Internationaal Onderzoek, onderdeel van

de Stafgroep Economisch Onderzoek van
Rabobank Nederland. Het artikel is ge-

schreven op persoonlijke titel.

schap dit geldige argument gaarne in

hun campagnes gebruiken.
Ten slotte is het ‘toelaten’ van de
lerse devaluatie en het hiermee belonen van de valutaspeculatie tegen
het EMS, een uitnodiging voor de valutahandel om de aanval te openen

op andere slachtoffers. De zware
druk op de Deense kroon van vorige
week moge dit illustreren. De speculatie tegen de kroon noopte de Bundesbank en de andere centrale banken om tot massale steunaankopen
over te gaan. De Bundesbank voerde

zelfs een renteverlaging door, hoewel daarvoor, gelet op recente verklaringen van Schlesinger, geen directe

binnenlandse aanleiding bestond.
Deze ontwikkelingen maken echter

van intramarginale interventies of publiekelijke steunbetuigingen. Het is
dan ook niet verwonderlijk dat de
lerse regering sterke kritiek heeft

pijnlijk duidelijk dat in Europa met
twee maten wordt gemeten. Bovendien had de Bundesbank door de
slag om het punt te winnen, in een

geuit op het uitblijven van voldoen-

vroeg stadium en tegen relatief gerin-

per 1 januari jl. de laatste kapitaalrestric-

de hulp van de EMS-partners, vooral

ge kosten blijk kunnen geven van

ties had afgeschaft.

ESB 10-2-1993

5. Hier speelde eveneens mee dat lerland

Auteur