Ga direct naar de content

Deflatie

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 14 1998

Deflatie
Aute ur(s ):
Financiële Diensten Amsterdam
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4135, pagina 47, 16 januari 1998 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
financiële, markten

Het inflatiematigende effect van de schuldencrisis in Azië heeft de publieke discussie verlegd van een dreigende inflatie naar een
dreigende deflatie; ofte wel een daling van het algemene prijspeil.
Ook de voorzitter van de Amerikaanse Federal Reserve, Alan Greenspan, heeft zich in deze discussie gemengd, al benadrukt hij in eerste
instantie dat hij de kans op een deflatie in de nabije toekomst niet groot acht. Er moet in de geschiedenis worden teruggegaan naar de
jaren dertig om een periode te vinden met een substantiële deflatie (zie figuur 1). Deze zou waarschijnlijk niet zijn voorgekomen zonder de
daaraan voorafgaande ineenstorting van de aandelenkoersen in 1929. Het vermogenseffect leidde tot een vraaguitval en een neerwaartse
druk op de prijzen. De huidige discussie over een eventuele deflatie, ontstaan vanuit de Aziatische schuldencrisis, heeft een beduidend
ander karakter. In de huidige situatie wordt gerefereerd naar het ontstaan van deflatie vanuit lagere importprijzen uit de Aziatische regio
en doorwerking via een concurrentiemechanisme.

Figuur 1. Amerikaanse inflatie *
*) inflatie gemeten aan bbp-deflator
Hoe het ook zij, Greenspan acht het veilig om te stellen dat de effecten voor de economie bij zowel bij inflatie als bij deflatie negatief zijn.
Er is daarbij een probleem bij de bestrijding van deflatie vanwege het natuurlijke nulpunt van de rente. Dit leidt er toe dat er bij
substantiële deflatie een significante stijging van de reële rente ontstaat, waartegen nauwelijks verweer is. Dit in tegenstelling tot inflatie,
waarbij een daling van de reële rente immers kan worden voorkomen door een in theorie oneindige verhoging van de rente. In ieder geval
verhoogt deflatie, net als inflatie, de onzekerheid, belemmert daarmee lange-termijnplanning en beslissingen en leidt tot een misallocatie
van middelen. Hoewel Greenspan het ontstaan van deflatie niet waarschijnlijk acht, maakt louter zijn deelname aan de deflatiediscussie
duidelijk dat hij ook de kans op een inflatieversnelling gering acht. De belangrijkste conclusie is derhalve dat de kans op een
Amerikaanse renteverhoging vrijwel nihil is, ondanks de huidige robuuste conjunctuur.

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur