Ga direct naar de content

De ratio van Sargent

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 3 1999

De ratio van Sargent
Aute ur(s ):
Fase, M.M.G. (auteur)
Onderdirecteur van De Nederlandsche Bank en hoogleraar monetaire economie aan de Universiteit van Amsterdam.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4230, pagina 862, 19 november 1999 (datum)
Rubrie k :
Boekbespreking
Tre fw oord(e n):
macro-economie

De symbiose tussen de theorie van rationele verwachtingen en tijdreeksanalyse was te danken aan Thomas Sargent’s streven naar
eenheid tussen theorie en methode. En aan een onzichtbare hand?
Twee ontwikkelingen in de afgelopen kwart eeuw hebben het aanschijn van de macroeconomie in het bijzonder getekend en daarin
grondige verandering gebracht. Het zijn de opkomst van het leerstuk van de rationele verwachtingen en de grote vlucht van de
tijdreeksanalyse. Verwachtingen hebben vanouds een rol gespeeld in de economische theorie en de hypothese van de rationele
verwachtingen werd bijna veertig jaar geleden door J.F. Muth als element in de prijstheorie gepostuleerd. De grote doorbraak van deze
hypothese vond echter pas plaats in de jaren zeventig toen de feitelijke stagflatie oude (Keynesiaanse) waarheden aan het wankelen
bracht en het monetarisme zich als alternatief paradigma aandiende. Toevallig of niet, tezelfdertijd herwon het oude leerstuk van de
tijdreeksanalyse, destijds bijna uitsluitend voer voor mathematisch statistici, de belangstelling van bepaalde economen met drang tot
theoretisch verantwoorde praktische toepassing. Beide vernieuwingen vonden elkaar, aanvankelijk vooral in het monetaristisch debat.
Deze symbiose bewerkstelligde een opzienbarende methodologische vernieuwing in de macroeconomie, die uitmondde in een
verrassende verdieping van het economisch inzicht. Onderdelen van wiskundige statistiek en economische theorie werden aldus
gangmakers van vernieuwing en onderlinge bevruchting.
Tien parabels
Het prachtige boek van Esther-Mirjam Sent biedt van dit algemeen dogmenhistorisch beeld een nauwgezette uitwerking aan de hand van
de evolutie in het denken van één der vertegenwoordigers uit deze vernieuwingsbeweging, Thomas Sargent 1. De werkwijze die Sent
volgt is even oorspronkelijk als verfrissend en doet denken aan de wereld der bijbelse parabels met een uitleg door de exegeet in beelden
uit zijn/haar eigen voorstellingswereld. Tien, soms geheel verschillende, parabels vertelt Sent om toe te lichten hoe verschillend de komst
van de hypothese der rationele verwachtingen historisch en methodologisch kan worden bezien. Haar tien vertellingen gaan over: 1.
verdwijning van de Phillips-curve met zijn afruil tussen inflatie en werkgelegenheid; 2. beleidsresistentie dat wil zeggen rationele lieden
blijven de beleidsmakers voor; 3. de kracht die uitgaat van de beschikbare econometrische technologie; 4. behoefte aan symmetrie in
gedrag, dat wil zeggen: innerlijke consistentie; 5. optimale en stelselmatige verwerking van nieuw beschikbaar komende informatie; 6.
endogeniseren van de verwachtingsvorming; 7. behoefte aan falsifieerbare voorspellingen; 8. noodzaak de rationaliteit terug te brengen
tot juiste en realistische proporties; 9. begrenzing van gedragsparameters; 10. economisch-theoretisch verantwoorde inpassing van de
vector-autoregressieve methoden.
Deze parabels zijn elk op zichzelf reeds een grondige analyse waard en geven tegelijkertijd aan dat achter de eenvoudige naam rationele
verwachting een wereld van verschil en een goudmijn van meningsverschil schuilgaan. Sent baant zich hier heel verstandig een recht
pad, door vier gevalstudies, of, zo men wil, thesen te presenteren. Deze thesen bezitten als leidraad de evolutie in het denken over en
gebruik van rationele verwachtingen door Sargent. De door Sent gemarkeerde dogmenhistorische wegwijzers liggen achtereenvolgens
rond 1970, begin jaren tachtig, in 1985 en tenslotte bij de overgang van de jaren tachtig naar die van negentig. De besproken vier casusposities betreffen respectievelijk de economische inbedding van de stochastiek, de predictie, de symmetrie-eigenschap en het leerproces.
Gemeenschappelijk kenmerk van deze vier thesen is het beroep dat zij doen op moderne geavanceerde statistische methoden die op hun
beurt ook stevige impulsen hebben gegeven tot precisiering van de economische redenering. Want uiteindelijk gaat het bij Sargent en
derhalve bij Sent om economisch inzicht en de groei daartoe.
Sargent’s streven
Eenheid tussen economie en econometrie
De eerste these van Sent is dat de rationele verwachtingen Sargent de mogelijkheid hebben geboden zijn streven naar eenheid tussen
economische theorieën en econometrische schattingsmethoden concreet gestalte te geven. Dat hij daarbij de neo-klassieke theorie
gebruikte is volgens Sent eerder een toevallige keuze dan een bewuste en ideologisch bepaalde voorkeur geweest. Voorzover er al een
ideologische overweging in het spel is geweest betrof die de wens van conceptuele integriteit tussen theorie en methode. Wat dit laatste
betreft wilde Sargent, aldus Sent, een waarschijnlijkheidstheoretische inkleding van de economische theorie zonder beroep te doen op de
gangbare deterministische formulering van de economen die vervolgens door de econometrist wordt aangevuld met een stochastische
storingsterm. Deze is in de ogen van Sargent te zeer uiting van een ad hoc benadering die geen logische eenheid vertoont. De hypothese

van de rationele verwachting bood voor deze wenselijke integratie een doeltreffend analytisch hulpmiddel. Bovendien bewerkstelligde zij
de endogenisering en economische consistentie van de verwachtingsvorming.
Eenheid tussen theorie en predictie
Sents tweede these betreft de integratie voor economische theorie en predictie. Belangrijk daarbij is dat volgens de zienswijze van de
rationeel gevormde verwachtingen systematische voorspelfouten zijn uitgesloten omdat de betrokken zich rationeel gedragende
individuen onmiddellijk van hun fouten leren. Volgens Sargent houdt dit mede in dat de economische theorie restricties kan opleggen
aan de parameters van de stochastisch verdeelde vertragings- en tijdreeksmodellen. In deze zienswijze, die Sargent begon te praktiseren
begin jaren tachtig, is hij in hoge mate beïnvloed door zijn toenmalige wetenschappelijke omgeving. Hij bevond zich in het brandpunt
van de stochastische tijdreeksanalyse met onder andere C. Sims, L. Hansen en N. Wallace als gezaghebbende paladijnen. In dit
intellectuele milieu maakte hij de sprong voorwaarts om het Keynesiaanse IS-LM model te verenigen met de rationele-verwachtingenhypothesen en tegelijkertijd te koppelen aan de zogenaamde vector- autoregressieve of VAR-modellen.
Van macro naar micro
De derde these van dit boek is dat halverwege de jaren tachtig Sargents aandacht zich verlegde van algemeen macro-economische
vraagstukken naar de micro-economische grondslagen met een nadruk op symmetrie in het gedrag van de economische agenten (of
spelers). Het waren onder andere de econometristen en economen die volgens de rationele-verwachtingenzienswijze op dit gebied meer
eensgezindheid ten toon gingen spreiden. Tal van voorbeelden voert Sent aan om deze bewering te staven, en daarin voeren metaforen
uit de gedrags- en maatschappijwetenschappen de boventoon. Opnieuw vormen beslissingsregels ontleend aan het leerstuk van de
dynamische programmering en tijdreeksmodellen de voornaamste ingrediënten voor nieuwe inzichten.
Rationele verwachtingen en kunstmatige intelligentie
Het vierde en laatste voorbeeld van Sargents intellectuele stap in zijn interpretatie van rationele verwachtingen is wat Sent aanmerkt als
‘accomodating learning’. Deze beweging maakte Sargent aan het begin van de jaren negentig toen hij in het door fysici en wiskundigen
gedomineerde academische milieu van Nieuw Mexico en Stanford in aanraking kwam met de informatica. Dit stimuleerde hem tot het met
elkaar in verbinding brengen van zijn favoriete rationele-verwachtingenhypothese met artificiële intelligentie en aandacht voor de
ontwikkeling van de desbetreffende algorithmen. Een van de vruchten hiervan was de zienswijze van een begrensde rationaliteit waarin
Sargent aansluiting vond bij soortgelijke door Herbert Simon van de Carnegie Mellon Universiteit waar Sargent eind jaren zestig ook
korte tijd werkzaam was geweest ontwikkelde gedachten vanuit de gedragswetenschappen. In dat verband keerde ook de aandacht terug
voor de adaptieve verwachtingen als alternatief voor de rationele-verwachtingenhypothese.
Een onzichtbare hand
Dit is allereerst een boek over de conceptuele eenheid van de neoklassieke economie en de moderne tijdreeksen econometrie aan de
hand van het rationele verwachtingen gedachtengoed van Sargent gedurende vier verschillende historische perioden. Hierdoor is het
vooral een studie naar het interne proces van theorievorming en groei van wetenschap die Sents aandacht heeft. Bij Sargent waren
hiervoor bepalend zijn consequente intellectuele houding jegens de hypothese van de rationele verwachtingen en zijn drang eenheid te
bewerkstelligen tussen economische theorie en econometrische methoden. Bewijskracht voor zijn grondtheorieën zoekt Sargent niet bij
empirische falsificatie maar bij kritische confrontatie van methode en theorie. Sent laat zien dat Sargent niet zo zeer uit was op beproeven
van de theorie als wel op uitbreiding daarvan om intellectueel greep te verkrijgen op de werkelijkheid. In dit streven speelde de
wisselende intellectuele omgeving waarin Sargent achtereenvolgens verkeerde een grote rol. De interessante kennistheoretische vraag in
hoeverre daarmee het toeval ook betekenis heeft in het denken stelt Sent niet aan de orde in haar studie. Evenmin gaat zij in op de vraag
welke algemene conclusie voor de voortgang der economische wetenschap er op grond van haar analyse kan worden getrokken. Vast
staat echter voor mij dat dit een belangwekkend boek is voor belangstellenden in de meta-economie. Dat deze enigszins aan de zijlijn van
de daadwerkelijke economiebeoefening staan moge een prikkel zijn ook het werk van Sargent zelf ter hand te nemen

1 E.-M. Sent, The evolving rationality of rational expectations: an assessment of Thomas Sargent’s achievements, Cambridge
University Press, Cambridge 1998, 242 blz.

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs