Ga direct naar de content

De kracht van private partijen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 14 1999

De kracht van private partijen
Aute ur(s ):
Junggeburt, J.H.F. (auteur)
Manager International labour market affairs, Randstad holding en bijzonder hoogleraar aan de UvA.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4201, pagina D18, 29 april 1999 (datum)
Rubrie k :
Dossier Zoeken is vinden
Tre fw oord(e n):

Dit artikel is een reactie op J. de Koning, Markt en overheid, ESB-Dossier, 29 april 1999, blz. D14-D19.
In het artikel over de bemiddelingsmarkt van De Koning, lijkt een aloude stellingenstrijd over vormen van arbeidsbemiddeling weer te
voorschijn te komen. De publieke arbeidsvoorziening zou staan voor ‘rechtvaardigheid’ (weliswaar gelardeerd met een eigentijdse
saus van bedrijfsmatig werken), de private arbeidsbemiddelaars zouden uitsluitend en alleen staan voor ‘doelmatigheid’ in de
arbeidsbemiddeling. In een ander artikel van zijn hand, vraagt De Koning zich nog af of de publieke versus de private
arbeidsvoorziening concurrerend of complementair (poldermodel?) ten opzichte van elkaar zouden moeten staan 1. Hij lijkt, althans in
onderhavig artikel, gekozen te hebben voor het confrontatiemodel: de overheid moet ingrijpen ten gunste van personen met een
zwakke arbeidsmarktpositie, waarvoor het commerciële aanbod van arbeidsmarktinformatie, bemiddeling en scholing onvoldoende
soelaas biedt. Zijn handschoen opnemend zou ik als representant van de private sector van de arbeidsbemiddeling kunnen reageren
met de opmerking dat het met de realisatie van de doelstellingen van de publieke arbeidsvoorziening in het algemeen en met
betrekking tot de realisatie van rechtvaardigheid op de arbeidsmarkt in het bijzonder, ook wel erg ‘meevalt’. Arbeidsvoorziening heeft
niet kunnen verhelpen dat mijlenver van te voren zichtbare arbeidsmarkttekorten in de metaal, bouw, zorg en automatisering zijn
ontstaan, terwijl men ondanks een hoogconjunctuur en kraptes op deelarbeidsmarkten de ruim één miljoen werklozen niet heeft
weten te bereiken. Geeft het confrontatiemodel theoretisch en argumentatief nog wel pas, de arbeidsmarktrealiteit zelf ligt vele malen
genuanceerder.
De feiten:
» Arbeidsmarktintermediairs hebben wel degelijk invloed op de werkgelegenheid. In een recent artikel in dit blad werd aangetoond dat de
groei van de werkgelegenheid in Nederland bijna uitsluitend in deeltijd- en flexwerk zit. Met name uitzendorganisaties hebben
dientengevolge bijgedragen aan een betere werking van de arbeidmarkt én ook en vooral aan de creatie van werkgelegenheid 2.
» Uitzendorganisaties blijken in de praktijk niet alleen uitzendarbeid te verzorgen, maar fungeren ook als een vindplaats voor vast werk,
zo toont een ander recent ESB-artikel. Opvalllend is dat ouderen, langdurig werklozen en arbeidsgehandicapten net zo’n grote kans
hebben om een vaste baan bij de inlener te krijgen als andere uitzendkrachten. Dit is opmerkelijk, omdat in het algemeen kenmerken als
leeftijd, werkloosheid(sduur) en arbeidsongeschiktheid een belemmering vormen bij het vinden van vast werk 3.
De Koning heeft gelijk als hij stelt dat de behoefte aan arbeidsmarktintermediairs in de toekomst alleen maar nog zal toenemen gezien het
steeds ondoorzichtiger (heterogener) worden van die arbeidsmarkt. Daarbij zullen de intermediairs meer dan ooit toegevoegde waarde
moeten bieden. In hun (bij)rol als ‘information brokers’ worden ze meer en meer gepasseerd door
instrumenten als Internet. Daarbij zal hun uiteindelijke waardering afhangen van het feit of ze erin zullen slagen vanuit hun microeconomisch presteren een bijdrage te leveren aan het macro-economisch presteren van de arbeidsmarkt. “Als het vloed wordt, gaat elk
schip varen”, zo heeft J.F. Kennedy zich ooit laten ontvallen over de vermeende (in)effectiviteit van doelgroepenbeleid op de
arbeidsmarkt. Doelgroepen zullen, niettegenstaande allerlei initiatieven als contract compliance en positieve actie, alleen dan geholpen
worden en tot kernmedewerkers promoveren als de arbeidsmarkt goed functioneert. Bemiddelaars, en zeker van private huize, zijn voor
deze prestatie onontbeerlijk.

ESB-Dossier: Zoeken is vinden
Inleiding
A. Troost, Arbeidsvoorziening en het vliegwiel van verandering
Trends

P. de Beer, De arbeidsmarkt van de toekomst
Theorie
J.J.M. Theeuwes, Gezocht: luizebaan
J.W.M. Mevissen, Van arbeidsvoorziening tot arbeidsmarktintermediairs
Bemiddelingsmarkt
J. de Koning, Markt en overheid
J.H.F. Junggeburt, De kracht van private partijen
SUWI
W.J. Dercksen en H. van den Hende, Werk en inkomen met hulp van de onzichtbare hand
A.C. Glebbeek, De onzichtbare sloot
R. van der Veen, Het trilemma van sociaal beleid
A. van Bochove, Publieke deel nieuwe structuur wordt geen blijvertje
Bemiddeling
P. van Diepen, De ‘harde’ kern’: niet willers, niet kunners en kopschuwen
E. Sol, Bemiddelen van de kern is een harde noot om te kraken
Epiloog
H.A. Keuzenkamp, Ruimte voor bemiddeling

1 J. de Koning, Deregulation in placement services, NEI, augustus, 1997.
2 T. Dunnewijk e.a., De onstuimige groei van flexibele arbeid, ESB, 26 februari 1999
3 M. van der Ende e.a., Het uitzendbureau als bemiddelaar, ESB, 22 januari 1999

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur