Ga direct naar de content

De kracht van de rede

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 6 1983

De kracht van de rede
Deze week, op 12 april. werd prof. dr. Jan Tinbergen tachtig jaar. Voor dc redactie van ESB aanleiding om een nummer uit te brengen dat aansluit bij enkcle aspecten van zijn
werk. Enkcle aspecten slechts. want de produktic is zo omvangrijk en gevarieerd dat elke poging tot volledigheid gedoemd iste mislukken. Maar wellicht herinnert dit nummcr
ons aan hel voorrecht dat wij genieten, dat de tachtigjarigc
in ons midden is en nog actief bijdraagt aan de ontwikkeling
van het vakgebied.
In een terugblik enkele jaren geleden op zijn eigen wetenschappelijke werk op het gebied van de economic over een
periode van meer dan vijftig jaar. somde Tinbergen op wat
voor hem de belangrijkste beginselen waren om zich in wetenschappelijke arbeid door te laten Iciden: (i) het zoveel
mogelijk uitbannen van dogma’s en subjectiviteit: (ii) het zoveel mogelijk aansluiting zoeken bij empirisch materiaal;
(iii) het werken in interdisciplinair verband: en (iv) het kiezen van onderwerpen die verband houden met de meest
klemmende vraagstukken — naarzijn overtuiging: het organiseren van de wereldvrede; het versterken van de solidariteit met degenen die in armoede leven; en het in acht nemen
van de belangen van toekomstige generaties 1). Het is niet
moeilijk deze uitgangspunten in Tinbergens werk te herkennen.
Als we de keuze van onderwerpen bezien waarmee Tinbergen zich in de loop der jaren heeft beziggehouden, dan is
daarin een zekere opbouw zichtbaar: aanvankelijk concentreert de aandacht zich vooral op korte-termijn economische
fluctuaties en daarop gerichte economische politick; vervolgens verschuift de belangstelling naar vraagstukken van economische structuur en lange-termijnontwikkelingen. om
zich ten slotte te richten op vraagstukken van economische
ordening op mondiaal niveau 1). De ontwikkeling toont een
steeds verdere verbreding van orientatie, zowel in de tijd als
in de ruimte bezien. zonder aan diepgang te verliezen.
Het werk in de jaren dertig en veertig betreft de korte-termijnfluctuaties in de economie. De WolfT beschrijft in dit
nummer hoe Tinbergen. na uiteenlopende bijdragen tot het
toetsen van de conjunctuurtheorie, als eerste een volledig
macro-economisch model ontwierp. betrekking hebbend op
de Nederlandse economie. Vergelijkbare modellen voor de
Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk volgden. Terwijl anderen dit werk voortzetten en uitbouwden. werkte
Tinbergen, die op verzoek van zijn vriend en medeopsteller
van het Plan van de Arbeid, ir. Hein Vos, direct na de oorlog
de eerste directeur van het nieuw opgerichte Centraal Planbureau was geworden, aan een geheel nieuwe toepassing van
macro-economische modellen: als instrument voor het
voorbereiden van de economische politick. Een toepassing
die een enorme vlucht zou nemen.
Samen met de Noor Ragnar Frisch — met wie hij later
(1969) de eerste Nobelprijs voor de economie zou delen — en
anderen. stond Tinbergen in het begin van de jaren dertig
ook aan de wieg van de econometrie, met behulp waarvan de
empirische basis van de economische analyse in hoge mate
kon worden versterkt. Zijn leerling en volgeling in dit vakgebied. prof. dr. TjallingC. Koopmans. haalt in dit nummer
enkele herinneringen op aan die beginjaren van de oprichting van de ..Econometric Society”.
In de loop van de jaren vijftig werd de aandacht steeds

ESB 13-4-1983

meer verlegd naar vraagstukken van economische structuur.
De theorie van het optimum regime en de convergentietheorie stammen uit deze periode. Ook op het gebied van de inkomensverdeling wordt veel werk vcrricht; J. Hartog beschrijft het in dit nummer. Maar de aandacht van Tinbergen
gaat toch het meest uit naar het vraagstuk van de ontwikkelingslanden. Want terwijl het naoorlogse herstel zich in de
westerse landen aftekent, worden tegelijkertijd de schrijnende tegenstellingen tussen arm en rijk in de wereld manifest.
Het was Tinbergens overtuiging dat de ongelijke verdeling
van de welvaart in de wereld een directe bedreiging vormde
voor de wereldvrede en derhalve de hoogste prioriteit in het
economisch onderzoek verdiende. Talrijke bijdragen op het
gebied van groeimodellen. economische planning voor ontwikkelingslanden. de internationale arbeidsverdeling en de
samenhang tussen de economieen van ontwikkelde en ontwikkelingslanden getuigen daarvan. Zijn vroegere medewerker en opvolger aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam.
H. C. Bos. sluit in dit nummer bij dit werk aan met een bijdrage over de vraag in hoeverre de sociaal-economische
vooruitgang in de ontwikkelingslanden mede afhangt van
het economisch herstel in het westen.
Daarmee zijn we reeds beland bij de vraagstukken van internationale ordening waarmee Tinbergen zich de laatste
tien. vijftien jaar intensief heeft beziggehouden. Het gaat hier
om de stabiliteit van de wereldorde, die wordt bedreigd door
zaken als de kloof tussen rijk en arm, de bewapeningswedloop, de bevolkingsexplosie, de Club van Rome-problematiek en de internationale economische recessie. Stuk voor
stuk zijn dit vraagstukken waarbij beslissingen van nationale
regeringen rechtstreeks het welzijn van inwoners van andere
landen be’invloeden, m.a.w. waarbij externe effecten op
mondiale schaal optreden. Slechts internationaal samenwerken en supranationaal beslissen kunnen hier uitkomst bieden. Kortzichtigheid en nationalisme staan het vinden van
de juiste aanpak echter in de weg. In dit verband passen ook
Tinbergens voortdurende pleidooien voor een internationaal
gecoordineerde aanpak van de recessie, pleidooien waarbij
J. M. den Uyl zich in deze ESB aansluit.
Al het werk van Tinbergen is gericht op het vinden van
praktische oplossingen voor grote economische en sociale
problemen. Of het nu het onderzoek naar de conjunctuurbeweging. de inkomensverdeling. het ontwikkelingsvraagstuk
of de internationale economische orde betreft, de wetenschap staat bij Tinbergen in dienst van de sociale vooruitgang. Bron van inspiratie zijn hoge sociaal-democratische
idealen. die, tegen teleurstellende ontwikkelingen in, levend
worden gehouden door een fundamenteel vertrouwen in de
kracht van de rede. Het is Tinbergens overtuiging dat de wereld kan worden verbeterd als het inzicht toeneemt (zie ook
de bijdrage van J. Pen in dit nummer) en kortzichtigheid en
dogmatisme worden overwonnen. Ter gelegenheid van zijn
tachtigste verjaardag past het de wens uit te spreken dat velen met Tinbergen hieraan verder zullen werken.
L. van der Gcest

1) Jan Tinbergen. Recollections of professional experiences. Banco
Naiionale del Lamro Quarterly Review, no. 131. december 1979.

305

Auteur