Ga direct naar de content

‘De huidige plotselinge majeure veranderingen maken krachtige structurele adviezen juist belangrijker’

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 12 2024

Roel Beetsma is als hoogleraar Macro-economie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), voorzitter van de Amsterdam School of Economics (sinds 2012) en decaan van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de UvA (sinds 2022) één van ‘s lands vooraanstaande wetenschappers.

Over de interviewreeks Economische invloeden

Dit interview is deel 4 van een reeks interviews die journalist Peter Olsthoorn onafhankelijk hield met economische wetenschappers voor het project De Uitdagingen van Transitie van de decanen economie en bedrijfskunde.

 

Bekijk hier de overzichtspagina.

De grootste maatschappelijke betekenis van Beetsma komt voort uit zijn lidmaatschap van de European Fiscal Board (EFB), een kleine maar invloedrijke adviesraad van de Europese Commissie. Roel is lid sinds de oprichting in oktober 2016.

De EFB publiceerde onlangs haar belangrijkste advies voor de komende herziening van het stabiliteits- en groeipact, het belangrijkste financiële beleidsmechanisme van de Europese Unie. Publicaties in de vorm van rapporten en toegankelijke artikelen verschijnen regelmatig op VoxEU, zoals Adjusting ambitions and Fiscal policy in troubled times (beide van juni 2022), Public finances and climate change in the post-pandemic era (maart 2022) en een column van Beetsma and collega’s onder de titel: Making the EU and national budgetary frameworks work together.

Beetsma wordt het liefst op zaterdagochtend geïnterviewd, omdat hij dan rust en tijd geniet.

Roel Beetsma

Het Stabiliteits- en Groeipact kwam door de coronacrisis buiten werking, want EU-lidstaten gingen massaal veel meer geld uitgeven om de economie op de been te houden. In november 2022 publiceerde de Commissie haar leidraad voor een hervorming van het pact. Wat was uw inbreng?

“Er is eerst gebruikgemaakt van de General Escape Clause, dus is de Europese Commissie geen procedures gestart tegen landen met te grote begrotingstekorten, met uitzondering van Roemenië. Die Escape geldt nog tot en met 2023, en werkt de Europese Commissie met een revisie van het Stabiliteits- en Groeipact. Wij hebben voorstellen gedaan, die input vormen voor de herziening.”

In hoeverre zijn adviezen van de EFB in de afgelopen zes jaar opgevolgd?

“Naar de rapporten wordt in wetenschappelijk en bestuurlijke kringen veel verwezen, maar processen om regels te veranderen zijn lang en ingrijpend; vooral om 27 landen op één lijn te krijgen. De Europese Commissie is een grote machine en we moeten onze rol niet overschatten.

Wij leveren ook commentaar op de uitvoering van het Pact, vooral op de gelijke behandeling van landen en de tendens van de Commissie om bilaterale deals te sluiten met lidstaten aangaande toezicht op begrotingsbeleid. Onze adviezen vormen naast veel andere inbreng onderdeel van de checks and balances van het optreden van de Commissie. De mate van corrigerend effect is moeilijk aan te geven, maar je dempt in feite de ongewenste politieke bewegingen.”

Hoe verlopen contacten met politici en ambtenaren?

“We spreken meestal de hoge ambtenaren en soms de Eurocommissarissen Valdis Dombrovskis (executive vice-president), en Paolo Gentiloni op Economie en de top van de Europese Centrale Bank (ECB), IMF en de OESO. In het hele krachtenveld hebben wij een belangrijke stem.”

Overheersen de meningen of de wetenschappelijke hardheid van adviezen?

“Geen van beide. Wij onderbouwen onze adviezen wetenschappelijk en met feiten zoals uit de statistiek. Dat is voor buitenstaanders lastig te doorgronden, maar dat is juist de bedoeling. We moeten onder andere laten zien waar de handhaving van het Pact wel of niet goed verlopen is.

In economisch beleid van de Commissie en politici spelen belangen en compromissen. Dus noch wetenschappelijke bevindingen noch meningen zijn doorslaggevend. Het hele raamwerk van het Pact heeft wel een hoog abstractieniveau dat louter voor insiders goed te doorgronden is en dat vereist wetenschappelijke kennis en benaderingen.

Onze rapporten bevatten geen formules, maar wel de relaties van het raamwerk met alle elkaar beïnvloedende factoren, vooral uit de macro-economie: als je een element verandert, wat betekent dat dan voor andere factoren. Een voorbeeld: doel is een verlaging van schulden tot onder 60 procent van het BBP. Dat stelt eisen aan kortere termijn doelen (zoals het overheidstekort). Dat alles moet consistent zijn.”

Is dit werk heel boeiend of eigenlijk erg saai?

“Wij adviseren over het toezicht op het budgettaire beleid van landen. Levendig is het zeker, vooral de afwegingen over politieke haalbaarheid. Interessant zijn de totaal verschillende posities en houdingen van de lidstaten. Bij de herziening van het Pact is de kunst om tot voorstellen te komen die voor alle partijen acceptabel zijn.

Daarnaast vind ik het fijn om een persoonlijke bijdrage te leveren aan een – hopelijk – beter functionerend Europa; en daarvoor periodiek in het Berlaymont gebouw in Brussel te zijn waar veel van de macht zich concentreert. Dat geeft een speciaal gevoel. Het is soms lastig manoeuvreren, maar ik zou het absoluut niet willen missen.”

Hoe acteert de European Fiscal Board bij meningsverschillen?

“Die komen heel zelden voor, maar één keer hebben we hoeven stemmen; over een relatief klein punt. Onze discussies zijn gericht op consensus, de marginale verschillen van inzicht lossen we eenvoudig op. De samenwerking is voortreffelijk, ondanks de verschillende achtergronden: Italiaans, Belgisch, Pools, Deens en Nederlands. We zitten niet namens ons land, maar op persoonlijke titel.”

Wat is de wisselwerking tussen de business school annex uw Universiteit van Amsterdam en het werk voor de European Fiscal Board?

“Ik heb veel onderzoek gedaan naar budgettair beleid en macro-economie, en met collega’s artikelen geschreven die de nodige aandacht kregen. Dat leidde tot ambtelijke en politieke contacten en de benoeming. Je hebt de wetenschappelijke ondergrond echt nodig om goed te functioneren.

Verder staat het werk los. Sporadisch is er wisselwerking met mijn onderzoek en onderwijs in Amsterdam. Ons secretariaat bij de Europese Commissie doet de substantiële analyses.”

Hoe politiek gevoelig is uw werk, bijvoorbeeld na plotseling hoge inflatie in 2022, turbulente energiemarkten, stijgende rentes, oorlogen, voorheen de coronacrisis, en mogelijk nieuwe anti-EU regeringen in lidstaten?

“Dat heeft zeker invloed op onze rapporten, maar ik maak geen onderdeel uit van de politieke turbulentie. Wel moeten we de houding van de lidstaten goed in het oog houden. Als er in Italië of andere landen een EU-vijandige regering komt die budgettaire waarden minder belangrijk vindt, brengt dat druk op besluitvorming in Brussel en omgang met schuldenposities.”

De conjunctuur is volatiel en u moet structurele adviezen geven, hoe lost u dat op?

“Wij publiceren adviezen met een langere termijn scope, gericht op een stabiel beleid qua overheidsuitgaven en maatregelen voor stabilisatie. Ook de herziening van het Stabiliteits- en Groeipact is gericht op de lange termijn. De conjunctuur of waan van de dag kunnen we niet negeren. Twee jaar geleden was er geen oorlog, nauwelijks inflatie en een lage rente, en dat landschap is inmiddels aanzienlijk veranderd, ook voor een langere termijn.

Dit zie ik als een wake-up call voor ons voorstellingsvermogen. Maar vooral: dat je regelgeving adviseert die ook robuust is voor extreme ontwikkelingen. Die plotselinge majeure veranderingen zijn hele belangrijke lessen voor de wetenschap: wees voorbereid op breuken. Economische wetenschap en krachtige structurele adviezen worden juist belangrijker.”

De leden van de EFB zijn alle wat oudere blanke mannen; geen diversiteit?

“We hadden aan het begin een Frans vrouwelijk lid, maar die werd bestuurslid van een bank. Het is lastig geschikte vrouwen met veel ervaring te vinden.”

Auteur

Categorieën

Plaats een reactie