Ga direct naar de content

De Haagse agenda

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 25 1985

De Haagse agenda
De Tweede-Kamerverkiezingen van mei 1986 mogen voor de gewone kiezer nog een eind weg zijn, in politick Den Haag bepalen ze
de orde van de dag. Men beseft dat nu de keuzen worden gemaakt
die beslissend zijn voor wat er in de volgende kabinetsperiode op de
politieke agenda staat. Als straks de verkiezingsstrijd losbrandt zullen alleen op details nog veranderingen mogelijk zijn. Daarom is het
interessant om te zien hoe op dit moment, vlak na het verschijnen
van de Miljoenennota 1986, de politieke vlag er bij hangt. Wat staat
er voor de komende jaren op de Haagse agenda?
Hoeveel moet er worden omgebogen? De Miljoenennota 1986
laat er geen twijfel over bestaan dat het ombuigen in de volgende kabinetsperiode door moet gaan. Om het financieringstekort in de periode 1987-1990 met 1% per jaar te verminderen, acht het kabinet
het nodig in totaal f. 16 mrd. om te buigen. De VVD komt in haar
ontwerp-verkiezingsprogramma iets hoger uit (f. 18 a 20 mrd.), de
PvdA aanzienlijk lager, maar deze partij stelt zich tevreden met een
langzamere daling van het financieringstekort (0,5% per jaar). Dat
er omgebogen moet worden lijkt echter voor iedereen vast te staan.
De stimuleerders zijn uit Den Haag weggehoond. De vraag is alleen
nog: waar moet er worden omgebogen?
Kunnen we niet met minder ambtenaren toe? De politieke barometer wijst momenteel sterk in de richting van ombuigingen op de
rijksbegroting. Als we er van uitgaan dat het salarisniveau bij de
overheid niet veel verder bij dat in de marktsector zal kunnen achterblijven, moet er iets in de volumesfeer gebeuren. In de afgelopen jaren is dat ook al geprobeerd (de -2%-operatie), maar toen is het
niet gelukt. Wil men werkelijk het aantal ambtenaren verminderen,
dan zal het doorlichten van de overheidsorganisatie serieuzer moeten worden aangepakt dan in de lopende kabinetsperiode is gebeurd. Zo’n ingrijpende operatic heeft alleen kans van slagen als zij
op blijvende politieke steun kan rekenen, b.v. doordat zij in het regeerakkoord is verankerd.
Kan er niet worden bezuinigd op de subsidies aan net bedrijfsleven? Veel belangstelling is er bij de ombuigers voor de subsidieverlening aan bedrijven. De effectiviteit daarvan wordt niet erg hoog
aangeslagen. Zoals bekend wordt de negatieve aanslag in de WIR
het komende jaar al afgeschaft, maar daarmee lijkt de zaak niet afgedaan. Zowel PvdA als WD spreken in hun concept-verkiezingsprogramma’s over een verdere beperking van de WIR-faciliteiten.
Het ziet er niet naar uit dat de krachtige protesten van de werkgeversorganisaties hiertegen veel zullen helpen. Het komt trouwens
ook niet erg geloofwaardig over als de grootste pleitbezorgers voor
de vrije markt en de vermindering van het financieringstekort zich
plotseling als verdedigers van het subsidiewezen opwerpen.
Kunnen de belastingen niet omlaag? Een thema dat bij de volgende verkiezingen zeker een rol gaat spelen is belastingverlaging. Iedereen in Den Haag lijkt er langzamerhand van overtuigd te zijn dat
mede door de opeenstapeling van inkomensafhankelijke regelingen
de marginale tarieven voor bijna alle inkomenscategorieen te hoog
zijn geworden. Ook is men algemeen van oordeel dat het verschil
tussen bruto en netto loon (de z.g. ,,wig”) te groot is geworden. Zoals in de Miljoenennota 1986 wordt uiteengezet, is de ruimte voor
belastingverlaging echter zeer beperkt: eerst moet het financieringstekort naar beneden. Behalve verlaging van tarieven staat ook vereenvoudiging van het belastingstelsel sterk in de belangstelling. De
pas geinstalleerde commissie-Oort moet nog voor de verkiezingen
een rapport over de vereenvoudiging van de loon- en inkomstenbelasting uitbrengen.
Hoe moet het verder met de z.g. ,,grote operaties”? De ervaring
van de afgelopen jaren met heroverweging, deregulering, -2%operatie, decentralisatie en privatisering heeft geleerd dat het op deze punten toch moeilijker blijkt om tot resultaten te komen dan men
aanvankelijk had verwacht. WD-fractieleider Nijpels heeft echter
aangekondigd de ,,grote operaties” in de volgende kabinetsperiode
te willen vervangen door een nog grotere ,,superoperatie”, een ,,lange mars door de overheidsinstellingen” om in alles wat inefficient of
ineffectief is het mes te zetten.
Hoe vergroten we deflexibiliteit in de economie? Over de wenselijkheid van deze doelstelling is iedereen het eens, maar niemand
weet wat er in concrete mee wordt bedoeld. Prof. Vermaat doorbreekt in dit nummer van ESB de gebruikelijke vaagheid op dit gebied met een pleidooi voor het afschaffen van het minimumloon.
Daardoor zou de toetredingsdrempel tot de arbeidsmarkt lager kunnen worden. Het zou helpen als iedereen die het woord flexibiliteit in
de mond neemt zegt wat hij of zij daarmee bedoelt.

ESB 2-10-1985

Wat doen we met de sociale zekerheid? De PvdA kondigt in haar
concept-verkiezingsprogramma aan dat zij de voorgenomen stelselherziening van de sociale zekerheid in de komende vier jaar weer ongedaan wil maken. CDA en WD willen er mee doorgaan. Maar
ook als de stelselherziening doorgaat, zijn de problemen de wereld
nog niet uit. Het is helemaal nog niet zeker of de geplande besparingen inderdaad zullen worden gerealiseerd. Alleen al de voorgenomen herkeuring en afschattirtg van alle WAO-uitkeringsgerechtigden gaat vermoedelijk zeer grote problemen opleveren.
Doen we nog wat aan het bestrijden van de werkloosheid? Dit
probleem lijkt door CDA en WD aan de sociale partners en de werking van de Phillipscurve te worden overgelaten. De filosofie is dat
de hoge werkloosheid voor een neerwaartse druk op de lonen zorgt,
waarna de vraag naar arbeid vanzelf toeneemt. Die filosofie is niet
onjuist, maar het probleem is dat de prijs- en hoeveelheidsaanpassingen op de arbeidsmarkt zo traag verlopen dat het langs deze weg
de eerstkomende tien jaar niet lukt van de hoge werkloosheid af te
komen. Arbeidstijdverkorting wordt door de regeringspartijen wel
gepropageerd, maar men krijgt niet de indruk dat zij er werkelijk in
geloven en het wordt ook niet erg actief gestimuleerd. De PvdA
streeft, evenals de vakbeweging, naar een 32-urige werkweek in
1990. Daarbij stuit zij echter op bezwaren, niet alleen van werkgevers maar ook van werknemers wier bereidheid om loon in te leveren voor arbeidstijdverkorting tanende is, te meer daar er meestal
slechts van een geringe herbezetting sprake is.
Wordt er nog een inkomensbeleid gevoerd? Het inkomensbeleid
lijkt nagenoeg van de politieke agenda verdwenen. Dit is een opmerkelijke verschuiving ten opzichte van de situatie vier jaar geleden.
Toen waren maatregelen die een denivellerend effect hadden vrijwel
taboe, nu wordt er nauwelijks een woord meer aan vuil gemaakt.
CDA en WD laten de inkomensverdeling aan de markt c.q. de sociale partners over, de PvdA wil in elk geval het koppelingsmechanisme voor de uitkeringsgerechtigden en de trend voor ambtenaren
en trendvolgers herstellen.
Oja, het overleg met de sociale partners. Onder de bezuinigingsdwang van het kabinet-Lubbers is het overleg met de sociale partners in hoge mate uitgehold. Wat deze inbreuk op de sociaaleconomische orde op lange termijn voor de arbeidsverhoudingen en
voor de Nederlandse economie betekent is moeilijk te voorspellen.
De vakbeweging is toe aan een grondige herbezinning op haar functioneren in een samenleving waarin de arbeidsverhoudingen van karafeter zijn veranderd. Maar ook de ,,politiek” kan niet om de vraag
heen of het tripartiete model heeft afgedaan 1).
Wordt er industriepolitiek bedreven? Op industriepolitiek gebied
lopen de visies van CDA en WD en die van de PvdA nogal uiteen.
De sociaal-democraten beogen een indicatief meerjarenprogram op
te stellen waarbinnen de industriele ontwikkeling op bepaalde maatschappelijke doeleinden kan worden afgestemd. CDA en WD doen
het voorkomen alsof zij de industriele ontwikkeling aan de markt
willen overlaten, maar blijven toch vasthouden aan allerlei specifieke regelingen om de technologische vernieuwing, de export, de herstelfinanciering, de startende onderneming, de aandachtsgebieden,
de speerpunten en wat al niet meer te bevorderen. Terwijl oude
steunpotten worden afgeschaft, worden elders in hetzelfde tempo
nieuwe gecreeerd.
Moeten de overheidsinvesteringen worden opgevoerd? In het algemeen is men het er over eens dat de overheidsinvesteringen in de
afgelopen jaren te ver zijn teruggevallen. Alleen minister Ruding is
van mening dat er op dit gebied van verzadiging sprake is. De identificatie van projecten die bedrijfseconomisch niet, maar maatschappelijk-economisch wel rendabel zijn verloopt echter zeer moeizaam.
Enkele grote projecten, zoals de inpoldering van de Markerwaard
en de kustuitbreiding bij Zuid-Holland, zijn zeer omstreden. Misschien ziet men daarom over het hoofd dat er op kleine (veelal gemeentelijke) schaal nog heel wat te doen valt. Hierbij wordt een fundamentele visie op de rol van overheidsinvesteringen in de economie
node gemist.
Maar dat geldt voor meer van de bovengenoemde punten.
L. van der Geest
1) Belangwekkend in dit verband is het pleidooi van CDA-fractievoorzitter De Vries in ESB van 14 augustus jl. om het arbeidsvoorwaardenoverleg in de onderneming primair aan de directie en de ondernemingsraad over te laten.

969

Auteur