Ga direct naar de content

De Amerikaanse kapitaalbalans

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 22 1986

De Amerikaanse
kapitaalbalans
In 1982 sloeg het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans van de Verenigde Staten om in
een tekort. Hiertegenover ontstond
een overschot op de kapitaalbalans.
Sedertdien zijn deze saldi sterk gestegen. De vraag rijst nu hoe het tekort op
de lopende rekening van de Verenigde
is gefinancierd.

Kapitaalbalans naar
sectoren
Uit tabel 1 blijkt dat het Amerikaanse
bankwezen tot 1983 nog volop participeerde in de internationale kredietver-

Amerikaanse bankwezen liep sterk terug; de vorderingen op niet-ingezetenen namen nog slechts met $29,9 mrd.
toe. In 1984 was de toename van de
kredietverlening aan het buitenland
nog geringer, namelijk $8,5 mrd. Naar
het zich laat aanzien heeft deze tendens zich in 1985 voortgezet; in de
eerste helft van dat jaar was zelfs sprake van een afname van de vorderingen
op niet-ingezetenen. Deze ontwikkeling kan ten dele worden toegeschreven aan de internationale schuldencrisis, die de Amerikaanse banken terughoudender heeft doen zijn ten aanzien
van het verstrekken van nieuwe kredieten, met name aan ontwikkelingslanden. Daarnaast speelt de toename van

Tabel 1. Kapitaalbalans van de Verenigde Staten, in miljarden dollars
Eerste helft
1985 a)

1981

1982

1983

Transacties van het Amerikaanse bankwezen
– vorderingen op het buitenland
– verplichtingen tegenover het buitenland
– netto kapitaalimport ( + )/ -export (-)

– 84,2
42,1
– 42,1

-111,1
65,9
– 45,2

– 29,9
49,3
+ 19,4

8,5
31,7
+ 23,2

4,5
13,7
+ 18,2

Transacties van de Amerikaanse niet-bancaire sector
– directs investeringen
– buitenlands waardepapier
– vorderingen op het buitenland
– netto kapitaalimport ( + {/-export (-)

9,6
5,8
‘,2
– 16,5

+

Transacties van het buitenland
– directe investeringen
– overheidspapier
– overige aankopen waardepapier
– vorderingen op niet-banken
– netto kapitaalimport ( + )/ – export ( – )

25,2
2,9
7,2
0,9
+ 36,2

13,8
7,1
6,4
2,4
+ 24,9

11,9
8,7
8,6
0,1
+ 29,1

22,5
22,4
13,0
4,3
+ 62,2

Transacties van centrale banken
– Verenigde Staten
– industries landen
– OPEC
– overige landen
– saldo

Statistische verschillen

10,3
12,2
13,3
3,9
5,3

21,4

Saldo op lopende rekening

6,3

4,4
8,1
6,6
2,9

11,1
6,5
7,4
2,4
7,8
33,3

8,1

5,4
7,0
6,5
18,9

6,2
10,3
8,3
3,8
0,4
11,5
– 40,7

1984

4,5
5,1
6,3
3,3

8,7
0,4
4,1
7,2
5,2
24,6

-101,5

3,7
4,4

n.a.
n.a.

7,0
7,9
16,6
n.a.
n.a.

2,3
0,3

3,9
0,5
5,4

26,8
– 61,5

a) Voorlopige cijfers.
Bran: US Department of Commerce, Survey of current business.

tening; in 1982 namen de vorderingen
van Amerikaanse banken op niet-ingezetenen toe met het recordbedrag van
‘$111 mrd. Daartegenover viel een toename van de verplichtingen aan nietingezetenen waarte nemen. Deze ver’ plichtingen, welke in 1982 een hoogtepuntvan$65,9 mrd. bereikten, bestonden voornamelijk uit kortlopende de•iposito’s van buitenlandse banken en
”van multinationals. Tot en met het jaar
,’1982 was het Amerikaanse bankwee»n echter netto kapitaalexporteur.
i! In 1983 veranderde de situatie. De
internationale kredietverlening van het

; 22-1-1986

de binnenlandse kredietvraag, waarmee de conjuncturele opleving in de
Verenigde Staten gepaard ging, een
rol. Ook was er sprake van een geringere vraag naar internationale bankkredieten vanuit de ander industriele
landen, in verband met de matige economische groei aldaar. Naast de kapitaalexport nam ook de kapitaalimport
van de Amerikaanse banken af, zij het
in een minder snel tempo, zodat het
Amerikaanse bankwezen in 1983 netto
kapitaalimporteur werd. In dat jaar bedroeg het aandeel van de bankensector in de (netto) Amerikaanse kapitaal-

invoer bijna 50%. In de jaren daarna is
dit aandeel afgenomen.
In 1984 was er sprake van een sterke
toename van de instroom van lang kapitaal. Zowel de directe investeringen
in de Verenigde Staten als de buitenlandse aankopen van Amerikaans
waardepapier namen fors toe. De directe investeringen, welke vooral de
overname van bestaande ondernemingen betroffen, liepen op tot $22,5 mrd.
in 1984. De aankopen van Amerikaans
waardepapier stegen van $17,3 mrd.
in 1983 tot $35,4 mrd. in 1984; van dit
laatste bedrag had $22,4 mrd. ofwel
63% betrekking op overheidspapier.
De toename van de aankopen van
Amerikaans waardepapier zette zich in
de eerste helft van 1985 onverminderd
voort, waarbij vooral een voorkeur
bleek voor ‘corporate bonds’. Op de
toename van deze aankopen, welke
zich met name vanaf de tweede helft
van 1984 voordeed, is ongetwijfeld de
afschaffing, medio 1984, van de bronbelasting op rentebetalingen aan nietingezetenen van invloed geweest. Tegenover de toegenomen instroom van
(lang) kapitaal uit het buitenland vond
een afname van de kapitaalexport door
Amerikaanse ondernemingen en particulieren plaats; deze export daalde
van $18,9 mrd. in 1983 tot $3,3 mrd. in
1984. De daling was voornamelijk het
gevolg van de grote kredietopname
van deze sector in het buitenland.
Wat beteft de kapitaalstroom uit
hoofde van de transacties van centrale
banken valt op dat in 1984 en het
eerste halfjaar van 1985 de kapitaaltoevoer naar de Verenigde Staten door
de centrale banken van de industriele
landen afnam, doordat de opgebouwde dollarreserves gebruikt werden
voor valutamarktinterventies. Ook de
OPEC-landen hebben nun dollartegoeden gereduceerd, in verband met
een lagere olieproduktie en lagere olieprijzen.

Kapitaalbalans naar regie’s
Ten aanzien van de kapitaalstromen
hebben zich de afgelopen jaren niet alleen in sectoraal opzicht veranderingen voorgedaan, maar ook in regionaal opzicht (zie tabel 2). Zo is het aandeel van West-Europa in de statistisch
aangetoonde netto kapitaalimport van
de Verenigde Staten teruggelopen van
96,6% in 1983 tot 32,9% in de eerste
helft van 1985. Absoluut gezien nam
deze kapitaalsimport in 1984 nog met
$6,3 mrd. toe; in het eerste halfjaar

Tabel 2. Regionale verdeling van de Amerikaanse kapitaalinvoer, in miljarden dollars
Amerikaanse kapitaaluitvoer ( – ) naar

Amerikaanse kapitaalinvoer ( + ) uit

1983
Totaal
– West-Europa
– EG (10)
– Groot-Britlanie
– Oost-Europa
– Canada
– Latijns-Amerika
– Japan
– Australia, Nieuw-Zeeland en
Zuid-Afrika
– Andere landen in Azie en Afnka
– Internationale Organisaties

1984

1985 a)

-55,1
-10,5
– 8,6
– 3,6
0,1
– 8,8
-13,4
– 3,4

-20,4
-14,3
-12,0
-11,5
0,2
– 0,7
3,6
0,7

– 4,8
– 9,6
– 9,4
-11,5
0,02

– 1,6
-10,7
– 6,9

– 0,6
– 6,0
– 3,2

1,1
4,8
2,0

1,3
– 1,5
– 0,7

a) Eerste halfjaar; voorlopige cijfers.
Bron: US Department of Commerce, Survey of current business.

Netto kapitaalimport
( + )/-export(-)

1985 a)

1983

84,3
38,7
30,9
19,8
0,05
6,2
27,7
7,0

97,3
48,8
45,9
28,6
0,01
6,6
19,6
13,8

39,5
21,0
16,9
17,3
0,1
0,6
5,7
10,1

29,2
28,2
22,3
16,2
0,15
– 2,6
14,3
3,6

2,6
0,1
2,0

0,5
5,6
3,4

– 0,8
1,7
1,1

1,0
-10,6
– 4,9

1983

1984

1984
76,9
34,5
33,9
17,1
0,21

5,9
23,2
14,5
– 0,1
– 0,4
0,2

Statistische verschillen

19853)

1983

1984

1985 a)

34,7
11,4
7,5
11,1
0,12
– 0,5
10,5
12,1

11,5
-22,2

24,6
– 6,9
-12,2
-13,4
– 2,4
– 0,6

26,8
5,5
5,1
– 2,8
– 1,1
3,6
– 4,1
11,6

0,5
0,2
0,4

-16,8
-14,8

1,9
2,6
– 6,7
14,8

3,7
24,2
4,4

– 9,9
20,3
– 2,9
28,0
– 1,0

1,5
13,7
– 0,9

van 1985 was echter sprake van een
afname in absolute termen (op jaarbasis). Het grootste gedeelte van de (netto) kapitaalexport van West-Europa
naar de Verenigde Staten kwam voor
rekening van Groot-Brittanie, dat in
1984 ongeveer de helft van deze kapitaalexport verzorgde, en in de eerste
helft van 1985 bijna het gehele bedrag.
Het aandeel van Japan steeg in 1984
en het eerste halfjaar van 1985 f link ten
opzichte van dat in 1983 (van 12,3%
naar 19,0% en 34,9%). Mogelijk is hier
nog sprake van een onderschatting
van de kapitaalstromen. Immers, het
lopende-rekeningtekort van de Verenigde Staten met Japan was veel groter dan de geregistreerde kapitaalexport van Japan naar de Verenigde Staten (deze afwijkingkomt tot uitdrukking
in de grote statistische verschillen).
In de regionale opsplitsing van de
kapitaalstromen valt vooral de positie
van Latijns-Amerika, Azie en Afrika op.
Latijns-Amerika is netto kapitaalexporteur naar de Verenigde Staten. In 1984
bedroeg de netto kapitaalexport $23
mrd., en zoals het er nu naar uitziet zal
dit bedrag ook in 1985 gerealiseerd
worden. De bilaterale kapitaalbalans
geeft aan dat het tekort ten laste van
Latijns-Amerika istoegenomen, omdat
de tot aan 1983 waargenomen toestroom van Amerikaans kapitaal in
1984 opdroogde. Ook de Amerikaanse
kapitaalstroom naar de ontwikkelingslanden in Azie en Afrika is afgenomen;
deze stroom, die in 1982 nog $ 18 mrd.
bedroeg, was in 1984 teruggelopen tot
$6 mrd., en in de eerste helft van 1985
tot $ 1,5 mrd. Omgekeerd hebben deze
landen nun kapitaaluitvoer naar de
Verenigde Staten vergroot, zodat er in
de eerste helft van 1985 sprake was
van een geringe netto kapitaalexport
naar de Verenigde Staten (de statistische verschillen doen zelfs vermoeden
dat de kapitaalimport van de Verenigde Staten uit deze landen de kapitaalexport nog meer heeft overschreden).
Het kapitaalverkeer van de Verenigde Staten met Oost-Europa, Australie,
Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Canada is, zo blijkt uit de tabel, van ondergeschikt belang.

94

Conclusie
De tegenhanger van het toegenomen tekort op de Amerikaanse lopende rekening werd in eerste instantie
niet zozeer gevormd door een toename van de instroom van buitenlands
kapitaal, zoals veelal gesuggereerd
wordt, maar veeleer door het opdrogen
van de uitstroom van Amerikaans kapitaal, met name vanuit de Amerikaanse
bankensector. Immers, de kapitaaluitstroom van deze sector nam met bijna
$81 mrd. af in 1983. Sedert 1984 heeft
de kapitaalimport vanuit het buitenland een grotere rol gespeeld in de financiering van het Amerikaanse tekort
op de lopende rekening. De instroom
van lang kapitaal nam toe van $29
mrd. in 1983 tot $62 mrd. in 1984. De
internationale kredietverlening van het
Amerikaanse bankwezen liep in 1984
verderterug, tot $8,5 mrd. In het eerste
halfjaar van 1985 was er zelfs sprake
van een absolute dating van de kredietverlening. De mogelijkheid van de Verenigde
Staten
om
lopenderekeningtekorten te financieren door
inkrimping van de eigen kapitaalexport
is hiermee afgenomen en de afhankelijkheid van buitenlands kapitaal is toegenomen. Ten aanzien van de regionale verdeling van de kapitaalinvoer
van de Verenigde Staten is het aandeel van West-Europa afgenomen. Het
Japanse aandeel in de Amerikaanse
kapitaalimport is gestegen. De bijdrage van Latijns-Amerika aan de financiering van het Amerikaanse lopende
rekeningtekort is nog altijd hoog.

Linda Teer
De auteur is werkzaam bij de Stafgroep economisch onderzoek van Rabobank Nederland.

Auteur