Ga direct naar de content

Conjunctuurdalen en overheidstekorten

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 19 2003

Conjunctuurdalen en overheidstekorten
Aute ur(s ):
Rooij, Maarten van (auteur)
Stokman (auteur)
Berben, Robert-Paul (auteur)
Bosman, Ronald (auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door Maarten van Rooij, Ad Stokman, Rob ert-Paul Berb en en Ronald Bosman van de
Nederlandsche Bank. M.C.J.van.Rooij@DNB.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4414, pagina 446, 19 september 2003 (datum)
Rubrie k :
DNB-indicator
Tre fw oord(e n):
conjunctuur

Langdurige perioden van economische neergang komen doorgaans tot uiting in oplopende overheidstekorten. Deze keer is het niet
anders.
Naar het zich laat aanzien zal de gemiddelde bbp-volumegroei in 2003 voor het eerst in twintig jaar negatief zijn. Daarmee zijn de eerste
jaren van het nieuwe millennium met op zijn best een bescheiden economische groei beter vergelijkbaar met de recessie van begin jaren
tachtig dan met de kortdurende, bescheiden inzinking in de economische groei van tien jaar geleden.
Dit geldt ook voor de ontwikkelingen in het overheidssaldo. Begin jaren tachtig verslechterde het vorderingensaldo cumulatief met meer
dan vijf procent bbp tot een tekort van ruim zes procent bbp. Nu wordt verwacht dat het overschot van ruim twee procent bbp in 2000,
als gevolg van een opeenstapeling van financiële tegenvallers en ondanks flinke bezuinigingen, al dit jaar zal omslaan in een tekort van
ruim twee procent bbp.
Positief verband groei en vorderingensaldo
figuur 1 laat zien dat een benedengemiddelde economische groei (lager dan 2,5 procent) vrijwel altijd gepaard gaat met een verslechtering
van het overheidssaldo (kwadrant linksonder). Daarbij is gekeken naar driejaarsperioden om de invloed van incidentele omstandigheden
te reduceren en omdat de economische ontwikkeling ook met enige vertraging nog doorwerkt in het overheidssaldo 1. De
overeenkomsten tussen begin jaren tachtig en nu komen in de figuur duidelijk naar voren.

Figuur 1. BBP-volumegroei en mutatie
figuur 1 laat daarnaast zien dat in jaren met een bovengemiddelde economische groei het overheidssaldo vrijwel altijd verbetert
(kwadrant rechtsboven).
Automatische stabilisatoren
Het geconstateerde positieve verband tussen conjunctuur en overheidssaldo impliceert dat de zogenoemde automatische stabilisatoren

op zijn minst voor een deel hun werk doen, dat wil zeggen dat de overheidsfinanciën uit zichzelf een dempende werking uitoefenen op
conjunctuurgolven. Een dergelijk fenomeen dient te worden onderscheiden van een zogenaamd discretionair beleid, waarbij de overheid
haar uitgaven en inkomsten actief aanwendt om de economie te stimuleren of af te remmen. Kritiek op een dergelijk actief beleid komt
onder meer vanuit de hoek van de politieke economie. De timing van een dergelijke sturing is lastig waardoor dit beleid vaak
contraproductief is. Maatregelen sorteren dan juist effect als het niet meer nodig is. Bovendien is de effectiviteit van een dergelijke
activistische beleidsinzet afhankelijk van de gezondheid van de overheidsfinanciën. Is dat laatste namelijk niet het geval, zullen
consumenten en producenten anticiperen op toekomstige belastingverhogingen en meer sparen in plaats van besteden. Dit besef is ook
bij de Nederlandse overheid aanwezig.
Vooruitzichten
De DNB-conjunctuurindicator – die thans vooruitblikt tot en met januari volgend jaar – is vanaf begin 2003 nauwelijks van zijn plaats
gekomen, terwijl de realisatiereeks voor de industriële productie tot op heden een on-afgebroken daling laat zien (figuur 2). Met name de
monetaire deelreeksen van de samengestelde indicator (korte rente, termijnstructuur en reële geldgroei) – en in mindere mate de deelreeks
die de verwachtingen van producenten in Duitsland meet – zijn niet uitzonderlijk somber. Als deze factoren zich de komende maanden
daadwerkelijk vertalen in een positieve omslag in de feitelijke conjunctuur kan van de economische groei op termijn ook weer een
positieve invloed uitgaan op het overheidssaldo.

Figuur 2. dnb-conjunctuurindicator

1 De cijfers voor de jaren 2003-2005 zijn ontleend aan de DNB-voorspelling van juni. Zie ‘De Nederlandse economie in 2003-2005: een
voorspelling met MORKMON’, Kwartaal-bericht, de Nederlandsche Bank, juni 2003, blz. 79-94.

Copyright © 2003 – 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur